Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De Loos Monitoring meer dan cijfers versterken van kwaliteit en beleid.
Advertisements

Prof. dr. Harry Martens voorzitter Raad Hoger Onderwijs
Het zorgsysteem en de 1-zorgroute
Onderzoek naar competentiegericht beoordelen in het groene onderwijs
KINDEREN EVALUEREN ZELF GON-BEGELEIDING BEGELEIDING DOVE EN SLECHTHORENDE KINDEREN Jan De Vos ( ) – Onderwijskundig Ontwerpen – Academiejaar
Aanvang eerste leerjaar
KWALITEITSZORG IN INTERNATEN 1 september A.KWALITEIT Wat is kwaliteit in internaten ? Internaten moeten zelf instaan voor de vormgeving van een.
Het ontwikkelingsperspectief
Sint-Donatusinstituut Middenschool Merchtem
KENMERKEN VAN EEN STERK ICT-BELEID Jan Saveyn 5 maart 2007.
Kwaliteitshandboek CLB Genk-Maasland.
Het opzetten van een kwaliteitssysteem
“ Beleidsmatig werken aan ICT ”
CAPACITEITSONTWIKKELING IN PROFESSIONELE LEERGEMEENSCHAPPEN Kenniskring Schoolontwikkeling en Schoolmanagement Velon 2007.
Ouderbetrokkenheid is altijd een persoonlijk verhaal !
samenhang Resultaten Processen Persoon Wat het oplevert Wat je doet:
Kwaliteitszorg SPO Utrecht
De Krullevaar Wat is een goede school ?.
Samenwerken in burgerschap
Zelfevaluatie i.k.v. GOK-beleid
24 september 2007 Introductie op het onderwerp van de dag Peter Michielsens (vertegenwoordiger) Minister F. Vandenbroucke Het thema “zelfevaluatie en doorlichting.
Reflecties vanuit de praktijk van de Vereniging Ons Tehuis
EVALUATIE & PLANNING Ondersteuning kwaliteitshandboek IBO/KDV
Handelingsgericht werken als schakel naar passend onderwijs
Integrale kwaliteitszorg (IKZ)
DIOCESANE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST BISDOM BRUGGE Werkgroep Directies type 2 (ortho’s e.a. betrokkenen) Leerlijnen-evaluatie-rapportering Vrijdag.
GOK in de bijzondere bepalingen Inspiratie- en begeleidingsdocument VCLB- project kansenbevordering.
Kwaliteitszorg in het (v)so 13,14,19,20 april 2010 Cor Hoffmans
bouwstenen voor ict in het onderwijs
Het opleidingsprofiel:
Bakens voor een tweede cyclus scholengemeenschappen basisonderwijs Visietekst: Marc Van den Brande, VVKBaO Begeleidingstraject SG 2011 DPB-Mechelen-Brussel.
Het voortgangsbezoek Inspectie Basisonderwijs schooljaar
Werkseminarie beleidsplanning
26 mei  Wie ben je?  Verwachtingen? Wettelijk Meerwaarde Valkuilen NODEN – VRAGEN?
Instrumentarium voor het meten van outcomes
Lerend netwerk Antwerpen Kwaliteitszorg: databased? 10 oktober 2013.
Op school en in de scholengemeenschap
MKVS meer dan een kindvolgsysteem
Programma Introductie. Monitoring Functies van het ZAT Samenwerken in een ZAT Aanbevelingen.
Wetenschappelijke review naar de doeltreffendheid van de eindtermen Informatiesessie 23 april 2015.
Hoe bepaal ik de kwaliteit van cultuuronderwijs? jorien schulten & piet hagenaars.
De overheid biedt scholen en scholengemeenschappen een relatieve autonomie zodat zij aan hun eigen schoolontwikkeling kunnen werken. Zij biedt daartoe.
Evaluatie van de voorbije werking SG via CODI (én het CASS). “ Kijken naar het verleden met het oog op het nemen van beslissingen voor de toekomst ”. Een.
DE HRM COCKPIT Naar de ontwikkeling, opvolging en evaluatie van een duurzaam HRM beleid.
Naar een duurzaam HRM beleid
Ontwikkelingen toezicht speciaal en voortgezet speciaal onderwijs Cindy Ligt Piet van de Pol.
Basisondersteuning IB-netwerk 12 november Basisondersteuning Zie ook: -in-de-basisondersteuning/
Toelichting inspectierapport. Agenda Inleiding/welkom Waar kijkt de inspectie naar? Hoe verder? Nog te beantwoorden vragen.
Company LOGO Leerlingvolgsysteem StudieLogboek Presentator Harry A. Hoeve.
1 van 10 Hoofdstuk 10 Taalbeleid. 2 van 10 Taalbeleid is schoolbeleid Interne en externe kwaliteitsimpulsen Verankering van het taalbeleid in het algemene.
1 Toetsontwikkeling en kwaliteit AOC-raad presentatie Silvester Draaijer (Onderwijscentrum VU)
Presentatie door: Welkom Bij de bijeenkomst over Cyclische kwaliteitszorg Ivonne van Eerd en Jeroen Meijboom.
Zelfevaluatie burgerschapsonderwijs
Netwerk IB WSNS Tilburg
DE HRM COCKPIT Naar de ontwikkeling, opvolging en evaluatie van een duurzaam HRM beleid.
ondersteuningmodel sessie drie: ondersteuningsteams
Burgemeester Reigerstraat KW Utrecht
PowerPoint Taal Bijeenkomst 6: Evalueren op leerlingniveau
Toetsing Vakdidactiek 2.
het katholiek basisonderwijs
PowerPoint Taal Bijeenkomst 6: Evalueren op leerlingniveau
GOK-NWD 4 Not everything that can be counted counts, and not everything that counts can be counted (A. Einstein) GOK-NWD.
Zelfevaluatie GOK.
Pedagogische begeleiding Mechelen-Brussel
Vakdidactiek EP 2 bijeenkomst 2
Vakgroep Nederlands OK?
Inhoudstafel LOGBOEK Eigen opvoedingsproject Identificatiegegevens
Pedagogische Studiedag BuBaO Ter Elst
Instrument om teamwerking tegen het licht te houden
Monitoring Vooral om van te leren.
Transcript van de presentatie:

Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge. Output als insteek voor kwaliteitszorg Doel van het seminarie! In dit seminarie trachten we een antwoord te bieden op de volgende vragen: Waar situeert output zich in het denkkader van kwaliteitszorg, kwaliteitsbeleid? Output, wat houdt dit in voor de school? Hoe wordt de output gemeten? Is ‘output’ méér dan een registratie van de 10 outputindicatoren, die de gemeenschapsinspectie opvraagt? 2. Waar situeert output zich binnen het beleidsvoerend vermogen van de school? Hoe kan een school omgaan met output zodat zij ook haar beleidsvoerend vermogen versterkt, vergroot? 3. Hoe kan de school de 10 outputindicatoren, opgevraagd door de gemeenschapsinspectie, een plaats geven in de zorg voor kwaliteit in de school? Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge.

OUTPUT ALS INSTEEK VOOR KWALITEITSZORG. S E S S I E 1 1.1 Relatie output – beleidsvoerend vermogen 1.2 Wat is output ? 1.3 Output in ontwikkelingsperspectief 1.4 Output in verantwoordingsperspectief 1.5 Output als insteek voor kwaliteitszorg 1.6 Tien outputindicatoren – tien gewichten 1.7 Conclusie ! 1.8 Outputindicator 8 : tevredenheid bij het team Deze werkwinkel houdt drie sessies in. In de eerste sessie maken we de link met het hoofdreferaat van Jan Vanhoof: relatie output en kwaliteitsbeleid. We benaderen output vanuit het CIPO-model. Output registreren, analyseren en beoordelen, rekening houdend met de context- en de inputfactoren. Scholen worden gevraagd een outputdossier aan te leggen. Hoe kunnen ze dat doen? Vanaf 1 januari 2005 wordt output een voorwerp van controle bij een doorlichting. Hoe kan de school vanuit haar eigenheid, gebruik makend van haar autonomie, hierop een antwoord bieden? Illustratief wordt ingezoemd op outputindicator 8: tevredenheid bij het team. Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge.

OUTPUT ALS INSTEEK VOOR KWALITEITSZORG. 1.1 Relatie output – beleidsvoerend vermogen ┗ output in kader van beleidseffectiviteit Primaire opdracht van de school : kwaliteitsvol onderwijs ►de school bepaalt haar kwaliteit ►de school bevordert haar kwaliteit ►de school bewaakt haar kwaliteit Eerst en vooral zal de school haar kwaliteit bepalen. De school omschrijft en bepaalt welk onderwijs ze wil verschaffen en op welke manier ze dit wil doen. Onze christelijk geïnspireerde scholen zullen dit doen vanuit de vijf opdrachten van het katholiek onderwijs en dit vertalen in een schooleigen pedagogisch project. Dit pedagogisch project wordt afgestemd op de eigen schoolcontext, de input. De school zal trachten te oordelen of de beoogde kwaliteit in overeenstemming is met haar doelgroep kinderen, m.a.w.: ⇒ zal het aangeboden onderwijs in die mate kwaliteitsvol zijn, zodat het de kinderen ontwikkelingskansen biedt op alle domeinen? (hoofd-hart-handen; kennis-vaardigheden-strategieën-attitudes) ⇒ zal dit aangeboden onderwijs een positief leereffect beogen bij alle kinderen? Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge.

Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge. Plannen; prioriteiten kiezen; acties bepalen. PLANMATIG WERKEN Beslissingen nemen. Werking bijsturen. Vastzetten SWP Uitvoeren van de acties. Anderzijds zal de school ook haar onderwijskwaliteit bevorderen en bewaken. De school zal trachten te bereiken wat ze wil bereiken; ze zal dit doen door acties op te zetten om te realiseren wat wenselijk is om die kwaliteit te bewaken, te bevorderen en te consolideren. Hiervoor zal de school planmatig werken. P: Plannen wat de school zal doen om haar kwaliteit te bevorderen: prioriteiten kiezen; deze prioriteit(en) omzetten in haalbare acties. D: Deze acties uitvoeren. (Doen!) C: Het proces en de resultaten vaststellen, controleren, evalueren. (Check! Control!) A: De werking zonodig bijsturen.(Aanpassen!) →→ De kwalitatieve werking vastzetten in het SWP. De school zal haar kwaliteit voortdurend evalueren, rekening houdend met de schooleigen situatie: de schoolcontext en de schoolinput. Evalueren wordt geen doel op zich. Er wordt niet geëvalueerd om te evalueren, of omdat evalueren gevraagd wordt, omdat het nu eenmaal in is. Neen, een school die bezorgd is om haar kwaliteit zal evalueren om met die evaluatiegegevens iets te doen. De school zal systematisch evalueren volgens welbepaalde stappen. Ook evalueren met het PDCA-systeem. Proces en resultaten evalueren. Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge.

Als school een waarde toekennen aan de output ! 1.2 Wat is output? Output evalueren als kwaliteitszorg PROCES PRODUCT Als school een waarde toekennen aan de output ! De school zal vastleggen wat ze wil meten: welke gegevens wil de school op het spoor komen door te evalueren? De school zal bepalen wanneer, wie en met welke techniek geëvalueerd wordt. Enerzijds zal de school het proces van de werking evalueren, anderzijds de output. Het proces evalueren kan o.m. door middel van gerichte observaties, reflectietechnieken, het bijhouden van portfolio’s. De beginsituatie, de context en de deelnemende actoren worden in de procesevaluatie telkens meegenomen. Ook het meten van de output is belangrijk. Output kan men vaststellen vanuit cijfermateriaal, een afgeleverd werkstuk, een demonstratie van één of andere vaardigheid. Men kan output op verschillende manieren vaststellen en registreren: observaties, portfolio’s, bevragingen, (zelf)evaluaties, … Een school met een degelijk kwaliteitsbeleid zal zelf waarden toekennen aan haar output. Ze zal de outputgegevens plaatsen t.o. haar eigen context, haar inputgegevens en haar kwaliteitsbepaling. De school registreert intern haar outputgegevens om die te verwerken, er conclusies uit te trekken en eventueel haar werking bij te sturen in het licht van haar kwaliteitsbepaling. De school registreert en verwerkt haar outputgegevens vanuit een ontwikkelingsperspectief, een perspectief om haar kwaliteit verder te ontwikkelen. Hoe van een decretale verplichting een toegevoegde waarde maken ? Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge.

Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge. 1.3 Output in ontwikkelingsperspectief ⇒ bewaken en bevorderen van de eigen kwaliteit 1.4 Output in verantwoordingsperspectief ⇒ naar de kinderen, ouders, externen Ook het beleid (externen) vragen scholen om hun output te registreren. Denken we maar aan de 10 outputindicatoren die de gemeenschapsinspecteurs opvragen bij een doorlichting. Het bijhouden van die gegevens is een niet te onderschatten opdracht voor de scholen. Om de scholen daarbij te helpen kunnen scholen bij de gemeenschapsinspectie mogelijke systemen, tabellen, opvragen om die outputgegevens te registreren. Niets belet scholen om het registreren op een eigen, voor hen zinvolle manier te doen. Scholen die louter de gegevens oplijsten om in orde te zijn voor de inspectie, ervaren die opdracht als tijdrovend, niet effectief, planlast bevorderend. De bedoeling van de gemeenschapsinspectie is dat de school aan externen kan aantonen of zij voldoet aan haar inspannings- en resultaatsverplichting wat betreft de ODET; of het onderwijs wat heeft opgebracht. De school die enkel output registreert omdat de gemeenschapsinspectie dit bij een doorlichting opvraagt, doet dit vanuit een verantwoordingsperspectief. Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge.

context input context input context OUTPUT ALS INSTEEK VOOR KWALITEITSZORG context input context input context kwaliteitsbepaling vanuit 5 opdrachten OKB PROCES OUTPUT  PROCES iets doen om te bereiken registreren meten analyseren evalueren diagnosticeren beoordelen beslissen terugkoppelen doelen middelen (o.a. 10 OI) verbeteracties vastzetten verbeteren De school zal iets plannen, iets doen om kwaliteit te bereiken. De school zal iets doen om haar primaire opdracht na te streven, nl.: goed onderwijs geven.

context input context input context OUTPUT ALS INSTEEK VOOR KWALITEITSZORG context input context input context kwaliteitsbepaling vanuit 5 opdrachten OKB PROCES OUTPUT  PROCES Wat doet de school Voldoet de school aan haar Wat doet de school om kwalitatief goed maatschappelijke opdracht ? met de verzamelde onderwijs na te gegevens ? streven ? Hoe weet ze dat ? Hoe organiseert zij Welk betrouwbaar en Hoe zorgt ze ervoor daartoe haar aanvaardbaar beeld heeft dat de onderwijs- onderwijs ? de school van haar kwaliteit verbetert ? onderwijskwaliteit ? De school verwerkt de gegevens uit de output. Welke besluiten trekt de school uit die registraties? De school brengt de output gegevens in relatie met haar beoogde kwaliteit. De school integreert haar onderwijsinterventies die een hoog onderwijseffect halen, in haar werking. De school brengt wijzigingen, verbeteringen in haar onderwijs aan, waar nodig. Bovenstaand schema is wellicht herkenbaar. Het schema voorgesteld door de onderwijsinspectie is hierin perfect in te passen. Wel benadrukken wij dat we in de eerste plaats uitgaan vanuit ontwikkelingsperspectief en hierin de verantwoording van onze maatschappelijke opdracht meenemen.

1.5 Output als insteek voor kwaliteitszorg integraal beleid gericht op het onderwijsleerproces van de leerlingen. Een schoolteam, dat op een zinvolle manier wil omgaan met output vanuit een degelijk beleidsvoerend vermogen zal een duidelijke, gedeelde visie onderschrijven over evalueren van haar werking en omgaan met outputgegevens. zal hierbij ondersteund worden door een gedeeld en stimulerend leiderschap. zal samenwerken in collectieve leerprocessen en van elkaar leren in een open cultuur. zal haar verantwoordelijkheid opnemen, juiste keuzes maken rekening houdend met de eigen draagkracht. zal reflecteren over de eigen praktijk en onderzoeken hoe het onderwijssproces kan verbeteren. zal vernieuwingsgericht denken en werken. zal zich voortdurend professionaliseren via interne en externe ondersteuning, rekening houdend met de materiële en organisatorische condities. zal duidelijk weten wat haar taken zijn en die consequent uitvoeren. - is zich bewust van haar kernopdracht: het leren en ontwikkelen van de kinderen bevorderen. Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge.

Een vingeroefening (cfr. Eric Verbiest, “Samen Wijs”, blz. 22) De dragers van beleidseffectiviteit * doeltreffende communicatie * ondersteunende professionele/persoonlijke relaties * gedeeld leiderschap * gezamenlijke doelgerichtheid * responsief vermogen * innovatief vermogen * geïntegreerd beleid * reflectief vermogen * komt ontwikkeling van de kinderen ten goede Door het aanleggen van een outputdossier kan de school systematisch de eigen praktijk onderzoeken. De school kan goede praktijk verhalen in haar outputdossier opnemen. ‘Toon-aan-verhalen’ worden het best door de school geschreven in haar ‘eigen’ taal. Ze beschrijft hierin haar beoogde doelen, activiteiten en ervaringen, rekening houdend met haar eigen context. In een ‘toon-aan-verhaal’ interpreteert de school de feiten en resultaten en duidt wat dit betekent voor de betrokkenen (leerlingen en leraars) vanuit haar vooropgestelde criteria. De school onderbouwt die interpretaties in termen van effectiviteit. Ze geeft een waardering aan de outputresultaten. Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge.

Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge. 1.6 Tien outputindicatoren - tien gewichten intern rendement tevredenheid schoolloopbaangegevens ET 5 leerlingen 6 vertraging / uitstroom OD 8 team 7 afwezigheden leerwinst 9 ouders getuigschriften We kunnen de 10 outputindicatoren in vier categorieën onderbrengen: 4 outputindicatoren die het intern rendement in kaart brengen. 3 outputindicatoren die de tevredenheid registreren. 1 outputindicator die het extern rendement in kaart brengt. 2 outputindicatoren die de schoolgegevens van de leerlingen inventariseren. extern rendement 10 doorstroming SO Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge.

Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge. 1.7 Conclusie registreren beoordelen verbeteren / ontwikkelen verantwoordingsperspectief ontwikkelingsperspectief output . 10 OI ………. ………. het “TOON AAN”- verhaal wat deed je ermee ???? Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge.

Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge. 1.8 Output indicator acht : tevredenheid bij het team De school toont met betrouwbare en valide gegevens aan dat het team tevreden is over de schoolwerking en de werkcondities. - Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge.

OUTPUT ALS INSTEEK VOOR KWALITEITSZORG. S E S S I E 2 2.1 Vanuit ontwikkelingsperspectief omgaan met de outputindicatoren  het ‘toon-aan-verhaal’ 2.2 Praktijkvoorbeelden i.v.m. outputindicator 1 – 2 – 3 Een school die bewust met het verhogen van haar onderwijskwaliteit bezig is, is een school die bewust zorg wil dragen voor die kwaliteit. Die school zal een kwaliteitsbeleid voeren. Die school zal trachten die kwaliteit verder te verhogen te ontwikkelen. Vooreerst zal de school bepalen welk soort school ze wil zijn, welke kwaliteit ze wil nastreven. Ze zal ook bepalen hoe ze die kwaliteit wil nastreven. Op termijn zal ze het resultaat van haar inspanningen meten, analyseren, er besluiten uittrekken en daarna haar werking eventueel aanpassen. Resultaten meten is output meten. Hierbij kan een school ingaan op de vraag die de gemeenschapsinspectie hierover stelt aan scholen. Anderzijds kan de school zelf zoeken hoe ze haar kwaliteitsvolle werking wil tonen aan derden, externen. Ze kan dit doen met toon-aan-verhalen: ‘Dit beogen we met onze school, we hebben getracht het op die manier te realiseren. We bekijken onze resultaten (al of niet positief) en welke besluiten voor onze verdere werking trekken we eruit? Als school geven we aan derden onze eigen verhalen. Met die verhalen tonen we aan in hoeverre we een kwaliteitsvol beleid voeren in de school’. We illustreren de ouput-indicatoren 1-2-3-4 aan met toon-aan-verhalen, verzameld uit diverse scholen. Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge.

2.1 Kenmerken van een toon-aan-verhaal OUTPUT ALS INSTEEK VOOR KWALITEITSZORG. 2.1 Kenmerken van een toon-aan-verhaal Niet noodzakelijk een succesverhaal. Uitvoerige beschrijving van de gebeurtenissen : wat is er gebeurd? Waarom is er gebeurd wat er is gebeurd ? Toon-aan-verhalen zijn niet noodzakelijk succesverhalen. De school beschrijft uitvoerig wat er is gebeurd: waarom heeft de school het op die manier aangepakt? Wat is er anders gelopen dan voorzien, dan bedoeld? Wat zijn de resultaten? Hoe kunnen die resultaten verklaard worden. Kortom een echt realistisch verhaal. Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge.

Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge. OI 1 De school toont met valide en betrouwbare gegevens op schoolniveau aan dat leerlingen aan het eind van hun schoolloop- baan in de basisschool de leergebiedgebonden eindtermen bereiken. OI 2 De school toont met valide en betrouwbare gegevens op schoolniveau aan dat ze de ontwikkelingsdoelen, de leergebied- overschrijdende en de attitudinale eindtermen nastreeft. OI 3 De school toont de voortgang en/of de leerwinst bij de leerlingen aan met betrouwbare en valide gegevens in overzichten van leerlingengroepen en op schoolniveau. Sommige outputindicatoren lenen zich beter dan andere om de onderwijskwaliteit te meten. In deze sessie zullen wij ons beperken tot outputindicator 1 – 2 – 3 – 4. Dit zijn de outputindicatoren die het intern rendement van de school kunnen aantonen. Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge.

Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge. Kwaliteitskenmerken van de gekozen instrumenten  validiteit : meten wat echt bedoeld wordt te meten  betrouwbaarheid : gestandaardiseerde toets ? bij herhaalde meting dezelfde resultaten ?  objectiviteit : scoringsvoorschriften ? resultaat niet beïnvloedbaar door afnemer toets  effeciëntie : tijd en energie in verhouding tot belang evaluatie ? Sommige outputindicatoren lenen zich beter dan andere om de onderwijskwaliteit te meten. In deze sessie zullen wij ons beperken tot outputindicator 1 – 2 – 3 – 4. Dit zijn de outputindicatoren die het intern rendement van de school kunnen aantonen. Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge.

Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge. Soorten evaluatievormen  Formatieve evaluatie tussentijds info verzamelen over de vorderingen van de leerlingen  Summatieve evaluatie info verzamelen om schoolloopbaan te oriënteren  harde evaluatie   zachte evaluatie Sommige outputindicatoren lenen zich beter dan andere om de onderwijskwaliteit te meten. In deze sessie zullen wij ons beperken tot outputindicator 1 – 2 – 3 – 4. Dit zijn de outputindicatoren die het intern rendement van de school kunnen aantonen. Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge.

OUTPUT ALS INSTEEK VOOR KWALITEITSZORG. S E S S I E 3 3.1 Elke school heeft een eigen toon-aan-verhaal * praktijkverhaal Ann Huyghe * praktijkverhaal Kathleen Casselman 3.2 Stappenplan om outputbeleid op te starten 3.3 Output op niveau scholengemeenschap * praktijkverhaal Filip Defauw Een school die bewust met het verhogen van haar onderwijskwaliteit bezig is, is een school die bewust zorg wil dragen voor die kwaliteit. Die school zal een kwaliteitsbeleid voeren. Die school zal trachten die kwaliteit verder te verhogen te ontwikkelen. Vooreerst zal de school bepalen welk soort school ze wil zijn, welke kwaliteit ze wil nastreven. Ze zal ook bepalen hoe ze die kwaliteit wil nastreven. Op termijn zal ze het resultaat van haar inspanningen meten, analyseren, er besluiten uittrekken en daarna haar werking eventueel aanpassen. Resultaten meten is output meten. Hierbij kan een school ingaan op de vraag die de gemeenschapsinspectie hierover stelt aan scholen. Anderzijds kan de school zelf zoeken hoe ze haar kwaliteitsvolle werking wil tonen aan derden, externen. Ze kan dit doen met toon-aan-verhalen: ‘Dit beogen we met onze school, we hebben getracht het op die manier te realiseren. We bekijken onze resultaten (al of niet positief) en welke besluiten voor onze verdere werking trekken we eruit? Als school geven we aan derden onze eigen verhalen. Met die verhalen tonen we aan in hoeverre we een kwaliteitsvol beleid voeren in de school’. We illustreren de ouput-indicatoren 1-2-3-4 aan met toon-aan-verhalen, verzameld uit diverse scholen. Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge.

Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge. Tien outputindicatoren - tien gewichten intern rendement tevredenheid schoolloopbaangegevens ET 5 leerlingen 6 vertraging / uitstroom OD 8 team 7 afwezigheden leerwinst 9 ouders getuigschriften We kunnen de 10 outputindicatoren in vier categorieën onderbrengen: 4 outputindicatoren die het intern rendement in kaart brengen. 3 outputindicatoren die de tevredenheid registreren. 1 outputindicator die het extern rendement in kaart brengt. 2 outputindicatoren die de schoolgegevens van de leerlingen inventariseren. extern rendement 10 doorstroming SO registreren  beoordelen ontwikkelen P D C A Diocesane Pedagogische Begeleidingsdienst - Brugge.