Dove en slechthorende kinderen H. Knoors Door Silke Holvoet
Doofheid en slechthorigheid Conductieve = geleidingsslechthorigheid - problemen in de gehoorgang of in het middenoor - geluidverlies van de toonhoogtes gelijk - gehoorverlies relatief mild - bij kinderen: veelvuldig wisselende geleidingsverliezen (OME) t.g.v verkoudheden of allergieën - goed te behandelen - gevolgen voor taalontwikkeling en leren op latere leeftijd zijn meestal klein
- problemen met de verwerking van Perceptieve - problemen met de verwerking van geluidsprikkels in het slakkenhuis, de gehoorzenuw of het centraal auditieve systeem - ernstiger - verstoorde waarneming (ook na gehoorapparatuur) - gehoorverlies van hoge tonen groter dan lage tonen
Doofheid Ouderdomsdoofheid (optreden later in het leven) = groot gehoorverlies zodat met de beste versterking de waarneming van spraak niet mogelijk is Ouderdomsdoofheid (optreden later in het leven) Lawaaibeschadiging - heel ernstige gevolgen i.v.m. communicatie- en sociaal functioneren - taalvaardigheid en de geletterdheid veranderen niet Vroegdoofheid = aangeboren gehoorverlies
Doofheid bij kinderen - plotseling - als gevolg van hersenvliesontsteking - grote gehoorverliezen - onmiddellijke interventie -> om de verworven gesproken taal intact te houden
Gevolgen voor taalontwikkeling De aard van de gevolgen is afhankelijk van de mate van het gehoorverlies - het gehoorverlies auditieve waarneming van spraak nog mogelijk maakt - dat het kind vooral is aangewezen op visuele waarneming
- vertraagde verwerving van het Nederlands. Bij slechthorigheid - vertraagde verwerving van het Nederlands. - moeite met de waarneming van morfologische kenmerken van een taal - geringere woordenschat (omvang en differentiatie) - verwerving van de zinsbouw verloopt vertraagd ==> problemen met lezen en schrijven
Bij doofheid Geen gesproken taal Gebarentaal Teleurstellende leesvaardigheid Overwegend functioneel een analfabeet
Prevalentie Jaarlijks 100 kinderen met vroegdoofheid 40% ernstige meervoudige handicaps 5 – 10% dove kinderen heeft 1 of meer dove ouders 10% slechthorigheid in de Westerse landen
Psychosociale aspecten Ernstige maatschappelijke gevolgen - langdurig in speciaal onderwijs - vaak ook verblijf in internaat Sociaal - aansluiting bij identificatiemodellen - oriënteren op de gesproken taal en op de cultuur van ons land => kloof - regulier onderwijs = vereenzaming van de kinderen Verwerkingsproces beperking van het kind + zicht op perspectieven
Mogelijke oorzaken Prenatale (congenitaal) Perinatale (aangeboren) postnatale (verworven)
Behandeling Begeleiding - hoortoestellen - aanmelden bij centrum -> gezins- en vroegbegeleiding *ondersteuning van de ouders *taal- en communicatie ontwikkeling *adequate vorm van onderwijs
Communicatie, spraak- en taalontwikkeling voorkomen van communicatieproblemen ontwikkeling van taal - Revalidatie - Gebarentaal - Adaptatie van de omgeving Nieuwe technologieën ==> makkelijker en effectiever communiceren
Prognose Neonatale gehoorscreening eerste paar levensmaanden: voorspoediger ontwikkeling van de gesproken taal (soms zelfs het taalniveau van horende kinderen) Velen komen terecht in het reguliere onderwijs (met ambulante begeleiding)
Preventie Hoe vroeger hoe beter!
Bronnen Handboek Kinderen & Adolescenten (april 2002) www.google.be (afbeeldingen)