VD2j LO Werken aan de startbekwaamheid als beginnend lesgever Inhoud cursustekst Puntenverdeling
Inhoud cursustekst Doelstellingen cursus H1 Basiscompetenties/ Didactisch model H2 ET/ OD/ Leerplandoelstellingen H3 Plannen,organiseren,controleren H4 Observeren en feed-back geven H5 Beginsituatie H6 Relaties
Inhoud cursustekst H7 Theorie motorisch leren H8 Plannen
Verdeling punten 30% schriftelijk examen 30% mondeling examen 40% taken en oefeningen
Onderwijskundig kader Hoofdstuk 1 Onderwijskundig kader
Didactisch model basiscompetenties Van Gelder: teken het schema en verklaar Basiscompentities van een beginnend leraar Focus op enkele functionele gehelen
Functionele gehelen
F 1. Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.1: de beginsituatie van een klas kunnen achterhalen tijdens de contactdag : voldoende informatie verzamelen ook via leerplan ; lessen methodiek; handboeken
F 1. Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.2: doelstellingen kunnen kiezen en formuleren via leerplan en methodieken concreet en operationeel formuleren
F 1. Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.3: leerinhouden selecteren steunt op de lessen methodiek maar ook handboeken of ervaring mentor
F 1. Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.4: structureren en vertalen in opdrachten volgorde oefenstof uitstippelen
F 1. Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.5:aangepaste methodische aanpak en groeperingsvorm kiezen naargelang het vakonderdeel de juiste methodiek toepassen
F 1. Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.6: onderwijs- en leermiddelen kiezen en aanpassen naargelang de klas of onderwijsniveau of de beschikbare middelen kan dit verschillen opleveren
F 1. Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.7: leerkrachtige leeromgeving creeëren ervaringsgericht werken → GUS of vGUS LG FA EINDEVALUATIE
F 2.: als opvoeder Positieve interactie met de leerlingen
F 3.: als inhoudelijk expert Je beheerst de basiskennis
F 4.: als organisator Je schept een positief werkklimaat: klasmanagement Je zorgt voor een goede ruimtelijke organisatie en timemanagement Je administratie bijhouden
F 5.: als innovator – als onderzoeker Vernieuwde elementen aanwenden en aanbrengen (nascholing) Kennisnemen van de resultaten van onderwijsonderzoek Het eigen functioneren kunnen bevragen en bijsturen
F 6.: als partner van de ouders Zich op de hoogte stellen van en discreet omgaan met gegevens over de lerende Aan ouders informatie en advies verschaffen over hun kind in de school De ouders informeren over en betrekken bij het klas- en schoolgebeuren Met de ouders in dialoog treden over opvoeding en onderwijs
F 7.: als lid van een schoolteam Participeren aan het ontwikkelen van het schoolwerkplan Participeren aan samenwerkingsstructuren
F 8.: als partner van externen Contacten leggen met externe instanties (gemeentelijke jeugdinitiatieven…)
F9.: als lid van de onderwijsgemeenschap Deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema’s Reflecteren over beroep van de leraar en de plaats ervan in de samenleving
F10.: als cultuurparticipant Actuele thema’s onderscheiden en kritisch benaderen rond volgende domeinen: Sociaal-politiek Sociaal-economisch Levensbeschouwelijk Cultuur-esthetisch Cultuur-wetenschappelijk
ET/ OD/ leerplandoelstellingen Hoofdstuk 2 ET/ OD/ leerplandoelstellingen
3 Pijlers bewegingsopvoeding Gezonde en Veilige Levensstijl Zelfconcept en sociaal functioneren Motorische competentie Eindtermen LO
ET/ OD A Stroom B Stroom Leerplannen minimumdoelen na te streven leerplandoelstellingen leerinhouden
Lezen en toepassen Zie cursustekst H2 pag.1-3
Kijken naar ‘bewegen’ met verschillende brillen Bewegen als proces Fysiologen Biomechanici Kinesiologen Bewegen als functie Pedagogen Psychologen Didactici
Bewegingssituatie Beweger: neemt deel aan beweging om bewegingsresultaat ( schot in doel) of bewegingseffect ( verbeteren gezondheid) te bekomen. Het andere: relatie met buitenwereld, die een tijd ruimte structuur heeft. Ruimtelijk: aan/ afwezigheid objecten Tijdelijk: ritme en muziek delen beweging op in tijd.
Bewegingssituatie De anderen: relatie aangaan met anderen. Wedstijdsituatie: medespelers en tegenspelers. Taken voor bewegers: vb. bewegers,… De activiteit: ontmoeting tussen beweger en anderen. Bewegingssituatie: open en gesloten bewegingssituaties.
Bekwaamheden Instrumentele bekwaamheid: vb. bekwaamheid om sc te zwem, op b te trp… Omgangsbekwaamheid: in staat zijn omgangsproblemen op te lossen. Vb. scheidsrechter, juiste beslissing geven. Reflexieve bekwaamheid: nadenken over eigen handelen.
deelnamebekwaamheid Karakteriële eigenschappen : Prestatieniveau Motief Open / gesloten bewegingssituatie Deelnemersgroep Soort bewegingsactiviteit Context waarbinnen men beweegt
Bewegingseducatie en sport Wat is belangrijk om geleerd te worden in het bewegingsonderwijs?
Intentioneel onderwijzen Doelgericht leren. Tvb. Technische aspecten toelichten aan ll. INVALSHOEKEN OM BEWEGING TE BENADEREN Motieven (waarom) Omgevingen (waar) Interacties (met wie) Bewegingsactiviteiten (wat) Bewegingscontext (hoe)
Invalshoek integreren in lesverloop 1. Motorische competentie Technisch aspect Motieven, omgeving en interactie bewegingscontext. (vakoverschrijdend werken)
Wat is didactisch handelen? basiscompententies voor leraren Het analyseren, voorbereiden, uitvoeren en evalueren van onderwijs op klas- en schoolniveau en het plannen en uitvoeren van alle bijhorende taken.
Bewegingsdidactiek: triades Vakinhoud Leraar Leerlingen Microtriade Curriculum Leraar Schoolteam Mesotriade