Hoe projecten evalueren? Valérie Pattyn Instituut voor de Overheid, K.U. Leuven Week van de integrale veiligheid- 27 juni 2011
Wat is beleidsevaluatie (niet)? Waarom en wanneer evalueren? Focus presentatie Wat is beleidsevaluatie (niet)? Waarom en wanneer evalueren? Anticiperen op een projectevaluatie: Randvoorwaarden voor evalueerbaarheid Evaluatievragen en –criteria Beleidstheorie Monitoringinfrastructuur Capaciteit/ Cultuur
Beleidsevaluatie – enkele kenmerken “Het bepalen van de meerwaarde (‘merit’) van datgene wat geëvalueerd wordt” (M. Scriven) Informele versus formele evaluatie. Gestructureerd/systematisch proces – Inzet methoden en technieken: Evaluatievraag + Evaluatiecriterium Data-verzameling Data-analyse Beoordeling
Evaluatie van beleid “Beleid” = ? Maatregel Pakket van maatregelen Project (voorbeeld: Project aanpak fietsdiefstal) Programma Preventie Structurele oorzaak van diefstal wegnemen -Verbeteren stallingsvoorzieningen -Bevorderen gebruik Preparatie Voorbereiding op bestrijding diefstal -Gravering fietsen Repressie Bestraffing diefstal -Stimuleren aangifte -Controle en handhaving
Afbakening van beleidsevaluatie Ten aanzien van andere functies ter ondersteuning van beleid en beheer (Widmer, 2005)
Waarom evalueren? MOTIEVEN om beleid te evalueren: Beleidsplanning ondersteunen Verbeteren van de uitvoering van het beleid en bijdragen tot institutionele ontwikkeling van de betrokken organisaties Het afleggen van verantwoording m.b.t. de resultaten van het beleid en de ingezette middelen Beleidsleren: het antwoord op de vraag waarom en hoe beleid wel of niet geslaagd is “The purpose of an evaluation conditions the use that can be expected of it” (Chelimsky, 1997)
Wanneer evalueren?
Anticiperen op een projectevaluatie Toetsing op evalueerbaarheid: “Evaluability Assessment” Aandacht voor de organisatorische en inhoudelijke evalueerbaarheid van de evaluatievraag “Is het mogelijk (cf. randvoorwaarden) om het beleid op te volgen en te evalueren (ex ante / tussentijds / ex post)?” = bijzondere vorm van ex ante evaluatie Opstart evaluatie? Ja/Neen Scope evaluatie?
Randvoorwaarden evalueerbaarheid Consensus evaluatievragen/ evaluatiecriteria? Beleidstheorie? Betrouwbare en valide indicatoren? Evaluatiecapaciteit en -cultuur?
(1) Consensus evaluatievragen/Criteria Consensus evaluatievragen tussen verschillende stakeholders? Aard van vragen (beschrijvend; voorspellend..)? Een goede evaluatievraag bevat slechts één evaluatiecriterium
Evaluatiecriteria
(2) Beleidstheorie Explicitering beleidstheorie als vertrekpunt voor ‘scoping’ van de evaluatie. Beleidstheorie? Projectlogica het geheel van assumpties die beleidsmakers volgen bij de uitwerking en uitvoering van een concreet beleidsinitiatief Vaak impliciete redeneringen, niet uitgesproken. “Waarom dit project precies? Hoe denken we dat dit bepaald resultaat kan genereren in maatschappij?
(2) Beleidstheorie Een inhoudelijke beschrijving van het beleidsinitiatief en van de wijze waarop dit bepaalde doelstellingen zal bereiken of effecten zal genereren (“Hoe werkt het beleid?”) = “ Causaal Veranderingsmodel” Een oordeel over wat er gedaan moet worden om deze doelstellingen te halen (“Wat moet er concreet gebeuren?”) beschrijvend én prescriptief (Chen, 2005)
Beleidstheorie-gedreven evaluatie Beschrijvende assumpties: Causale mechanismen ten grondslag van maatschappelijk probleem Causale processen waardoor beleid werkt en de beoogde maatschappelijke verandering optreedt Determinanten: relevante factoren waarop het beleid dient in te spelen om de gewenste effecten te bereiken Veranderingsmodel achter het beleid
Beleidstheorie: Veranderingsmodel achter een projectinitiatief
Reconstructie beleidstheorie: Voorbeeld
(2) Beleidstheorie Solide redenering achter beleid verhoogt slaagkansen Voorwerp van evaluatie (“is beleid goed doordacht?) én Reconstructie beleidstheorie als vehikel tot uitzetten bakens evaluatie. Aandacht voor determinanten waarop het beleid kan ingrijpen. Aandacht voor mogelijke neveneffecten Stuurt selectie van indicatoren voor monitoring en gepaste technieken voor dataverzameling
(3) Monitoring en beleidsevaluatie Relatie monitoring en beleidsevaluatie: Tandem Belang van adequaat monitoringssysteem Functie van indicatoren =Indicaties van realiteit =Kwantitatieve weergave van kwaliteit/kwantiteit van meetobject =Beschrijvend; niet verklarend!
Stelregels bij opstellen indicatoren Maak gebruik van beleidstheorie Zoek naar bestaande meetpraktijken Betrek stakeholders SMART-principe: Specificiteit: Indicator heeft 1 op 1 relatie met datgene wat gemeten wordt Meetbaar Afgesproken: consensus stakeholders Relevantie Tijdsgebonden (maar stabiel!) Kosten-batenanalyse van de data-verzameling Belang van nulmeting! Betrouwbaarheid en validiteit
Betrouwbaarheid Garanties van de meting op het vlak van objectiviteit en reproduceerbaarheid Maak steekkaart met meta-info over de indicator
Validiteit: “Meet men wat men wil meten?” Valkuilen bij indicatorenontwikkeling Men meent onterecht dat de indicator het totale meetobject afdekt Te weinig aandacht voor moeilijker meetbare aspecten van het meetobject Reductie: men past het meetobject of concept aan de indicator aan, ipv omgekeerd
Indicatoren: soorten Cfr. Componenten in schema beleidscyclus Input: Aantal ingezette politiepatrouilles; aantal manuren; Aantal aanwezigen op infosessies “woningbeveiliging” Proces: “Doorlooptijden” Output: aantal gesloten dealpanden; verwerkte PV’s; aantal aanvragen premies inbraakbeveiliging Effect: minder druggebruik in bepaald stadsdeel; aantal mislukte pogingen tot inbraak Impact: lange termijn. Blijvend effect? Veiligheidsgevoel bewoners Efficiëntie: input/output. Effectiviteit: effect/output. Kosteneffectiviteit: effect/input
(4) Evaluatiecapaciteit/ Cultuur Interne versus externe evaluatie Relatieve kostprijs evaluatie i.f.v. projectkost Evaluatiecultuur
Instituut voor de Overheid Meer informatie? Valérie Pattyn Instituut voor de Overheid valerie.pattyn@soc.kuleuven.be