Model Zorgstandaarden CONCEPT Stand van zaken op 11 juni 2009 ZiZo informatieochtend Utrecht, 11 juni 2009 Reinout van Schilfgaarde Coördinatieplatform Zorgstandaarden
‘ Programmatische aanpak chronische ziekten ’ Beleidsbrief VWS aan Tweede Kamer ( juni 2008 ) Vier pijlers : Ontwikkeling en verbetering van zorgstandaarden Versterking van de samenhang van preventie en curatie Bevorderen van zelfmanagement Stimuleren van goede ketenzorg
Zorgstandaarden
COPD Zorgstandaard : voorlopig 1. Inleiding, werkwijze en status 2. Achtergrond 3. Voorlopige zorgstandaard 4. Zorgprofielen 5. Tot slot Bijlagen www.ketenkwaliteitcopd.nl www.longalliantie.nl 4 4
Ziektespecifiek en generiek Zorg voor chronisch zieken is ziektespecifiek ( bepaalde ziekte ) met generieke elementen ( gelden voor elke chronische ziekte ) Aparte zorgstandaard voor elke chronische ziekte : - kans op verzuiling ( silo’s ) & fragmentatie - multimorbiditeit ( ! ) Zorgstandaard-model chronische ziekten ( meta-zorgstandaard ) Integratie van specifieke èn generieke aspecten Modulaire opbouw : ziektespecifieke & generieke modules ‘ Coördinatieplatform Zorgstandaarden ‘ (Min VWS → ZonMw )
Kenmerken van een zorgstandaard Ziektespecifiek ( bepaalde chronisch ziekte ) & generiek Perspectief van patiënt ( zorgvrager ) Functioneel ( beschrijft : wat , niet : wie ) Omvat complete zorgcontinuüm Beschrijft multidisciplinair zorgproces ( ‘ ketenzorg ‘ ) : inhoud , organisatie , prestatie-indicatoren Is dus (!) leidraad voor : ketencontractering aanspraken & bekostiging verantwoordingsinformatie & kwaliteitsbewaking Wordt vertaald naar een patiëntenversie
Preventie cf. CVZ Collectieve preventie Universele preventie algemene bevolking Selectieve preventie (hoog) risico groepen Individu-gerichte preventie Geïndiceerde preventie individu met risico / sympt. Zorggerelateerde preventie individu met ziekte
Ziektespecifieke modules Preventie & vroege opsporing Diagnostiek Individueel zorgplan & behandeling Begeleiding, revalidatie, re-integratie, participatie & relaps preventie Diabetes ( zorgstandaard exclusief generieke aspecten, organisatiestructuur & prestatie-indicatoren ) Vasculair risico ( zorgstandaard exclusief generieke aspecten, organisatiestructuur & prestatie-indicatoren ) COPD ( zorgstandaard exclusief generieke aspecten, organisatiestructuur & prestatie-indicatoren ) Hartfalen ( zorgstandaard exclusief generieke aspecten, organisatiestructuur & prestatie-indicatoren ) Depressie ( zorgstandaard exclusief generieke aspecten, organisatiestructuur & prestatie-indicatoren ) Artrose ( zorgstandaard exclusief generieke aspecten, organisatiestructuur & prestatie-indicatoren ) ………….. ( andere chronische ziekten ) ………….. Geïndiceerde preventie Zorggerelateerde preventie en behandeling ( goede zorg, behandeling & begeleiding ) Individueel ( individu-gerichte preventie en zorg )
Generieke modules Generieke module Ziektespecifiek Informatie, voorlichting, educatie & bevordering van zelfmanagement Ziektespecifieke additie Ziektespecifieke additie Bewegen & bevordering van zelfmanagement Ziektespecifieke additie Ziektespecifieke additie Voeding & dieet & bevordering van zelfmanagement Ziektespecifieke additie Ziektespecifieke additie Stoppen met roken ( tabaksverslaving ) & bevordering van zelfmanagement Ziektespecifieke additie Ziektespecifieke additie Laatste levensfase & palliatieve zorg & bevordering van zelfmanagement Ziektespecifieke additie Ziektespecifieke additie ………….. ( andere generieke modules ) ………….. Ziektespecifieke additie Ziektespecifieke additie
Opbouw modules Elke generieke module en elke ziektespecifieke (sub)module bevat drie rubrieken : - Indicatie : op welke cliënten / patiënten van toepassing ? - Behandeling : welk advies / interventie / ondersteuning / begeleiding ? - Verantwoordingsinformatie : welke gegevens ( data ) worden elektronisch vastgelegd ?
Zorgstandaard heeft vier componenten * Een aantal generieke modules ( passend bij de betreffende chronische ziekte ) * Een ziektespecifieke module ( waar mogelijk : verwijst naar generieke modules ) * Een hoofdstuk over de organisatie & structuur van het zorgproces Een hoofdstuk over de relevante prestatie-indicatoren * Elk met een aantel parameters ( ‘ data ‘ ) die verplicht elektronisch moeten worden vastgelegd : minimale dataset
Data ( elektronisch vastgelegde parameters ) Afkomstig uit elektronisch patiëntendossier ( epd ) Eénmalig & enkelvoudig vastgelegd cf. standaard (Nictiz ) Toepassing : zorgproces communicatie kwaliteitsbevordering * spiegelinformatie & benchmark evaluatie / analyse * beleid & onderzoek * Veronderstelt centrale dataverwerking