Bestrijding van lawaai- en trillingshinder (BLH) LES 3 Steve Vanlanduit
Verschillende niveaus van de wetgeving: Op Europees niveau Overzicht Verschillende niveaus van de wetgeving: Op Europees niveau Op Belgisch niveau Op gewestelijk niveau Op provinciaal vlak Op gemeentelijk vlak
Overzicht Verschillende wetgevingen zijn soms contradictorisch Voorbeeld : Elektronische muziek valt onder KB maar ook onder Vlarem of wetgeving Brussels Gewest Toepassingsgebied wetgeving is niet altijd duidelijk omlijnd Voorbeeld : Toepassing van Vlarem in het geval van geluid afkomstig van een open openbaar zwemdok Toe te passen meetprocedures totaal verschillend. Voorbeeld : omgevingsgeluid Brussel vs andere gewesten
Europese richtlijnen Europese normen Normen Economische Wetgeving in Europa Europese richtlijnen Europese normen Normen Economische Men maakt in essentie een onderscheid tussen twee soorten Europese richtlijnen, namelijk: - de economische richtlijnen die een verplichtend karakter hebben en betrekking hebben op het vrije verkeer van goederen, personen, kapitalen, ...Deze richtlijnen leggen maximale eisen op. - de sociale richtlijnen die de minimale eisen vastleggen op het gebied van de arbeidsveiligheid. Zo preciseert bijvoorbeeld de laagspanningsrichtlijn dat men zich binnen het grondgebied van de EG niet mag verzetten tegen het vrije verkeer van elektrisch materieel dat conform een op Europees niveau geharmoniseerde norm is. Zodra bij het opzetten van een richtlijn duidelijk is hoe de essentiële eisen geformuleerd zijn, richt de Europese Commissie een verzoek aan de drie Europese instellingen CEN, CENELEC en ETSI voor het produceren van een samenhangend stel geharmoniseerde normen. Dit verzoek gaat gepaard met een zogenaamd mandaat, wat eveneens inhoudt dat er een financiële vergoeding wordt gegeven aan de desbetreffende instelling. Normen die binnen een dergelijk mandaat zijn geproduceerd worden na publicatie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschap geharmoniseerde normen. Als een fabrikant voldoet aan de betreffende geharmoniseerde normen verkrijgt het product het zogenaamde “vermoeden van overeenstemming”. De autoriteiten van de landen in de EER moeten zo’n product dan beschouwen als zijnde in overeenstemming met de essentiële eisen van de richtlijn. Het voorgaande wil echter niet zeggen dat producten hieraan verplicht dienen te voldoen. De juridische constructie is zodanig dat men bij het voldoen aan de geharmoniseerde normen geacht wordt te hebben voldaan aan de essentiële eisen van de richtlijn. De fabrikant kan ook kiezen voor een andere technische oplossing bijvoorbeeld omdat hem dat beter uitkomt. Een Europese norm: Is een technisch document. Een norm heeft tot doel de verschillende technische specificaties en werkwijzen vaan alle lidstaten te harmoniseren of éénvormig te maken. Een norm is in principe niet bindend, tenzij hij verplicht wordt opgelegd via een officieel besluit. Het is veeleer een aanbeveling die men al dan niet kan opvolgen. Een Europese richtlijn: Richtlijnen zijn geen verordeningen en geen normen. Het zijn Europese wetteksten waarin doelstellingen worden bepaald. De verschillende EG-lidstaten zijn verplicht deze richtlijnen vóór een vastgestelde datum in hun nationale wetgeving over te nemen. Elk land kan zelf in zekere mate bepalen hoe ze deze doelstellingen van de richtlijnen in nationale wetgeving zullen omzetten. Dit is volledig in tegenstelling tot een verordening, die ongewijzigd in de nationale wetgeving moet worden opgenomen. Geharmoniseerde normen Sociale
Economische richtlijn Wetgeving in Europa Economische richtlijn Sociale richtlijn Bevordering vrij verkeer van goederen Bevordering van de veiligheid en de gezondheid Ontwerp en productie Gebruik Maximale eisen Minimale eisen Technische eisen via: normen controle certificering Geleidelijke harmonisatie Geen economische weerslag
Economische richtlijnen Liften Machines Elektrisch materieel voor laagspanning Vrij verkeer van goederen Toestellen onder druk Gastoestellen Drukvaten van eenvoudige vorm Elektromagnetische compatibiliteit Uitrusting voor plaatsen met ontploffingsgevaar
Veiligheid en gezondheid van de werknemers op het werk Sociale richtlijnen 12 Winningsindustrieën ondergronds 9 Veiligheids- en/of gezondheids- signalering 15 Gevaar door explosieve atmosferen 1 Arbeidsplaatsen 6 Blootstelling aan carcinogene agentia 16 Risico’s van fysische agentia (geluid) 10 Werkneemsters tijdens de zwangerschap Veiligheid en gezondheid van de werknemers op het werk 13 Werk aan boord van vissersvaartuigen 5 Werken met beeldscherm- apparatuur 3 Persoonlijke Beschermings Middelen 8 Tijdelijke mobiele bouwplaatsen 7 Blootstelling aan biologische agentia 14 Risico’s van chemische agentia 4 Manueel hanteren van lasten met gevaar voor rugletsel 2 Arbeidsmiddelen 11 Delfstoffen winnen door boringen
Verschillende richtlijnen m.b.t. lawaai: Overzicht Verschillende richtlijnen m.b.t. lawaai: Richtlijn ‘machines in open lucht’ Richtlijn ‘geluid op de arbeidsplaats’ Richtlijn ‘omgevingslawaai’ Specifieke richtlijnen (o.a. meten van vliegtuiglawaai) Zie: http://europa.eu.int
Machines in open lucht: Richtlijn CEE - 2000 - 14 KB 6 maart 2002 (2002-929 BS 12.03.2002)
Machines in open lucht: Richtlijn CEE - 2000 - 14 KB van 22 maart 2002 Eisen voor geluidsemissie voor een brede waaier van materieel voor gebruik buitenshuis Bescherming van de burger Informatie Harmonisatie: voorkomen van de belemmering van het vrije verkeer Materieel in de handel gebracht vanaf 1/1/2002 Ingedeeld in 2 groepen artikel 12 (met limietwaarden) & artikel 13 (zonder limietwaarden) gemeten geluidsvermogenniveau (LWA) gewaarborgd geluidsvermogenniveau (LWA) < toelaatbaar geluidsvermogenniveau
Machines in open lucht: Richtlijn CEE - 2000 - 14 Artikel 1: Doelstellingen De doelstelling van deze richtlijn is de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende geluidsemissienormen, overeenstemmingsbeoordelingsprocedures, markering,technische documentatie en gegevensverzameling met betrekking tot de geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis.De richtlijn zal bijdragen tot de goede werking van de interne markt en komt tegelijk de bescherming van de menselijke gezondheid en het welzijn ten goede.
Machines in open lucht: Richtlijn CEE - 2000 - 14 Artikel 2: Toepassingsgebied Deze richtlijn is van toepassing op het materieel voor gebruik buitenshuis dat is genoemd in de artikelen 12 en 13 en omschreven in bijlage I. Deze richtlijn heeft uitsluitend betrekking op materieel dat als een geheel,geschikt voor het beoogde gebruik, in de handel wordt gebracht of in gebruik wordt genomen. Niet-aangedreven hulpstukken die afzonder- lijk op de markt worden gebracht of in gebruik worden genomen,vallen buiten deze richtlijn,met uitzondering van met de hand geleide betonbrekers en trilhamers en hydrauli-sche hamers. 2. Deze richtlijn is niet van toepassing op: materieel dat primair bestemd is voor het vervoer van goederen of personen over de weg,per spoor,door de lucht of over waterwegen; speciaal voor militaire en politiedoeleinden of voor nood-hulpdiensten ontworpen en geconstrueerd materieel.
Machines in open lucht: Richtlijn CEE - 2000 - 14 Machines artikel 12 compressoren stroomgroepen gazonmaaiers graafmachines dozers dumpers vuilnisverdichters heftrucks kranen ...(in totaal 22) Machines artikel 13 betonmolens koelinstallaties boorinstallaties glasbakken hogedrukspoelers truckmixers houthakselaars vuilnisauto’s heimachines ...(in totaal 41)
Machines in open lucht: Richtlijn CEE - 2000 - 14 Artikel 3: Definities In de zin van deze richtlijn wordt verstaan onder: d) „geluidsvermogensniveau LWA ”:het A-gewogen geluidsver-mogensniveau in dB,betrokken op 1 pW,zoals omschre-ven in EN ISO 3744:1995 en EN ISO 3746:1995; e)„gemeten geluidsvermogensniveau ”:het geluidsvermogensniveau dat is bepaald aan de hand van metingen die worden verricht overeenkomstig bijlage III;de gemeten waarden kunnen worden bepaald bij één machine die representatief is voor het betrokken type materieel of aan de hand van het gemiddelde van een aantal machines; f) „gewaarborgd geluidsvermogensniveau ”:het geluidsvermogensniveau dat is bepaald overeenkomstig de voorschriften van bijlage III,met inbegrip van de onzekerheden ten gevolge van variaties in de productie en de meetmethoden, en waarvan de fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde verzekert dat het volgens de gebruikte,in de technische documentatie genoemde,technische instrumenten niet overschreden wordt.
Machines in open lucht: Richtlijn CEE - 2000 - 14 Artikel 12: Materieel waarvoor geluidsgrenswaarden gelden Het gewaarborgde geluidsvermogensniveau van het hierna genoemde materieel mag niet hoger zijn dan het toelaatbare geluidsvermogensniveau,vermeld in de volgende tabel van grenswaarden:
Machines in open lucht: Richtlijn CEE - 2000 - 14 Machines artikel 12 Beoordelingsprocedures alvorens het in handel brengen CE -markering met gewaarborgd Lw aanbrengen op iedere machine schriftelijke EG-verklaring van overeenkomst opstellen opstellen technische documentatie (met metingen) beoordeling tech. doc. door aangemelde instantie periodieke productiecontroles door aangemelde instantie
Machines in open lucht: Richtlijn CEE - 2000 - 14 Machines artikel 13 Beoordelingsprocedures alvorens het in handel brengen CE -markering met gewaarborgd Lw aanbrengen op iedere machine schriftelijke EG-verklaring van overeenkomst opstellen opstellen technische documentatie (met metingen) fabricant mag zelf de productiecontroles uitoefenen
Geluid op de arbeidsvloer
Geluid op de arbeidsvloer : probleemstelling 25-40dB : missen van veel medeklinkers, moeilijk horend leren, milde spraak en taalproblemen 40-65dB : spraak en taalachterstand, leerhandicap, hoort weinig of geen spraak bij een normaal converstatie niveau 65-90dB : Stem pathologie, ernstige leerproblemen >90 dB : zeer ernstig gehoorverlies (doof), stem-spraak karateristiek van een dove.
Geluid op de arbeidsvloer : probleemstelling Sociale handicap vs. arbeidsongeschiktheid % handicap = voor 500,1000, 2000 Hz gemiddeld (dus handicap vanaf 26dB, 100% bij 93dB) voor 1000, 2000, 3000 Hz gemiddeld (dus handicap vanaf 36dB)
Geluid op de arbeidsvloer : probleemstelling Fonds voor beroepsziekten: http://socialsecurity.fgov.be/fmpfbz/
Geluid op de arbeidsvloer : probleemstelling 80dB(A) : na 10 jaar 10% tussen 25 en 40dB verlies bij 4kHz Minder dan 80 dB : geen gehoorschade ISO 1999:1990 Acoustics -- Determination of occupational noise exposure and estimation of noise-induced hearing impairment Abstract Prescribes a practical relation for these quanitities expressed as A-weighted noise level in dB and duration of exposure within a normal working week (40 hours) and the percentage of personnel that is to be expected to obtain a raised hearing threshold of 25 dB or more as a result of this exposure, averaged from 500, 1000 and 2000 Hz. http://www.measure.demon.co.uk/Acoustics_Software/h_loss.html http://www.iso.ch Luchtgeluid vs. contactgeluid. (Vb. Wasmachine doet kader trillen, bezemsteel op vloer) Direct vs. flankerend geluid (omweggeluidtransmissie)
Probleemstelling
Probleemstelling Ministerie van sociale zaken : http://www.fmp-fbz.fgov.be/nl/jaarverslagen_nl01.htm
Probleemstelling
Probleemstelling
Probleemstelling
Probleemstelling
Probleemstelling
Probleemstelling
Geluid op de arbeidsvloer : Belgische reglementering Vroegere wetgeving : ARAB Strijd tegen hinder : maatregelen treffen om lawaai en trillingen bij de bron te verminderen zoniet aangepaste beschermingsmiddelen. ev. pauzes invoeren Voorkomingsbeleid : Werkomstandigheden aanpassen aan de mens. Arbeidsklimaat : Luchtververser mag geen geluid of trillingen veroorzaken die een ongemak kunnen vormen Individuele beschermingsmiddelen : Werkgever staat in voor levering, onderhoud, vernieuwing, herstelling. Werkgever moet ervoor zorgen dat de werknemers ze gebruiken. De werknemers moeten ze (op gepaste wijze) gebruiken. Geneeskundig en gezondheidstoezicht : Audiogram binnen 3 maanden na blootstelling (daarna jaarlijks) blootstelling = 90dBA/werkweek, halveringsregel 5dB
Vroegere Belgische reglementering Vroegere wetgeving : EG richtlijn 86/188/EEG (KB 26.09.’91 BS 14.11.1991) “Betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan lawaai op het werk” Werknemers beschermen tegen gevaren uit blootstelling aan lawaai op het werk Alle werknemers, behalve scheepvaart en luchtvaart Geluid wordt beoordeeld en zo nodig gemeten Steekproef moet representatief zijn voor de dagelijkse blootstelling van werknemers Werknemers en/of vertegenwoordigers worden betrokken bij de beoordeling De gegevens worden geregistreerd en bewaard De arbeidsarts en de vertegenwoordigers van de werknemers hebben toegang tot de gegevens http://europa.eu.int/eur-lex/nl http://www.just.fgov.be/doc/rech_n.htm
Vroegere Belgische reglementering Dagelijkse blootstelling van een werknemer aan geluid: Oorhoogte Afwezigheid van persoon Corrigeren voor lichaam persoon Zonder gehoorbescherming Weekgemiddelde:
Vroegere Belgische reglementering >85dB(A) of 140dB piek (200Pa) : Werknemers krijgen voorlichting (en ev. opleiding) omtrent gevaren, genomen maatregelen, beschermingsmaatregelen, beschermingsmiddelen, controle van gehoorfunctie. Verstrekking van gehoorbeschermingsmiddelen In voldoende aantallen Door de werkgever Werknemers betrokken bij de keuze Resultaten van de geluidsbeoordeling en uitleg over de betekenis. Aanduiding van zones met geluidsbescherming Recht op controle van het gehoor indien de niveaus niet tot lager dan 85dBA te reduceren zijn (de gegevens worden bewaard en de werknemers hebben inzage in de resultaten).
Vroegere Belgische reglementering >90dB(A) of 130dB piek : Oorzaken identificeren + oplossing om blootstelling te verminderen (‘programma van maatregelen’)? Werknemers ontvangen informatie over de overschrijding en de maatregelen. Passende signalering en toegang beperkt indien rederlijkerwijze mogelijk. Gehoorbeschermingsmiddelen moeten worden gebruikt.
Gehoorbeschermingsmiddelen Oorkap Oordop Oorprop Oorbeugel
Gehoorbeschermingsmiddelen Keuze van gehoorbeschermingsmiddelen : Demping : Oorprop: demping 10 - 15 dB(A) Gehoorkappen: demping 15 - 30 dB(A) Otoplastieken: demping 15 - 25 dB(A) Comfort Klimaatomstandigheden Aard v.d. werkzaamheden (vrije ruimte) Duur van de blootstelling Noodzaak en voor het dragen Medische problemen CE certificatie? Communicatienood Compatibiliteit met andere beschermingsmiddelen
Geluid op de arbeidsvloer : Europese richtlijn 8 Feb ’93 : voorstel van de Commissie Later (‘94) advies van het Europees Parlement + amendementen door de commissie. 1997 Europees Parlement wettelijke bevoegdheid : herbevestiging van het advies van ’94. Opsplitsen trillingen-lawaai : 6-7-2002 Richtlijn 2002/44/EG (trillingen) Gemeenschappelijk Standpunt 2002/C 45 E/02 (lawaai) van de Raad “Betreffende de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico’s van fysische agentia (lawaai)” Feb. 2002 : Amendementen op het gemeenschappelijk standpunt door het EP met advies van de Commissie : meer bescherming van de werknemers. 6 februari 2003: Richtlijn 2003/10/EG 16 januari 2006: omgezet in Belgische Wetgeving (BS 15-02-2006) http://europa.eu.int/eur-lex/nl dikke wanden (isolatie groot, absorptie klein)
Geluid op de arbeidsvloer : Europese richtlijn 2003/10/EG AFDELING 1: Algemene bepalingen Doel en toepassingsgebied Definities: piekgeluidsdruk (Ppiek ):maximumwaarde van de „C ”-frequentiegewogen momentane lawaaidruk; dagelijkse blootstelling aan lawaai (LEX,8h ): ISO 1999:1990 wekelijkse blootstelling aan lawaai (LEX,8h ): ISO 1999:1990 Grenswaarden: LEX,8h = 87dB(A) en Ppiek = 200 Pa (140 dBC) Rekening houdend met demping van gehoorbeschermingsmiddelen. Bovenste actiewaarde: LEX,8h = 85dB(A) en Ppiek = 140 Pa (137 dBC) Géén rekening houdend met demping van gehoorbeschermingsmiddelen. Onderste actiewaarde: LEX,8h = 80dB(A) en Ppiek = 112 Pa (135 dBC)
Geluid op de arbeidsvloer : Europese richtlijn AFDELING 2: Verplichtingen van de werkgevers Bepaling en beoordeling van de risico’s: indien nodig meten van de geluidsniveaus Metingen worden uitgevoerd door deskundigen en dienen te worden bewaard voor later consultatie. Risicobeoordeling: Niveau, aard en duur van de blootstelling Grenswaarden en actiewaarden Gevolgen voor personen die tot een gevoelige risicogroep behoren Wisselwerking tussen lawaai en trillingen of ototoxische stoffen? Wisselwerking tussen lawaai en waarschuwingssignalen Lawaaiemissie van de arbeidsmiddelen Uit gezondheidtoezicht verkregen informatie Beschikbaarheid van gehoorbescherming met voldoende dempende werking
Geluid op de arbeidsvloer : Europese richtlijn Maatregelen ter voorkoming of vermindering van de blootstelling Risico’s worden weggenomen of aan de bron tot een minimum beperkt (‘preventieprincipes’) Alternatieve werkmethoden Andere arbeidsmiddelen Ontwerp en indeling van de werkplek Opleiding en voorlichting over het gebruik van de arbeidsmiddelen Technische maatregelen ter beperking van lawaai (isolatie, absorptie, demping) Passende onderhoudsprogramma’s voor de arbeidsmiddelen Organisatie van de arbeid (beperking van de duur, rustpauzes) Zone waarbij overschrijding van de bovenste actiewaarde: signalisatie.
Geluid op de arbeidsvloer : Europese richtlijn Persoonlijke gehoorbescherming enkel indien de risico’s niet op een andere manier kunnen voorkomen worden. Onderste actiewaarde overschreden: beschermingsmiddelen worden ter beschikking gesteld. Bovenste actiewaarde overschreden: beschermingsmiddelen moeten worden gedragen. Selectie van de gehoorbeschermingsmiddelen zodat gehoorbeschadiging wordt geband. De werkgever doet zijn best om het dragen van gehoorbeschermingsmiddelen te verzekeren. Beperking van de blootstelling Het blootstellingsniveau mag nooit de grenswaarde overschrijden. Zoniet: onmiddellijke maatregelen om het niveau te reduceren, de redenen van overmatige blootstelling wordt vastgesteld, beschermings- en preventiemaatregelen worden aangepast. Voorlichting en opleiding van de werknemers (indien niveau > onderste grenswaarde) Raadpleging en deelneming van de werknemers (beoordeling van gevaren, genomen maatregelen, individuele gehoorbeschermingsmiddelen).
Geluid op de arbeidsvloer : Europese richtlijn AFDELING 3: Diverse bepalingen Gezondheidstoezicht (indien niveau > bovenste grenswaarde) Afwijkingen (aard van het werk risico’s voor de veiligheid) Technische wijzigingen (nieuwe inzichten m.b.t. lawaai)
Omgevingsgeluid
Omgevingsgeluid: probleemschets
Probleemschets Top 10 vervelende geluiden: Auto-alarm 38 % Luide muziek 37 % Huisalarm 33 % Blaffende honden 32 % Burenruzie 31 % Muziek uit auto’s 30 % Slaande deuren 27 % Luide TV’s 25 % Drilboren 23 % Spelende kinderen 13 % © NOP, The Independent
Omgevingsgeluid : probleemschets Invloed van geluid op: De werkprestatie: alertheidstoestand, mentale functies, Slaapverstoring www.vlieghinder.nl
Omgevingsgeluid gemeenschap: Vlarem Wie is wie? Vlaams Ministerie Het centraal gezichtspunt van de MiNa-Raad is het natuur- en het milieubelang. De MiNa-Raad geeft adviezen ten behoeve van de Vlaamse regering en van de Vlaamse Raad over alle aangelegenheden die betrekking hebben op het leefmilieu en/of het natuurbehoud. http://www.mina.be/vlarem-teksten.html AMINAL: Administratie voor Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer Vlarem 1 Vlarem 2 Gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van: 27 februari 1992 (B.S. 9 mei 1992), 28 oktober 1992 (B.S. 2 februari 1993, err. 11 september 1993), 27 april 1994 (B.S. 6 mei 1994), 1 juni 1995 (B.S. 31 juli 1995), 26 juni 1996 (B.S. 3 juli 1996), 22 oktober 1996 (B.S. 15 maart 1997), 12 januari 1999 (B.S. 11 maart 1999), 15 juni 1999 (B.S. 4 september 1999), 29 september 2000 (B.S. 22 mei 2001), 20 april 2001 (B.S. 28 april 2001), 20 april 2001 (B.S. 10 juli 2001), 13 juli 2001 (B.S. 19 september 2001), 7 september 2001 (B.S. 3 oktober 2001), 5 oktober 2001 (B.S. 9 januari 2002), 31 mei 2002 (B.S. 19 juni 2002)
AMINAL: het milieuvergunningenbeleid de handhaving van de milieuwetgeving de voorbereiding en implementatie van de Europese milieuregelgeving. het beheer van bossen, parken, natuurgebieden en het agrarisch gebied het integraal waterbeheer milieu-educatie en informatiebeheer
Omgevingsgeluid gemeenschap: Vlarem 1 Art. 59. § 1. Om het in artikel 61 bedoelde bekwaamheidsbewijs te bekomen dienen de agenten van de gemeentelijke politie en de technische ambtenaren van de gemeenten de hierna omschreven opleiding te volgen: 1° Theoretisch onderricht: b) twaalf uren theoretisch onderricht aangaande de grondbeginselen inzake geluidshinder, en inzonderheid inzake: elementaire fysische begrippen in verband met de geluidsleer; geluidsgrootheden en -begrippen; gehoor, gehoorschade, effecten van lawaai, geluidshinder; begrippen van lawaaibeheersing; meettechnieken en apparatuur; geluidsreglementering;
Omgevingsgeluid gemeenschap: Vlarem 2 Vlarem II decreet Vlarem I & Vlarem II Vlarem II 31 juli ’95, sindsdien 19 wijzigingen door Vlaamse regering Geluid in Vlarem : Deel 1, Hoofdstuk 1.1 Definities Geluid Deel 1, Hoofdstuk 1.2 Erkende Milieudeskundigen Geluid en trillingen Deel 2, Hoofdstuk 2.2 Milieukwaliteitsnormen voor geluid… Deel 4, Hoofdstuk 4.5 Beheersing van geluidshinder Deel 5, Hoofdstuk 5.57 Vliegvelden Deel 6, Hoofdstuk 6.7 Niet ingedeelde muziekactiviteiten Bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5, 4.5.6, 4.5.7
Omgevingsgeluid : Vlarem 2
Omgevingsgeluid : Vlarem 2 "stabiel geluid": geluid waarvan de niveauschommelingen, gemeten als LAeq,1s niet meer bedragen dan 5 dB(A); "intermitterend geluid": geluid waarvan het niveau meerdere keren terugvalt tot dat van het residuele geluid en waarbij het geluidsniveau tijdens de verhoging aanhoudt gedurende een periode in de orde van grootte van 2 seconden; de niveauverhogingen worden gemeten als LAeq,1s en duren in het totaal niet langer dan 10 % van de duur van de desbetreffende beoordelingsperiode(n); "fluctuerend geluid": geluid waarvan het niveau voortdurend en in belangrijke mate varieert; de variaties kunnen zowel periodisch als niet-periodisch zijn; de niveauverhogingen worden gemeten als LAeq,1s en duren in het totaal niet langer dan 10 % van de desbetreffende beoordelingsperiode(n); "impulsachtig geluid": geluid veroorzaakt door zeer kortstondige gebeurtenissen, korter dan 2 seconden, en waarvan het niveau meerdere keren abrupt terugvalt tot dat van het residuele geluid of het oorspronkelijke omgevingsgeluid; de niveauverhogingen worden gemeten als LAeq,1s en duren in het totaal niet langer dan 10 % van de desbetreffende beoordelingsperiode(n); "incidenteel geluid": geluid waarvan het niveau weinig frequent verhoogt ingevolge gebeurtenissen die langer dan 2 seconden duren; de niveauverhogingen worden gemeten als LAeq,1s en duren in het totaal niet langer dan 10 % van de duur van de desbetreffende beoordelingsperiode(n); "tonaal geluid": geluid waarvan het tonale karakter in het frequentiegebied van 50 Hz tot 10.000 Hz wordt aangetoond door: ofwel een lineaire tertsbandanalyse (waarde van minstens één tertsband ten minste 5 dB hoger dan waarde van beide aanliggende tertsbanden); ofwel hoorbaarheid en een smalbandanalyse;
Omgevingsgeluid : Vlarem 2 Milieukwaliteitsnormen Beoordelingsniveau? Meetomstandigheden Meetprocedures Meetplaatsen Richtwaarden: Afhankelijk van gebied en tijdsstip Aard v.h. geluid Binnenhuis Evaluatie : beslissingsschema Evaluatieprocedure bestaand bedrijf Evaluatieprocedure nieuw bedrijf Evaluatieprocedure binnenshuis Sanering? Bronnen identificeren d.m.v. geluidsvermogen per octaaf of terts Directiviteit van de bron wordt nagegaan
Omgevingsgeluid : Vlarem 2
Omgevingsgeluid : Vlarem 2 Milieukwaliteitsnormen
Omgevingsgeluid : Vlarem 2 Richtwaarde
Omgevingsgeluid : Vlarem 2 BIJLAGE 4.5.1.: Meetmethode en meetomstandigheden voor het omgevingsgeluid (beoordelingsniveau): Art. 1. Uitvoeringsmodaliteiten § 1. Algemene bepalingen De resultaten van de geluidsmetingen worden aan de hand van een statistische analyse weergegeven, waarbij tenminste de volgende akoestische grootheden worden bepaald: LAeq,1h, LA5,1h, LA50,1h., LA95,1h. Deze resultaten worden zowel in tabelvorm als in grafieken weergegeven. § 2. Meetperiode en meetduur De meetperiode wordt bepaald in functie van de verschillende relevante parameters meer bepaald de aard en de duur van de werkomstandigheden van de betrokken inrichting, de atmosferische omstandigheden en de aanwezigheid van andere storende geluidsbronnen. De meetperiode kan zich uitstrekken over meerdere, al dan niet op elkaar volgende dagen of delen van dagen. Voor een volledig akoestisch onderzoek bedraagt de meetduur tenminste 24 uur. § 3. Meetplaatsen voor een inrichting gelegen in een gebied vermeld in punt 5° van bijlage 4.5.4. van dit besluit Metingen worden uitgevoerd in de nabijheid van bewoonde gebouwen op hoogstens 200 m afstand van de rand van het gebied waarin de inrichting gelegen is § 4. Meetplaatsen voor een inrichting niet gelegen in een gebied vermeld in punt 5° van bijlage 4.5.4. van dit besluit Als er bewoonde gebouwen vreemd aan de inrichting zijn binnen een straal van 200 m vanaf de perceelsgrenzen van de inrichting, worden metingen uitgevoerd in de nabijheid van één of meerdere van deze bewoonde gebouwen.
Omgevingsgeluid : Vlarem 2 Art. 2. Meetomstandigheden § 1. Algemene voorwaarden De metingen mogen niet worden uitgevoerd bij neerslag en/of windsnelheden die hoger zijn dan 5 m/s; mits motivering mag de deskundige erkend in de discipline geluid en trillingen hiervan afwijken; Een windscherm moet tijdens de metingen steeds op de microfoon worden geplaatst. § 2. Meetomstandigheden in open lucht De geluidsmetingen in open lucht vinden plaats op een hoogte die representatief is voor de woonniveaus in de omgeving en, zo mogelijk, op minstens 3,5 m van muren, gebouwen en andere constructies die het geluid kunnen weerkaatsen. § 3. Meetomstandigheden binnenshuis De geluidsmetingen binnenshuis vinden plaats op een hoogte boven de vloer begrepen tussen 1,2 m en 1,5 m en, zo mogelijk, op minstens 1,5m van de wanden en de vensters. De deuren en vensters van de vertrekken waarin de geluidsmetingen gebeuren zijn gesloten tijdens de metingen. Er worden geen bijkomende maatregelen getroffen die de geluidsoverdracht kunnen beïnvloeden. Art. 3. Eisen waaraan de meetketen moet voldoen De meetketen moet bestaan uit apparatuur die minstens voldoet aan de eisen gesteld voor klasse 1-meetinstrumenten in de IEC-normen. Vóór elke meting of reeks van metingen moet de meetketen met behulp van een akoestische ijkbron worden geijkt volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
Omgevingsgeluid : Vlarem 2 Art. 4. Evaluatie van de resultaten van de geluidsmetingen § 1. Algemene bepalingen Bij de weergave en de interpretatie van de resultaten moet duidelijk worden aangegeven: de werking van de inrichting, onder welke meteo-omstandigheden de meetwaarden werden bekomen, wat de meewindrichting was en welke resultaten hebben geleid tot de bepaling van de gemiddelden voor elke beoordelingsperiode. § 3. Bepalen van de gemiddelde waarden per beoordelingsperiode overdag:het rekenkundig gemiddelde van alle, voor elk uur volgens artikel 1 §2 van deze bijlage bepaalde LA95,1hmeetwaarden tussen 7 en 19 uur; 's avonds:het rekenkundig gemiddelde van alle, voor elk uur volgens artikel 1 §2 van deze bijlage bepaalde LA95,1h-meetwaarden tussen 19 en 22 uur. 's nachts:het rekenkundig gemiddelde van de laagste vier waarden van alle, voor elk uur volgens artikel 1 §2 van deze bijlage bepaalde LA95,1h-meetwaarden tussen 22 en 7 uur; § 4. Beoordelingsgetal voor het tonaal karakter van het geluid van een inrichting De relevante waarde moet worden aangepast met een beoordelingsgetal indien het geluid van een inrichting tonaal is. § 5. Evaluatie Het volgens §3 van dit artikel bekomen getal voor het LA95,1h-niveau van het oorspronkelijke omgevingsgeluid wordt vergeleken met de milieukwaliteitsnorm in bijlage 2.2.1 van dit besluit. Het berekende specifieke geluid of het volgens §3 of §4 van dit artikel bekomen getal voor het specifieke geluid wordt vergeleken met de waarden afgeleid in de afdelingen 4.5.3, 4.5.4 of 4.5.5 van dit besluit.
Omgevingsgeluid : Vlarem 2 Richtwaarden
Omgevingsgeluid : Vlarem 2 HOOFDSTUK 4.5. BEHEERSING VAN GELUIDSHINDER Vervangen art. 53 B.Vl.reg. 19 januari 1999, B.S. 31 maart 1999, eerste editie Afdeling 4.5.2. Richtwaarden voor het specifieke geluid in open lucht en binnenshuis Art. 4.5.2.1. Ter beoordeling van het geluid van inrichtingen gelden de in de bijlagen 4.5.4 en 4.5.5 bij dit besluit aangegeven waarden in dB(A) als richtwaarden waaraan het specifieke geluid in open lucht van een inrichting wordt getoetst. Art. 4.5.2.2. Ter beoordeling van het geluid van inrichtingen die een gemene muur en/of vloer hebben met bewoonde vertrekken gelden de in bijlage 2.2.2 bij dit besluit aangegeven waarden in dB(A) als richtwaarden waaraan het specifieke geluid binnenshuis van een inrichting wordt getoetst. Afdeling 4.5.3. Voorwaarden voor nieuwe inrichtingen van klasse 1 en 2 en voor veranderingen van bestaande inrichtingen van klasse 1 en 2 Art. 4.5.3.1. § 1. LA95,1h van het oorspronkelijke omgevingsgeluid is gelijk aan of hoger dan de richtwaarde van bijlage 2.2.1 bij dit besluit. In dat geval moet het specifieke geluid, in open lucht voortgebracht door de nieuwe inrichting of door het geheel, respectievelijk door het onderdeel van een bestaande inrichting dat het voorwerp van een verandering heeft uitgemaakt, beperkt worden tot het LA95,1h van het oorspronkelijke omgevingsgeluid verminderd met 5 dB(A) enerzijds alsmede tot de in bijlage 4.5.4 bij dit besluit bepaalde richtwaarden anderzijds.
Omgevingsgeluid : Vlarem 2
Omgevingsgeluid : Vlarem 2
Omgevingsgeluid : Vlarem 2
Omgevingsgeluid : Vlarem 2 BIJLAGE 4.5.3. Saneringsplan Art. 1. Inhoud Een saneringsplan of ontwerpsaneringsplan bevat, naast de elementen van het in bijlage 4.5.2. bij dit besluit vermelde volledige akoestische onderzoek, een inventarisatie van de te saneren geluidsbronnen met vermelding van hun relevante geluidsvermogenniveau en hun frequentiespectrum, een beschrijving van de mogelijkheden tot verbetering van de situatie en van de maatregelen die moeten getroffen worden opdat het specifieke geluid van de betrokken inrichting de richtwaarden zo goed mogelijk zou benaderen, rekening houdend met de bepalingen van artikel 4.5.1.1. van dit besluit en met gebruik van de beste beschikbare technologie dat geen overmatig hoge kosten met zich meebrengt. Het bevat eveneens een voorstel betreffende de uitvoeringstermijnen van de voorgestelde saneringsmaatregelen. Art. 2. Redactie Het saneringsplan of ontwerpsaneringsplan wordt opgesteld in overleg met een milieudeskundige, erkend in de discipline geluid en trillingen. Het wordt ondertekend door deze milieudeskundige en de exploitant die zich hierdoor akkoord verklaart met de inhoud. Het saneringsplan wordt door de exploitant in drie exemplaren toegestuurd aan de vergunningverlenende overheid, die het ter beoordeling en goedkeuring voorlegt aan de Afdelingen Milieuvergunningen en Milieu-inspectie. Art. 3. Uitvoering Na de beoordeling en de goedkeuring, bedoeld in artikel 2 van deze bijlage, vat de exploitant de uitvoering van het saneringsplan onmiddellijk aan. Het saneringsplan wordt uitgevoerd in overleg met de milieudeskundige, erkend in de discipline geluid en trillingen, bedoeld in deze bijlage.
Omgevingsgeluid : Vlarem 2 BIJLAGE 4.5.2.: volledig akoestisch onderzoek Art. 1. Inhoud Een volledig akoestisch onderzoek omvat ten minste: 1° een beschrijving van de bestaande akoestische situatie op basis van immissieniveaus op enkele representatieve meetplaatsen, gemeten onder representatieve meetomstandigheden die voldoen aan de bepalingen van bijlage 4.5.1. bij dit besluit; 2° een weergave en bespreking van de meetresultaten en van de meetomstandigheden met vermelding van de heersende windrichting en windsnelheid op het ogenblik van de metingen; 3° een grondplan met aanduiding van de schaal, waarop de meetpunten zijn aangeduid ; 4° een verantwoording van de meetperiode en meetduur van de metingen en van de keuze van de meetpunten en van de meetgrootheden; 5° een beoordeling van de meetresultaten volgens de bepalingen van artikel 4 van bijlage 4.5.1 bij dit besluit en van de artikelen 4.5.1.1 tot en met 4.5.6.1 van dit besluit; 6° een weergave van de door de inrichting veroorzaakte overschrijding van de richtwaarden en/of van de volgens artikel 4.5.6.1 van dit besluit opgelegde bijzondere grenswaarden; 7° een beoordeling of aan de bepalingen van art. 4.5.1.1, § 1 van dit besluit is voldaan indien het specifieke geluid voortgebracht door de inrichting(en) de in bijlage 4.5.4 bij dit besluit bepaalde richtwaarden met minder dan 10 dB(A) overschrijdt. Art. 2. Uitvoering Een volledig akoestisch onderzoek wordt uitgevoerd door een milieudeskundige, erkend in de discipline geluid en trillingen. Mits toestemming van de Afdelingen Milieu-inspectie en Milieuvergunningen en op verantwoordelijkheid van de milieudeskundige, erkend in de discipline geluid en trillingen, mogen evenwel bepaalde metingen door de exploitant worden uitgevoerd. Het volledige akoestische onderzoek wordt door de exploitant in drie exemplaren toegestuurd aan de vergunningverlenende overheid, die het ter beoordeling en goedkeuring voorlegt aan de Afdelingen Milieuvergunningen en Milieu-inspectie.
Omgevingsgeluid : Europese richtlijn Motivering Europese Richtlijn CEE/2002/49 Geluidshinder één van de belangrijkste milieuproblemen Ontbreken betrouwbare gegevens Geen vergelijking mogelijk tussen geluidsbronnen Omgevingslawaai Omgevingsgeluid = geluid buitenshuis veroorzaakt door menselijke activiteit inclusief : wegverkeer spoorwegverkeer luchtverkeer locaties van industriële activiteiten
Doelstellingen Europese richtlijn CEE/2002/49 Harmoniseren van lawaai-indicatoren en beoordelingsmethoden (LDEN ,Lnacht ) Maken van lawaaikaarten Het maken van actieplannnen Het openbaar maken van deze gegevens
Omgevingsgeluid : Europese richtlijn Richtlijn 2002/49/EG: http://europa.eu.int/eur-lex/nl Doelstellingen: Vaststelling van de blootstelling aan omgevingslawaai: geluidsbelastingskaarten voor Lden en Lnight
Omgevingsgeluid : Europese richtlijn Termijnen: 30 juni 2007: > 250.000 inwoners agglomeraties > 250 000 inwoners wegverkeer > 6 miljoen voertuigen/jaar spoorwegverkeer > 60 000 treinen/jaar luchthavens > 50 000 bewegingen / jaar 30 juni 2012: alle agglomeraties agglomeraties > 100 000 inwoners wegverkeer > 3 miljoen voertuigen/jaar spoorwegverkeer > 30 000 treinen/jaar Door berekening of meting Voorlichting van het publiek over omgevingslawaai en de effecten daarvan Actieplannen door lidstaten om omgevingslawaai te voorkomen of beperken 18 juli 2008: > 250.000 inwoners 18 juli 2013: alle agglomeraties
Omgevingsgeluid : Europese richtlijn Agglomeratie : afgebakend stedelijk gebied met > 100 000 personen belangrijke weg : > 3 miljoen voertuigen per jaar belangrijke spoorweg : > 30 000 treinen per jaar belangrijke luchthaven : > 50 000 vliegtuigbewegingen per jaar
Omgevingsgeluid : Europese richtlijn Grenswaarden : Kan bepaald worden voor Lden, Lnight, Lday & Levening Afhankelijk type lawaai Afhankelijk type gebied Afhankelijk gevoeligheid bevolkingsgroep Afhankelijk bestaande of nieuwe situatie
Bepalingsmethoden in CEE/2002/49 Vliegtuiglawaai ECAC.CEAC Doc. 29 van 1997 Wegverkeerslawaai NMPB-Routes-96 (Frankrijk) Spoorwegverkeer Reken- en Meetvoorschriften Railverkeer 1996 (VROM) in Nederland Industrielawaai Overdrachtsberekeningen (ISO 9613-2) Bepaling geluidsvermogenniveau (input data) : ISO 8297 - 1994 - omhullende lijn rond zone, ISO 3744 - 1995 - omhullend oppervlak, ISO 3746 - 1995 - omhullend oppervlak Metingen : ISO 1996-1, ISO 1996-2
Welke industrieën vallen onder CEE/2002/49 ? Deze die een mogelijke impact hebben op een agglomeratie & Deze die vermeld staan in bijlage 1 van de richtlijn CEE/96/61 1. Energie-industrie 2. Produktie en verwerking van metalen 3. Minerale industrie 4. Chemische industrie 5. Afvalbeheer 6. Overige activiteiten
Omgevingsgeluid : Europese richtlijn Geluidsbelanstingskaart roads railway
Minimum eisen geluidsbelastingskaart Presentatie gegevens over : Verleden - heden - toekomstige situatie Overschrijding van een grenswaarde Aantal woningen, scholen, ziekenhuizen.. Aantal personen in honderdtallen Kan in de vorm van : Kaarten Grafieken Numerieke gegevens (ook digitaal)
Minimum eisen geluidsbelastingskaart Doel strategische geluidskaarten : Basis van gegevens door te sturen aan commissie Bron van informatie voor de burger Basis voor het opstellen van actieplannen Bijkomende informatie : Aparte kaarten : weg-spoor-luchtverkeer-industrie Per klasse van 5 dB Hoogte van 4 m
Actieplannen in CEE/2002/49 Voorstellen van maatregelen voor de beheersing van lawaai-uitstoot Dienen opgesteld te worden tegen 18 juli 2008 (eerste fase) en 18 juli 2013 (tweede fase) Prioriteiten worden bepaald op basis van de strategische geluidskaarten Om de 5 jaar opnieuw aan te passen Informatie en inspraak voor de bevolking
Geluidskaarten in CEE/2002/49
Geluidskaarten in CEE/2002/49
Geluidskaarten in CEE/2002/49