Loopbaan(coaching) en leerlingen Hans de Wit CINOP
Doelen Loopbaan centraal stellen Ontwikkelen van een realistisch zelfbeeld. Ontwikkelen van een realistisch beroepsbeeld. Ontwikkelen van loopbaancompetenties. Bovenstaande leidt tot : betere keuzes betere aansluiting vervolgonderwijs/werk minder uitval vergroting motivatie leerlingen vergroten zelfsturing en eigen invloed
Proces van loopbaanontwikkeling: Ervaring-dialoog-leervraag
Wat vraagt loopbaanleren van de leeromgeving? Krachtige leeromgeving Reflectieve leeromgeving Vraaggestuurde leeromgeving Kortom: Een loopbaangerichte leeromgeving
1. Een krachtige leeromgeving De leerlingen moeten ervaringen kunnen opdoen Binnen en buiten de school Stages Gastlessen Groen-breed/KWT …
2. Een reflectieve leeromgeving Ervaringen staan centraal Emoties mogen er zijn Alle inbreng is goed Creëren van een veilige ruimte Begeleider(s) en leerling zijn gelijkwaardig, niet gelijkvaardig
3. Een vraaggestuurde leeromgeving Recht doen aan verschillen in: Leerstijl Tempo Niveau Interesse
INTEGRAAL MODEL & ROL SCHOOLLEIDER ORGANISATIE SAMENHANG VISIE EN STRATEGIE METHODEN EN INSTRUMENTEN COMPETENTIES BETROKKENEN
pispaal instructeur trainer gids raadgever spiegel controleur loopbaancoach supervisor helpende hand aanstuurder beoordelaar klankbord
Hans de Wit hwit@cinop.nl Het loopbaangesprek Pettelaarpark 1 Postbus 1585 5200 BP ‘s-Hertogenbosch www.cinop.nl
Het loopbaangesprek Doel en werkwijze Loopbaanopdracht: eigen loopbaancompetenties Het loopbaanstuur Je eigen loopbaanvraag Het loopbaangesprek: theorie en praktijk Reflectie
Je eigen loopbaancompetenties Denk na over een vaardigheid of competentie die je hebt ingezet om je loopbaan vorm te geven. Zet die vaardigheid op een kaartje Loop met het kaartje door de ruimte, ontmoet een collega en heb een gesprek van drie minuten waarin je uitwisselt wat die vaardigheid inhoudt en in welke context je die benut hebt
Het loopbaanstuur Loopbaanstuur met de vijf loopbaancompetenties van Marinka Kuijpers Plenair plaatsen we de verschillende loopbaancompetenties van de groep in het loopbaanstuur
Je eigen loopbaanvraag Bedenk een eigen loopbaanvraag die op dit moment actueel is Kan van alles zijn: invulling huidig werk, verhouding prive en werk, vraag naar invulling vrije tijd of maatschappelijke betrokkenheid, ontwikkelingsbehoefte Schrijf je vraag op een sticker en plak die in het midden van je persoonlijk loopbaanstuur
Het loopbaangesprek Dialoog: leerling en begeleider van vmbo of mbo Trialoog: leerling, begeleider school en derde persoon (praktijkopleider, ouder/verzorger, collega op het werk)
Opbouw loopbaangesprek Opening en oriëntatie Kern (afhankelijk van doel/fase traject) Reflectie op afgelopen periode Probleemstellende fase Constructieve fase Evaluatie en afronding
Opening en oriëntatie Welkom en op gemak stellen Verhelderen van doelen en procedure gesprek, tijd Verkenning van de inhoud
Kern A: Vragen bij reflectie (abc-tje) Wat is er gebeurd? (A van wat was Aan de orde) Wat vond ik daarin belangrijk? (B van Belangrijk) Tot welke voornemens of leerwensen leidt dat? (C van Conclusies)
Kern B: Probleemstellende fase Vraag verhelderen (vraag achter de vraag) en thema duidelijk krijgen Subjectief thema: bij bijv. faalangst, interne of externe locus of control (motieven- en/of kwaliteitenreflectie) Informatief thema: onvoldoende informatie over werk en opleiding (werkexploratie) Besliskundig thema: niet weten welke stappen wanneer nodig zijn (loopbaanaansturing) Communicatie thema: hoe met derden te praten over wensen mbt loopbaan (netwerken)
Vraag verhelderen Met wie heb je al over deze vraag gesproken? Wat heb je zelf al gedaan? Wat doet het vraagstuk met je?
Kern C: Constructieve fase Hoe kan je aan het thema werken? Welke oplossingen kan je bedenken? Wat worden de doelen? Wat betekent dat voor je ontwikkeling? Welke activiteiten kan je ondernemen?
Evaluatie en afronding Samenvatten van het gesprek Reflecteren op inhoud en proces Afspraken voor vervolg maken Afscheid en afronden
Oefenen van loopbaangesprek Vorm met elkaar drietallen Verdeel per gesprek de rollen: inbrenger loopbaanvraag, loopbaanbegeleider en observator Oefen een gesprek met de eigen loopbaanvragen. Loopbaanbegeleider geeft de gewenste observatiepunten weer Observator: observeert, houdt de tijd (10 minuten per gesprek)in de gaten en vult feedbackformulier in Nabespreking: Loopbaanbegeleider geeft eerst zijn/haar reflecties Inbrenger geeft feedback hoe hij/zij het gesprek ervaren heeft Observator geeft feedback vanuit feedbackformulier
Plenaire nabespreking en reflectie workshop Wat geleerd van de oefening? Wat te gebruiken in eigen praktijk? Wat sprak aan in deze workshop?
LOB niet in één instrument te vangen Combinatie van effectieve componenten: Systematisch, persoonlijk contact: dialoog over reflectie en LOB competenties. Integratie met het beroepsdomein: (PSO, BPV, praktijksimulaties) (schema) De sleutel is er niet. Iedereen benadert loopbaan uniek. Komt straks ook terug in analyse-instrument. 1. Dialoog komt bij volgende dia aan de orde. Allerlei voorbeelden waarin persoonlijk contact/binding werkt. Ook curatief: schakelklassen, CDI (competentiegericht doorstroom instrument). 2. Slechts 17% van de Vmbo-ers raadpleegt iemand uit de sector, maar 35,7% vond deze bron het nuttigst! In het Mbo respectievelijk 15,4% en 35%. Hbo nog niet onderzocht, maar zal niet veel verschillen. 26
Verankering in het curriculum. Begin vroeg Samenhang leerlijnen: kennis en vaardigheden, praktijkuitdagingen, loopbaan. Verankering in het curriculum. Training en intervisie mentoren, SLB-ers, decanen, etc. 3. Begin vroeg: bijna 40% past het beeld over de sector aan na praktijk (simulatie)! 4. “Beleefde” samenhang, systematisch en gestructureerd integreren. Elke docent heeft dan een LOB-taak; door team als geheel gedragen: E=KxA. 5. Niet vrijblijvend en afhankelijk van wisseling functionarissen. 6. Double loop. Intervisie leidt tot versterking en uitwisseling van good practice. Ook HRM component. 27
Peer support (www.peersupport.nl) Docenten in aanraking met arbeidsmarkt. Vernieuwing kleinschalig starten. Longitudinaal proces. 7. Werkt naar twee kanten; door 50% van de leerlingen gewaardeerd. 8. T.b.v. samenhang leerlijnen en betere dialoog. Niet alleen voorbehouden aan vakdocenten. 9. Olievlekwerking en beter te monitoren. 10. Doorlopende trajecten, zoals VM2. Wie is probleemeigenaar? Waar zitten de belangen? Waar zit het geld? 28