Totstandkoming van een samenhangend en gedragen programma

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het Deltaprogramma Nationaal programma voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening Wim Kuijken 10 juli 2012 – De Maatschappij.
Advertisements

Kansen voor een duurzaam Hillegersberg-Schiebroek
Advies Commissie Ruimtelijke Ontwikkeling Luchthavens januari 2009
DEELGEMEENTEBESTEL ROTTERDAM. AAV 31 oktober • Presentatie nieuwe modellen “gebiedsbestuur” en “wijkparticipatie” door gemeente – veel vragen over exacte.
De kracht van HBSoftware B.V Als uw markt verandert, verwachten uw klanten dat u daar snel op reageert. Wij kunnen u daarbij helpen. Vanuit onze branchefocus.
Wmo-AWBZ in regio Alblasserwaard- Vijfheerenlanden
Bedrijventerreinen als economische motor Presentatie door drs. Gerrit Ybema Ybema Economy Solutions Bedrijventerreincongres 2006 Zutphen, 5 oktober 2006.
In samenwerking met 13 maart 2014.
RMJP “Samen stad in uitvoering” Drechtstedendinsdag 2 november 2010.
Op weg naar de Omgevingswet
Decentralisatie Wmo in de Drechtsteden: innovatiekracht Regio Drechtsteden, Innovatieagenda Wmo, 5 december 2013.
Stand van zaken van het Regiocontract in Regio Rivierenland Commissie Algemeen Bestuur en Zorg Maasdriel, 9 november 2010 Stan Herms, Programmamanager.
Programma RegioAanpak waar staan we nu? Ambtelijk overleg 4 juni 2013.
Strategie Arie Meulepas 9 & 10 nov
Regeerakkoord en het sociale domein Commissie MZ, 8 april 2013.
Zorginkoop 2012 portefeuillehoudersoverleg 1 december 2011.
Water op de Kaart in de Drechtsteden 20 mei 2009.
Korte toelichting “Plan voor de toerusting van regionale en lokale belangenbehartigers” ALV januari 2012.
Landschap beschermen en ontwikkelen
Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden
Investeringsstrategie 2010 – 2020 cie Wonen 25 juni 2008.
Van woonruimteverdelen naar woonruimtebemiddelen Bijeenkomst wethouders 28 september 2009, Schiedam.
De omgevingsvergunning Op weg naar één integrale vergunning 14 juni 2007 Joke de Vroom.
Door M.J.Roos Hogeschool Rotterdam Cluster Ribacs
Bestuurlijke afspraken rijk -gemeenten
“Betere waterkwaliteit, een schone taak” -Presentatie Zomernota 2006-
NME: kiezen, leren, meedoen
Vereniging van Nederlandse Gemeenten Ontwikkelingen afvalwaterketen De aanpak afvalwaterketen VNG en UvW.
“Decentraal wat kan, centraal wat moet”
Steeds krachtiger bestuur in:
2 november 2010 Het Deltaprogramma Totstandkoming van een samenhangend en gedragen programma Harry van Huut Plv. Programmadirecteur.
Informatieavond 17 april 2012 project Zuidwende-Zuid.
Nr. 3, augustus 2013 ‘Ruimte om te leven met water’ PROJECT KOSTVERLORENSTRENG en KLOOSTERZIELSTRENG Waar staan we nu? In de afgelopen periode is gewerkt.
Samenwerking en toekomst Drechtsteden
Uitvoering van het Deltaprogramma (waterveiligheid)
Juridische bescherming van dijkrelicten
24 september 2010 Samenwerking Rijk - Regio. Deltacommissaris 224 september 2010 Samenwerking Rijk - Regio Zonder actieve regio’s geen Deltaprogramma.
Aanvraag transformatie- en innovatieplannen SW-bedrijf
Relatie tussen Architectuur en Beheer. Inleiding  Architectuur:  Inzicht in samenhang en beheersing van verandering;  Actuele problematiek  Architectuur.
Aanpak afvalwaterketen VNG / UvW Gert Dekker Ruud van Esch.
Bijeenkomst naar aanleiding van Rapport Ecorys Beleidsdoorlichting “Positie van de client “ Brigitte Zonneveld Plv. Directeur Markt & Consument.
Samen leven, zorg voor elkaar. Waar gaat het over? Met de decentralisaties worden gemeenten verantwoordelijk voor de zorg voor en het welzijn van hun.
Bouw en verbouw van een accommodatie Het bouwprocess.
Raadsinformatiebijeenkomst decentralisaties sociaal maatschappelijk domein Datum: 27 augustus 2013 Gemeente: Dordrecht.
ALLIANTIE REGIOCONVENANT. 2 sporen: -Raamovereenkomst t.b.v. Regioconvenant -ICES-traject -Raamovereenkomst t.b.v. Regioconvenant -ICES-traject.
NMDC Workshop Visualisatie Behoeften van IenM op gebied van Verkeer en Vervoer Willem Homan.
Omgevingswet en gezondheid Myrtille Verhagen-Timmers Senior Beleidsadviseur Gezondheid Provinciale Raad Gezondheid Juni - juli 2015.
HWBP en de nieuwe normen Richard Jorissen/Erik Kraaij Regiosessie nieuwe normen juni 2015.
Informatievoorziening waterveiligheid Erik Kraaij Hoogwaterbeschermingsprogramma Jan Strijker Informatiehuis Water.
Regievoering door gemeente Delft Commissie M&E 13 september 2012.
Instrument of houding? Implementatie van regionaal en lokaal integraal volksgezondheidsbeleid.
Programma Natuur en Water Radenconferentie Midden-Holland 11 februari 2013 Jan Vente.
Deltapoort Samenhang door Samenwerken Jan Edens Programmamanager Deltapoort Dordrecht, 18 februari 2009.
HEROVERWEGINGSOPERATIE 2012 Bezuinigen in en met de stad.
Informatie voor de Raad Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan Baarn Beleidsvisie en uitvoeringsprogramma 2012 – 2016, gemeente Baarn Informatie voor de.
Wijkplannen: het samenspel in de wijk. Historie September 2014: eerste besluit vorm en inhoud wijkplannen Maart 2015: eerste concept in college Mei 2015:
Verandertypen en invoeringsstrategieën Omgevingswet
G e m e e n t e H a r d i n x v e l d - G i e s s e n d a m Bijeenkomst Onderzoek Maatschappelijke Agenda (MAG) 1 juni 2016.
De werking van de Omgevingswet Doelgroep: beginners Schakeldag 21 juni 2016 Arjan Nijenhuis, plv. directeur Eenvoudig Beter.
Lokale invulling betrokkenheid raad bij decentralisaties Datum 4 april 2013.
Noord-Brabant, klimaatbestendig en waterrobuust
Werken aan de Maas Nu en straks.
mr. dr. Harm Borgers 14 november 2016
Problemen of kansen ? Verstedelijkingsdruk wonen / werken recreatie
Structuurvisie ‘Windenergie op land’
“Omgeving in beweging”
Ketenbureau i-Sociaal Domein
Leegstand en regionale samenwerking
Pionieren aan de kust: Langer thuis wonen in Schagen doe je samen!
Samenhang beleidsdossiers en tijdslijnen
Transcript van de presentatie:

Totstandkoming van een samenhangend en gedragen programma Het Deltaprogramma Totstandkoming van een samenhangend en gedragen programma 6 juli 2009

Sheet 0: Toelichting op de presentatie voor degene die de presentatie gaat geven Inleiding Deze presentatie vertelt het verhaal van het Deltaprogramma: de aanleiding, de inhoud, de voortgang en hoe men er aan kan bijdragen. Het is opgesteld door het kwartiermakersteam voor het Deltaprogramma en is bedoeld om bij te dragen aan het zo breed mogelijk verspreiden van het verhaal van het Deltaprogramma. Diverse organisaties (waterschappen, provincies, gemeenten) hebben aangegeven hier behoefte aan te hebben danwel te willen meewerken aan het breed informeren over het Deltaprogramma. Doel Doel van deze presentatie is om organisaties de gelegenheid te geven zelf hun omgeving te informeren over het Deltaprogramma en inzicht te geven hoe ze daaraan kunnen bijdragen.   Hoofdboodschappen hierbij zijn: - De opgave voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening met daarbij een voortvarende en integrale aanpak is urgent; - Het Deltaprogramma gaat ons allemaal aan; het is iets dat Nederland bindt; - Iedereen is nodig voor een succesvol Deltaprogramma. Aan het eind van de presentatie heeft het publiek: - Een duidelijk beeld van de stand van zaken én denken over en rond het Deltaprogramma; - Inzicht in wat het voor hen betekent en hoe ze kunnen bijdragen aan het Deltaprogramma. Opbouw - Het is een algemene presentatie. Afhankelijk van de doelgroep (bestuur, experts, burgers) is mogelijkerwijs meer informatie nodig. In dat geval kunt u contact opnemen met het kwartiermakersteam voor het Deltaprogramma, de contactgegevens staan hieronder. Onder elke sheet staat in de notitiepagina een toelichting die als basis voor de presentatie van de sheet gebruikt kan worden Bij deze presentatie hoort een flyer van het kwartiermakersteam voor het Deltaprogramma om mee te geven aan het publiek. Vragen? E-mailadres: Deltaprogramma@minvenw.nl; telefoonnummer: 070 351 7873; website: www.delta-programma.nl Bijsluiter Bijgevoegde presentatie geeft de stand van denken weer d.d. 6 juli 2009. Mocht u uw presentatie geruime tijd na deze datum houden, dan adviseren wij u om contact met ons op te nemen om na te gaan of er wijzigingen of aanvullingen zijn. Deze sheet is puur informatief voor degene die de presentatie gaat houden en maakt geen onderdeel uit van de presentatie. Het Deltaprogramma 6 juli 2009

Totstandkoming van een samenhangend en gedragen programma Het Deltaprogramma Totstandkoming van een samenhangend en gedragen programma 6 juli 2009

Onze opgave wonen en werken natuur scheepvaart recreatie landbouw Allereerst een korte schets waar we in Nederland voor gesteld staan. De klimaatverandering zal grote invloed op ons watersysteem hebben. De kaart aan de linkerzijde van de sheet schetst de gevolgen van klimaatverandering in termen van zeespiegelstijging en veranderde rivierafvoeren voor het Nederlandse watersysteem in 2100. Hierbij is het besef van samenhang tussen de verschillende elementen van het watersysteem wezenlijk: in onze waterrijke delta hangt alles met alles samen. Dit blijkt uit het volgende. Als de Rijn meer water zal afvoeren, zal de capaciteit van de Waal en/of de IJssel vergroot moeten worden. Meer rivierwater in combinatie met zeespiegelstijging heeft consequenties voor de bescherming tegen hoogwater van ‘kritische’ plaatsen zoals de Drechtsteden en Rotterdam, maar ook voor de inrichting van het rivierengebied. Het heeft ook consequenties voor de berging van zoet water in het IJsselmeer en eventueel in de Zeeuwse en Zuid-Hollandse delta. Stijging van de zeespiegel dwingt tot aanpassing van de grote water/-stormvloedkeringen. Kortom, als er geen aanvullende maatregelen worden genomen, zullen de kansen op overstromingen toenemen en komt de zoetwatervoorziening onder druk te staan. Dergelijke maatregelen werken door naar andere sectoren die van water afhankelijk zijn, zoals landbouw, scheepvaart en recreatie. Tegelijkertijd zullen onafhankelijk daarvan binnen deze sectoren zich ook ontwikkelingen voordoen. De zes kaarten aan de rechterzijde van de sheet geven de verwachte trends weer voor wonen & werken, natuur, scheepvaart, recreatie, landbouw en energie (kaarten ontleend aan onderzoeksproject ‘Nederland in zicht’). De klimaatverandering stelt ons land dus voor grote aanpassingsopgaven die niet zonder consequenties kunnen blijven voor de inrichting van ons land. Tegelijkertijd is het cruciaal dat ons land ook in tijden van klimaatverandering aangenaam bewoonbaar blijft en dat er ruimte blijft voor wonen, werken, verplaatsen, voedselproductie, energieopwekking, recreatie, natuur etc. We staan hier dus voor een opgave die we gezamenlijk moeten aanpakken en dan vanuit een integrale visie waarmee Nederland eeuwen vooruit kan en die kansen benadrukt. landbouw energie Het Deltaprogramma 6 juli 2009

Advies Deltacommissie: De dreiging is niet acuut, maar de opgave voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening is wel urgent! Aanbevelingen: inhoudelijke aanbevelingen: Deltaprogramma politiek-bestuurlijke aanbeveling: Deltawet, Deltafonds, Deltaregisseur Het kabinet heeft derhalve de Deltacommissie -een Staatscommissie onder voorzitterschap van prof.dr. C.P. Veerman- gevraagd advies uit te brengen over de bescherming van Nederland tegen de gevolgen van klimaatverandering. Daarbij gaat het om de vraag hoe Nederland zo ingericht kan worden dat het ook op de zeer lange termijn klimaatbestendig is, veilig tegen overstromingen en een aantrekkelijke plaats is en blijft om te leven: wonen, werken, recreëren en investeren. De hoofdboodschap van de Deltacommissie is: de dreiging is niet acuut, maar de opgave voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening is wel urgent. Nederland heeft een achterstand in te lopen omdat niet wordt voldaan aan de huidige geldende normen voor bescherming tegen overstromingen. Bovendien zijn de normen achterhaald. De Deltacommissie heeft geadviseerd om de normen voor waterveiligheid naar boven bij te stellen. Daarnaast komt de zoetwatervoorziening van Nederland onderdruk te staan door een stijgende zeespiegel, afnemende rivierafvoeren in de zomer, langduriger droogteperioden en indringend zout water via de rivieren en het grondwater. De Deltacommissie heeft een toekomstvisie ontwikkeld die reikt tot na 2100. Omdat actie nu noodzakelijk is voor het verhogen van het veiligheidsniveau heeft de Deltacommissie een samenhangend pakket van aanbevelingen voor de korte en middellange termijn geformuleerd. Deze aanbevelingen leggen de nadruk op het kunnen mee-ontwikkelen met klimaatverandering en andere ecologische processen. Met de uitvoering ervan is Nederland in staat de effecten van klimaatverandering beter op te vangen en nieuwe kansen te creëren. Voor de uitvoering van de inhoudelijke aanbevelingen stelt de Commissie voor een Deltaprogramma op te stellen (de kaart op de sheet geeft het overzicht van de voorgestelde maatregelen in het Deltaprogramma). De politiek-bestuurlijk aanbeveling geeft aan dat het Deltaprogramma financieel (Deltafonds) en politiek-bestuurlijk moet worden verankerd in een Deltawet. Tevens adviseert de Deltacommissie om een Deltaregisseur te benoemen die de nationale opgaven voor de komende 100 jaar vertaalt naar regionale opgaven voor de eerstvolgende 25 jaar. Het Deltaprogramma 6 juli 2009

Deltawet Deltawet bevat op hoofdlijnen: aard en omvang Deltaprogramma taken en rollen Deltaregisseur Deltafonds Deltawet is randvoorwaardelijk voor inhoudelijke uitwerking Deltaprogramma Planning: Na zomerreces: Ministerraad, daarna ontwerp naar Raad van State Najaar: advies Raad van State Eind 2009: indiening Tweede Kamer In haar reactie heeft het kabinet aangegeven dat ze in 2009 met een ontwerp van een Deltawet komt. Op deze wijze kunnen de continuïteit en samenhang van de aanpak ook op langere termijn worden geborgd. Deze wet zal de volgende onderwerpen bevatten: aard en omvang voor het Deltaprogramma, de taken en rollen van de Deltaregisseur en de wijze waarop een solide financiële basis geregeld wordt. In het aanvullende beleidsakkoord dat het kabinet op 25 maart jl. heeft bereikt, is opgenomen dat er vanaf 2020 een Deltafonds wordt opgericht met tenminste een voeding van 1 miljard euro per jaar. De financiën voor het Deltaprogramma worden in de volegnde sheet behandeld. Het streven is om het concept van het wetsvoorstel in de maand juli ter consultatie aan partijen voor te leggen. Het betreft de Unie van Waterschappen, het InterProvinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Overlegorgaan Water en Noordzee-aangelegenheden, de Adviescommissie Water, Commissie van Advies inzake de Waterstaatstaatswetgeving, de Raad voor de financiële verhoudingen. Tevens de wet worden getoetst op: uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid, bedrijfseffecten, milieueffecten, administratieve lasten en door Justitie. Na verwerking van de reacties en adviezen kan het wetsontwerp na het zomerreces worden vastgesteld door de Ministerraad en naar de Raad van State worden gestuurd. Indiening van de Deltawet in de Tweede Kamer is naar verwachting eind dit jaar. Het Deltaprogramma 6 juli 2009

Financiering - Deltafonds Wat? Financiering van maatregelen en voorzieningen waterveiligheid en zoetwatervoorziening (incl. inpassingskosten) Nationale projecten en regionale werken die daar onlosmakelijk mee verbonden zijn (nationaal belang) Voorstel Deltawet: experimenteren met integrale bekostiging zodra de financiële ruimte dit toelaat Hoeveel? Vanaf 2020 tenminste € 1 miljard uit het Infrafonds Tot 2020: overheveling reeds tot 2020 gereserveerde VenW-budgetten voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening Zoeken naar additioneel budget Om de uitvoering van het Deltaprogramma mogelijk te maken heeft het kabinet in het aanvullend beleidsakkoord van 25 maart 2009 de instelling van een Deltafonds aangekondigd. In het aanvullend beleidsakkoord is opgenomen dat het Deltafonds vanaf 2020 met tenminste € 1 miljard uit het Infrafonds wordt gevoed. Uit het Deltafonds worden de maatregelen en voorzieningen van het Deltaprogramma op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening bekostigd. Op basis van de bestaande regels maken kosten voor inpassing van deze maatregelen onderdeel uit van de projectkosten. Ook de inpassingskosten worden dus bekostigd uit het Deltafonds. Voor de bekostiging van bijkomende maatregelen op andere beleidsterreinen (zoals natuur, milieu, stedelijke vernieuwing), die voortvloeien uit de integrale aanpak van het Deltaprogramma, ligt dit anders. In de huidige situatie vindt bekostiging van deze maatregelen plaats uit de sectorale budgetten van de betreffende departementen. Het is de verwachting van het kabinet dat integrale bekostiging (d.w.z. alle uitgaven uit het Deltafonds en niet langer via sectorale budgetten) kan bijdragen aan de voortvarende aanpak van het Deltaprogramma. Een belangrijke voorwaarde voor integrale bekostiging is een langjarige afspraak over additionele voeding van het fonds. Het Deltafonds wordt vooralsnog (ook na 2020) uitsluitend gevoed met geld van de begroting van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Deze middelen zijn tot 2020 al volledig belegd in de lopende programma’s. Vanwege deze beperking is er in het voorstel voor de Deltawet gekozen voor een Deltafonds uitsluitend voor de “wateruitgaven” van het Deltaprogramma.   Desondanks is er bij de ministers van VenW, VROM en LNV de wens om op kleine schaal te experimenteren met integrale bekostiging van samenhangende maatregelen op het gebied van water, natuur en ruimtelijke kwaliteit, zodra de financiële ruimte dit toelaat. Zo kan op beperkte schaal ervaring opgedaan worden met de veronderstelde voordelen van integrale bekostiging. Hiertoe is een mogelijkheid in de wet opgenomen. Gezien de vooralsnog ontoereikende omvang van het Deltafonds zal deze mogelijkheid pas benut kunnen worden indien additioneel budget hiervoor van andere departementen beschikbaar komt. Het Deltaprogramma 6 juli 2009

Het Deltaprogramma en het Nationaal Waterplan 3 sept. 2008: Advies Deltacommissie 12 sept. 2008: Kabinetsreactie op hoofdlijnen 22 dec. 2008: Nadere uitwerking in Ontwerp Nationaal Waterplan (NWP) Eind 2009: Definitief NWP Deltawet Concept Deltaprogramma NWP verankert beleid, Deltaprogramma voert uit én agendeert voor volgende NWP De Deltacommissie 2008 heeft haar advies vorig jaar op 3 september aan het kabinet gepresenteerd. Binnen anderhalve week heeft het kabinet haar reactie op het advies in hoofdlijnen gegeven. Het kabinet heeft deze samenhangende visie onderschreven en heeft het advies als uitgangspunt genomen voor nadere uitwerking. Deze nadere uitwerking heeft plaatsgevonden in het eerste Ontwerp Nationaal Waterplan, het voorgenomen kabinetsbeleid ten aanzien van water welke is eind december 2008 gepubliceerd. De snelheid waarmee het Kabinet op het advies heeft gereageerd, zowel qua kabinetsreactie als opname in het ontwerp NWP onderschrijft het belang van het advies. Het Nationaal Waterplan (NWP) is het formele rijksplan voor het nationale waterbeleid. In de Waterwet is vastgelegd dat het rijk dit plan eens in de zes jaar opstelt. Het is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande Nota’s Waterhuishouding. Het ontwerp Nationaal Waterplan wordt naar verwachting eind 2009 vastgesteld. Op basis van de Wet Ruimtelijke Ordening is het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten tevens structuurvisie. Het Nationaal Waterplan schetst het beleid en bijbehorende uitvoeringsmaatregelen voor de volledige breedte van het waterbeheer. De onderdelen waterveiligheid en zoetwatervoorziening worden in het Deltaprogramma integraal (in gebieden) verder uitgewerkt en uitgevoerd. De relatie tussen het NWP en het Deltaprogramma heeft het karakter van ‘haasje over’. Het NWP verankert het beleid. Dit beleid wordt verder geconcretiseerd in het Deltaprogramma. Het Deltaprogramma zal op zijn beurt weer zorgen voor strategische agendering van onderwerpen in het volgende NWP. Het Deltaprogramma 6 juli 2009

Deltaprogramma Doelen: - inhoud: waterveiligheid en zoetwatervoorziening - Proces: daadkrachtige en integrale uitvoering Deelprogramma’s: Drie generieke deelprogramma’s : Waterveiligheid incl. Buitendijks VenW Nieuwbouwplannen en herstructurering VROM Nieuw: zoetwatervoorziening VenW Zes gebiedsgerichte deelprogramma’s: Kust VROM en VenW Wadden LNV Zuidwestelijke Delta LNV Rivieren VenW Rijnmond/Drechtsteden VROM en VenW IJsselmeer VenW Let op: de sheet wordt dmv klikken opgebouwd. De twee inhoudelijke doelen van het Deltaprogramma zijn waterveiligheid en zoetwatervoorziening. De Deltacommissie gaf al aan dat de opgave urgent is. Het is derhalve cruciaal dat het Deltaprogramma daadkrachtig wordt uitgevoerd. Daarnaast biedt de aanpak van de opgaven op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening kansen ook om andere belangen en functies, zoals natuur en ruimtelijke kwaliteit verder te ontwikkelen of te verenigen. Uitdaging is dan ook om steeds als dit tegen redelijke kosten mogelijk is, die oplossingen tot ontwikkeling te brengen die brede maatschappelijke meerwaarde bieden. In het Deltaprogramma wordt dan ook gestreefd naar integrale uitvoering. Het Deltaprogramma bestaat uit verschillende deelprogramma’s en die bestaan weer uit Deltaprojecten. De aanbevelingen van de Deltacommissie worden ‘deelprogramma’s’ binnen het Deltaprogramma. Binnen een deelprogramma kunnen verschillende Deltaprojecten bestaan. Het Deltaprogramma bestaat uit in totaal 9 deelprogramma’s: 3 generieke of landelijke deelprogramma’s en 6 gebiedsgerichte deelprogramma’s. Onder de generieke deelprogramma’s valt het doen van onderzoek, het ontwikkelen van algemene kaders wat kan leiden tot een beleidsstandpunt. De gebiedsgerichte deelprogramma’s zijn uiteindelijk gericht op uitvoering van maatregelen. Ten opzichte van het advies van de Deltacommissie is er 1 generiek/landelijk deelprogramma toegevoegd, nl. zoetwatervoorziening. De Deltacommissie nam zoetwatervoorziening mee in de gebieden en met name het IJsselmeergebied en was van mening dat zoetwater overal geleverd zou moeten worden maar dat dit wel een prijs heeft (euro's.) In het Nationaal Waterplan is dit enigszins genuanceerd en is een tweesporenbeleid opgenomen. Enerzijds moet de zoetwaterverdeling zo optimaal mogelijk geregeld worden, maar anderzijds moet er ook ingezet worden op adaptief omgaan met zoet water, dus zuinig zijn met zoet water, regionale zelfvoorzienendheid, overgaan op andere teelten. Daarom is er apart deelprogramma benoemd om beleid te ontwikkelen voor de landelijke zoetwatervoorziening. Vanuit mede-eigenaarschap van het kabinet is er per deelprogramma een ‘trekkend bewindspersoon’ benoemd, deze staan op de sheet vermeld achter elk deelprogramma. Deze bewindspersoon is de procesverantwoordelijke voor (de voortgang van) het deelprogramma. Dit betekent niet dat de trekkende bewindspersoon ook de inhoudelijk verantwoordelijkheid overneemt; de huidige verantwoordelijkheidsverdeling tussen de bewindspersonen blijft gehandhaafd. Het Deltaprogramma 6 juli 2009

Opstartfase Deltaprogramma (tot najaar 2009) Vasthouden momentum en bewustzijn Processen in deelprogramma’s op stoom: Opdracht voor de zomer en plan van aanpak na de zomer Organisaties opstarten Samenhangend werkplan voor de Deltaregisseur: Deltaprogrammaboek (o.a. projectenoverzicht en bestuurlijke besluitvormingskalender) Werkwijze Deltaprogramma (volgens Sneller&Beter) Sturing door Deltaregisseur (o.a. organisatie, basiswaarden, uitgangspunten, kennis en innovatie) Het kwartiermakersteam/de opstartfase van het Deltaprogramma heeft tot taak te zorgen voor een vliegende start door de Deltaregisseur en begint op stoom te raken. De voorziene producten van de opstartfase zijn: 1. Vasthouden momentum en bewustzijn Met verschillende partijen zijn gesprekken gevoerd en gepland over de opzet en aanpak van het Deltaprogramma. Naast persoonlijk contact zijn er nieuwsbrieven en internet voor een goede informatievoorziening. Een communicatiestrategie is in ontwikkeling. Op een brede bijeenkomst van 10 juni jl. is de stand van zaken van het Deltaprogramma en de deelprogramma’s toegelicht en besproken. 2. Processen in de deelprogramma’s op stoom Om te stimuleren dat de deelprogramma’s op stoom raken en blijven zijn met de direct betrokkenen van de deelprogramma’s (de zgn. operationele opdrachtgevers) verschillende bijeenkomsten geweest. Tijdens deze bijeenkomsten zijn o.a. de organisatie van de deelprogramma’s besproken (zie sheet 14). Momenteel ligt de focus op het opstellen de opdrachtomschrijving per deelprogramma. In het najaar zal hetzelfde gebeuren om te komen tot een plan van aanpak per deelprogramma. Ook wordt op dit moment het regionaal bestuurlijk overleg in overleg met de regio’s vormgegeven en de maatschappelijke participatie verder in gevuld. 3. Samenhangend werkplan Voor het Deltaprogrammaboek is de samenhang in de besluitvorming essentieel. Het ene deelprogramma is afhankelijk van of wordt mede bepaald door het andere. Dat is het unieke van het Deltaprogramma. Om hier zicht op te krijgen wordt een leertraject opgestart. Hier wordt in een aantal stappen toegewerkt naar de bestuurlijke agenda voor de komende 4 tot 6 jaar. De waterstaatkundige samenhang en besluitvormingsarrangementen spelen een rol in dit leertraject. De werkwijze voor het Deltaprogramma en de sturing door de Deltaregisseur zullen later in de presentatie worden toegelicht. Toelichting over kennis is aan het eind van de presentatie toegevoegd. Het Deltaprogramma 6 juli 2009

Samenhang Deltaprogramma Inhoudelijk: waterstaatkundig met andere beleidsterreinen (integraliteit) Procesmatig: samenhang in besluitvorming (nationaal en regionaal) De samenhang tussen de deelprogramma’s van het Deltaprogramma is groot. Dit is ook een belangrijke reden dat het één programma is en dat hier een belangrijke rol voor de toekomstig Deltaregisseur ligt. Er is een inhoudelijke en procesmatige samenhang te onderscheiden. Inhoudelijk vormt de waterstaatkundige samenhang de basis. De gebiedsgerichte deelprogramma’s van het Deltaprogramma vertonen een sterke onderlinge samenhang op nationaal niveau. Keuzes die in het ene gebied gemaakt worden, zijn van invloed op de uitwerking van een deelprogramma in een ander gebied. Ook de generieke deelprogramma’s, die onderdeel zijn van het Deltaprogramma, hebben consequenties voor de gebiedsgerichte deelprogramma’s. De keuze ten aanzien van strategische zoetwater­voorziening heeft bijvoorbeeld direct invloed het type maatregelen, hun omvang en timing voor het Ijsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta. Ditzelfde geldt ook voor de waterveiligheid. Er is natuurlijk ook veel samenhang met andere beleidsterreinen: tussen waterstaatkundige maatregelen enerzijds en ingrepen voor andere belangen, als natuur, ruimtelijke kwaliteit anderzijds, oftewel integraliteit. Een goed oog voor deze samenhang is belangrijk om een samenhangende besluitvorming voor te bereiden. Hierdoor is het mogelijk om kansen te zien en hobbels te omzeilen. Daarnaast is er samenhang in besluitvorming. Besluitvorming in het ene deelprogramma kan het andere deelprogramma sterk beïnvloeden. Zo kan bijvoorbeeld besluitvorming over het Volkerak-Zoommeer gevolgen hebben voor de scope van het deelprogramma zoetwatervoorziening. Dus de besluitvorming vindt primair op nationaal niveau plaats. Gevolg hiervan kan zijn dat gekozen wordt voor een oplossing die voor een afzonderlijke regio niet optimaal is. Ook is er samenhang in de besluitvorming met andere plannen en maatregelen. De samenhang in beeld krijgen is noodzakelijk, uitdagend en de enige manier om kwaliteit te leveren. Daarom wordt er in de opstartfase veel aandacht aan besteed. Het Deltaprogramma 6 juli 2009

Werkwijze deelprogramma’s Ministeriële Stuurgroep Deltaprogramma: uitgangspunt = MIRT-spelregelkader Bezien in hoeverre aanpassingen nodig zijn voor waterdomein Procedure Werken in een duidelijke fasering: verkenning, planuitwerking, realisatie Accent opstartfase Deltaprogramma: initiatief- en verkenningsfase Werkwijze Commissie Elverding: versnellen infrastructurele projecten door proces beter te doen. Volgens Sneller&Beter (vervolg Commissie Elverding) voor verkenningen: breed oriënteren en globale analyses; Geen vooraf vaststaande keuzes; brede participatie; ontwikkelrichting kan op voldoende draagvlak rekenen. Let op: de sheet wordt dmv klikken opgebouwd. Met de komst van het Deltafonds is het van belang dat er duidelijke spelregels komen. De MSD heeft dan ook besloten dat het MIRT-spelregelkader als uitgangspunt wordt genomen voor alle uitvoeringsgeoriënteerde activiteiten die onder het Deltaprogramma zullen worden gebracht. Hierbij wordt bezien in hoeverre aanpassingen nodig zijn voor het waterdomein. (ter info: het spelregelkader Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) beschrijft de belangrijkste processtappen voor projecten en programma’s in het ruimtelijke fysieke domein (wonen, werken, bereikbaarheid, water en natuur) om in aanmerking te kunnen komen voor een rijksbijdrage) Bovenstaande betekent onder meer qua procedure dat er sprake is van een duidelijke fasering (initiatief, verkenning, planuitwerking, realisatie). Tijdens de huidige opstartfase van het Deltaprogramma zijn vooral de eerste twee fasen aan de orde: de initiatieffase en de verkenningsfase. In de deelprogramma’s zijn er ook projecten in de planuitwerkings- en realisatiefase. De verwachting is dat de laatstgenoemde projecten hun eigen dynamiek hebben en houden om vertraging te voorkomen. In het voorjaar 2008 heeft de Commissie Elverding (Sneller & Beter) de ministers van VROM en VenW geadviseerd over hoe infrastructurele projecten sneller kunnen worden gerealiseerd door het besluitvormingsproces beter te doen. Als vervolg op de Commissie Elverding is er een projectdirectie Sneller&Beter (VenW en VROM) in het leven geroepen. Volgens Sneller & Beter is het voor de initiatief- en verkenningsfase essentieel dat gestart wordt met het breed oriënteren en globale analyses zonder vooraf vaststaande keuzes, brede participatie en dat de ontwikkelrichting op voldoende draagvlak kan rekenen. Deze zijn ook belangrijk voor het Deltaprogramma. Nadere toelichting MIRT en Sneller&Beter is aan het eind van de presentatie toegevoegd.   Ook van toepassing op Deltaprogramma Het Deltaprogramma 6 juli 2009

Organisatiestructuur Deltaprogramma MSD MP M M CB M M Investerings- programma DR Bestuurlijke interactie rijk-regio: invulling door DR Deel- programma M Deel- programma M Deel- programma M Deel- programma M Let op: de sheet wordt dmv klikken opgebouwd. Ten behoeve van de sturing op samenhang en de prioriteitsstelling tussen deelprogramma’s zijn rollen weggelegd voor de Ministeriële Stuurgroep Deltaprogramma (MSD), de bewindspersonen in de MSD (M), de Coördinerend Bewindspersoon (CB) en de Deltaregisseur (DR). De MSD bereidt besluitvorming in de Ministerraad over het Deltaprogramma voor en staat onder voorzitterschap van de Minister-President (MP). De overige leden zijn de ministers van VROM, LNV, EZ, BZK, FIN, de staatssecretaris van VenW als Coördinerend Bewindspersoon en de Deltaregisseur. De DR bepaalt in overleg met de secretaris van de MSD de agenda. Zoals al eerder gemeld is vanuit mede-eigenaarschap van het kabinet per deelprogramma een trekkend bewindspersoon benoemd. De trekkend bewindspersoon vervult de rol van opdrachtgever voor het betreffende deelprogramma. Hierover straks meer. De CB is politiek verantwoordelijk voor de voortgang en samenhang (inhoudelijke consistentie) van het Deltaprogramma als geheel. De CB wordt in zijn/haar taak bijgestaan door de DR. De DR heeft als rol om op ambtelijk niveau en in de dagelijkse praktijk te sturen op de samenhang binnen het Deltaprogramma, de kwaliteit en de voortgang van (de deelprogramma’s van) het Deltaprogramma. De DR opereert neutraal met betrekking tot inhoud en organisatie en heeft toegang tot de bewindspersonen in de MSD. De DR stemt regelmatig af met de CB. Het voornaamste instrument waarover de DR beschikt is dat hij/zij op basis van voorstellen van de opdrachtgevers van de deelprogramma’s een totaal investeringsprogramma voor het Deltaprogramma opstelt. Het investeringsprogramma wordt in de MSD besproken en in de Ministerraad vastgesteld. Het schema toont het voorstel voor de rolverdeling binnen het rijk bij de aansturing van het Deltaprogramma. De organisatie van de bestuurlijke interactie Rijk-regio zal nader worden uitgewerkt door DR. Het Deltaprogramma 6 juli 2009

Organisatiestructuur deelprogramma’s Opdrachtgever; trekkende bewindspersoon Bestuurlijke organisatie; maatwerk per deelprogramma. Gaat om partnerschap en effectieve interactie rijk-regio (gemeente, waterschap, provincie) Programmaorganisatie; samengesteld uit deelnemers van verschillende overheden Maatschappelijke participatie; maatwerk. In zo vroeg mogelijk stadium betrekken Om te kunnen sturen op kwaliteit is het voor de Deltaregisseur belangrijk dat de organisatiestructuren voor de deelprogramma’s eenduidig zijn. Derhalve wordt de volgende organisatiestructuur voor de deelprogramma’s in de (voor)verkenningsfase voorgesteld: Er is een opdrachtgever in de persoon van de trekkende bewindspersoon. Voor het welslagen van het Deltaprogramma wordt de samenwerking met de regio (gemeenten, waterschappen en provincies) als cruciaal onderdeel gezien. Dit verhoogt ook de kansen op integraliteit. Daarom komt er een bestuurlijke organisatie die gericht is op een effectieve interactie tussen de regio en het rijk. Hiervoor geldt maatwerk per deelprogramma. Voor een effectieve interactie tussen rijk en regio voor de generieke deelprogramma’s zal het bestaande Nationaal Wateroverleg (NWO) worden benut. Er worden werk/programmaorganisaties gevormd die de verkenning zullen uitvoeren. Deze werkorganisaties worden zo mogelijk samengesteld uit medewerkers van gemeenten, waterschappen, provincies en rijk, kortom een gemengde organisatie Naast bestuurlijke samenwerking is maatschappelijke participatie essentieel voor een effectief Deltaprogramma en een daadkrachtige uitvoering daarvan. Ook hiervoor geldt maatwerk per deelprogramma. Belangrijk is partijen zo vroeg mogelijk in het proces te laten participeren en dat de partijen de juiste verwachtingen krijgen van wat er mogelijk is. Voor de generieke deelprogramma’s zal ondermeer het Overlegorgaan voor water- en Noordzeeaangelegenheden (OWN) een belangrijke rol spelen. Daarnaast zal het OWN nagaan of er ook ‘regionale OWNs’ voor de gebiedsgerichte deelprogramma’s gevormd kunnen worden. De operationeel opdrachtgever zorgt voor een redelijk doordachte opdrachtbeschrijving voor deze zomer. Hierin worden de rijksdoelen helder omschreven. Uit het bestuurlijke overleg volgt in hoeverre er aanvullende regionale doelen zijn. De programmaorganisatie maakt een redelijk doordacht plan van aanpak voor de rijks- en regiodoelen in het najaar. De maatschappelijke organisaties worden gevraagd te participeren in het vormgeven het plan van aanpak. Voor de invulling van de organisatiestructuur is gebruik gemaakt van onder meer de ervaringen met bijvoorbeeld Ruimte voor de Rivier, project Mainport Rotterdam (Maasvlakte II), Randstad Urgent. Het Deltaprogramma 6 juli 2009

Basiswaarden en uitgangspunten Om eenduidigheid in beelden en verwachtingen te krijgen In zekere zin zorgen ze voor de ziel van het programma Het is een basis voor het aansturen van het programma Basiswaarden: Solidariteit Flexibiliteit Duurzaamheid Uitgangspunten: Samenhang Consistentie Transparantie Een breed scala aan partijen is actief bij het Deltaprogramma betrokken. Ieder met zijn eigen beelden, wensen en verwachtingen. Om eenduidigheid in de beelden en verwachtingen te krijgen zijn als onderdeel van een heldere programmasturing door de Deltaregisseur de basiswaarden en uitgangspunten voor het Deltaprogramma beschreven. In zekere zin zijn ze de ziel van het Deltaprogramma. Ze vormen een basis voor het aansturen van het programma. De basiswaarden zijn de gedeelde waarden, “shared values” en geven aan hoe de bij het Deltaprogramma betrokken organisaties bij de inhoudelijke uitwerking van de doelen te werk willen gaan. Ze kunnen als baken dienen voor de vele keuzen die gemaakt moeten worden bij het doorlopen van het proces van een eerste verkenning tot aan de realisatie. Ze zullen worden gebruikt bij de beoordeling van potentiële Deltaprojecten. De basiswaarden zijn om solidariteit, flexibiliteit en duurzaamheid. De uitgangspunten maken sturing op programmaniveau mogelijk. Door eenduidige uitgangspunten te definiëren en te borgen wordt het gehaal van activiteiten binnen het programma tot een logisch geheel gesmeed. Ook wordt bijgedragen aan de efficiency en herkenbaarheid van het Deltaprogramma. De uitgangspunten geven vooral richting aan de processen in en rond het Deltaprogramma. De Deltaregisseur bewaakt de uitgangspunten. De uitgangspunten zijn bedoeld om te zorgen voor samenhang, consistentie en transparantie tussen en binnen de deelprogramma’s. De komende maanden zullen basiswaarden en uitgangspunten in brede kring besproken worden. De basiswaarden en uitgangspunten zullen in de memorie van toelichting van de Deltawet worden verankerd. Het is de bedoeling om de meest actuele stand van zaken steeds op te nemen in het Nationaal Waterplan. Nadere info is a/h eind van de presentatie toegevoegd Het Deltaprogramma 6 juli 2009

Hoe bijdragen aan de totstandkoming van het Deltaprogramma? Voor vragen over of bijdragen aan het Deltaprogramma: neem contact op met het kwartiermakersteam voor het Deltaprogramma (contactgegevens zie hieronder) Voor vragen over of bijdragen aan de deelprogramma’s: neem contact op met de gedelegeerd opdrachtgevers (zie overzicht in de flyer) Voor vragen over de Deltawet: neem contact op met DG Water, Lucia Luijten Voor vragen binnen eigen organisatie: contactpersoon is … Kwartiermakersteam voor het Deltaprogramma: Telefoon: 070 351 7873 E-mail: Deltaprogramma@minvenw.nl Internet: www.delta-programma.nl Het Deltaprogramma 6 juli 2009

Samen werken met water zodat Nederland voor toekomstige generaties veilig en aantrekkelijk kan blijven Toekomst? Dit is het einde van de presentatie. Na deze sheet is een aantal aanvullende sheets bijgevoegd, te weten: Toelichting MIRT, Sneller&Beter in relatie tot het Deltaprogramma (toelichting bij sheet 12) Herkenbare basiswaarden (nadere uitwerking bij sheet 15) Eenduidige uitgangspunten (nadere uitwerking bij sheet 15) Kennis (genoemd in sheet 10) Relatie met het BPRW . Frank Dekkers 17 Totstandkoming van het Deltaprogramma Het Deltaprogramma 3 april 2009 6 juli 2009

Toelichting MIRT en Sneller & Beter MIRT = Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport MIRT-spelregelkader: belangrijkste processtappen voor projecten en programma’s in ruimtelijk fysieke domein om in aanmerking te komen voor rijksbijdrage Procesontwerp Sneller & Beter: Toelichtende sheet bij sheet 12. Het MIRT bevat projecten en programma’s van VenW, VROM, EZ en LNV. Het MIRT-spelregelkader is een beschrijving van de belangrijkste processtappen voor projecten en programma’s in het ruimtelijke fysieke domein (wonen, werken, bereikbaarheid, water en natuur) om in aanmerking te kunnen komen voor een rijksbijdrage. De projectdirectie Sneller&Beter (VenW en VROM) is in het leven geroepen om het actieplan volgend uit het advies van de Commissie Versnelling Besluitvorming Infrastructurele Projecten (Commissie Elverding) te implementeren vóór eind 2010. Het doel van Sneller&Beter is infrastructuurprojecten te versnellen door het proces te verbeteren in termen van betere besluitvorming, (samen)werking, wetgeving en budgettering. Als uitwerking van het advies van de Commissie Elverding heeft de projectdirectie Sneller&Beter een Procesontwerp gemaakt. Het beschrijft de stappen in de besluitvormingsprocedure van infrastructuurprojecten, hoe deze stappen in te vullen en wat er voor nodig is. Het procesontwerp borduurt voort op het MIRT-Spelregelkader en gaat deels ook in op de ‘hoe’-vraag. Het procesontwerp kent vijf fasen (gelden voor alle projecten): - Initiatief: Doel is te bepalen welke problemen/kansen in aanmerking komen voor een verkenning; - Verkenning: Doel is te komen tot gedragen politiek bestuurlijke besluitvorming over de aanpak van een geconstateerd probleem, sectoraal dan wel integraal (kan ook besloten worden om niets te doen of het probleem niet met infrastructuur op te lossen), uitmondend in één voorkeursalternatief. - Planuitwerking: Doel is te komen tot een juridisch onherroepelijk projectbesluit. - Realisatiefase: Doel is te komen tot een bruikbaar infrastructureel werk. - Beheerfase: In deze fase wordt voor het infrastructurele werk een opleveringstoets uitgevoerd. Bij het aanpassen van het MIRT-spelregelkader voor het waterdomein wordt gebruik gemaakt van het procesontwerp. Het Deltaprogramma 6 juli 2009

Herkenbare basiswaarden Solidariteit * Minimale afwenteling naar toekomst en naar omgeving * Prioritering van maatregelen op basis van nationaal optimum * Nationale financiering voor maatregelen van nationaal belang Flexibiliteit Inhoud * Dimensionering en planning Deltaprojecten: aanpass. mogelijk * Waar mogelijk natuurlijke processen inzetten * Inhoudelijke uitgangspunten (scenario’s etc.) periodiek herzien Proces * Processen kunnen snel en eenvoudig worden aangepast * Gebiedsgerichte deelprogramma’s anticiperen op nieuw beleid Deze sheet geeft een toelichting bij sheet 15. Op deze sheet is samengevat hoe de basiswaarden zijn uitgewerkt. Waarom basiswaarden voor het Deltaprogramma benoemen? De doelen van het Deltaprogramma zijn alleen op hoofdlijnen beschreven. Er is gekozen voor terughoudendheid ten aanzien van het gedetailleerd uitwerken ervan. Het Deltaprogramma wil niet zozeer op middelen als wel op doelen sturen om maximale ruimte open te houden voor regionale maatwerkoplossingen en innovatieve methoden. Door in aanvulling op die doelen ook basiswaarden te benoemen wordt het speelveld wat verder ingekaderd. Middels het vaststellen van deze basiswaarden spreken de partijen onderling af dat ze bij het realiseren van de doelen ook rekening willen houden met een paar meer fundamentele waarden; het zijn de ‘shared values’ van de organisaties die bij het Deltaprogramma betrokken zijn. Waarden die de partijen onderling binden en waarvan het belang buiten kijf staat - maar die niet automatisch doorwerken tot in de uitvoeringsfase van de Deltaprojecten. Ze kunnen als baken dienen voor de vele keuzen die gemaakt moeten worden bij het doorlopen van het proces van een eerste verkenning tot aan de realisatie van grote werken. Dat deze waarden volwaardig meegenomen worden bij het opstellen van een plan van aanpak voor de verkenning - en later de planstudie – en bij de vormgeving en uitvoering van de Deltaprojecten is de verantwoordelijkheid van de trekkend bewindspersoon (de opdrachtgever voor dat deelprogramma). Duurzaamheid: bij uitvoering (KT) onderhoud en beheer (LT) * Efficiënt gebruik water, energie, andere grondstoffen * Kwaliteit leefomgeving wordt behouden of verbeterd * Minimale onrust (‘people’) en aandacht voor marktkansen (‘planet’) 19 Het Deltaprogramma 6 juli 2009 10 juni 2009 19 19

Eenduidige uitgangspunten Samenhang Inhoud * Waterstaatkundige samenhang en samenhang met andere beleidsterreinen (integraliteit) Proces * Samenhang in besluitvorming (tussen en binnen deelpr.) Consistentie Inhoud * Data, rekenmethodes, modellen. Bv. 6- jaarlijkse update KNMI- scenario’s, afspraken mbt extremen, kentallen en methodieken voor MKBA’s, hydrologische, econom. en demograf. modellen etc. Proces * opdrachtgever/nemer, projectorganisatie, rol bestuurders, rol maatschappelijke organisaties Deze sheet geeft een toelichting bij sheet 15. Op deze sheet is samengevat hoe de uitgangspunten zijn uitgewerkt. De uitgangspunten maken sturing op programmaniveau mogelijk. Door eenduidige uitgangspunten te definiëren en te borgen wordt het geheel van activiteiten tot een logisch geheel gesmeed en wordt bijgedragen aan de efficiency en herkenbaarheid van het Deltaprogramma. De uitgangspunten geven vooral richting aan de processen in en rond het Deltaprogramma. De Deltaregisseur bewaakt de uitgangspunten. Transparantie * Voortgang deelprogramma’s en deltaprojecten op website * Joint fact finding * Bijdragen maatregelen aan bereiken doelen inzichtelijk * Kalender beslismomenten plus uitslag op website 20 Het Deltaprogramma 6 juli 2009 10 juni 2009 20 20

Rollen Deltaregisseur tav kennis Kennis in het Deltaprogramma Rollen Deltaregisseur tav kennis Agenderen / programmeren extra kennisvragen agv opbouw en doelen/basiswaarden/uitgangspunten programma Inrichting kennisproces incl. joint fact finding Hoeder van lange termijn kennis Biedt gelegenheid tot afstemming van kennis Draagt bij aan de stabiliteit van de kennisbasis Kennis is in sheet 10 genoemd. Voor de Deltaregisseur (DR) zijn vooralsnog vijf rollen ten aan zien van kennis geïdentificeerd. Als eerste agendeert, en programmeert waar nodig, de DR de extra kennisvragen die ontstaan als gevolg van het samenvoegen van lopende en nieuwe beleidsontwikkelings- en uitvoerings-programma’s tot één programma. Het gaat daarbij met name om de kennisvragen die verband houden met het streven naar integraliteit en samenhang, en met de basiswaarden van het Deltaprogramma (solidariteit, flexibiliteit en duurzaamheid). Als tweede rol zal de DR naar verwachting het kennisproces in binnen het Deltaprogramma als geheel inrichten. Hij/zij geeft aan op welke momenten wat van welke partijen wordt verwacht om tijdig de juiste kennis op de juiste plaats te krijgen. Het gaat daarbij nadrukkelijk niet alleen om het genereren van nieuwe kennis – ook het benutten en behouden van ontwikkelde kennis wordt van groot belang geacht. Ook de implementatie van joint fact finding als werkmethode voor het gezamenlijk genereren van kennis is belangrijk. Momenteel wordt aan een voorstel voor de inrichting van het kennisproces gewerkt. Ten derde maakt de DR inzichtelijk welke onderzoekstrajecten bijdragen aan welke onderdelen van het Deltaprogramma. Hij/zij heeft daarbij ook aandacht voor lange termijn kennis. Naast de onderzoeken die nu, volgend jaar of het jaar daarna uitgevoerd worden voor de voorbereiding en implementatie van beleid en uitvoeringsprogramma’s zal ook in beeld worden gebracht welke (meerjarige) onderzoekstrajecten zich richten op de meer strategische vraagstukken. De Raad voor Deltaonderzoek zal hierin een belangrijke plaats innemen. In de vierde plaats zal de DR gelegenheid bieden tot afstemming. Er zijn veel kennisvragers – binnen ieder van de generieke en gebiedsgerichte deelprogramma’s, bij de daarbij betrokken bestuurders en bewindspersonen en bij de Deltaregisseur zelf. Er is ook een breed scala aan kennisaanbieders. Daarnaast bestaan veel agenderende en meerdere programmerende instanties. Hier centraal de regie op voeren is niet mogelijk en niet wenselijk. Wel is het van belang dat partijen van elkaar weten welke kennisvragen er leven en welke onderzoeken lopen dan wel gepland zijn. Ten behoeve van die onderlinge afstemming zal de Deltaregisseur periodiek (bv jaarlijks) bijeenkomsten organiseren. Tot slot zal de DR bijdragen aan de stabiliteit van de kennisbasis. Voortschrijdend inzicht is een groot goed. Maar een te frequente bijstelling van plannen werkt contra-productief. Door afspraken te maken met kennisinstituten ten aanzien van het periodiek (maar niet continu) up-daten van de kennisbasis onder het Deltaprogramma – bijvoorbeeld de klimaatscenario’s – wil de Deltaregisseur bijdragen aan de effectiviteit en efficiëntie van de werkzaamheden die in het kader van het Deltaprogramma worden uitgevoerd. Bovenstaande rollen zullen de komende maanden verder worden uitgewerkt. Daarnaast zal een voorstel ontwikkeld worden voor de inrichting van het kennisproces. Met de komst van de Deltaregisseur zullen de rollen pas definitief worden bepaald. 21 Het Deltaprogramma 6 juli 2009 21 21