Wet van 5 mei 2014 betreffende de internering Katelijne Seynnaeve Coördinator extern zorgcircuit internering Een beter begrip van het wettelijk kader laat toe een beter zicht te hebben binnen welk kader er gewerkt wordt, wat de mogelijkheden en de beperkingen zijn. In deze presentatie wil ik niet enkel de focus leggen op de tenuitvoerlegging van de internering in detentie, maar ook op de trajecten en de modaliteiten, alsook het verloop hiervan.
Wetgevend kader internering Tot 1 oktober 2016: Wet van 9 april 1930, herzien door de Wet van 1 juli 1964 Nood aan een nieuwe interneringswet: - aangepast aan de evolutie van de wetenschappelijke kennis inzake psychiatrie, criminologie en strafrecht - een verplichte psychiatrische expertise - een forse uitbreiding van de rechtswaarborgen - meer transparante procedures Er is een “nieuwe” wetgeving, wat wil zeggen dat er reeds een interneringswet bestond, m.n. de wet van 1930 die in 1964 werd herzien (o.m. dat interneringsmaatregel van onbepaalde duur werd).
Wetgevend kader internering Wet van 21 april 2007 werd nooit uitgevoerd: - eerder logge en statische procedures - niet afgestemd op een interneringtraject en het verloop van een gepaste behandeling binnen een zorgcircuit sterke vertraging van de doorstroming van geïnterneerden uit de gevangenissen en in het externe zorgcircuit Wet van 5 mei 2014, tot 1 oktober 2016 niet in uitvoer: reparatie wegens onvolkomenheden: Wet van 4 mei 2016 Reparatie na de uitvoering in: Wet van 6 juli 2017 en in Wet van 5 mei 2019 Vernietiging van enkele bepalingen door het Grondwettelijk Hof in arrest van 28 juni 2018 Wat voorafging aan de huidige interneringswet… Na 1 jaar toepassing van de nieuwe interneringswet werd overgegaan tot een eerste evaluatie met de actoren uit de praktijk. Daartoe werd een multidisciplinaire werkgroep opgericht, wiens verbetervoorstellen zijn opgenomen in de wet van 5 mei 2019 .
Nieuwe wetgeving internering Operationeel sinds 1 oktober 2016 Grote pijlers: Recht op zorg (op maat) – evenwicht care en risk Drempel (niet voor “lichte” feiten) ~ focus schending fysieke en/of psychische integriteit van derden Verplichte psychiatrische expertise Voltijds, multidisciplinair rechtscollege Transparante procedures – meer rechtswaarborgen Expliciete rol slachtoffer De krachtlijnen waarop deze wet gebaseerd is, staan hier opgelijst. In de vorige wet was er onvoldoende aandacht voor het recht op zorg van de geïnterneerde en leek voornamelijk de beveiliging van de maatschappij te primeren. Nu staat het recht op zorg expliciet in de wet ingeschreven. Op het “recht op zorg”, de verplichte psychiatrische expertise en het voltijds multidisciplinair rechtscollege zullen we straks dieper ingaan. “Drempel” die werd ingevoerd: kritiek op de vorige wet was ook dat sommige geïnterneerden soms heel lang geïnterneerd bleven, de maatregel is immers van onbepaalde duur, maar voor vrij “lichte” feiten geïnterneerd waren (vb. fietsdiefstallen) en dat dit niet echt in verhouding stond t.o.v. de gepleegde delicten. Indien men voor dergelijke feiten veroordeeld zou zijn geweest tot een effectieve gevangenisstraf, was men al lang vrij t.o.v. de duur van sommige interneringstrajecten. Transparante procedures: voorheen was er weinig rechtszekerheid, zo was er geen vastgelegde proeftermijn voor een VOP bepaald (de ene CBM hanteerde een proeftermijn van 3 jaar, de andere CBM van 5 jaar). De proeftermijn IOP ligt nu wél wettelijk vast. Ook de herroepingsgronden zijn nu duidelijk in de wet gedefinieerd zodat er geen willekeur kan bestaan. Keerzijde van de medaille, van het hanteren van procedures en termijnen is dat de wet soms ervaren wordt als te rigid en te weinig flexibiliteit in bepaalde situaties toelaat. Er is getracht geworden hieraan tegemoet te komen door middel van de hoogdringendheidsprocedures en de mogelijkheden in het kader van een schorsing of herziening, maar daarover straks meer. De slachtoffers krijgen nu een wettelijk verankerde positie
Doelstellingen veiligheidsmaatregel, geen straf bescherming van de maatschappij zorgverstrekking maatschappelijke re-integratie
Inhoudstabel Gerechtelijke fase van de internering Uitvoeringsfase van de internering Definitieve invrijheidstelling Gelijktijdige tenuitvoerlegging van internering en veroordeling tot vrijheidsstraf Internering van veroordeelden Cassatieberoep
I. Gerechtelijke fase van de internering
Gerechtelijke fase Parket Sepot Minnelijke schikking Bemiddeling Veroordeling Vrijspraak Verplichte bijstand door advocaat Vaststelling Misdrijf + Vermoeden geestes-stoornis Parket Vonnis-gerecht Internering Verplicht Psychiatrisch deskundigen-onderzoek Gerechtelijk onderzoek Onderzoeks-gerecht Zoals in dit schema te zien is, zijn er verschillende mogelijkheden. We zullen deze niet in detail bespreken want dat zou ons te ver leiden, maar van belang is dat, anders dan bij veroordeelden tot een effectieve gevangenisstraf, men ook geïnterneerd kan worden door onderzoeksgerechten (raadkamer en de kamer voor inbeschuldigingsstelling), er dient immers geen strafmaat bepaald te worden (cfr. vonnisgerechten). Van belang is ook dat de persoon verplicht wordt bijgestaan door een advocaat en dit omwille van zijn kwetsbaarheid qua profiel. - In de vorige wet was er omzeggens steeds een psychiatrisch deskundigenonderzoek, maar dit werd niet als een verplichting in de wet opgenomen. In de huidige wet wel, wat logisch is als de geestestoestand aan de basis ligt van een interneringsmaatregel. Buitenvervolging-stelling
Rechterlijke beslissing tot internering Door de onderzoeksgerechten en de vonnisgerechten Verplichte bijstand of vertegenwoordiging door advocaat
Toepassingsgebied misdaad of wanbedrijf die de fysieke of psychische integriteit van derden aantast of bedreigt + geestesstoornis + gevaar van plegen van nieuwe feiten = internering Om geïnterneerd te kunnen worden, moet aan een aantal cumulatieve voorwaarden voldaan zijn: 1) misdaad of wanbedrijf met aantasting of bedreiging fysieke of psychische integriteit van derden (zoals gezegd slechts mogelijk voor meer ernstige feiten, persoonsdelicten zoals levensdelicten, zedenfeiten, slagen en verwondingen en in het geval van vermogensdelicten en allerhande vormen van overlast dient er een aantasting of schending te zijn van de integriteit van derden); 2) op het ogenblik van het onderzoek geestesstoornis (oorzakelijk verband) met feiten wordt in de expertise onderzocht; 3) gevaar t.g. daarvan (ev. Met andere risicofactoren) opnieuw feiten plegen. - Er moet dus vastgesteld worden of er sprake is van een geestesstoornis die het oordeelsvermogen of de controle over de daden heeft tenietgedaan of ernstig heeft aangetast. Er moet nagegaan worden of de persoon al dan niet toerekeningsvatbaar is, m.n. of de feiten hem/haar kunnen worden toegerekend, in die zin dat ze op basis van de vastgestelde geestesstoornis niet « wetens » en « willens » tot de feiten zijn overgegaan of de consequenties van de handeling goed konden inschatten. - In de praktijk valt dit grosso modo in een tweetal groepen uiteen: psychiatrische problematieken en mentale handicap.
De rechter beoordeelt de situatie op het ogenblik van de beslissing Ogenblik van de feiten Ogenblik van de beoordeling beslissing normale geestestoestand geestesstoornis internering vrijspraak
Psychiatrisch deskundigenonderzoek Misdaad/wanbedrijf + vermoeden geestesstoornis gevangenis (voorlopige hechtenis) verblijfplaats/inrichting VERPLICHT Forensisch psychiatrisch deskundigenonderzoek - Het psychiatrisch onderzoek kan plaatsvinden in de gevangenis (in geval van detentie, dus i.k.v. de voorhechtenis) of daarbuiten (al dan niet onder het statuut van een vrijheid onder voorwaarden, al dan niet in een zorginstelling) - Er vinden gesprekken plaats, er kan psychologische testing gebeuren, het kan soms in college met meerdere psychiaters en/of ook met bijstand van andere disciplines zoals een ortho-agoog, psycholoog (cfr. Testing), maar de expertise gebeurt steeds onder de leiding van een psychiater.
Kwalitatieve verbeteringen 5 wettelijke vastgelegde vragen Vastgelegd model voor verslag Specifieke opleiding forensisch psychiater (M.B. 28/10/2015 ~ overgangsbepaling) Mogelijkheid tot college van deskundigen of met bijstand van andere gedragswetenschappers Beveiligd klinisch observatiecentrum: 2020? Enkel mogelijk indien deskundige noodzaak hiertoe heeft aangegeven – i.g.v. voorlopige hechtenis - max. 2 maanden Tegensprekelijk: bijstand arts naar keuze en advocaat + schriftelijke inlichtingen van zorgverlener van zijn keuze aan deskundige(n) overmaken
5 wettelijk vastgelegde vragen aan de deskundige: 1) Geestesstoornis tijdens feiten én deskundigenonderzoek? Aantasting oordeelsvermogen en/of controle over daden aangetast of tenietgedaan? 2) Mogelijk oorzakelijk verband geestesstoornis en feiten? 3) Gevaar van opnieuw plegen van « gelijkaardige » feiten? 4) Mogelijke begeleiding en behandeling, welke? 5) Bij bepaalde seksuele delinquenten: noodzaak gespecialiseerde behandeling of begeleiding? SD: “hands on” (aanranding en verkrachting) zowel op meerder- als minderjarigen, “hands off” (openbare zedenschennis) enkel op minderjarigen.
Mogelijkheden tussen de interneringsuitspraak en de uitvoering van de internering Onmiddellijke opsluiting (steeds mogelijk) Maatregelen voor diegenen in detentie, onder aanhoudingsbevel o.v.v. ET of in VOV i.k.v. de voorhechtenis: - Onmiddellijke opsluiting - hechtenis wordt (verder) uitgevoerd onder ET - in vrijheid laten of stellen, al dan niet onder voorwaarden (VOV) Aan de onderzoeks- of vonnisgerechten die zich uitspreken over de internering wordt de mogelijkheid geboden om een persoon vrij te stellen al dan niet met voorwaarden, niet alleen wanneer deze persoon is opgesloten (voorlopige hechtenis – onmiddellijke aanhouding) maar ook in de situatie waarin de persoon reeds eerder in de procedure in vrijheid is gesteld onder voorwaarden of zijn hechtenis ondergaat onder elektronisch toezicht. Op deze manier kunnen eerder opgelegde voorwaarden verder worden opgevolgd in de periode tussen de beslissing tot internering en de eerste beslissing van de KBM. Deze laatste bepalingen, o.m. ET, werden ingevoerd door de Wet van 5 mei 2019. De termijn voor de eventuele voorwaarden is vrij te bepalen door de rechter met een maximumduur tot de eerste zitting van de KBM.
Mogelijkheid tot voorlopige aanhouding in: - annexe - ABM/IBM - FPC KBM beslist binnen 7 werkdagen na opsluiting over handhaving VA Beslissing tot handhaving is geldig gedurende 1 maand waarbinnen de zaak voor de KBM komt Tevens zijn conform de wet op de voorlopige hechtenis toezichts- en controlemogelijkheden in de wet ingeschreven: toezicht door de justitiehuizen en politiediensten en bij niet-naleving van de voorwaarden de mogelijkheid voor de rechter om een bevel tot aanhouding uit te vaardigen.
II. Uitvoeringsfase van de internering Actoren Uitgangspunten Uitvoeringsmodaliteiten - sleutelmomenten Opvolging en controle Herroeping, herziening en schorsing Voorlopige aanhouding
1. Actoren Openbaar ministerie Advocaat Kamer bescherming maatschappij Geïnterneerde Directeur / Verantwoordelijke zorg We zullen het schema kort overlopen, want gaan seffens dieper in op alle aspecten. Zodra de persoon geïnterneerd wordt, start de uitvoering van de internering. KBM: Zoals er een rechtbank is die beslist tot de internering, is er ook een rechtbank die beslist waar de internering wordt uitgevoerd en welke modaliteiten worden toegekend, maar daarover straks meer. De KBM kan zich tevens begeven naar de plaats waar de internering wordt uitgevoerd en zich vergewissen van de situatie waarin de geïnterneerde verkeert. OM bij de KBM: enerzijds adviseren over de plaats waar de internering wordt uitgevoerd/adviesverlening i.k.v. onderzoek naar toekenning van uitvoeringsmodaliteiten van de internering, anderzijds staat het OM ook in voor de opvolging en de controle van modaliteiten, eens toegekend door de KBM en kan het OM ingrijpen wanneer het fout loopt. Advocaat: net zoals zijn rol i.k.v. de gerechtelijke fase o.w.v. de kwetsbaarheid van de geïnterneerde, anders dan bij veroordeelden aangezien zij geacht worden hun belangen en zichzelf beter te kunnen verdedigen voor een rechtbank. De KBM kan, op gemotiveerd verzoek, toestaan dat de geïnterneerde persoon zich laat vertegenwoordigen door een advocaat. Deze formulering laat de nodige flexibiliteit en appreciatie toe om te oordelen, in het belang van de geïnterneerde en rekening houdend met diens toestand, een regeling waaraan in de praktijk nood bleek, door wetswijziging ingevoerd door de Wet van 5 mei 2019. Afhankelijk van de verblijfplaats van de GI en het statuut waaronder hij/zij er verblijft, wordt er advies verleend of wordt er gerapporteerd door de directeur of de verantwoordelijke voor de zorg. De directeur – dan verblijft de GI in een gevangenissetting – of de verantwoordelijke voor de zorg – dan verblijft de GI onder het statuut van plaatsing in een setting buiten de gevangenis, maar hierop gaan we straks dieper in. De justitie-assistent heeft een belangrijke rol i.k.v. de opvolging en de controle van toegekende modaliteiten. Op een zitting voor de KBM wordt de GI dus bijgestaan door zijn advocaat en zelfs vertegenwoordigd i.k.v. de medische exceptie, dus indien er vragen of thema’s worden behandeld die een nadelig effect kunnen hebben op zijn geestestoestand. Dit kan enkel op advies van de behandelend psychiater en na goedkeuring van de voorzitter van de KBM. - Op de eerste zitting van de KBM, dus bij aanvang van het interneringstraject, kan de GI ook vanuit vrijheid verschijnen. Er dient verslaggeving te worden opgemaakt om richting te kunnen geven aan een interneringstraject, daarvoor hebben de actoren die een advies dienen uit te brengen in de praktijk doorgaans zo’n 2 maanden tijd. Indien de GI in detentie verblijft, gaat dit over de psychosociale dienst en de gevangenisdirecteur, indien de GI buiten de gevangenismuren verblijft, dan gaat dit over de justitie-assistent. Justitie-assistent
Kamer voor de Bescherming van de Maatschappij Voltijds rechtscollege, enkel voor interneringszaken Belang van multidisciplinariteit: magistraat assessor klinisch psycholoog assessor sociale re-integratie ~ doorgaans beslissingen van de voltallige kamer, ook bij hoogdringendheid voor de meeste modaliteiten In de vorige wet was de beslissingsinstantie i.k.v. de uitvoering van de internering de Commissie voor de Bescherming van de Maatschappij. Dit was een administratief rechtscollege, geen rechtbank, en was geen voltijds rechtscollege (cfr. “bijjob”). Voor wat de KBM betreft blijkt het belang dat aan internering wordt gehecht uit het feit dat: 1) het nu gaat om een voltijds rechtscollege; 2) dat multidisciplinair is samengesteld, om borg te staan voor weldoordachte beslissingen, met kennis van zaken; 3) bijna alle beslissingen worden samen genomen, wat logisch is als de multidisciplinariteit van belang wordt geacht (enkel voorzittersbeslissingen i.g.v. erkenning slachtoffer voor bepaalde categorieën (direct en legitiem belang), bepaalde punctuele uitgaansvergunningen vb. voor een medisch onderzoek, verlof bij hoogdringendheid) en (al dan niet gedeeltelijk) ontzeggen van dossierinzage). - Er was discussie over het feit dat er in de KBM, in tegenstelling tot de CBM, geen psychiater meer zit. Sowieso is er nu een verplichte psychiatrische expertise die aan de internering en facultatief aan de definitieve invrijheidstelling voorafgaat.
KBM’s per Hof van Beroep ~ Brussel: 2 Per ressort, dus op het niveau van het Hof van beroep, is er één KBM, behalve voor Brussel, daar zijn er twee, nl. een Nederlandstalige en een Franstalige kamer. (De KBM is onderdeel van de Rechtbank van Eerste Aanleg van Gent, Antwerpen, Brussel, Bergen en Luik.) - De bevoegde KBM voor een welbepaalde GI is deze van het Hof van beroep waar de internering werd uitgesproken, dus door een onderzoeks- of vonnisgerecht van die regio. Vb. Raadkamer Kortrijk => KBM Gent, Correctionele rechtbank Hasselt => KBM Antwerpen, ook als de GI i.k.v. zijn interneringstraject vrij-op-proef gaat in UPC St.-Kamillus Bierbeek of geplaatst wordt in de afdeling bescherming van de maatschappij in Merksplas of Turnhout.
Actoren: KBM: Beslissingen i.k.v. de uitvoering internering OM: Advies en controle modaliteiten Advocaat geïnterneerde verplicht aanwezig, bijstand geïnterneerde Directeur gevangenis (a, b)/Verantwoordelijke van de zorg (c, d): Advies en rapportage plaatsing (ev. UV’s, verlof, BD) Justitieassistent -Advies: BVR of ME -Opvolging en controle modaliteiten -Tussenkomst JA slachtofferonthaal mogelijk We hebben de actoren en hun functies hier nog eens opgelijst: KBM is zoals reeds gesteld de beslisser over de plaats waar de internering wordt uitgevoerd, over het toekennen van modaliteiten, maar ook over de definitieve invrijheidstelling en de internering van veroordeelden i.k.v. de uitvoering van hun gevangenisstraf (cfr. Casus Kim De Gelder). OM bij de KBM: zoals gesteld: enerzijds adviseren over de plaats waar de internering wordt uitgevoerd/adviesverlening i.k.v. onderzoek naar toekenning van uitvoeringsmodaliteiten van de internering, anderzijds staat het OM ook in voor de opvolging en de controle van modaliteiten, eens toegekend door de KBM en kan het OM ingrijpen wanneer het fout loopt. - Advocaat: Indien de geïnterneerde geen advocaat heeft, stelt de KBM er hem één ambtshalve aan. Zoals gesteld, afhankelijk van de verblijfplaats van de GI en het statuut waaronder hij/zij er verblijft, wordt er advies verleend of wordt er gerapporteerd door de directeur of de verantwoordelijke voor de zorg. De directeur – dan verblijft de GI in een gevangenissetting – of de verantwoordelijke voor de zorg – dan verblijft de GI onder het statuut van plaatsing in een setting buiten de gevangenis. Concreet: in het geval de GI in een psychiatrische afdeling van een gevangenis verblijft i.a.v. de eerste zitting van de KBM (a) of in een afdeling/inrichting voor de bescherming van de maatschappij (b) dan dient de gevangenisdirecteur te adviseren en te rapporteren. Indien de GI in een FPC (c) of in een zorgsetting verblijft onder het statuut van plaatsing (d, dan is er een plaatsingsovereenkomst met die zorgsetting gesloten) dan is het advies en de rapportage voor de « verantwoordelijke voor de zorg ». De term klinkt misschien nogal vreemd, maar bewust ruim geformuleerd omdat dit afhankelijk is van de setting waar de GI verblijft en niet uitgesloten wordt dat het niet steeds om een arts kan gaan. - We gaan niet in detail ingaan op de taken die de JA opneemt, maar ze staan hier opgelijst. De justitie-assistent heeft een belangrijke rol i.k.v. de opvolging en de controle van toegekende modaliteiten.
2. Uitgangspunten - basisprincipe Art. 2. De internering van personen met een geestesstoornis, bedoeld in artikel 9 van deze wet, is een veiligheidsmaatregel die er tegelijkertijd toe strekt de maatschappij te beschermen en ervoor te zorgen dat aan de geïnterneerde persoon de zorg wordt verstrekt die zijn toestand vereist met het oog op zijn re-integratie in de maatschappij. Rekening houdend met het veiligheidsrisico en de gezondheid van de geïnterneerde persoon zal hem de nodige zorg aangeboden worden om een menswaardig leven te leiden. Die zorg is gericht op een maximaal haalbare vorm van maatschappelijke re-integratie en verloopt waar aangewezen en mogelijk via een zorgtraject waarin aan de geïnterneerde persoon telkens zorg op maat aangeboden wordt. = recht op zorg met het oog op maximaal haalbare vorm van maatschappelijke re-integratie, via een zorgtraject op maat en rekening houdend met het veiligheidsrisico Zoals gesteld is het recht op zorg nu voor het eerst expliciet in de wet ingeschreven, dus ook afdwingbaar, met die nuance dat gespecifieerd wordt: Dat een zorgtraject op maat dient te worden uitgewerkt en dus aangepast aan de pathologie/problematiek(en) van de GI; Dat er rekening dient te worden gehouden met het veiligheidsrisico dat die GI stelt, i.c. het recidiverisico en dus de bescherming van de maatschappij. De combinatie van beide factoren dient te resulteren in een maximaal haalbare vorm van maatschappelijke re-integratie. Belangrijk daarin is dat er staat “waar aangewezen en mogelijk”. Dit verwijst naar het feit dat het zowel voor de GI persoon in kwestie haalbaar moet zijn, doch rekening houdend met wat gerealiseerd kan worden in het zorglandschap. Belang dus van een gedifferentieerd zorglandschap.
Nog steeds van onbepaalde duur => toekennen van modaliteiten en vrijstelling hangt samen met de eventuele evolutie in de geestestoestand en het recidiverisico Essentie is het voorzien van een aangepaste omkadering dus ook “het niet vergeten worden”: - het feit dat de KBM zich op de hoogte houdt van de situatie van de geïnterneerde persoon en - flexibel kan inspelen op zorgtrajecten afhankelijk van mogelijkheden die zich aandienen, maar ook in geval van problemen Slachtoffer krijgt een meer expliciete rol De geestestoestand van de persoon vormde de basis voor het opleggen van een interneringsmaatregel. Het toekennen van meer vrijheden hangt dan ook af van de (mate van) stabilisatie daarvan, alsook van een ingeperkt recidiverisico. Logischerwijze dient de evolutie van de persoon dan ook van nabij opgevolgd te worden door de beslissingsinstantie, om dan ook die beslissingen te nemen in termen van het toekennen van vrijheden of het verminderen of opschalen van zorg en/of beveiliging afhankelijk van de situatie. Hierop gaan we straks meer in detail treden. SO-ers: zij kunnen worden geïnformeerd, gehoord of voorwaarden in hun belang laten opleggen. Er is nog steeds de beveiliging van de maatschappij en vanzelfsprekend dus ook van de slachtoffers.
3. Uitvoeringsmodaliteiten Elektronisch Toezicht, Invrijheidstelling Op Proef en Vervroegde invrijheidstelling m.o.o. verwijdering van het grondgebied of overlevering zijn modaliteiten die zich onderscheiden van de eerste vier aangezien de eerste vier allemaal in een plaatsing kaderen. Plaatsing betekent dat iemand in een residentieel kader verblijft, hij/zij kanreeds van bij aanvang of na enige tijd modaliteiten van tijdelijk verlaten van de inrichting genieten. Uitgaansvergunningen, verlof en beperkte detentie kunnen dus in dat kader toegekend worden en betreffen dus modaliteiten van tijdelijk verlaten van de inrichting vanuit een plaatsingsstatuut. De term « beperkte detentie » is een beetje ongelukkig gekozen qua term omdat dit niet steeds vanuit een gevangeniscontext plaatsvindt, maar wel i.k.v. een plaatsing. Al deze modaliteiten zullen we verder toelichten. Kamer bescherming maatschappij UV Verlof BD ET IOP Verw./ Overl Plaatsing / overplaatsing
Plaatsing en overplaatsing = residentieel & geen wettelijke tegenaanwijzingen & geen instemming van de geïnterneerde vereist Verschillende inrichtingen mogelijk: inrichting of afdeling bescherming maatschappij (Brugge, Merksplas, Turnhout, Antwerpen, (Paifve)) (b)) FPC (Gent en Antwerpen) (c)) erkende externe inrichting die een plaatsingsovereenkomst heeft afgesloten (d)) Plaatsing kan, zoals reeds gesteld, zowel binnen als buiten een gevangeniscontext: Binnen: dan betreft het in een afdeling of inrichting voor de bescherming van de maatschappij; Buiten: dan hebben we het over een Forensisch Psychiatrisch Centrum of een inrichting met een plaatsingsovereenkomst. Elke beslissing van tijdelijk verlaten van de inrichting wordt, zoals we reeds vermeld hebben, in deze settings en i.k.v. een plaatsing door de KBM genomen. In geval van een plaatsing houdt de KBM de vingers aan de knoppen en volgt zij de situatie van de GI van nabij op want voor elke modaliteit van tijdelijk verlaten van de inrichting dient men langs de KBM te passeren om het akkoord te bekomen, dit in tegenstelling tot uitgangen tijdens een residentiële opname i.k.v. een IOP. Van belang om weten is ook dat een plaatsing in de praktijk niet noodzakelijk betekent dat we te maken hebben met een GI met een high risk profiel. In de praktijk worden GI soms noodgedwongen geplaatst omwille van de wachtlijstproblematiek, omdat ze onvoldoende gemotiveerd gevonden worden voor een bepaald traject, soms overschatten ze zichzelf en insisteren ze op de uitwerking van een ambulant plan dat (op dat moment) nog niet haalbaar wordt geacht. Bovendien is het zeer moeilijk om een volledig uitgewerkt reclasseringsplan aan de KBM voor te leggen op een eerste zitting omdat de tijd om dit te realiseren beperkt is (40 dagen beroepstermijn alvorens de interneringsuitspraak definitief is + 3 maanden=tijd voor adviesverlening directeur/JA-enquête+advies OM), slechts enkele maanden, zodat de GI veelal met lege handen voor de KBM verschijnt. Indien de GI in detentie verblijft, heeft deze geen mogelijkheid om de gevangenis te verlaten vb. m.o.o. een intakegesprek.
Psychiatrische afdelingen: Gent, Antwerpen, Leuven-Hulp, St Psychiatrische afdelingen: Gent, Antwerpen, Leuven-Hulp, St.-Gillis-Berkendael (a) => geen plaatsing mogelijk ABM Brugge (vr), Merksplas, Turnhout Antwerpen (m) (b) FPC Gent (m) en Antwerpen (m&vr) (c) High-risk afdeling Levanta (vr) (d) LFP te Bierbeek (m)
Uitgaansvergunning: = toelating inrichting te verlaten voor bepaalde duur (max. 16 uur) • doelstellingen: behartigen van belangen buiten inrichting medisch onderzoek of behandeling voorbereiding sociale re-integratie • toekenning met bepaalde periodiciteit • begeleiding door vertrouwenspersoon UV: ged. Max. 16 u de inrichting verlaten met een welbepaald doel vb. een medisch onderzoek ondergaan of een intakegesprek hebben.
Verlof = toelating inrichting te verlaten gedurende periode van min. 1 dag en max. 14 dagen per maand • doelstellingen: in stand houden en bevorderen familiale, affectieve en sociale contacten voorbereiding sociale re-integratie en behandeling door geleidelijke terugkeer naar maatschappij voorbereiding ambulant of residentieel behandelingsprogramma Verlof: gedurende 1 tot max. 14 dagen (al dan niet aaneensluitend) per maand de inrichting verlaten vb. m.o.o. verblijf bij familie; Evaluatie verlof is mogelijk door JA.
Tegenaanwijzingen uitgaansvergunningen en verlof Beoordeling: Gevaar onttrekking uitvoering internering? Risico plegen strafbare feiten? Risico lastig vallen slachtoffers? Opleggen van bijzondere voorwaarden + instemming geïnterneerde persoon Om in aanmerking te komen voor bepaalde modaliteiten zijn er in de wet zogenaamde “tegenaanwijzingen” per modaliteit opgenomen. Dit zijn a.h.w. “parameters” of criteria waaraan de KBM moet toetsen alvorens een GI voor een welbepaalde modaliteit in aanmerking kan komen. Voor wat UV en verlof betreft staan deze hier opgelijst. De kleuren komen ook terug bij de andere modaliteiten omdat ze in groepen/clusters uiteenvallen. Hier o.m. De beveiliging van de maatschappij, dit wordt concreet vertaald in het recidiverisico dat iemand stelt; De SO-ers
Beperkte detentie = toelating om op regelmatige wijze inrichting te verlaten voor duur van max. 16 uur per dag • behartigen van volgende belangen: therapeutische, professionele, opleidings- of familiale belangen BD: ged. Max. 16 u per dag op regelmatige wijze de inrichting verlaten vb. om al dan niet bezoldigd te gaan werken (vb. vrijwilligerswerk) of een beroepsopleiding te volgen.
Elektronisch toezicht = ondergaan van opgelegde veiligheidsmaatregel buiten de inrichting volgens een bepaald uitvoeringsplan, waarvan de naleving o.m. door elektronische middelen wordt gecontroleerd ET: volgens een welbepaald plan met voorwaarden en controle via elektronisch middelen gedurende welbepaalde uren het opvangmidden verlaten met een bepaald doel, zoals vb. om te gaan werken, m.o.o. een consultatie bij de psychiater. BD en ET zijn modaliteiten die veelal toegekend worden i.k.v. een gefaseerd traject, m.n. om de haalbaarheid om een ambulant reclasseringsplan te toetsen en na te gaan of iemand in staat is zich aan de uren te houden. ET is pas sinds deze wet mogelijk voor geïnterneerden, maar is voor deze populatie soms moeilijk haalbaar omwille van de beperkte draagkracht en gezien het psychiatrisch profiel.
Invrijheidstelling op proef = ondergaan van opgelegde veiligheidsmaatregel in een residentieel of ambulant zorgtraject, mits naleving van de voorwaarden die gedurende een proeftermijn worden opgelegd proeftermijn van 3 jaar, telkens hernieuwbaar met max. 2 jaar IOP: op deze modaliteit gaan we straks dieper in. Vroeger, in de vorige wet, was een definitieve invrijheidstelling ook mogelijk vanuit het statuut van plaatsing. Nu dient de GI minstens één proeftermijn IOP genoten te hebben alvorens definitief vrijgesteld te kunnen worden. Zoals gesteld i.k.v. de plaatsing beslist de zorgactor i.k.v. een residentiële behandeling over de zgn. vrijheden en uitgangen, zolang dit binnen de contouren van de voorwaarden past.
Tegenaanwijzingen beperkte detentie, elektronisch toezicht en invrijheidstelling op proef Beoordeling: Afwezigheid vooruitzichten op sociale reclassering? Risico plegen strafbare feiten? Risico lastig vallen slachtoffers? Houding t.a.v. slachtoffers? Geleverde inspanningen vergoeding BP? Voor wat BD, ET en IOP betreft staan de tegenaanwijzingen hier opgelijst. Eigenlijk vallen die in 3 clusters of groepen factoren uiteen (we hebben ze in 3 verschillende kleuren aangeduid), ze hebben betrekking op: Het reclasseringsplan of het vervolgtraject, zoals eerder gesteld dient dit afgestemd te zijn op de problematiek(en)/geestestoestand van de GI; De beveiliging van de maatschappij, dit wordt concreet vertaald in het recidiverisico dat iemand stelt; De SO-ers: dit vormt een onderdeel van de bescherming/beveiliging van de maatschappij, daaraan gekoppeld de eventuele vergoedingen die de GI al betaald heeft i.g. het SO-er zich burgerlijke partij gesteld heeft of de eventuele inspanningen die de GI geleverd heeft, rekening houdend met zijn vermogenssituatie. Dit betreffen echter geen “alles-of-niets” criteria, daarmee bedoelen we dat op deze factoren kan ingespeeld worden middels het opleggen van geïndividualiseerde voorwaarden. Indien er bij de GI vb. sprake is van een alcoholproblematiek dan kan de KBM een voorwaarde in die zin opleggen vb. “verbod alcoholgebruik” of “verbod alcoholmisbruik”. Belangrijk is dat, anders dan bij een plaatsing, de GI dient akkoord te gaan met de modaliteit en met de opgelegde voorwaarden. Op basis van dezelfde factoren worden dus voorwaarden opgelegd en diezelfde factoren vormen tevens de eventuele aanleiding/oorzaak om een modaliteit in te trekken (te herroepen) of de voorwaarden te verscherpen. Opleggen van bijzondere voorwaarden + instemming geïnterneerde persoon
Vervroegde invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of met oog op overlevering definitieve beslissing waarin wordt gesteld dat geïnterneerde persoon geen verblijfs- recht in België heeft, OF • ter beschikking gesteld van buitenlands rechtsorgaan, OF • wil geuit om het land te verlaten Door de vernietiging van enkele bepalingen in het arrest van het Grondwettelijk Hof van juni 2018 mogen ook geïnterneerden zonder verblijfsrecht alle modaliteiten verzoeken, doch in de praktijk levert dit problemen op aangezien ze niet in orde zijn met hun sociale zekerheid. VLV verwijdering grondgebied: modaliteit van toepassing voor mensen zonder verblijfsrecht in België of voor Belgen of mensen met verblijfsrecht die zich in het buitenland willen vestigen. VLV m.o.o. overlevering: modaliteit van toepassing op mensen die nog voor een buitenlands rechtscollege dienen te verschijnen of een straf of maatregel in het buitenland dienen te ondergaan (zgn. “uitlevering” aan de buitenlandse Justitie).
DAJ Tegenaanwijzingen vervroegde invrijheidstelling m.o.o. verwijdering grondgebied of overlevering Beoordeling: Risico plegen strafbare feiten? Risico lastig vallen slachtoffers? Geleverde inspanningen vergoeding BP? De tegenaanwijzing ‘onvoldoende mogelijkheden voor de geïnterneerde om onderdak te hebben’ werd opgeheven cfr. Wet van 5 mei 2019, omdat dit in de praktijk moeilijk te controleren was en aldus een belemmering vormde voor de toepassing van deze mogelijkheid tot vervroegde invrijheidstelling. opleggen van bijzondere voorwaarden + instemming geïnterneerde persoon
Uitvoeringsmodaliteiten KBM beslist tot: Plaatsing/overplaatsing met/zonder Uitgangsvergunning(en) (max 16u) mogelijk met periodiciteit Verlof (1-14d/m) Beperkte detentie (max 16u/d regelmatig) Elektronisch toezicht: max 6m – 1x hernieuwbaar max 6m Invrijheidstelling op proef (IOP): proeftermijn Vervroegde invrijheidstelling m.o.o. verwijderen grondgebied of m.o.o. overlevering Dit kan op elk ogenblik van de uitvoering van de internering Resumerend dit schema.
Eerste zitting internering OM vat de KBM verslag directeur + PSD max. 3 maand max. 2 maand internering OM vat de KBM verslag directeur + PSD verantwoordelijke voor de zorg justitiehuis advies OM Interneringsuitspraak dient eerst definitief te zijn => beroepstermijn van 40 dagen, dan pas begint de termijn te lopen. Zoals gesteld is het zeer moeilijk om een volledig uitgewerkt reclasseringsplan aan de KBM voor te leggen op een eerste zitting omdat de tijd om dit te realiseren beperkt is (40 dagen beroepstermijn alvorens de interneringsuitspraak definitief is + 3 maanden=tijd voor adviesverlening directeur/JA-enquête+advies OM), slechts enkele maanden, zodat de GI veelal met lege handen voor de KBM verschijnt. Indien de GI in detentie verblijft, heeft deze geen mogelijkheid om de gevangenis te verlaten vb. m.o.o. een intakegesprek. Indien er tegelijkertijd een andere interneringsbeslissing in uitvoering is, neemt de KBM hierover ook een beslissing, sedert Wet van 5 mei 2019 nu expliciet in de wet ingeschreven. beslissing inzage dossier + afschrift zitting 14 dagen mededeling
Zolang geplaatst (in de gevangenis of in een zorginrichting) automatische verschijning voor de KBM want afwijzings-termijn van maximum 1 jaar Hoogdringendheidsprocedure (schriftelijk) voor verzoeken voor modaliteiten ~ flexibel inspelen op opportuniteiten in een zorgtraject, geen “dicht gebetonneerd” traject Om –i.k.v. een plaatsing- niet vergeten te worden, is het belangrijk dat GI geregeld voor de KBM verschijnen en dat hun situatie dan onderzocht wordt. Voorheen, in de vorige wet, dienden de GI zelf het initiatief te nemen om voor de CBM te verschijnen. Nu wordt hun situatie minstens jaarlijks onderzocht. Dat wil dus zeggen vanuit een ABM/IBM, een FPC, afdelingen LFP (Bierbeek), Levanta (Zelzate) en GoLF (Bierbeek). Omdat het moeilijk is om in te schatten wanneer er mogelijkheden zijn en een reclasseringsplan of vervolgtraject concreet vorm krijgt, werden vanuit plaatsing, (BD en ET) zgn. hoogdringendheidsprocedures voorzien. Deze procedures laten toe om vb. m.o.o. een intakegesprek een UV te vragen of zodra er een plaats in een zorgsetting is een IOP te vragen. Dat kan ook zodra vb. een ambulant plan vorm krijgt. Dit betekent dus dat – eerder dan het moment waarop de KBM automatisch opnieuw de situatie onderzoekt- een verzoek voor een welbepaalde modaliteit wordt voorgelegd aan de KBM. Dit is een procedure, in principe zonder organisatie van een zitting (cfr. wetswijziging in Wet van 5 mei 2019), aangezien men “kort op de bal” dient te beslissen. Dit betreft geen vraag tot een principieel akkoord voor een welbepaald traject. Het plan moet concreet zijn. Dit verzoek kan uitgaan van de GI met zijn/haar advocaat, het OM of van de directeur of de verantwoordelijke voor de zorg, dit laatste is dus afhankelijk van de verblijfsplaats van de GI.
Ambtshalve periodiek onderzoek - plaatsing - multidisciplinair psychosociaal- psychiatrisch verslag - ev. beknopt voorlichtingsverslag of maatschappelijke enquête justitieassistent - ev. advies van gespecialiseerde dienst omtrent noodzaak behandeling/begeleiding seks. delinquenten horen van geïnterneerde persoon Advies directeur/ verantwoordelijke voor de zorg Max 2 maand advies OM* Verschillend t.o.v. adviesverlening m.o.o. eerste zitting KBM is dat voor bepaalde seksueel delinquenten nu wél een gespecialiseerd advies vereist is. Indien de KBM beslist tot de plaatsing, bepaalt zij in haar vonnis een nieuwe datum van advies door de directeur of verantwoordelijke voor de zorg, die niet langer mag zijn dan één jaar te rekenen vanaf de datum van het vonnis. Nieuw door de Wet van 5 mei 2019 is dat indien geen advies wordt uitgebracht binnen deze termijn het Openbaar Ministerie onverwijld de KBM moet vatten. Deze termijn dient dus opgevolgd te worden op de diensten van de SURB. *Indien de directeur of verantwoordelijke voor de zorg dus geen advies heeft uitgebracht binnen deze termijn, vat het OM onverwijld de KBM. inzage dossier + afschrift beslissing zitting 14 dagen mededeling
Situaties van hoogdringendheid – plaatsing Verzoek UV Verzoek andere modaliteit - Specifiek belang overplaatsing, UV soc. re-integratie, verlof, BD, ET, IOP, VLV verwijdering/overlevering Medische reden Beslissing binnen 5 werkdagen Of binnen 7 werkdagen indien bijk. inlichtingen Mogelijkheid tot zitting indien KBM-beslissing rechter voor bescherming kamer voor bescherming maatschappij maatschappij Indien de KBM dit nuttig acht, kan zij de zaak ter zitting vaststellen, vooraleer een beslissing te nemen en aldus op tegensprekelijke wijze het verzoek behandelen (niet de zaken waarover de rechter alleen beslist, cfr. linkerkant van de slide). Deze mogelijkheid om de zaak op zitting te brengen voor de KBM werd ingevoerd door de Wet van 5 mei 2019.
Mogelijkheid tot zitting indien voltallige KBM moet beslissen - eerste nuttige zitting KBM en uiterlijk binnen 14 dagen na verstrijken termijn 5 of 7 werkdagen - GI en advocaat + OM + directeur/verantwoordelijke voor de zorg + ev. SO-er - KBM beslist binnen 7 dagen Indien de kamer voor de bescherming van de maatschappij van oordeel is dat voorafgaandelijk aan het nemen van een beslissing een tegensprekelijke zitting moet georganiseerd worden om verdere informatie in te winnen, wordt de zaak ambtshalve vastgesteld op de eerste nuttige zitting van de kamer ter bescherming van de maatschappij en uiterlijk binnen 14 dagen na het verstrijken van de termijn die van toepassing zou zijn geweest in het kader van de schriftelijke procedure (5 of 7 werkdagen).
Mogelijkheid tot verzet tegen beslissing i. k. v Mogelijkheid tot verzet tegen beslissing i.k.v. hoogdringendheidsprocedure: - door OM en advocaat voor zover zij niet de verzoeker waren - opschortende werking tenzij onmiddellijke uitvoering werd bevolen - eerste nuttige zitting KBM en uiterlijk binnen 14 dagen na beschikking bij hoogdringendheid Indien geen verzet: - 5 werkdagen alvorens uitvoering tenzij onmiddellijke uitvoering werd bevolen Het openbaar ministerie en de advocaat van de geïnterneerde persoon, voor zover het verzoek niet van deze partij is uitgegaan, kunnen verzet aantekenen binnen 5 werkdagen na de kennisgeving bij een verklaring ter griffie van de strafuitvoeringsrechtbank. Het verzet heeft opschortende werking, tenzij de onmiddellijke tenuitvoerlegging van de beschikking werd bevolen. Bij verzet wordt de zaak ambtshalve vastgesteld op de eerste nuttige zitting van de kamer, en uiterlijk binnen 14 dagen na de beschikking bij hoogdringendheid. De procedure voor de kamer verloopt op dezelfde wijze als de tegensprekelijke procedure die vermeld wordt. Indien geen of geen tijdig verzet wordt aangetekend, wordt de beschikking geacht definitief op tegenspraak te zijn gewezen. Er dient dus 5 werkdagen gewacht te worden alvorens de beslissing uit te voeren, tenzij de onmiddellijke tenuitvoerlegging is bevolen.
Overbrenging om medische redenen beslissing directeur of verantwoordelijke voor de zorg • onmiddellijke kennisgeving aan de KBM
Bijzondere procedure inzake overplaatsing • beslissing minister van Justitie • voorlopige overplaatsing (tussen psychiatrische afdelingen van een gevangenis of inrichtingen/afdelingen bescherming maatschappij) • in dringende gevallen + om veiligheidsredenen • onmiddellijke kennisgeving aan KBM, die definitieve beslissing neemt
Algemene voorwaarden bij toekenning uitvoeringsmodaliteit geen strafbare feiten plegen vaste verblijfplaats hebben en, bij wijziging ervan, nieuwe verblijfplaats onmiddellijk meedelen (behalve voor UV en BD) gevolg geven aan de oproepingen voor een vervroegde invrijheidstelling m.o.o. verwijdering/ overlevering: verplichting om grondgebied effectief te verlaten en verbod om tijdens proeftijd naar België terug te keren Bijzondere, geïndividualiseerde voorwaarden Vooropgestelde zorgtraject Tegenaanwijzingen In belang van slachtoffers Bij elke modaliteit worden er algemene voorwaarden opgelegd die eigenlijk voor zich spreken en de JA, het OM en de KBM moeten toelaten de GI op te volgen. De JA zal de GI een uitnodiging sturen voor een gesprek, zal nooit onverwachts op bezoek komen. Daarnaast worden er ook zogenaamde “geïndividualiseerde” voorwaarden opgelegd die dus afgestemd zijn op de specifieke pathologie/problematiek(en) van de GI. Dit betreffen dus zowel “verbods”- als “gebodsvoorwaarden”, zoals zich residentieel laten behandelen voor een welbepaalde problematiek bij een welbepaalde zorgactor en zich onthouden van cafébezoek, verbod alcoholgebruik. I.k.v. een ambulant plan kunnen deze voorwaarden op verschillende levensdomeinen betrekking hebben en zal er vb. niet enkel een voorwaarde opgelegd worden i.k.v. een GGZ-begeleiding, maar vb. ook naar een omkaderde woonvorm, zinvolle dagbesteding, financiën (vb. meewerken aan budgetbegeleiding), enz…
Bijkomende specifieke bepalingen vonnis beslissing tot plaatsing/overplaatsing: aanwijzing van de inrichting toekenning 1 of meerdere UV’s: bepalen van duur of periodiciteit + doel of invulling ervan verlof: aantal dagen toekenning BD, ET of IOP aan seksuele delinquenten: ev. voorwaarde van het volgen van een begeleiding of behandeling bij gespecialiseerde dienst toekenning BD of ET: bepaling van het programma (concrete invulling door JA) + aantal verlofdagen per maand toekenning ET: bepaling termijn (max. 6 maanden) + éénmalige verlenging voor zelfde max. duur IOP: proeftermijn 3 jaar, telkens hernieuwbaar met max. 2 jaar vervroegde invrijheidstelling verwijdering/overlevering: na 6 jaar van rechtswege definitief in vrijheid gesteld
Mededeling beslissing en uitvoerbaarheid kennisgeving binnen 1 werkdag, bij aangetekende brief, aan geïnterneerde persoon en advocaat schriftelijke kennisgeving aan andere actoren + slachtoffer mededeling aan bepaalde autoriteiten en instanties vonnis tot toekenning van uitvoeringsmodaliteit: uitvoerbaar op dag kracht van gewijsde, tenzij KBM andere datum of moment bepaalt
Wijziging van de beslissing: tussen uitspraak en uitvoering modaliteit onverenigbare situatie oproeping + schorsing tenuitvoerlegging zitting beslissing
4. Opvolging en controle controle OM bij de SURB + politie
Plaatsing bij plaatsing en UV met periodiciteit: verslag directeur of verantwoordelijke voor de zorg -> eigen initiatief of op verzoek KBM bij verlof: evaluatie door justitie-assistent -> in opdracht van KBM
Justitiële begeleiding Bij BD, ET en IOP: cruciale rol voor de justitieassistent Begeleiding: ondersteunen bij uitvoering van de voorwaarden Toezicht: controle op de naleving van de bijzondere voorwaarden JA coördineert de bijzondere voorwaarden en communiceert met de betrokken (zorg)partners Wettelijke rapportageplicht aan de KBM over het verloop van de modaliteit Zoals gesteld zal de JA tijdens de proeftermijn de situatie van de GI opvolgen, nagaan of hij/zij zich aan zijn/haar voorwaarden houdt, in overleg treden met die actoren die bij de uitvoering van de voorwaarden van de GI betrokken zij en rapporteren over het verloop van de modaliteit aan de KBM en het OM. De JA bekleedt dus een brugfunctie tussen Justitie, zijnde de KBM en het OM, en de hulpverlening en biedt transparantie in beide richtingen over het verloop van de modaliteit. De JA is gehouden aan het rapporteren aan de KBM en het OM, wat dus inhoudt dat elke wijziging in de situatie, zoals een verhuis, een verandering van instelling, gemeld wordt en zal ook i.g.v. bepaalde moeilijkheden deze aankaarten.
Justitieassistent rapporteert aan de KBM over het verloop van de modaliteit binnen 1 maand na toekenning modaliteit op eigen initiatief, op verzoek van OM of KBM, ten minste om 6 maanden Bij een opgeleide begeleiding of behandeling: justitie-assistent krijgt (van de persoon/dienst) een verslag over: daadwerkelijke aanwezigheden ongewettigde afwezigheden eenzijdig stopzetten van de begeleiding/behandeling door de geïnterneerde eventuele moeilijkheden situaties die een ernstig risico inhouden voor derden of voor zichzelf In de wet is er een bepaald stramien voor de rapportage voorzien, dient de JA dus geregeld te rapporteren en indien er zich belangrijke omstandigheden voordoen. Om de KBM en het OM toe te laten een goed zicht te behouden op de behandeling of begeleiding, zonder daarbij het beroepsgeheim van de zorgactor te schenden, zijn er in de interneringswet welbepaalde punten van rapportage opgenomen die hier zijn opgelijst (cfr. Wet externe rechtspositie veroordeelden). Van belang is vooral te weten of een GI actief aan de behandeling of begeleiding deelneemt en of er gevaarsituaties gesignaleerd worden. In geval van aan- of afwezigheden gaat dit over het feit dat de GI aanwezig is op de gesprekken die gepland werden. We weten dat een traject dikwijls met “vallen en opstaan” verloopt. Van belang is dat indien er een herval is, dit gekaderd wordt en daarnaast is het tevens van belang om te weten of een zorgactor al of niet bereid is om de behandeling of begeleiding verder te zetten
Invrijheidstelling Op Proef Modaliteit van uitvoering van internering in een residentieel of ambulant zorgtraject mits naleven voorwaarden. Termijn van 3 jaar, telkens hernieuwbaar met maximaal 2 jaar. Justitieassistent is sleutelfiguur en communiceert met zorgactor Bij residentiële IOP : instelling beslist over uitgangen (ook buitenland!) In Vlaanderen zijn er 14 justitiehuizen waar justitie-assistenten werkzaam zijn en verschillende zogenaamde “mandaten” opnemen. Eén daarvan betreft het opvolgen van modaliteiten van GI. We spitsen ons toe op de modaliteit IOP omdat dit de modaliteit is waaronder de meeste GI vallen indien ze door een justitie-assistent opgevolgd worden. BD en ET worden heel weinig toegekend aan GI. Slachtoffers kunnen geïnformeerd en/of gehoord worden en er kunnen ook slachtoffergerichte voorwaarden worden opgelegd.
Wijziging voorwaarden Vraag GI & A, OM, directeur/ verantw. zorg Griffie SURB De procedure werd door de Wet van 5 mei 2019 gerationaliseerd: afschaffing van de verplichte adviezen, mogelijkheid bijkomende inlichtingen in te winnen, mogelijkheid tot het houden van een tegensprekelijke zitting, uitspraak op één maand, verzetsprocedure gelijklopend met deze van de hoogdringendheidsprocedure voor de KBM. Eventueel bijkomende inlichtingen Max. 1 maand Zitting Beslissing Geen bijkomende of strengere voorwaarden
Schriftelijke procedure: - KBM beslist onverwijld en uiterlijk 1 maand na ontvangst verzoek - verzetsmogelijkheid door OM en advocaat voor zover zij niet de verzoeker waren => verzet heeft opschortende werking tenzij onmiddellijke uitvoering werd bevolen => eerste nuttige zitting KBM en uiterlijk binnen 14 dagen na aantekening van het verzet Mogelijkheid tot mondelinge tegensprekelijke procedure: - zitting binnen 1 maand na ontvangst verzoek - KBM beslist binnen 14 dagen
5. Herroeping – herziening - schorsing: In geval trajecten problematisch verlopen ~ opschalen van zorg en/of beveiliging => gronden = duidelijk gedefinieerd => mogelijkheden en flexibiliteit, in zorg houden waar mogelijk / re-integratie als doel Voorlopige aanhouding: ingeperkt tot gevaar voor derden De zogenaamde herroepingsgronden staan in de wet duidelijk gedefinieerd. Dit biedt meer rechtsbescherming voor de GI en een buffer tegen willekeur. Wanneer trajecten problematisch verlopen, kan hierop ingespeeld worden met de mogelijkheid om wat goed loopt te behouden of de GI nog mogelijkheden te bieden zich te heroriënteren in zijn/haar traject en reclasseringsplan. Zelfs als een modaliteit tijdelijk (maximum 30 dagen in geval van schorsing) gestopt wordt, kunnen nog uitgaansvergunningen of zelfs verlof ev. door de KBM toegekend worden, vb. om een nieuw traject uit te werken en intakegesprekken te hebben. Het feit dat de voorlopige aanhouding is ingeperkt tot het gevaar voor derden en niet kan gemotiveerd worden door overige conditiebreuken is gebaseerd op het feit dat er dient getracht te worden om de GI in zorg te houden, hierop ligt de focus, en niet al te vlug naar een wederopsluiting in de gevangenis mag gegrepen worden in een vastgelopen situatie. Vroeger was dit wel in zeer veel situaties mogelijk. Het terugsturen naar de gevangenis heeft echter heel wat repercussies: Detentieschade en “criminele besmetting”, de GI geraakt dikwijls moedeloos, gedemotiveerd en apathisch; Mogelijkheid tot verlies van geleverde inspanningen en therapeutische werkrelatie: heel proces wordt opgebouwd dat vanzelfsprekend niet evident is en met vallen en opstaan verloopt; Bemoeilijkt heropname in het extern hulpverleningscircuit: in het dossier van de GI wordt (weerom) een herroeping genoteerd; Vertrouwen in de hulpverlening – motivatie: aanknopingspunten voor een behandeling zijn soms zeer miniem aanwezig en dit komt dit niet ten goede.
Herroeping, schorsing en herziening (niet in geval van plaatsing!) veroordeling wegens misdaad of wanbedrijf met aantasting/bedreiging van fysieke of psychische integriteit derden ernstig gevaar voor fysieke of psychische integriteit van derden of zichzelf niet-naleving opgelegde bijzondere voorwaarden geen gevolg geven aan oproepingen KBM, OM of justitieassistent niet doorgeven van adreswijziging niet-naleving programma van concrete invulling BD of ET na toekenning vervroegde invrijheidstelling m.o.o. verwijdering/overlevering: werkt niet mee of keert terug verslechtering van geestestoestand, modaliteit niet langer aangewezen (medisch verslag) Hier staan de zogenaamde herroepingsgronden vermeld. Ook deze vallen in 3 grote groepen uiteen, herinner u de tegenaanwijzingen om bepaalde modaliteiten toe te kennen: Het gevaarscriterium, recidiverisico; Conditiebreuken, dus het schenden van voorwaarden die opgelegd zijn geworden in termen van « verbods- » of gebodsvoorwaarden » in het kader van een reclasseringsplan of vervolgtraject: - dit betreft enerzijds voorwaarden die algemeen zijn (blauw); En anderzijds voorwaarden die specifiek zijn voor die GI (groen). 3) Achteruitgang in de geestestoestand zodat de modaliteit en/of de voorwaarden niet meer afgestemd zijn. Wanneer het gaat om het niet-naleven van bijzondere, geïndividualiseerde voorwaarden hebben we het vb. over het bij herhaling te laat binnenkomen in de inrichting, terwijl de GI hierop al verschillende malen is aangesproken. Dan zal er ingegrepen worden en zal het OM de zaak op zitting brengen voor de KBM.
Procedure OM vat KBM Max. 15 dagen Inzage dossier + afschrift Zitting Op deze slide wordt de procedure schematisch voorgesteld: het OM vat de KBM op basis van een meldingsverslag van de JA of een proces-verbaal van de politie. Binnen maximum 15 dagen dient de zaak op zitting behandeld te worden. Deze termijn is nodig om alle partijen op te roepen per gerechtsbrief en het dossier samen te stellen. De GI en zijn advocaat mogen het dossier 4 dagen voorafgaand aan de zitting inkijken en/of een afschrift van het dossier aan de griffie van de KBM vragen, maar mogelijkheid tot medische exceptie. Na de zitting dient de KBM binnen 7 dagen te beslissen (nadat de zaak in beraad genomen werd). Zij kan echter ook beslissen om de “debatten” nog niet “te sluiten” en de zaak “in voortzetting te plaatsen” wat betekent dat ze op meer dan één moment de zaak op zitting behandelt. Pas als de KBM “de debatten sluit” en “de zaak in beraad neemt”, zal zij een beslissing nemen en volgt er een vonnis. Dit geldt evenzeer bij de zittingen i.k.v. toekenning van modaliteiten. Dit vonnis wordt dan aan de partijen overgemaakt, de GI en zijn advocaat, het OM, de JA wordt ingelicht, alsook de behandelaar, het SO-er wordt betrokken indien de situatie op hem/haar betrekking heeft en wordt ingelicht indien het statuut van de GI wijzigt. Op een zitting H/H/S wordt veelal ook de JA opgeroepen opdat hij/zij toelichting kan geven over het verloop van de modaliteit. Zitting 4 dagen 7 dagen Beslissing Mededeling
Herroeping/schorsing/herziening Herroeping: stopzetten modaliteit & plaatsing i.g.v. IOP of ET Inrichting of afdeling bescherming maatschappij (b) FPC (c) Erkende privé-instelling met plaatsingsovereenkomst (d) Schorsing: opname max. 1 maand – doch mogelijkheid tot uitstel- (na vonnis schorsing) in: Psychiatrische afdeling gevangenis (a) (b), (c) of (d) nadien herziening/herroeping/verderzetting Herziening: verscherpen voorwaarden, bijkomende voorwaarden of overschakelen naar andere modaliteit - Indien de KBM beslist om de modaliteit te herroepen, dus in te trekken, dan dient ze ook te beslissen waar de internering verder uitgevoerd wordt en dus waar de GI geplaatst wordt. Dit kan in een IBM/ABM, dus gevangeniscontext, een FPC of een inrichting met een plaatsingsovereenkomst. Deze beslissing dient onmiddellijk uitvoerbaar te zijn. Aangezien een open plaats in een FPC of zorgsetting niet evident verzekerd is, wordt de GI omzeggens steeds in een gevangeniscontext geplaatst. - De KBM kan echter ook beslissen om de modaliteit te schorsen, wat betekent dat ze nog geen definitieve beslissing neemt, maar de GI gedurende 30 dagen te plaatsen hetzij in de settings zoals aangehaald i.k.v. de herroeping hetzij in een psychiatrische afdeling van een gevangenis. Aangezien het om een niet-definitieve beslissing gaat, dient de KBM nadien te beslissen of ze de modaliteit verderzet onder dezelfde voorwaarden als voorheen, de voorwaarden verscherpt/overschakelt naar een andere modaliteit of de modaliteit stopzet = herroept. De termijn van maximum één maand voor uitspraak wordt geschorst tijdens de duur van het uitstel verleend op verzoek van de geïnterneerde of zijn advocaat. Deze bepaling werd ingevoerd door de Wet van 5 mei 2019. - De KBM kan beslissen om de voorwaarden te verzwaren, zoals vb. een “verbod alcoholmisbruik” te verscherpen naar een “verbod alcoholgebruik”, urine- of alcoholcontroles op te leggen of een “ambulante begeleiding” te wijzigen naar de voorwaarde van “een residentiële behandeling”. Ze kan ook overschakelen naar een andere modaliteit, zoals vb. i.p.v. een IOP een BD toekennen indien vb. de GGZ-begeleiding nog steeds verzekerd is, alsook de zinvolle dagbesteding, maar de context van het opvangmidden problematisch was. Dan kan de GI vb. vanuit de modaliteit van een beperkte detentie vanuit de gevangenis overdag zijn beroepsopleiding of vrijwilligerswerk verderzetten. Dit kan op termijn dan ook weer versoepeld worden (cfr. procedure aanpassing van de voorwaarden of op termijn opnieuw in een IOP uitmonden ). Dit laat de GI toe te behouden wat goed liep.
6. Voorlopige aanhouding Psychiatrische afdeling, ABM/IBM of FPC Ernstig gevaar voor integriteit Voorlopige aanhouding De procedure van de VA wordt hier schematisch weergegeven: enkel indien het OM of het lokale parket een ernstig gevaar voor derden weerhoudt, zal de GI voorlopig aangehouden worden. Deze VA kan uitgevoerd worden in een psychiatrische afdeling van een gevangenis, een ABM/IBM (dus ook gevangeniscontext) of een FPC. Binnen de 7 werkdagen dient de KBM, zonder organisatie van een zitting, te beslissen of ze de modaliteit al dan niet schorst. Een schorsing kan maximum voor 30 dagen. Binnen die periode zal het OM de zaak op zitting brengen in het kader van de procedure herroeping/herziening/schorsing. De voorlopige aanhouding is dus een beslissing van het OM of lokale parket om « kort op de bal » in een gevaarssituatie op te treden en niet te moeten wachten op een KBM-beslissing i.k.v. de procedure H/H/S. Dit betreft slechts een tijdelijke situatie aangezien de KBM kort na de VA dient te beslissen over de al dan niet schorsing. En ook een beslissing tot schorsing betreft een tijdelijke situatie om dan grondiger na te gaan wat er precies gebeurd is en hoe het verder moet. Cave! De KBM kan dus een beslissing tot schorsing nemen volgend op een voorlopige aanhouding of onmiddellijk i.k.v. de procedure H/H/S. In het eerste geval heeft er geen zitting plaatsgevonden, in het tweede geval wel. Door de Wet van 5 mei 2019 werd de mogelijkheid ingevoerd om de termijn van maximum één maand voor uitspraak te schorsen tijdens de duur van het uitstel verleend op verzoek van de geïnterneerde of zijn advocaat. 7 werkdagen Beslissing Voortzetting modaliteit Schorsing 1 maand Zitting Beslissing
Voorlopige aanhouding Indien ernstig gevaar voor fysieke of psychische integriteit van derden Door lokale parket of OM bij de KBM In psychiatrische afdeling gevangenis, ABM/IBM of FPC KBM beslist (schriftelijk) binnen de 7 werkdagen (na de opsluiting) over de schorsing Wat de voorlopige aanhouding betreft staan de stappen hier beschreven. Het lokale parket of het OM is dus de trigger, die in deze de lead heeft. Zoals gesteld naar aanleiding van een PV van de politie of een meldingsverslag inzake een incident, door de JA. Interneringstrajecten zijn veelal dynamische trajecten, een proces dat met vallen en opstaan verloopt. Het OM zal dan ook nagaan of in een welbepaalde situatie sprake is van een gevaarscriterium.
Belang van een goede indicatiestelling => een correcte toeleiding naar het zorgcircuit => het uit te werken reclasseringsplan => evaluatie en bijsturing Zorg op maat => afgestemd op klinisch beeld, de te behandelen problematieken => zonder overige levensdomeinen uit het oog te verliezen Recidiverisico – noodzakelijke omkadering => Wat is voor iemand aangewezen om een traject te bewandelen en dit zowel wat zorg en omkadering als wat veiligheidsvereiste betreft?
- haalbaar (op de campus)? - realistisch? - controleerbaar? Belangrijk om een aangepast reclasseringsplan uit te werken en werkbare voorwaarden te formuleren => in een eerder stadium / als voorstel voor het bekomen van een modaliteit - haalbaar (op de campus)? - realistisch? - controleerbaar? => eens de modaliteit loopt, kan KBM: schorsen, nader omschrijven of aanpassen aan de omstandigheden, zonder te verscherpen of bijkomende voorwaarden op te leggen Haalbaar: voor de GI én voor de setting, afgestemd dus op de mogelijkheden en beperkingen, vb. een sterk gedestabiliseerde GI die een ambulant reclasseringsplan voorlegt, haalbaar?; Realistisch: realiseerbaar vb. qua geografische spreiding, interesse, motivatie, zeker i.g.v. een open context. Vb. indien een GI stelt te willen wonen in Oostende, te gaan werken in Hasselt en een begeleiding te volgen in Antwerpen, kunnen we ons vragen stellen ; Controleerbaar: voor de JA, het OM, vb. i.k.v. een tewerkstelling als chauffeur. Belangrijk om op voorhand na te gaan of de voorwaarden waaraan gedacht wordt afgestemd zijn op de situatie. Begeleiding door zorgpersoneel, justitiële en zorgvoorwaarden, zijn deze afgestemd op elkaar? In een PSD-verslag, Beknopt VoorlichtingsRapport of Maatschappelijke Enquête kunnen voorwaarden voorgesteld worden. Deze verslagen maakt de JA op verzoek van de adviserende instantie voorafgaand aan een eerste zitting of i.k.v. een plaatsingsstatuut/BD/ET. Zoals eerder aangehaald, kunnen voorwaarden ook versoepeld worden of aangepast aan de omstandigheden of gewijzigde context. Dit verzoek kan gedaan worden door de GI en zijn advocaat, het OM (al dan niet via de JA, vb. in navolging van een voorstel door een zorgactor) of de directeur (i.g.v. verblijf gevangeniscontext en vb. i.k.v. UV, verlof of BD) of de verantwoordelijke voor de zorg (i.g.v. verblijf onder het statuut van plaatsing in een setting). Veel zorgpartners zijn niet op de hoogte van deze mogelijkheid. Alzo kan geremedieerd worden voor een niet of moeilijk werkbare situatie die hetzij op voorhand niet goed was ingeschat, hetzij op een bepaald moment wijzigt. Het kan dus gaan om het wijzigen van de voorwaarde “residentieel” naar “ambulant” of “verbod alcoholgebruik” naar “verbod alcoholmisbruik”.
III. Definitieve invrijheidstelling Na verstrijken proeftermijn , MAAR Hof van Cassatie: arrest 9 april 2019: eerder indien geestesstoornis voldoende gestabiliseerd, op basis van art. 5.1 en 5.4 EVRM Voldoende gestabiliseerde geestesstoornis opdat geen nieuwe “gelijkaardige” feiten zullen gepleegd worden. Expertise facultatief door OM of KBM Inzagerecht, mogelijkheid tot afschrift dossier Zitting Beslissing binnen 14 dagen (nadat de zaak in beraad werd genomen) Toekenning: einde internering Niet-toekenning: verlenging (telkenmale) maximum 2 jaar, zonder voorwaarden te verscherpen of bijkomende voorwaarden op te leggen, wel mogelijkheid tot aanpassing van de voorwaarden Enkele maanden voor de proeftermijn IOP verstrijkt, zal de JA een eindverslag aan de KBM en het OM overmaken. Daarin zal, zoals in elke rapport, de stand van zaken weergegeven worden, maar nu ook toegespitst op een door de KBM te nemen beslissing over het al dan niet beëindigen van de internering, m.n. de GI al dan niet definitief vrijstellen. Daarin zal de JA dan ook haar advies opnemen, gebaseerd op het verloop van de IOP en de bevindingen van de (diverse) betrokken actoren.
Procedure Eindverslag JA Advies OM (2 maanden voor einde proeftermijn) Schematisch ziet de procedure er als volgt uit. I.k.v. de opmaak van het eindverslag zal de zorgpartner door de JA gecontacteerd worden om na te gaan of de behandeling/begeleiding goed verloopt en of het verderzetten van de behandeling/begeleiding onder een verplicht statuut noodzakelijk wordt geacht. In geval van een opvolging in een forensische setting zal de persoon verder in een reguliere setting dienen te worden opgevolgd indien de internering eindigt. Merk op dat de geïnterneerde hier sowieso inzagerecht heeft en de medische exceptie hier niet ingeroepen kan worden. Expertise facultatief Zitting Beslissing
Toekenning definitieve invrijheidstelling Beslissing Weigering definitieve invrijheidstelling Verlenging proeftermijn max. 2 jaar, hernieuwbaar Toekenning definitieve invrijheidstelling Einde van internering Het onderscheid tussen de toekenning of de weigering van een definitieve invrijheidstelling wordt hier nog eens schematisch weergegeven. vervroegde invrijheidstelling verwijdering/overlevering = na 6 jaar van rechtswege definitief in vrijheid gesteld
IV. Geltijktijdige tenuitvoerlegging internering en veroordeling Interneringswet van toepassing, beslissingen door KBM Proeftermijn IOP niet korter dan proeftermijn VI of IOT i.g.v. TBS Duur proeftermijn IOP > strafeinde/proeftermijn VI/IOT van rechtswege definitief in vrijheid gesteld voor veroordelingen Geestestoestand voldoende gestabiliseerd voorafgaand aan VI-toelaatbaarheidsdatum mogelijkheid einde internering (def. invrijheidstelling) vrijheidsstraf in gevangenis (WERP) Op het ogenblik dat de duur van de invrijheidstelling de periode overschrijdt waarin de persoon, indien hij uitsluitend een vrijheidsstraf zou ondergaan, onder toezicht van de SURB zou hebben gestaan, wordt de betrokken persoon van rechtswege definitief in vrijheid gesteld voor wat betreft de veroordelingen. In welbepaalde gevallen kan het statuut van veroordeelde of geïnterneerde beëindigd worden.
V. Internering van veroordeelde personen Procedure Minstens één veroordeling cfr. Art. 9 §1, 1°+ Vaststelling psychiater (geestesstoornis met duurzaam karakter) Advies directeur en samenstelling dossier (verslag psychiater en recent PSD-verslag) Forensisch psychiatrisch deskundigenonderzoek (+ eventueel opname ter observatie max. 2 maanden) Advies OM Dossierinzage en zitting Beslissing KBM Mogelijkheid tot internering van een veroordeelde indien aan zelfde criteria wordt voldaan voor wat de strafbare feiten betreft en een geestesstoornis met een duurzaam karakter wordt vastgesteld tijdens detentie. Bevoegde KBM = hetzij deze bij de SURB indien SURB reeds eerder werd gevat hetzij de KBM in het rechtsgebied van het Hof van beroep waar de gevangenis alwaar de veroordeelde zich bevindt gelegen is. Verplicht psychiatrisch deskundigenonderzoek. Geen medische exceptie mogelijk want nog niet geïnterneerd. Beslissing ligt bij de KBM.
schorsende werking 15 dagen Hoger beroep Beslissing KBM schorsende werking 15 dagen veroordeelde en OM Hof van Beroep horen veroordeelde + advocaat en directeur uitspraak binnen 15 dagen
Beheer van de internering Interneringswet van toepassing, beslissingen door KBM Proeftermijn IOP niet korter dan proeftermijn VI of IOT i.g.v. TBS Geestestoestand voldoende gestabiliseerd voorafgaand aan VI-toelaatbaarheidsdatum mogelijkheid opheffing internering vrijheidsstraf in gevangenis (WERP) Geestestoestand niet voldoende gestabiliseerd bij verstrijken straffen blijft “zuivere” geïnterneerde Mogelijkheid tot nieuw forensisch psychiatrisch onderzoek op vordering van de KBM.
VI. Cassatieberoep Tegen bepaalde beslissingen mogelijk, m.n.: Tot toekenning, afwijzing, herroeping of herziening van BD ET IOP VLV verwijdering grondgebied/overlevering
OM en advocaat geïnterneerde persoon/veroordeelde schorsende kracht 5 werkdagen Hof van Cassatie ev. verwijzing naar anders samengestelde KBM
Bedankt voor jullie aandacht