Schakelprogramma pabo naar 2de graads lerarenopleidingen Examens Schakelprogramma pabo naar 2de graads lerarenopleidingen
Leerdoelen module Na het volgen van de lessen en het bestuderen van de theorie kunt u: het onderwijsconcept, de structuur en cultuur van het vmbo beschrijven. onderzoeken hoe processen van identiteitsvorming, sociaal-emotionele en morele ontwikkeling bij pubers verlopen. een veilig pedagogisch klimaat in de praktijk brengen. de theorie over breindidactiek/motivatie toepassen in het leerpotentieel van leerlingen. formatief beoordelen (volgens de theorie feedup, feedback en feedforward) toepassen in uw lessen ter bevordering van de motivatie en leeropbrengsten van leerlingen. onderzoek doen naar taalgericht vakonderwijs in de onderwijspraktijk: leren in context, leren in interactie en leren met taalsteun. onderzoek doen naar de optimalisering van de onderwijsuitvoering door middel van systematische kwaliteitszorg in teamverband. kenmerken van veelvoorkomende leerproblemen, gedragsproblemen en gedragsstoornissen verhelderen. onderzoeken hoe de zorgstructuur aan leerlingen met bepaalde leerproblemen, gedragsproblemen en gedragsstoornissen in het vo georganiseerd kan zijn. verschillende communicatietechnieken toepassen in contact met leerlingen, ouders en collega’s. Een leerdoel wordt met een werkwoord beschreven waarin het gedrag duidelijk wordt dat wordt verwacht en dat laat zien dat het leerdoel is behaald.
Leerdoelen module Na het volgen van de lessen en het bestuderen van de theorie kunt u: het onderwijsconcept, de structuur en cultuur van het vmbo beschrijven. onderzoeken hoe processen van identiteitsvorming, sociaal-emotionele en morele ontwikkeling bij pubers verlopen. een veilig pedagogisch klimaat in de praktijk brengen. de theorie over breindidactiek/motivatie toepassen in het leerpotentieel van leerlingen. formatief beoordelen (volgens de theorie feedup, feedback en feedforward) toepassen in uw lessen ter bevordering van de motivatie en leeropbrengsten van leerlingen. onderzoek doen naar taalgericht vakonderwijs in de onderwijspraktijk: leren in context, leren in interactie en leren met taalsteun. onderzoek doen naar de optimalisering van de onderwijsuitvoering door middel van systematische kwaliteitszorg in teamverband. kenmerken van veelvoorkomende leerproblemen, gedragsproblemen en gedragsstoornissen verhelderen. onderzoeken hoe de zorgstructuur aan leerlingen met bepaalde leerproblemen, gedragsproblemen en gedragsstoornissen in het vo georganiseerd kan zijn. verschillende communicatietechnieken toepassen in contact met leerlingen, ouders en collega’s. MO MO MO MO MO PF 2 PF 2 PF 5 PF 5 PF 5
Examen: beoordelingscriteria Niveau Examen: beoordelingscriteria Beoordelingscriteria Niveau (maximaal 9 punten) In welke mate bevat de uitgewerkte opdracht alle verplichte onderdelen? In welke mate is de opdracht uitgevoerd zoals beschreven in de exameninformatie? In welke mate zijn uit de theorie van de module de relevante zaken (theorieën, modellen enzovoort) geselecteerd en toegepast? In welke mate onderbouwt de student zijn uitwerkingen met de behandelde theorie?
Examen: beoordelingscriteria Structuur Examen: beoordelingscriteria Beoordelingscriteria Structuur (1 punt als aan alle criteria ten aanzien van de structuur is voldaan én als minimaal 5,5 punten zijn toegekend aan het niveau van de opdracht) Heeft de student de opdracht leesbaar en begrijpelijk geschreven en is spelling en taalgebruik helder en correct? Heeft de student een heldere structuur aangebracht? Heeft de student zich gehouden aan het maximum aantal pagina’s? Heeft de student op de juiste manier naar de literatuur verwezen en is de literatuurlijst opgesteld conform de eisen van APA (versie 6)?
Beoordelingscriteria vaststellen niveau N.a.v. de moduleopdracht gaan jullie beoordelingscriteria opstellen die door de beoordelaar gehanteerd kunnen worden. Je doet dit door je te verplaatsen in de rol van beoordelaar.
Examen: moduleopdracht 1 Examen: moduleopdracht De moduleopdracht is een vaste opdracht waarbij u zelf geen probleemstelling formuleert. U maakt de opdracht individueel en zelfstandig. Deze moduleopdracht maakt u op basis van uw eigen werk- /stageplek. Stap 1: Wat levert u in? U levert een voorstel in voor uw vaksectie, voor het ontwikkelen van lessen die aansluiten bij de visie: ''Uitdagende en betekenisvolle lessen voor vmbo leerlingen in de onderbouw‘’. Op basis van dit voorstel kan er vaksectiebreed geprofiteerd worden van uw uitkomsten. Opdracht: ontwerp een werkdefinitie over wat wordt verstaan onder ‘uitdagende’ en ‘betekenisvolle’ lessen. Een werkdefinitie dient niet gebaseerd te zijn op eigen mening maar op onderzoeksresultaten. 2018
Examen: moduleopdracht 1 Examen: moduleopdracht De moduleopdracht is een vaste opdracht waarbij u zelf geen probleemstelling formuleert. U maakt de opdracht individueel en zelfstandig. Deze moduleopdracht maakt u op basis van uw eigen werk- /stageplek. Stap 1: Wat levert u in? U levert een voorstel in voor uw vaksectie, voor het ontwikkelen van lessen die aansluiten bij de visie: ''Uitdagende en betekenisvolle lessen voor vmbo leerlingen in de onderbouw‘’. Op basis van dit voorstel kan er vaksectiebreed geprofiteerd worden van uw uitkomsten. Opdracht: ontwerp een werkdefinitie over wat wordt verstaan onder ‘uitdagende’ en ‘betekenisvolle’ lessen. Een werkdefinitie dient niet alleen gebaseerd te zijn op eigen mening maar op onderzoeksresultaten. 2018
Examen: moduleopdracht 2-1/2a/b Examen: moduleopdracht Stap 2: Wat levert u in? In uw moduleopdracht werkt u de volgende stappen/deelopdrachten uit die zijn afgeleid van de algemene leerdoelen, in de volgorde waarin ze worden genoemd: Verklaar waarom bovenstaande visie: ''Uitdagende en betekenisvolle lessen voor vmbo leerlingen in de onderbouw'', in het bijzonder relevant is voor vmbo-leerlingen. Onderbouw uw verklaring vanuit de literatuur over vmbo-leerlingen (Boek: Handboek voor Leraren) en de identiteitsontwikkeling van leerlingen (Boek: Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding). Om te komen tot een voorstel, ontwikkelt u voor uw vak een les die past bij bovenstaande visie. Op die manier kunt u straks ook nagaan of uw voorstel ook daadwerkelijk bijdraagt aan meer uitdagende en betekenisvolle lessen voor vmbo leerlingen in de onderbouw. U beschrijft uw les in het bijgevoegde lesformulier (zie hieronder bij Downloads). Het gaat er om dat de les prikkelend en betekenisvol is voor vmbo leerlingen in de onderbouw. Om dit te realiseren voert u twee deelopdrachten uit: een kort onderzoek onder vijf leerlingen; literatuur behorende bij deze module. 2018
Examen: moduleopdracht een kort onderzoek onder vijf leerlingen; literatuur behorende bij deze module. Ad a. Kies een onderwerp voor uw les. Zodra u een onderwerp voor uw les heb bedacht, interviewt u 5 leerlingen aan de hand van de volgende (en eventueel aanvullende) vragen: Zijn er dingen die jullie al weten over dit onderwerp? Wat willen jullie graag weten/leren over dit onderwerp en waarom? Op welke wijze vinden jullie dat dit onderwerp het beste behandeld kan worden tijdens de les en waarom? .......... Doel van dit korte onderzoek is dat u op basis van deze informatie beter aansluit bij de beginsituatie en eventuele wensen van de leerlingen. Uiteraard is het niet haalbaar en zeker ook niet de bedoeling om bij alle lessen op deze manier te werk te gaan. Het kan echter heel verfrissend en nuttig zijn om het af en toe te doen, zodat uw lessen meer uitdagend en betekenisvol worden voor uw leerlingen. Dit komt de motivatie van leerlingen ten goede. 2018
Examen: moduleopdracht 2.2b Examen: moduleopdracht een kort onderzoek onder vijf leerlingen; literatuur behorende bij deze module. Ad b. Ter aanvulling op het onderzoek bij uw leerlingen, gebruikt u onderstaande literatuur (behorende bij deze module) als onderbouwing van de keuzes die u maakt voor uw les. Het is de bedoeling dat u de invulling van de volgende vijf lesonderdelen uit het lesformulier: toetsing/beoordeling, materialen, werkvorm, rol van de docent en rol van de leerlingen, koppelt aan de literatuur. Aangezien onderstaande literatuur o.a. informatie aanreikt over de manier waarop (vmbo) leerlingen leren, het verhogen van de motivatie van leerlingen en het verbeteren en aantrekkelijker maken van het leren, biedt de literatuur dus veel inspiratie voor het ontwikkelen van lessen die betekenisvol en uitdagend zijn voor leerlingen in de onderbouw van het vmbo. NB: Uw literaire onderbouwing hoeft niet alle literatuur te omvatten die hieronder wordt genoemd, maar gebruik wel minimaal drie van de genoemde boeken. Belangrijk is vooral dat u vanuit de betreffende literatuur duidelijk kunt uitleggen waarom u bepaalde keuzes hebt gemaakt. 2018
Examen: moduleopdracht 2.2b Examen: moduleopdracht Dirksen, G., de Boer, M., Moller, H., & Willemse, J. (2016). Breindidactiek. Helpen leren met breinkennis (derde druk). Uitgeverij Synaps. Hattie, J. (2015). Leren zichtbaar maken. Nederlandse vertaling van Visible Learning for teachers (5e druk). Rotterdam: Bazalt Educatieve Uitgaven. Nelis, H., & van Sark, Y. (2016). Motivatie binnenstebuiten (vijfde druk). Utrecht/Antwerpen: Kosmos. Nelis, H., & van Sark, Y. (2014). Puberbrein binnenstebuiten. Utrecht/Antwerpen: Kosmos. Teitler, P. (2017). Lessen in orde. Handboek voor de onderwijspraktijk (3e herziene druk). Bussum: Coutinho. Van der Wal, J., & de Wilde, J. (2017). Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding (vijfde herziene druk). Bussum: Coutinho. Winkels, J., & Hoogeveen, P. (2014). Het didactische werkvormenboek. Variatie en differentiatie in de praktijk (11e druk). Assen: Koninklijke van Gorcum. U werkt het interview met de leerlingen en de literaire onderbouwing uit in een voorstel voor uw vaksectie. Uw voorstel beschrijft dus, op basis van het leerlingeninterview en de literaire onderbouwing, mogelijkheden om lessen uitdagend en betekenisvol te maken voor leerlingen in de onderbouw van het vmbo. 2018
Examen: moduleopdracht vervolg 2.3/4 Examen: moduleopdracht vervolg De komende periode gaat u de les ook geven. Pas wanneer u de les uitvoert, ervaren u en uw leerlingen daadwerkelijk in hoeverre de door u gemaakte keuzes daadwerkelijk bijdragen aan meer betekenisvolle en uitdagende lessen voor uw leerlingen. Nadat u de les hebt gegeven reflecteert u daarom op de les en ook vraagt u ongeveer 4 tot 6 leerlingen om feedback. Maak voor de reflectievragen eventueel gebruik van de vragen op p.391 uit het boek: Handboek voor Leraren. Relateer de feedbackvragen van uw leerlingen aan de lesonderdelen: toetsing/beoordeling, materialen, leerinhoud, werkvorm, rol van de docent en rol van de leerlingen. Werk uw eigen reflectie en de ontvangen feedback van de leerlingen uit en zorg dat de reflectievragen en de feedbackvragen zelf ook terugkomen in deze uitwerking. Op basis van de feedback van uw leerlingen en uw eigen reflectie past u uw les aan en stelt u het voorstel bij. In de beschrijving van deze verschillende deelopdrachten dient de ‘ik-vorm’ vermeden te worden. Echter, uw eigen reflectie op de gegeven les schrijft u uiteraard wel in de ik-vorm. 2018
Examen: moduleopdracht vervolg 3 Examen: moduleopdracht vervolg Stap 3: Wat is de opbouw en structuur van de opdracht? De moduleopdracht bevat minimaal de volgende onderdelen: voorblad voorwoord (In het voorwoord stelt u uzelf voor, geeft u aan voor wie u de moduleopdracht schrijft en geeft u de persoonlijke aanleiding weer voor het schrijven van de moduleopdracht) samenvatting (maximaal 1 pagina); inhoudsopgave; inleiding (In de inleiding beschrijft u de werk-/stageplek voor wie u uw moduleopdracht heeft gemaakt evenals het belang en de opzet van uw moduleopdracht. Hier beschrijft u ook uw uitwerking van deelopdracht 1: waarom bovenstaande visie in het bijzonder van belang is voor vmbo-leerlingen); uw voorstel op basis van het uitgewerkte leerlingenonderzoek en de literaire onderbouwing (dit betreft het definitieve voorstel dat eventueel nog is bijgesteld op basis van uw reflectie en de leerlingenfeedback); 2018
Examen: moduleopdracht vervolg 3b Examen: moduleopdracht vervolg Stap 3: Wat is de opbouw en structuur van de opdracht? eigen reflectie en feedback van leerlingen op uw les; literatuurlijst (overzicht van alle schriftelijke bronnen die u heeft geraadpleegd, alfabetisch gerangschikt op achternaam van de auteur). Bijlage: Ontwikkelde les (dit betreft de definitieve les die eventueel nog is bijgesteld op basis van uw reflectie en de leerlingenfeedback). De moduleopdracht bestaat uit minimaal 5 en maximaal 7 pagina’s opgemaakte hoofdtekst (inclusief inleiding) en maximaal 7 pagina’s (A4-formaat) bijlagen, bij regelafstand 1 en lettertype en - grootte Arial 10/11. Voorblad, voorwoord, samenvatting, inhoudsopgave en literatuurlijst tellen niet mee in het maximum aantal pagina’s. Indien u het aantal pagina’s overschrijdt, dan kan dit consequenties hebben voor uw beoordeling, namelijk in de vorm van puntenaftrek. Het is aan de onafhankelijke beoordelaar of de overschrijding van het aantal pagina’s relevant is voor de opdracht. 2018
Examen: moduleopdracht vervolg Voorzie uw moduleopdracht van een voorpagina waarop u de volgende informatie zet: Voorletters en naam Studentnummer Datum NCOI Naam van de opleiding die u volgt Naam module Naam van de docent Alle informatie over het inleveren van uw moduleopdracht vindt u op e-Connect onder ‘Examens’ en ‘Help’.
Portfolio-opdrachten pf Portfolio-opdrachten 2018 Bij deze module horen ook 2 portfolio-opdrachten (nagaan of deze moeten worden gemaakt binnen uw route). De opdrachten zijn te vinden in: In les 2: Praktijkopdracht na de les: Taalgericht vakonderwijs (portfolio- opdracht) In les 5: Praktijkopdracht na de les: Leer-en gedragsproblemen (Portfolio- opdracht)
Portfolio-opdrachten pf Portfolio-opdrachten 2018 In les 5: Praktijkopdracht na de les: Leer-en gedragsproblemen (Portfolio- opdracht) Tijdens het uitvoeren van deze portfolio-opdracht past u de bestudeerde theorie concreet toe in de praktijk en werkt u aan de onderstaande algemene leerdoelen: 8. Kenmerken van veelvoorkomende leerproblemen, gedragsproblemen en gedragsstoornissen verhelderen. 9. Verhelderen hoe de zorgstructuur aan leerlingen met bepaalde leerproblemen, gedragsproblemen en gedragsstoornissen in het vo georganiseerd is. 10. Verschillende communicatietechnieken toepassen in contact met leerlingen, ouders en collega’s.
pf Portfolio-opdrachten Praktijkopdracht na de les: Leer-en gedragsproblemen (Portfolio-opdracht) 2018 In les 5: Tijdens het uitvoeren van deze portfolio-opdracht past u de bestudeerde theorie concreet toe in de praktijk en werkt u aan de onderstaande algemene leerdoelen: 8. Kenmerken van veelvoorkomende leerproblemen, gedragsproblemen en gedragsstoornissen verhelderen. 9. Verhelderen hoe de zorgstructuur aan leerlingen met bepaalde leerproblemen, gedragsproblemen en gedragsstoornissen in het vo georganiseerd is. 10. Verschillende communicatietechnieken toepassen in contact met leerlingen, ouders en collega’s. Opdrachtomschrijving: Stap 1: Wat levert u in? U levert een verslag in waarin de begeleiding aan leerlingen met leer- en gedragsproblemen op uw school is beschreven.
Portfolio-opdrachten Stap 2: Waar moet de opdracht aan voldoen? pf Portfolio-opdrachten Stap 2: Waar moet de opdracht aan voldoen? 2018 Selecteer in overleg met uw stagebegeleider twee leerlingen met leer- en gedragsproblemen. Zorg dat er één leerling met een leerprobleem en één leerling met een gedragsprobleem geselecteerd wordt. In uw portfolio-opdracht werkt u vervolgens de volgende stappen / deelopdrachten uit die zijn afgeleid van de algemene leerdoelen, in de volgorde waarin ze worden genoemd: Beschrijf voor beide leerlingen kort om welk leerprobleem en welk gedragsprobleem het gaat. Beschrijf per leerling wat er binnen de school (in de klas, maar ook schoolbreed) en buiten de school is gedaan aan: a) Signalering, b) Diagnostiek, c) Behandeling en zorg en d) Aanpassingen in lesstof, didactiek en begeleiding. Beschrijf vervolgens welke resultaten dit tot nu toe heeft opgeleverd. De leerlingen zijn volgens de geldende regels van privacy geanonimiseerd. Interview bij één leerling twee collega's, een ouder en de leerling zelf, om te achterhalen hoe het gedrag van, en de zorg aan deze leerling door de verschillende stakeholders is/wordt ervaren en welke behoefte de leerling, zijn/haar ouders en de docent hebben wat betreft informatie, ondersteuning en facilitering. Aan de hand van deze twee cases analyseert u, m.b.v. de literatuur behorende bij deze les, u hoe de zorgstructuur (intern en extern) binnen uw school/afdeling functioneert. De analyse omvat: a) een beschrijving van het beleid, b) een beschrijving van de uitvoering, c) een vergelijking tussen beleid en uitvoering en d) eventuele aanbevelingen als blijkt dat beleid en uitvoering sterk verschillen.
pf Portfolio-opdrachten Stap 3: Wat is de opbouw en structuur van de opdracht? 2018 Leg in uw uitwerking een duidelijk verband tussen de theorie uit de module en de praktijk. Zorg tevens voor een goede onderbouwing / verantwoording van door u gemaakte keuzes. Stap 3: Wat is de opbouw en structuur van de opdracht? Het verslag omvat de volgende onderdelen: Beschrijving van de twee leerlingen: a) één leerling met een gedragsprobleem, b) één leerling met een leerprobleem. Beschrijving van de ondersteunings- en onderwijsbehoefte voor de twee leerlingen: a) binnen de klas, b) binnen de school/afdeling, c) buiten de school. Bijlage: kort verslag interviews (van 1 leerling). Werk deze opdracht uit op minimaal 3 en maximaal 5 A4’tjes. Neem uw uitwerking mee naar de volgende les. Tijdens de les bespreekt uw docent enkele uitwerkingen om ervaringen met uw medestudenten uit te wisselen.