DE UITVERKORENEN Les 11 voor 16 december 2017
Wat betekent "Christus is het einde van de wet" (Romeinen 10: 4)? " Zo is dan de wet onze leermeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof gerecht-vaardigd zouden worden." (Galaten 3:24) Christus is het doel, de bedoeling van de wet. " Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen. "(Mattheüs 5:17) Christus is de vervulling van de wet. "Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade." (Romeinen 6:14) Christus is het einde van de wet als een middel tot verlossing.
Elke goddelijke wet brengt ons tot Christus De ceremoniële wet helpt ons de bediening en het offer van Christus te begrijpen. We hoeven de ceremoniële wet niet meer te houden, maar we moeten het bestuderen, zodat we meer over Jezus kunnen leren. De morele wet laat ons zien dat we zondaars zijn; het is onze leermeester die ons tot Christus brengt om vergeven te worden. We moeten de morele wet houden, omdat het ons Gods wil in ons leven toont
Heeft God zijn volk, Israël, verworpen (Romeinen 11: 1-6)? Het Joodse volk heeft haar tijd van genade verbeurd; zij verwierpen het Evangelie toen zij Stefanus stenigden (Daniël 9: 24-27). Niettemin hield God - door zijn verkiezing van genade - een overblijfsel voor zichzelf, zodat zij verlossing konden verkrijgen.
"Wat dan? Wat Israël zoekt, dat heeft het niet verkregen, maar het uitverkoren deel heeft het verkregen en de anderen zijn verhard, zoals geschreven staat: God heeft hun een geest van diepe slaap gegeven, ogen om niet te zien en oren om niet te horen, tot op de dag van heden.’” (Romeinen 11: 7-8) Israël heeft geen redding verkregen omdat zij Jezus als de Messias hebben verworpen. Degenen die verhard zijn, kunnen niet zien of horen omdat ze dat niet willen. Maar degenen die Jezus als de Messias hebben aanvaard, maken deel uit van het overblijfsel van het volk van Israël ("de uitverkorenen").
Heeft het Joodse volk een nieuwe kans om verlossing te verkrijgen Heeft het Joodse volk een nieuwe kans om verlossing te verkrijgen? (Romeinen 11: 11-15) "Om daardoor zo mogelijk mijn verwanten wat betreft het vlees tot jaloersheid te verwekken en enigen uit hen te behouden.” (Romeinen 11:14) De Joden verwerpen het De heidenen accepteren het De Joden worden jaloers De Joden zoeken verlossing De Joden die het Evangelie hadden verworpen, konden het toen accepteren, omdat ze zagen hoe de heidenen dezelfde verlossing kregen die ze eens hadden afgewezen.
Wat wilde Paulus onderwijzen met het voorbeeld van de olijfboom en zijn takken (Romeinen 11: 16-24)? De heidenen zouden niet trots moeten zijn en de Joden verachten. De Joden die het Evangelie verwierpen, kunnen het nu accepteren. We kunnen de redding verliezen en het opnieuw verkrijgen. De takken: degenen die deel uitmaken van het overblijfsel De geënte takken: heidenen die het evangelie aanvaarden De afgebroken takken: Israëlieten die het Evangelie hebben verworpen De olijfboom: het overblijfsel De wortel: Christus
Wat betekent "de volheid van de heidenen" en "heel Israël zal worden gered" (Romeinen 11: 25-26)? Hier vinden we de conclusie van de illustratie van de olijfboom en zijn natuurlijke en geënte takken. "Totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan." betekent dat het Evangelie over de hele wereld zal worden gepredikt ("aan elke natie, stam, tong en volk". Openb. 14: 6) Elke heiden (de geënte takken) en Jood (de opnieuw geënte takken) die het evangelie aanvaarden, worden een deel van het geestelijke Israël (de olijfboom). Het spirituele Israël is "geheel Israël", die zal worden gered in de eindtijd.
Nooit was de Heer zonder ware vertegenwoordigers op deze aarde die Zijn belangen tot hun eigen hebben gemaakt. Deze getuigen van God worden gerekend tot het geestelijke Israël, en aan hen zullen alle verbondsbeloften worden vervuld die Jehovah aan zijn oude volk heeft gedaan ... Aan geestelijk Israël zijn de voorrechten toegekend die het volk van God heeft gekregen ten tijde van hun bevrijding uit Babylon. In elk deel van de aarde reageren mannen en vrouwen op de door de Hemel gezonden boodschap, waarvan Johannes de openbaarder voorspelde, dat die vóór de wederkomst van Christus zou worden verkondigd: "Vrees God, en geeft Hem eer; want het uur van zijn oordeel is gekomen." Openbaring 14: 7 E.G. White (Profeten en Koningen, hfdst. 59, pg. 713-714)
GODS GENADE "Zoals ook u immers voorheen God ongehoorzaam was, maar nu ontferming verkregen hebt door hun ongehoorzaamheid, zo zijn ook zij nu ongehoorzaam geworden, opdat ook zij door de ontferming die u bewezen is, ontferming zouden verkrijgen. Want God heeft hen allen in hun ongehoorzaamheid opgesloten om Zich over allen te ontfermen.“ (Romeinen 11: 30-32) God wil Zijn genade, Zijn liefde en Zijn genade over iedereen uitstorten. Zijn goddelijke genade accepteren en met anderen te delen is hangt af van ons. Veel mensen kunnen daarvan op de hoogte zijn, en het accepteren.