Bijbelstudie over Hebreeën 11 De volhouder wint Bijbelstudie over Hebreeën 11 Ppt01
Een bemoedigende brief 1 Een bemoedigende brief Ppt02
Ppt03
Ppt04
Ppt05
Ik heb het moeilijk met… Opdracht 1 Ik heb het moeilijk met… Top-3: 1. Christenen worden vaak zo wreed behandeld. Ik ben bang voor de pijn die mensen mij aan kunnen doen. 2. Ik heb hard gewerkt om een goed bestaan op te bouwen. Zullen ze nu alles van mij afpakken? Mijn geld, mijn spullen, mijn huis… 3. Als ze mij pakken, dan kan ik dat nog wel hebben. Maar als ze mijn gezin ook mishandelen en martelen… 4. Familie en vrienden noemen me dwaas en gek omdat ik zoveel moeilijkheden op de hals haal door christen te blijven. 5. Ik ben bang dat ik veel te makkelijk toegeef. Als de vervolgingen nóg zwaarder worden, zal ik vast mijn geloof in de Heere Jezus verloochenen. 6. Waar is God nu? Wij zijn toch Zijn gemeente? Hij kan toch alles. Maar waarom gebeurt dit dan? Heb ik mij soms in mijn geloof vergist…? 7. Sommige gemeenteleden zeggen dat dit een straf van God is. Ik kan dat bijna niet geloven. Ppt06
Christenen van vandaag worstelen met vragen over dingen die te maken hebben met… Ppt07
Hebreeën 11: 1 Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet. Ppt08
Psalm 18: 3 De HEERE is mijn Steenrots en mijn Burg, en mijn Uithelper, mijn God, mijn Rots, op Welken ik betrouw; mijn Schild en de Hoorn mijns heils, mijn hoog Vertrek. Ppt09
Romeinen 9: 33 Gelijk geschreven is: Ziet, Ik leg in Sion een Steen des aanstoots, en een Rots der ergernis; en een iegelijk die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden. Ppt10
Hebreeën 11: 3-5 Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het Woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen die men ziet, niet geworden zijn uit dingen, die gezien worden. Door het geloof heeft Abel een meerdere offerande Gode geofferd dan Kaïn, door hetwelk hij getuigenis bekomen heeft, dat hij rechtvaardig was, alzo God over zijn gaven getuigenis gaf; en door hetzelve geloof spreekt hij nog, nadat hij gestorven is. Door het geloof is Enoch weggenomen geweest, opdat hij de dood niet zou zien; en hij werd niet gevonden, daarom dat hem God weggenomen had; want voor zijn wegneming heeft hij getuigenis gehad, dat hij Gode behaagde. Ppt11
Lichtende voorbeelden 2 Lichtende voorbeelden Ppt12
Genesis 12: 1-3 De HEERE nu had tot Abram gezegd: Ga gij uit uw land en uit uw maagschap en uit uws vaders huis, naar het land dat Ik u wijzen zal. En Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken; en wees een zegen. En Ik zal zegenen, die u zegenen, en vervloeken die u vloekt; en in u zullen alle geslachten des aardrijks gezegend worden. Ppt13
Moet Abram wel of niet op reis gaan? Wel op reis Niet op reis … … Ppt14
Hebreeën 11: 8 Door het geloof is Abraham, geroepen zijnde, gehoorzaam geweest, om uit te gaan naar de plaats, die hij tot een erfdeel ontvangen zou; en hij is uitgegaan, niet wetende, waar hij komen zou. Ppt15
3. Moeilijke situatie/keuze Opdracht 5 en 6 1. Persoon Abraham 2. Hebreeën 11 vers … 8 3. Moeilijke situatie/keuze 4. Wat zie je van het vertrouwen op God? 5. Hoe kan dit voorbeeld de Hebreeën bemoedigen? 6. Hoe kan dit voorbeeld ons bemoedigen? Ppt16
‘voor jullie is de tempel toch ook belangrijk?’ Ppt17
Hebreeën 11: 10 Want hij verwachtte de stad, die fondamenten heeft, welker Kunstenaar en Bouwmeester God is. Ppt18
Hebreeën 11:13-16 Deze allen zijn in het geloof gestorven, de beloften niet verkregen hebbende, maar hebben dezelve van verre gezien, en geloofd, en omhelsd, en hebben beleden, dat zij gasten en vreemdelingen op de aarde waren. Want die zulke dingen zeggen, betonen klaarlijk, dat zij een vaderland zoeken. En indien zij aan dat vaderland gedacht hadden, van hetzwelk zij uitgegaan waren, zij zouden tijd gehad hebben, om weder te keren; Maar nu zijn zij begerig naar een beter, dat is, naar het hemelse. Daarom schaamt Zich God hunner niet, om hun God genaamd te worden; want Hij had hun een stad bereid. Ppt19
3 Overwinning en troost bij verdrukking Ppt20
2 Timotheüs 3: 12 ‘En ook allen, die godzaliglijk willen leven in Christus Jezus, die zullen vervolgd worden.’ Ppt21
2 Timotheüs 3: 11 ‘… hoedanige vervolgingen ik geleden heb, en de Heere heeft mij uit alle verlost.’ Psalm 34: 20 ‘Vele zijn de tegenspoeden des rechtvaardigen, maar uit die alle redt hem de HEERE.’ Ppt22
‘En deze allen, hebbende door het geloof getuigenis gehad…’ Hebreeën 11: 35b ‘… en anderen zijn uitgerekt geworden, de aangeboden verlossing niet aannemende, opdat zij een betere opstanding verkrijgen zouden.’ Hebreeën 11: 39a ‘En deze allen, hebbende door het geloof getuigenis gehad…’ Ppt23
4 De volhouder wint Ppt24
Hebreeën 12: 1b-2 ‘… laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan, die ons voorgesteld is; Ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, Dewelke, voor de vreugde, die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen, en schande veracht, en is gezeten aan de rechterhand des troons van God.’ Ppt25
Stadion van Epidaurus Ppt26
Hebreeën 12: 1 ‘Daarom dan ook, alzo wij zo groot een wolk der getuigen rondom ons hebben liggende, laat ons afleggen allen last en de zonde die ons lichtelijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan, die ons voorgesteld is; Ppt27
Hebreeën 12: 2 ‘Ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, Dewelke voor de vreugde, die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen, en schande veracht, en is gezeten aan de rechterhand des troons van God.’ Ppt28
Nemean Games Ppt29
Nemean Games Ppt30
Nemean Games Ppt31
Hebreeën 11:13-16 Deze allen zijn in het geloof gestorven, de beloften niet verkregen hebbende, maar hebben dezelve van verre gezien, en geloofd, en omhelsd, en hebben beleden, dat zij gasten en vreemdelingen op de aarde waren. Want die zulke dingen zeggen, betonen klaarlijk, dat zij een vaderland zoeken. En indien zij aan dat vaderland gedacht hadden, van hetzwelk zij uitgegaan waren, zij zouden tijd gehad hebben, om weder te keren; Maar nu zijn zij begerig naar een beter, dat is, naar het hemelse. Daarom schaamt Zich God hunner niet, om hun God genaamd te worden; want Hij had hun een stad bereid. Ppt32