de brief aan de Galaten (5)

Presentatie over: "de brief aan de Galaten (5)"— Transcript van de presentatie:

1 de brief aan de Galaten (5)
21 juli 2019 Hendrik Ido Ambacht

2 Galaten 2 15 Wij, van nature Joden, en niet zondaars uit de natiën, 16 wetende dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit werken van de wet, maar alleen door het geloof van Christus Jezus, ook wij geloven in Christus Jezus, opdat wij gerechtvaardigd zullen worden uit het geloof van Christus en niet uit werken van de wet, aangezien uit werken van de wet niet alle vlees gerechtvaardigd zal worden. 17 Maar indien wij zoeken gerechtvaardigd te worden in Christus, werden wijzelf ook zondaars gevonden. Is dus Christus een bediende van zonde? Moge het niet gebeuren!

3 Galaten 2 18 Want indien ik de dingen die ik afbreek weer opbouw, stel ik mijzelf tot overtreder. 19 Want ik stierf door de wet voor de wet, opdat ik voor God zou leven. 20 Met Christus ben ik meegekruisigd, maar ik leef. Maar niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en dat ik nu leef in het vlees, leef ik in geloof, in het geloof van de Zoon van God, Die mij liefheeft en Zichzelf ten behoeve van mij overlevert. 21 Ik wijs de genade van God niet af, want indien er door wet rechtvaardigheid is, stierf Christus dus zonder reden.

4 Romeinen 4 1 Wat zullen wij dan uitspreken? Dat Abraham, onze voorvader, naar het vlees heeft verkregen? 2 Want indien Abraham gerechtvaardigd werd uit werken, dan heeft hij roem, maar niet naar God toe. 3 Want wat zegt de Schrift? "Abraham nu gelooft God en het wordt hem gerekend tot rechtvaardigheid." 4 Nu wordt de werker het loon niet toegerekend overeenkomstig gunst, maar overeenkomstig schuld. 5 Maar aan die niet werkt, maar gelooft Die de oneerbiedige rechtvaardigt, wordt zijn geloof toegerekend tot rechtvaardigheid. (…)

5 Romeinen 4 9 (...) Aan Abraham wordt het geloof tot rechtvaardigheid toegerekend. 10 Hoe dan wordt het toegerekend? In de besnijdenis zijnde of in de voorhuid? Niet in de besnijdenis, maar in de voorhuid. (…)

6 Romeinen 4 13 Want niet door wet is de belofte aan Abraham, of aan zijn Zaad, dat hij lotbezitter van de wereld zal zijn, maar door rechtvaardigheid van geloof. 14 Want indien die vanuit de wet lotbezitters zijn, dan is het geloof leeg gemaakt en is de belofte buiten werking gesteld, 15 want de wet bewerkt boosheid. Waar nu geen wet is, daar is ook geen overtreding.

7 Genesis 12 7 En JAHWEH verschijnt aan Abram en Hij zegt: "Aan jouw zaad geef Ik dit land." En hij bouwt daar een altaar voor JAHWEH, Die aan hem verscheen. Genesis 13 15 want al het land dat jij ziet geef Ik aan jou en aan jouw zaad, tot aan de aion. Genesis 26 4 En Ik vermeerder jouw zaad als de sterren van de hemelen en Ik geef aan jouw zaad al deze landen. En zij zullen gezegend worden in jouw zaad, alle naties van de aarde,