Welkom in deze kerkdienst Thema: ‘Een discipel van Jezus draagt het kruis’ zondag 14 mei 2017 – morgendienst voorganger: Ds. A. Vastenhoud
Zie hoe Jezus daar loopt in Jeruzalem met een kruis op zijn rug Lied 614 (Opwekking) – vers 1 Zie hoe Jezus daar loopt in Jeruzalem met een kruis op zijn rug en een doornenkroon. Hoor de menigte schreeuwt en roept: 'Kruisigt Hem!' Zo gaf God zijn eigen Zoon.
Zie het Lam aan het kruis daar op Golgotha, Lied 614 (Opwekking) – vers 2 Zie het Lam aan het kruis daar op Golgotha, als de koning der Joden wordt hij veracht. Zie de liefde voor ons in zijn ogen staan als hij roept: 'Het is volbracht'.
Ja, ik dank U voor uw genade, o Heer, dat U het kruis voor mij droeg. Lied 614 (Opwekking) – refrein Ja, ik dank U voor uw genade, o Heer, dat U het kruis voor mij droeg. U bewijst uw genade aan mij telkens weer. Uw genade is mij genoeg.
In het rijk van de dood is Hij neergedaald. Lied 614 (Opwekking) – vers 3 In het rijk van de dood is Hij neergedaald. Ja, uit liefde voor ons heeft Hij dit gedaan. Maar de steen van het graf is nu weggehaald, Jezus leeft, Hij is opgestaan.
Ja, ik dank U voor uw genade, o Heer, dat U het kruis voor mij droeg. Lied 614 (Opwekking) – refrein Ja, ik dank U voor uw genade, o Heer, dat U het kruis voor mij droeg. U bewijst uw genade aan mij telkens weer. Uw genade is mij genoeg.
En nu kom ik tot U met vrijmoedigheid, met ontzag en respect Lied 614 (Opwekking) – vers 4 En nu kom ik tot U met vrijmoedigheid, met ontzag en respect kniel ik voor U neer. U bent Koning en God tot in eeuwigheid, U bent Jezus, de hoogste Heer.
Ja, ik dank U voor uw genade, o Heer, dat U het kruis voor mij droeg. Lied 614 (Opwekking) – refrein Ja, ik dank U voor uw genade, o Heer, dat U het kruis voor mij droeg. U bewijst uw genade aan mij telkens weer. Uw genade is mij genoeg.
Zoek eerst het koninkrijk van God, en zijn gerechtigheid. Lied 180 (OTH)– vers 1 Zoek eerst het koninkrijk van God, en zijn gerechtigheid. En dit alles ontvangt u bovendien, hallelu, halleluja. Halleluja, halleluja, ) halleluja, halleluja. ) 4x
Men kan niet leven van brood alleen, maar van ieder woord. Lied 180 (OTH) – vers 2 Men kan niet leven van brood alleen, maar van ieder woord. dat door de Heer gesproken wordt, hallelu, halleluja Halleluja, halleluja, ) halleluja, halleluja. ) 4x
Bid en u zal gegeven zijn, zoekt en gij zult het zien. Lied 180 (OTH) – vers 3 Bid en u zal gegeven zijn, zoekt en gij zult het zien. Klopt en de deur zal voor u open gaan, hallelu, halleluja. Halleluja, halleluja, ) halleluja, halleluja. ) 4x
Gij wilt mijn weg omringen met liefde wijs en teer. Gezang 465 (LvK) – vers 1 Van U zijn alle dingen, van U, o God en Heer, Van U de zegeningen die 'k biddende begeer. Gij wilt mijn weg omringen met liefde wijs en teer. Wat wij ooit goeds ontvingen, het is van U, o Heer.
laat heil'ge vrees van binnen mij leiden als uw kind! Gezang 465 (LvK) – vers 4 O mocht ik U beminnen gelijk Gij mij bemint, laat heil'ge vrees van binnen mij leiden als uw kind! Mocht ik die rijkdom winnen, die roest noch mot verslindt, en werden nooit mijn zinnen door ijd'le glans verblind!
die eeuw'ge goedheid zijt! U blijve, Heer der heren, Gezang 465 (LvK) – vers 5 U zal ik eeuwig eren, die eeuw'ge goedheid zijt! U blijve, Heer der heren, geheel mijn hart gewijd. Wat kan ik niet ontberen wanneer uw hand mij leidt, wat vuriger begeren dan uwe heerlijkheid!
Welkom in deze kerkdienst Thema: ‘Op pad met Paulus’ zondag 14 mei 2017 – middagdienst voorganger: Ds. D. Hoolwerf
U die mij geschapen hebt, U wil ik aanbidden als mijn God, Lied 242 (OTH) – vers 1 U die mij geschapen hebt, U wil ik aanbidden als mijn God, in voor- of tegenspoed. Uw liefde doet mij zingen. U wil 'k danken hoe ik mij ook voel, en U gehoorzaam zijn. Heer, U bent mijn doel.
U hebt mij gemaakt om als uw kind, in voor en tegenspoed, Lied 242 (OTH) – vers 2 U bent mijn bestemming, U hebt mij gemaakt om als uw kind, in voor en tegenspoed, uw liefde uit te stralen. Dit is mijn bestemming: dienen met verstand en met gevoel, vanuit gehoorzaamheid. Heer, U bent mijn doel.
Zou voor de Heer iets te wonderlijk zijn, Lied 465 (OTH) – vers 1 Zit je in het donker? Jezus zal er zijn. Is je hart vol zonde? Jezus maakt het rein. Zou voor de Heer iets te wonderlijk zijn, voor de Heer iets te wonderlijk zijn?
Zou voor de Heer iets te wonderlijk zijn, Lied 465 (OTH) – vers 2 Kijk je weer zo somber? Jezus maakt je blij. Zit je vastgebonden? Jezus maakt je vrij. Zou voor de Heer iets te wonderlijk zijn, voor de Heer iets te wonderlijk zijn?
Kijk eens wat je aandurft Samen met de Heer! Lied 465 (OTH) – vers 3 Dan wordt alles anders, Kan je zoveel meer! Kijk eens wat je aandurft Samen met de Heer! Zou voor de Heer iets te wonderlijk zijn, voor de Heer iets te wonderlijk zijn?
God is getrouw, zijn plannen falen niet, Gezang 304 (LvK) – vers 1 God is getrouw, zijn plannen falen niet, Hij kiest de zijnen uit, Hij roept die allen. Die 't heden kent, de toekomst overziet, laat van zijn woorden geen ter aarde vallen; en 't werk der eeuwen, dat zijn Geest omspant, volvoert zijn hand.
De Heer regeert! Zijn koninkrijk staat vast, Gezang 304 (LvK) – vers 2 De Heer regeert! Zijn koninkrijk staat vast, zijn heerschappij omvat de loop der tijden; een sterke hand, die nooit heeft misgetast, blijft met het heilig zwaard des Geestes strijden; de adem zijner lippen overmant de tegenstand.
De Heil'ge Geest, die haar de toekomst spelt, Gezang 304 (LvK) – vers 3 De Heil'ge Geest, die haar de toekomst spelt, doet aan Gods kerk zijn heilgeheimen weten; Hij, die haar leidt en in de waarheid stelt, heeft zijn bestek met wijsheid uitgemeten; Hij trekt met heel zijn kerk van land tot land als Gods gezant.