Strijdmakkers « En Hij stelde er twaalf aan, opdat zij met Hem zouden zijn en opdat Hij hen zou uitzenden om te prediken. » (Marcus 3: 14)
Samen overleggen: ► Waarom denk je dat Jezus discipelen koos? Denk je dat zijn opdracht anders zou geweest zijn zonder hen? ► Overloop eens de 12 apostelen en bespreek met elkaar wat we er uit kunnen leren (denk aan Petrus, Jakobus en Johannes (de zonen van de donder), Thomas, Philippus - de Griek, praktisch ingesteld en vragensteller, Levi Mattheüs - de tollenaar,… ) ► Er is een gezegde: "Zeg me met wie je omgaat en ik zal je zeggen wie je bent’. Welke invloed hebben de mensen met wie wij omgaan in ons leven? En hebben wij een positieve invloed op hen?
De aanstelling van de twaalf discipelen “Wees niet bevreesd, van nu aan zult gij mensen vangen. En zij trokken de schepen op het land en lieten alles achter en volgden Hem.” (Lucas 5:-11)
Samen overleggen: ► Tegenwoordig kiezen de meeste leiders hun werknemers op basis van diploma’s, vaardigheden en de ervaring die ze hebben. Op welke basis denk je dat Jezus zijn discipelen koos? Welke houding was nodig om mee te werken met Jezus? Wat verwacht jij van de mensen waarmee je samen werkt? ► Toen Simon Petrus de wonderbare visvangst zag vroeg hij Jezus om bij hem weg te gaan omdat hij maar een zondig mens was. In plaats van toe te geven aan zijn verzoek, nodigt Jezus Petrus uit om hem te volgen. Wat zegt dit over de aard van de mensen die Jezus koos als zijn discipelen? Wat was voor hem belangrijk?
Samen overleggen: ► Door de evangelieverhalen zien wij dat de discipelen maar mensen waren, met hun kwaliteiten en gebreken en dat Jezus toch met hen kon samenwerken. Wat leert dit ons over hoe wij omgaan met mensen die iets verkeerd doen? Wat zegt dit over tweede kansen die we kunnen geven of ontvangen? ► Als je zelf leiders moest kiezen (voor de kerk, bedrijf, land, enz.), waar zou je dan op letten? Wat zoek je in hen? Welke eigenschapen zijn van essentieel belang? Bespreek dit met elkaar
Wie is de belangrijkste? “Indien iemand de eerste wil zijn, die zal de allerlaatste zijn en aller dienaar. En Hij nam een kind en plaatste dat in hun midden, omarmde het en zei tot hen: Wie één van zodanige kinderen ontvangt in mijn naam, die ontvangt Mij. En wie Mij ontvangt, ontvangt niet Mij, maar Hem, die Mij gezonden heeft.” (Marcus )
Samen overleggen: ► De discipelen hadden de behoefte om te weten wie van hen de belangrijkste was. Waarschijnlijk gaf het feit dat ze met Jezus waren hen het gevoel dat ze bijzonder waren. Is het mogelijk dat wij als gelovigen een gevoel hebben ‘Gods lievelingetjes’ te zijn? Is dit aanvaardbaar of houdt het risico’s in? ► Jezus leerde zijn discipelen over dienstwerk. Wat betekent ‘dienstwerk’ voor jou in het kader van geloof? Wat voor dienstwerk kunnen wij tegenwoordig verrichten? Wat betekent ‘één van zodanige kinderen ontvangen in mijn naam’ (Mat 25:40? ► Zijn er vandaag de dag nog conflicten rond ‘de belangrijkste zijn’ (thuis, op het werk, in de kerk, in de samenleving…)? ► Welke eigenschappen van een kind kunnen ons tot voorbeeld zijn?
Het verzoek van een moeder Zeg, dat mijn twee zonen mogen zitten, één aan uw rechterzijde en één aan uw linkerzijde in uw Koninkrijk. En Jezus antwoordde en zei: Gij weet niet wat gij vraagt… Zo is het onder u niet. Maar wie onder u groot wil worden, zal uw dienaar zijn, en wie onder u de eerste wil zijn, zal uw slaaf zijn; gelijk de Zoon des mensen niet gekomen is om Zich te laten dienen, maar om te dienen. – Mat 20:20-28
Samen overleggen: ► ‘Niet heersen, maar dienen’… Hoe zit dat in onze samenleving, in onze kerkgemeenschap? Moedigt jouw kerk dit soort van leiderschap aan? Hoe ervaar je de verschillende functies binnen de kerk? Zijn er die belangrijker zijn dan andere? ► Welke boodschap heeft bovenstaande leuze voor mij als individu?
Samen overleggen: ► ‘Niet heersen, maar dienen’… Toch kreeg de mens bij de schepping de opdracht mee ‘te heersen’ (Genesis 1.28) Kan dat ook op een positieve manier? Heb je een ander woord voor heersen? Wanneer wordt het nefast (denk hierbij ook aan Gen. 3:16, waar een bepaalde vorm van heersen wordt aangegeven als gevolg van de zonde). Hoe kunnen wij er voor zorgen dat voor iedereen een goed leven mogelijk wordt?
Een andere volgeling De man die bezeten was geweest, zei dat hij graag met Hem meewilde, maar Jezus vond dat niet goed. ‘Ga naar huis,’ zei Hij, ‘naar uw familie en vrienden en vertel hun wat God voor u heeft gedaan, hoe goed Hij voor u is geweest.’ De man ging weg en ver- telde overal in de provincie Dekapolis wat Jezus voor hem had gedaan. Iedereen luisterde met verbazing naar hem”. (Marcus 5:17-20)
Samen overleggen: ► Hoe ervaar je Jezus’ afwijzende reactie op het verzoek van de man om met hem mee te gaan? ► “Ga naar huis, naar je familie en vrienden en vertel hun wat God voor u heeft gedaan”. Wat vraagt Jezus eigenlijk van hem? Kan dit ook een uitnodiging zijn voor ons? Het evangelie (het Goede Nieuws) verkondigen. Hoe ervaar je dit?
Samen overleggen: ► Getuigen over wat God voor ons gedaan heeft. Op welke manier dan? Wat werkt voor jou? Zijn er ook moeilijkheden? ► Heeft jouw manier van het evangelie te delen een positieve impact op anderen (sympathie, empathie)?