Verlangen naar meer!
God is getrouw, Zijn plannen falen niet, Hij kiest de Zijnen uit, Hij roept die allen. Die 't heden kent, de toekomst overziet, laat van Zijn woorden geen ter aarde vallen; en 't werk der eeuwen, dat Zijn Geest omspant, volvoert Zijn hand.
De Heer’ regeert! Zijn Koninkrijk staat vast, Zijn heerschappij omvat de loop der tijden; een sterke hand, die nooit heeft misgetast, blijft met het heilig zwaard des Geestes strijden; en d' adem Zijner lippen overmant de tegenstand.
De Heil'ge Geest, Die haar de toekomst spelt, doet aan Gods Kerk Zijn heilgeheimen weten; Hij, Die haar leidt en in de waarheid stelt heeft Zijn bestek met wijsheid uitgemeten; Hij trekt met heel Zijn Kerk van land tot land als Gods gezant.
Verlangen naar meer!
'k Heb U voorwaar in 't heiligdom Voorheen beschouwd met vrolijk' ogen; Hoe zag ik daar Uw alvermogen! Hoe blonk Uw Godd'lijk' eer alom. Want beter dan dit tijd'lijk leven Is Uwe goedertierenheid. Och, werd ik derwaarts weer geleid! Dan zou mijn mond U d' ere geven.
Dan zou ik, voor Uw Godd'lijk oog, Uw deugden al mijn leven prijzen, En in Uw naam mijn zang doen rijzen, Mijn handen heffen naar omhoog. Mijn ziel zou nieuwe kracht ontvangen, Verzadigd, als met vet en smeer; Mijn mond zou U vol vreugd, o HEER, Verheffen in zijn lofgezangen.
Verlangen naar meer!
Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest! Mocht die mij op mijn paân ten leidsman strekken! 'k Hield dan Uw wet, dan leefd' ik onbevreesd; Dan zou geen schaamt' mijn aangezicht bedekken, Wanneer ik steeds opmerkend waar' geweest, Hoe Uw geboôn mij tot Uw liefde wekken.
Verlangen naar meer!
Zo maar te gaan met een stok in je hand; zonder te weten wat je zult eten. Zo maar te gaan met een stok in je hand; eindeloos ver is 't beloofde land.
Zo maar te gaan, met Zijn woord als bewijs, altijd maar lopen, altijd maar hopen. Zo maar te gaan met Zijn woord als bewijs; straks wonen wij in een paradijs.
Verlangen naar meer!
Leer mij, o God van zaligheden, Mijn leven in Uw dienst besteden; Gij zijt mijn God, vat Gij mijn hand; Uw goede Geest bestier' mijn schreden, En leid' mij in een effen land.
Verlangen naar meer!
Wij eten hemels brood, wij leven, in de dood, van manna, dag aan dag; het valt op Gods gezag.
Wij horen het gebod: De heiligheid van God wil dat wij recht en rein en heilig voor Hem zijn.
Wij spreken door de Geest, getuigen onbevreesd, want God maakt ons bekwaam profeten in zijn Naam.
Verlangen naar meer!
Laat Uw genâ ons met haar troost verrijken, En laat Uw werk aan Uwe knechten blijken, Uw heerlijkheid niet van hun kind'ren wijken; Uw liefd', Uw macht behoed' ons voor bezwijken; Sterk onze hand, en zegen onze vlijt; Bekroon ons werk, en nu, en t' allen tijd'.
Verlangen naar meer!
Kom, Schepper Geest, daal tot ons neer, houd Gij bij ons Uw intocht, Heer, vervul het hart dat U verbeidt met hemelse barmhartigheid.
Gij schenkt Uw gaven zevenvoud, o hand die God ten zegen houdt, o taal waarin wij God verstaan, wij heffen onze lofzang aan.
Doe ons de Vader en de Zoon aanschouwen in de hoge troon, o Geest van Beiden uitgegaan, wij bidden U gelovig aan.
Verlangen naar meer!
Heft uwe handen naar omhoog, Slaat naar het Heiligdom uw oog, En knielt eerbiedig voor Hem neer; Looft, looft nu aller heren HEER.
Verlangen naar meer!
Dat 's HEEREN zegen op u daal'; Zijn gunst uit Sion u bestraal'; Hij schiep 't heelal, Zijn naam ter eer; Looft, looft dan aller heren HEER.
Verlangen naar meer!
Prijst den naam van uwen God, 's HEEREN knechten, hier vergaârd; Prijst Zijn naam en wijs gebod, Daar g' in 't voorhof staat geschaard, En uw ambt bekleedt met eer In het huis van onzen HEER.
Sion, loof met dankb're stem God, uw HEER, die eeuwig leeft, En het schoon Jeruzalem, Door Zijn woning luister geeft; Loof Hem, voor uw heilrijk lot; Loof al juichend uwen God!
Verlangen naar meer!
Heer’, het licht van uw liefde schittert, schijnt in donkere diepten, schittert; Jezus, licht voor de wereld, verlicht ons door de waarheid die U geeft, bevrijd ons. Schijn op mij, schijn op mij.
Kom, Jezus, kom, vul dit land met Uw Vaders glorie; blaas, Geest, ons aan, zet ons hart in vlam, stroom, overstroom alle naties met Uw genade. Geef ons Uw woord, Heer’, ontsteek hier het licht.
Heer’, hoe meer wij Uw helder licht zien en de weerglans op Uw gezicht zien, - zal ons leven voor anderen stralen, het verhaal van Uw liefde vertalen. Schijn in mij, schijn door mij.
Kom, Jezus, kom, vul dit land met Uw Vaders glorie; blaas, Geest, ons aan, zet ons hart in vlam, stroom, overstroom alle naties met Uw genade. Geef ons Uw woord, Heer’, ontsteek hier het licht.
Verlangen naar meer!