Zondag 13 september 2015 Middagdienst
Welkom in deze dienst waarin we samen het Heilig Avondmaal vieren! Voorganger:ds. J. Groenleer (Leiden) Organist:Krijn van Veen
Gezang 319: 1, 4, 5 Psalm 27: 1, 2 Psalm 116: 1, 4, 6, 8 Psalm 106: 1, 2 Gezongen geloofsbelijdenis Gezang 364 Gezang 399: 3 Lucas 8: 1-3 (NBV)
1 Looft God, die zegent al wat leeft, der heem'len Heer is Hij, die tussen ons zijn woning heeft. Die ver is, is nabij. Gezang 319: 1, 4, 5
4 Looft God, want Hij spreekt onze taal, Hij troont op onze lof. In woord en doop en avondmaal houdt Hij bij ons zijn hof. Gezang 319: 1, 4, 5
5 Looft God, die ons aan tafel vraagt, loof bruid, uw Bruidegom, Ik loof U die mijn leven draagt, o lieve God, ik kom. Gezang 319: 1, 4, 5
Stil gebed bemoediging en groet
1 Mijn licht, mijn heil is Hij, mijn God en H ERE ! Waar is het duister dat mij onheil baart? Mijn hoge burcht is Hij, niets kan mij deren, in zijn bescherming ben ik wel bewaard! Psalm 27: 1, 2
Of zich de boosheid tegen mij verbindt en op mij loert opdat zij mij verslindt, ik ken geen angst voor nood en overval: het is de H EER die mij behouden zal! Psalm 27: 1, 2
2 Eén ding slechts kan ik van den H EER verlangen, dit ene: dat zijn gunst mij eenmaal geev' Hem dagelijks te loven met gezangen, te wonen in zijn huis zolang ik leef! Hoe lieflijk straalt zijn schoonheid van omhoog. Psalm 27: 1, 2
Hier weidt mijn ziel met een verwonderd oog, aanschouwende hoe schoon en zuiver is zijn licht, verlichtende de duisternis. Psalm 27: 1, 2
Gebed
We lezen uit de bijbel: Lucas 8: 1-3 (NBV)
Lucas 8: 1-3 (NBV) 1 Kort daarop begon hij rond te trekken van stad tot stad en van dorp tot dorp om het goede nieuws over het koninkrijk van God te verkondigen. De twaalf vergezelden hem, 2 en ook enkele vrouwen die van boze geesten en ziekten genezen waren: Maria uit Magdala, bij wie zeven demonen waren uitgedreven,
Lucas 8: 1-3 (NBV) 3 Johanna, de vrouw van Chusas, de rentmeester van Herodes, en Susanna – en nog tal van anderen, die uit hun eigen middelen voor hen zorgden.
1 God heb ik lief, want die getrouwe H EER nam, toen ik riep, met toegenegen oren mijn woorden aan. Hij zal mij blijven horen en levenslang ben ik niet eenzaam meer. Psalm 116: 1, 4, 6, 8
4 O God, mijn God, die van de dood mij redt, mijn tranen afwist! Voor het oog des H EREN mag ik weer vrij in 's levens land verkeren, geen steen die stoot waar ik mijn voeten zet. Psalm 116: 1, 4, 6, 8
6 Hoe zal ik naar geloften, toen gedaan, nu danken voor de redding van mijn leven? Ik heb de kelk van 's H EREN heil geheven en noem voor heel het volk zijn grote naam. Psalm 116: 1, 4, 6, 8
8 Voor 't oog van al de zijnen zal ik Hem offers van dank naar mijn beloften brengen, in 's H EREN voorhof mijn gejubel mengen met uw lofprijzingen, Jeruzalem. Psalm 116: 1, 4, 6, 8
Verkondiging
Psalm 106: 1, 2 1 Looft nu den H EER, want Hij is goed, die met zijn liefde ons ontmoet. Zijn trouw houdt stand te allen tijde. Wie prijst zijn daden woord voor woord? Wie kan zijn heerlijkheid belijden? Wie looft Hem zodat elk het hoort?
Psalm 106: 1, 2 2 Gelukkig zijn die Hij geleidt, die leven in gerechtigheid. Gedenk mij naar uw welbehagen. Dat ik met heel mijn volk U dien, met hen van voorspoed mag gewagen, de zegen van uw erfdeel zien.
Dankzegging en gebeden
Opdracht om de maaltijd te vieren
Zelfonderzoek en nodiging
Gezongen Credo (geloofsbelijdenis) Ik geloof in God den Vader, den Almachtige, Schepper des hemels en der aarde. En in Jezus Christus, zijnen eniggeboren Zoon, onzen Here; Die ontvangen is van den Heil’gen Geest, geboren uit de maagd Maria; die geleden heeft onder Pontius Pilatus,
Gezongen Credo (geloofsbelijdenis) is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald ter helle; ten derden dage wederom opgestaan uit de doden; opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods, des almachtigen Vaders; vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden.
Gezongen Credo (geloofsbelijdenis) Ik geloof in den Heiligen Geest. Ik geloof ene heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen; vergeving der zonden; wederopstanding des vleses; en een eeuwig leven. Amen, amen, amen.
Viering van het Heilig Avondmaal. We lezen formulier 4.
34 In de nacht, waarin Hij werd overgeleverd, nam Hij een brood, sprak de dankzegging uit, brak het en gaf het aan zijn leerlingen en zei: dit is mijn lichaam voor u, doet dit tot mijn gedachtenis.
35 Zo nam Hij ook de beker, sprak de dankzegging daarover uit, liet hem rondgaan en zei: deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed die voor u uitgegoten wordt tot vergeving van zonden.
36 Doet dit, zo dikwijls u die drinkt, tot mijn gedachtenis. (Allen spreken mee:) Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker verkondigen wij de dood van de Heer totdat Hij komt.
37 Gebed om de Heilige Geest Werk met uw Heilige Geest, 0 God, opdat wij in brood en wijn door het geloof deel hebben aan Jezus Christus, de Heer.
38 Maak ons door uw Geest één met Hem die zichzelf voor ons gegeven heeft en verbind ons met elkaar als levende leden van zijn lichaam tot lof en eer van uw Naam.
39 Zoals dit brood, dat wij breken, verstrooid was over de velden maar werd samengebracht en één is geworden, - breng zó uw gemeente bijeen van heinde en ver in het rijk van uw vrede.
40 (Allen spreken mee:) Want U alleen komt alle eer toe tot in lengte van dagen, door Jezus Christus, uw Zoon, onze Heer. Amen
Gemeenschap van brood en wijn
Gezang 364
Dankgebed
Inzameling van de gaven
Gezang 399: 3 3 U, Vader, U zij lof op een verhoogde toon! Lof en aanbidding zij uw eengeboren Zoon. Lof zij uw Geest, die ons ten Trooster is gegeven, ons in de waarheid leidt, de weg van eeuwig leven.
Gezang 399: 3 U looft uw kerk alom, waar Gij die ook vergaarde; U looft wat loven kan, in hemel en op aarde!
Zegen, door de gemeente te beantwoorden met:
Een goede week toegewenst!