Standaardiseren om te flexibiliseren Gebruikte afbeeldingen in deze presentatie zijn afkomstig van openbare bronnen. Mocht iemand van mening zijn dat op een gebruikte afbeelding copyright berust en bezwaar hebben tegen het gebruik hiervan in deze setting (niet commercieel, educatieve doelstelling), neem dan contact op met: jef.van.den.hurk@mxi.nl. In voorkomende geval zal de afbeelding uit de presentatie verwijderd worden. Standaardiseren om te flexibiliseren Zin en onzin over flexibel onderwijs Veel onderwijsinstellingen denken na over het flexibiliseren van het onderwijs. Als argument wordt daarbij vaak aangehaald dat ‘de klant’, de student dus, dat wil. In de praktik blijkt dat nog wel mee te vallen. Natuurlijk, als je het een student vraagt, zal hij vaak aangeven wel meer keuzemorgelijkheden te willen. Er zullen ongetwijfeld studentenn zijn, die aangeven dat ze het prima zouden vinden als ze zelf hun lestijden en lesperioden zouden kunnen bepalen, al zal een belangrijk deel van die studenten ook aangeven dat het maar goed is dat er sprake is van structuur en vaste afspraken. Wat verstaan we eigenlijk onder flexibel onderwijs? Welke effecten moet het opleveren? Welke (onbewezen) aannames zitten er achter de verwachte opbrangsten? Het is best lastig te organiseren, dus waarom willen onderwijsinstellingen het eigenlijk? En wat is er nodig om het voor elkaar te krijgen? Jef van den Hurk MIM M&I/Partners jef.van.den.hurk@mxi.nl www.onderwijsvanovermorgen.web-log.nl
Flexibel onderwijs is lastig te organiseren … … omdat men er verschillende beelden bij heeft! (… die vaak gebaseerd zijn op aannames) … dus waarom zou je het willen? … tenzij je gaat standaardiseren! … omdat ‘logistiek’ zich niet laat verenigen met ‘didactiek’ … al kan het werken met een onderwijscatalogus helpen … omdat het onbetaalbaar is … omdat het lastig is om ‘los te laten’
In de discussie over flexibiliteit en standaardisatie is er sprake van allerlei beelden en aannames, die belemmerend werken bij de realisatie. Men streeft geen uniformiteit na (maar standaardisatie is iets anders dan uniformiteit), men ziet studenten hele dagen achter de computer zitten, studenten zijn niet in staat om eigen leervragen te formuleren of het eigen leerproces te sturen.
In het MBO is flexibiliteit verbonden met de uitgangspunten van CGO In het MBO is flexibiliteit verbonden met de uitgangspunten van CGO. Het schiet echter nog niet zo op.
De wereld verandert … De wereld om ons heen verandert … als je wilt, kun je je huiswerk al outsourcen naar India!
Flexibiliteit is een drietrapsraket hoe wat waarom structuren processen middelen vormen van flexibiliteit effecten standaarden onderwijs-organisatiemodel informatievoorziening personeel, organisatie planning EVC flexibele instroom afstemmen op leerstijl keuzemogelijkheden invulling vrije ruimte … betere werknemers leuker onderwijs minder uitval betere aansluiting EFFECTIEF EFFICIENT Terugredeneren: Effecten zijn zaken als meer leerrendement (kwalitatief en kwantitatief), betere afstemming met bedrijfsleven, BPV, effectiviteit en efficiëntie Aspecten zijn vrij programma, instroommomenten, evc, etc Structuren, processen en middelen in 5 aspecten: curriculum in onderwijscatalogus, HRM, inzet middelen, organisatie, meten en monitoren Met structuur wordt in feite de onderwijsarchitectuur aangeduid: de ontwerpprincipes van een onderwijsorganisatie op een opleidingsoverstijgend niveau.
(= omgaan met variatie!) Kern Het onderwijs is flexibel ingericht om elke deelnemer te kunnen bieden wat hij nodig heeft om zijn opleiding effectief en efficiënt met succes af te ronden (= omgaan met variatie!) Niet omdat de student er om vraagt maar omdat er nu de middelen zijn om beter te kunnen aansluiten bij de individuele student. Dat brengt meer variatie met zich mee en dat vraagt weer om een flexibele organisatie.
Uitgangspunten CGO … Een student … … kan zich oriënteren op een passende opleiding … krijgt een passend opleidingstraject op basis van een persoonlijk ontwikkelingsplan … kan delen van de opleiding vraaggestuurd invullen … kan meerdere malen per jaar starten met een opleiding … kan ‘zonder overlap’ overstappen naar een andere opleiding … kan delen van een opleiding volgen … wordt gekend door de school Competentiegericht onderwijs kan voor een MBO-instelling vertaald worden in een aantal uitgangspunten. Maar hoe moeten die worden gerealiseerd?
Door het te visualiseren wordt makkelijker zichtbaar waar onderlinge afstemming tussen opleidingen nodig is. Studenten kunnen op verschillende manieren vormgeven aan hun leerroute: standaard oriëntatie iets extra’s (deficientie) of iets overslaan (evc) keuzemodule variabele instroom deelcertificaten (losse modules) overstappen naar een andere opleiding
Teams hebben onderdelen in hun aanbod die teamoverstijgend kunnen worden aangeboden
Vaak is er ook behoefte aan het samenvoegen van delen van opleidingenn, bijvoorbeeld bij medische technologie. De verschillende plaatjes laten zien dat er afstemming nodig is op het gebied van periodisering, beoordeling, curiicula, enzovoorts.
Standaardiseren om te flexibiliseren Als stopcontacten niet waren gestandaardiseerd zou het veel minder makkeloijk zijn overal met allerlei apparatuur aan de slag te gaan. Afwijken van een standaard (bijvoorbeeld de standaard van 220 V) leidt tot allerlei noodzakelijke aanpassingen die onderhouden moeten wordenn.
Standaardiseren in een context… Iedereen organiseert, groepeert, rubriceert, catalogiseert, deelt in … Niet alle standaarden dragen bij aan flexibiliteit: Huisstijl Kwaliteitszorg Organisatiecultuur: ‘zo doen wij dat’ Standaardiseren om te flexibiliseren <> Hoe meer standaardisatie, hoe meer flexibiliteit Wat te standaardiseren? Gemeenschappelijke taal = onderwijsorganisatiemodel (begrippen en onderlinge relaties) Afspraken over ‘tijd’ bieden houvast Informatieoverdracht: overal waar informatie wordt overgedragen of gedeeld is standaardisatie nodig
Onderwijs(organisatie)model: 4C-ID Merrienboer, OU
Standaarden … … bieden helderheid, kaders, ontwerpruimte … voegen iets toe … hebben een bepaalde reikwijdte … maken de consequenties van bepaalde keuzen inzichtelijk … zijn gefaseerd huidige / oude situatie ‘minimumvariant CGO’ CGO met aandacht voor de individuele deelnemer flexibele leerorganisatie (stip op de horizon) … zijn niet bedoeld om alles te uniformeren! standaardiseren = afstemmen = samenwerken De deelnemer krijgt regelmatig inzicht in zijn/haar vordering in het leerproces om de voortgang van het proces te kunnen plannen. De competentieontwikkeling op werkprocesniveau wordt vastgelegd in een competentiemeter. De loopbaanbegeleider houdt het totaaloverzicht over de vorderingen van de student om met de student de voortgang van het leerproces te plannen. …
Standaarden in fasen Standaard Consequenties Fase 1 (traditio-neel) Fase 2 (CGO) Fase 3 (CGO, ind.) Fase 4 (Flex) Door consequenties van afgesproken standaarden (ontwerpprincipes) uit te werken naar verschillende fasen, kan gewerkt worden met verschillende snelheden (niet iedereen hoeft op hetzelfde moment om), en kan een plateauplanning worden gehanteerd. = team in bepaalde fase
Om over na te denken… Pas op met SMART “Deelnemers krijgen minimaal 4x per jaar een loopbaanbegeleidingsgesprek” ‘… op basis van aantoonbare interactie …’ Standaarden op basis van “pas toe of leg uit” zijn in feite geen standaarden Niet teveel standaarden, niet alles willen dichttimmeren Het geheel aan standaarden = ‘onderwijsarchitectuur’ ICT gebruiken als kruiwagen om onderwijsarchitectuur verder te expliciteren
Flexibiliteit – vraaggestuurd werken - maatwerk opleidings-vraag competentie-vraag leervraag 1. Deelnemer met opleidingsvraag 2. … stelt ideale leerroute samen 4. … stelt feitelijke leerroute samen 5. … leert en maakt toetsen 2. School ondersteunt bij samenstellen leerroute 3. … alloceert mensen en middelen 4. … combineert randvoorwaarden en wensen 5. … faciliteert leren en toetst onderwijs catalogus resource catalogus
Didactiek vs logistiek Gericht op zo veel mogelijk leereffect Effectiviteit Menselijke interactie Variatie, steeds weer anders Gericht op organiseer-baarheid, uitvoerbaarheid Efficiëntie Planning, structuur Stabiliteit, standaardiseren Omgaan met variatie = onzekerheid Logistieke vuistregels helpen om variatie mogelijk te maken of om onzekerheid te verminderen Onderwijs is goedkoop en zeer flexibel te organiseren: geef studenten een werkboek dat ze zelfstandig moeten doorwerken, teken elke opdracht af, waarna ze verder kunnen. Flexibel als wat: eigen tempo, beginnen wanneer je maar wilt, weinig begeleding nodig, kortom LOI op school. Daarmee worden de doelen van competentiegericht onderwijs echter niet gehaald… Door het curriculum te analyseren op elementen die wel op een LOI-manier kunnen woirden georganiseerd, kan ruimte worden vrijgemaakt voor didactisch hoogwaardiger onderwijs (kleine groepen, veel begeleiding, veel praktijk). Het is het zoeken van eenn balans.
Logistieke vuistregels (1) Modulariseren = opknippen in kleinere delen Opknippen in tijdseenheden (‘legoblokjesmodel’) Opknippen op basis van didactische uitgangspunten Samenvoegen wat samen kan Groeperen op basis van gemeenschappelijke leervragen Onderlinge onafhankelijkheid Onderwijseenheden: volgorde niet meer belangrijk Zelfstandig door te werken: niet meer afhankelijk van tijd, plaats, docenten, mede-studenten
Logistieke vuistregels (2) Flexibiliteit bouw je in aan de vraagkant (wachttijden) of aan de aanbodkant (overcapaciteit). Zoeken naar een balans tussen flexibiliteit en onzekerheid Plannen op basis van zekerheid (80% van de deelnemers wil voor 80% dezelfde opleiding) Onzekerheid verkleinen door trendanalyses Flexibiliteit (wachttijd / capaciteit) op plaatsen waar dat gewenst is
Logistieke vuistregels (3) Logistiek heeft te maken met prioritering: wie is er aan de beurt? Wie achteraan in de opleiding zit, krijgt een grotere prioriteit (minder te kiezen) Kleine klusjes gaan voor grote klussen Plannen op basis van de ‘bottle-necks’ Bottle-necks: medewerkers, voorzieningen, ruimtes Brede inzetbaarheid (multifunctioneel): een brede inzetbaarheid verkleint bottle-neck Zelforganiserend vermogen Alles vastleggen in regeltjes, procedures werkt voor geen meter (stipheidsacties bewijzen dat) Mensen zijn flexibel en knopen de eindjes zelf aan elkaar: smeerolie van het systeem Stoplicht versus rotonde
Logistiek vs. didactiek Probleem bij periodisering Een probleem bij periodisering is, dat de variatie aan modules voor een team niet meer te organiseren is.
Logistiek vs. didactiek Logistieke benadering – onafhankelijke eenheden Didactische benadering – volgordelijke eenheden Een logistieke oplossing is het onafhankelijk maken van de volgorde van modules: carrousel – methodiek. Nadeel: didactisch is een bepaalde volgorde in opbouw vaak gewenst. Dat wordt dan weer lastig…
Logistiek én didactiek ?! ??? … tenzij je studenten die later instromen en dus minder basis hebben, wel dezelfde opdracht maar wat meer ondersteuning of aanvullend materiaal. Gevorderde en beginnende studenten kunnen dan toch in één groep geplaatst worden.
Organisatie van een mierennest Het geheel is meer dan de som der delen: emergentie. Een organisatie is ook meer dan alleen maar de optelsom van alle mensen…
Regelen of zelforganisatie Bij een stoplicht moeten alle mogelijke verkeersstromen vooraf worden geanalyseerd en onderscheiden. Daarbij moeten combinaties van rood en groen worden bedacht. Een ontwerpfout kan grote consequenties hebben. Bij een wijziging moet het hele ontwerp opnieuw worden gemaakt. Bij een rotonde worden twee afspraken gemaakt: we gaan linksom en verkeer op de rotonde heeft voorrang. De rest regelt zichzelf.
Zoeken van een balans Regelen Faciliteren Ontwerpen Zekerheid, voorspelbaarheid op basis van ontwerp Regels, procedures Kwaliteitszorgsysteem Stabiliteit Denkwerk in de top Verticale communicatie opdrachten verantwoording Mechanisch: radertje in machine Faciliteren Ontwikkelen Omgaan met onzekerheiden variatie op basis van ‘best fit’ Creatief oplossen Kennismanagement Flexibiliteit, innovatief Denkwerk op de vloer Horizontale communicatie afstemming kennisdelen Organisch: eigen verantwoordelijkheid, eigen rol
De kosten van flexibiliteit… Economische wetmatigheden: Grotere variatie gaat ten koste van efficiency (minder schaalvoordelen) Complexiteitskosten (extra kosten door meer administratie, logistiek, technologie, scholing) Keuzekosten bij consument (tijd om te vergelijken) Maar ook een kwestie van keuze: Rekenvoorbeeld: 20 studenten > 1 docent > 800 klokuren inzetbaarheid 20 uur contacttijd per week voor 20 studenten Keuze: 1 uur contacttijd per student of 20 uur contacttijd per groep
Kosten van flexibiliteit (2) Inzicht in de kosten: Onderwijscalculator (www.mbo2010.nl) Onderwijsvernieuwingsprojecten: Maak een businesscase > doorrekenen van het concept Maak de kosten van keuzen inzichtelijk Breng de aannames achter bepaalde keuzen in beeld Flexibiliteit speelt (ook) opleidingsoverstijgend Zoek de schaalvoordelen