2 Kronieken 20.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
ÉÉN GOD, DE VADER 3 nov Rotterdam.
Advertisements

Betuigd door een vuurkolom.. Exodus 3:2 Daar verscheen hem de Engel des HEREN als een vuurvlam midden uit een braamstruik. Hij keek toe, en zie, de braamstruik.
Water, schapen en vrouwen
Genesis 25: 27 Toen de jongens opgroeiden, werd Esau een man, ervaren in de jacht, een man van het veld, maar Jakob was een huiselijk man, die in tenten.
Tussen Pasen en Pinksteren.
Handelingen 7: 44 De tent der getuigenis hadden onze vaderen in de woestijn, zoals Hij het geboden had, die tot Mozes zeide, dat hij haar moest maken naar.
De Heilige Geest in het Oude Testament
Het dak eraf Marcus21-12.
Mara & Elim.
de genezing te Bethesda
Thema: VERTROUWEN Psalm 125: 1-2 Een bedevaartslied:
Bestemming God eren ….
Het Brood des levens Niek vorige week gesproken over je vastheid vinden bij God.
En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Gen
De 10 plagen Zweren Hagel Sprinkhanen Duisternis Dood oudste zoon
De Heer zegt: de gruwel van de verwoesting, waarvan gesproken door Daniël, de profeet: Mattheüs 24:15.
1 Samuël 16:1-13 Samuël zalft David
Welke apostel heeft God uitverkoren om de heidenen bekend te maken met het Evangelie? 2.
De bloedbruidegom Exodus 4.
Psalm ste boek 2-de boek 3-de boek 4-de boek 5-de boek Genesis Exodus Leviticus Numeri Deuteronomium 2.
Staan óf strijden? 2Kronieken 20.
Bij het kolenvuur Johannes
Pasen & Pinksteren op één dag!
"in geen ding bezorgd" 1.
Romeinen Maar de gerechtigheid uit het geloof… nl. in Gods onvoorwaardelijke BELOFTE 2.
Groot geloof 1.
Zondag 26 mei 2013 Zoetermeer 1. opschrift Psalm 20: bede om overwinning van de koning Hij geve u naar uw hart, en doe al uw plannen in vervulling gaan.
1 19 dec Rijnsburg 19 dec Rijnsburg. 2 Hebreeën 8 1 De hoofdzaak VAN ONS ONDERWERP is, dat wij zulk een hogepriester hebben, die gezeten is.
Genesis Genesis Hierna gebeurde het, dat God Abraham op de proef stelde. Hij zeide tot hem: Abraham, en deze zeide: Hier ben ik.
12...Wij immers zijn niet opgewassen tegen deze grote menigte die tegen ons is opgerukt, en wij weten niet, wat wij doen moeten, maar op U zijn onze.
Tien treden terug Jesaja 38. tien treden terug Jesaja 38.
1 donderdag 21 februari 2013 bespreking vanaf Hebreeen 1 1 donderdag 21 februari 2013 bespreking vanaf Hebreeen 1 1.
Wie is mijn naaste? Lucas
Marcus Marcus En toen Hij weder uit het gebied van Tyrus vertrokken was En Jezus ging vandaar en trok Zich terug naar de omgeving.
…..overrompeld door verdriet
Kom Hoger #5 Hij moet groter worden!
Verpakt.
Eerbied voor een keuze De hel bestaat niet … ?. Genesis 1:28 / 31   En God zegende hen en God zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de.
Verbonden … Van boven bekeken
Wie nodig je als eerste uit?
1 Gen 37:3 En Israël (Jacob) had Jozef lief boven al zijn zonen, omdat hij hem een zoon des ouderdoms was; en hij maakte hem een pronkgewaad. 4 Toen zijn.
God is trouw Hij gaf zijn woord
God zegent je zodat je zult heersen 1.
Wanneer heb je een echt, levend, geloof?
WAT EEN GOD! JESAJA 63:7-9; 64:3; 65:1,2.
Welkom in de samenkomst
[4] 1 Terwijl Petrus en Johannes de menigte nog toespraken, kwamen de priesters, het hoofd van de tempelwacht en de Sadduceeën op hen af,
Jesaja 62:6,7 6. Op uw muren, Jeruzalem, heb Ik wachters aangesteld. Nooit zullen zij zwijgen, heel de dag en heel de nacht niet. U die het volk aan.
Genade schenken 1.
10 aug Zoetermeer. de context...  Paulus' derde 'zendingsreis' (Hand – ) > ± AD.  Lucas' verslag als reisgenoot van Paulus:
Verlangen naar licht.
De Eerste mensen en de eerste zonde. De Eerste mensen en de eerste zonde.
Verander je wereld 1 Koningen 3:5-7
31 augustus 2014 Zoetermeer 1. de vorige keer... Handelingen 20  Paulus' derde 'zendingsreis'  is op doorreis naar Jeruzalem  passeert Efeze (waar.
Lucas 15: 11 En Hij zeide: Iemand had twee zonen
essentie van kerst Over de mens-wording van Gods Zoon
Verander je wereld 2 Samuel 11:1-2 Bij het aanbreken van het voorjaar, de tijd waarin koningen gewoonlijk ten strijde trekken, stuurde David opnieuw een.
Openb. 4: Ik, Johannes, had een visioen. Er stond een deur open in de hemel. En een stem zei: ‘Klim hierheen op, dan laat ik je zien wat er hierna.
17 jan Urk. Galaten 3 16 Nu werden aan Abraham de beloften gedaan en aan zijn zaad. Hij zegt niet: en aan zijn zaden, in het meervoud, maar in.
Wegwijzer naar Jezus Handelingen 8:26-40
Water, schapen en vrouwen Jacob’s ideetje. Genesis En Laban zeide tot Jakob: Zoudt gij, omdat gij mijn bloedverwant zijt, mij dienen om niet?
? ! Gods gerechtigheid... 1.
De jonge Samuël was... hoofdstuk 1: uit een onvruchtbare vrouw geboren hoofdstuk 2: eerstegeborene, priesterlijk 3.
Zondag 7 HC Franeker 21 februari 2010
De gezouten waarheid.
Op heterdaad... Johannes
30 juni 2013 Zoetermeer 1. 2 Handelingen 14:27 27 En daar aangekomen, riepen zij de gemeente bijeen en gaven verslag van al wat God met hen gedaan had,
Welkom op TOV!.
Genesis 44:18-47:27 Ezechiël 37:15-28 Lukas 24:30-48
Psalm 46.
Transcript van de presentatie:

2 Kronieken 20

 Josafat in nood 1 Hierna gebeurde het dat de Moabieten en de Ammonieten, en met hen een deel van de Meünieten, * ten strijde trokken tegen Josafat. 2 Toen kwam men Josafat de boodschap brengen: Er komt een grote troepenmacht op u af van de overkant van de zee, uit Syrië, en zie, zij zijn bij Hazezon-Thamar. (Dat is Engedi.) 3 Josafat werd bevreesd en zette er zijn zinnen * op om de HEERE te zoeken. Hij riep een vasten uit in heel Juda.

4 En Juda werd bijeengeroepen om bij de HEERE hulp te zoeken 4 En Juda werd bijeengeroepen om bij de HEERE hulp te zoeken. Zij kwamen zelfs uit alle steden van Juda om de HEERE te raadplegen. 5 Toen ging Josafat tussen * de gemeente van Juda en Jeruzalem staan, in het huis van de HEERE, vóór de nieuwe voorhof, 6 en zei: HEERE, God van onze vaderen, bent U niet die God Die in de hemel is? Ja, U bent de Heerser over alle koninkrijken van de heidenvolken. * In Uw hand is kracht en sterkte, zodat niemand tegen U kan standhouden.

7 Hebt U, onze God, niet de inwoners van dit land van voor de ogen van Uw volk Israël verdreven, en dat voor eeuwig aan het nageslacht van Abraham, die U liefhad, gegeven? 8 Zij zijn daarin gaan wonen en hebben daar voor U een heiligdom gebouwd, voor Uw Naam, en gezegd: 9 * Als ons enig onheil overkomt, het zwaard van het gericht, de pest of een hongersnood, zullen wij voor dit huis en voor Uw aangezicht staan, omdat Uw Naam in dit huis is. Wij zullen uit onze benauwdheid tot U roepen, en U zult verhoren en verlossen.

10 Welnu, zie de Ammonieten, Moab en de bewoners van het Seïrgebergte, tegen wie U Israël niet toestond op te trekken toen zij uit het land Egypte kwamen. Daarom trokken zij bij hen vandaan en vaagden hen niet weg, 11 en zie, zij vergelden het ons, door ons te komen verdrijven uit Uw bezit dat U ons in bezit hebt gegeven. 12 Onze God, zult U geen gericht over hen oefenen? In ons is immers geen kracht tegen deze grote troepenmacht die op ons af komt, en wij weten niet, wat wij moeten doen, maar op U zijn onze ogen gericht.

13 Heel Juda stond voor het aangezicht van de HEERE, ook hun kleine kinderen, hun vrouwen en hun zonen. 14 Toen kwam de Geest van de HEERE in het midden van de gemeente op Jahaziël, de zoon van Zecharja, de zoon van Benaja, de zoon van Jeïel, de zoon van Mattanja, de Leviet, uit de zonen van Asaf, 15 en hij zei: Sla er acht op, heel Juda, inwoners van Jeruzalem, en u, koning Josafat! Zo zegt de HEERE tegen u: * Weest u niet bevreesd en wees niet ontsteld vanwege deze grote troepenmacht, want niet aan u is de strijd, maar aan God.

16 Ga morgen op hen af. Zie, zij trekken nu over de pas van Ziz 16 Ga morgen op hen af. Zie, zij trekken nu over de pas van Ziz. U zult hen aantreffen aan het einde van het dal, vóór de woestijn van Jeruel. 17 Het is niet aan u in deze oorlog te strijden. Stel uzelf op, blijf staan en zie het heil van de HEERE dat met u is, Juda en Jeruzalem. Wees niet bevreesd en wees niet ontsteld. Trek morgen tegen hen op, want de HEERE zal met u zijn. 18 Toen boog Josafat zich met het gezicht ter aarde, en heel Juda en de inwoners van Jeruzalem vielen voor het aangezicht van de HEERE neer en bogen zich neer voor de HEERE.

19 En de Levieten van de nakomelingen van de Kahathieten, en van de nakomelingen van de Korachieten, stonden op om de HEERE, de God van Israël, met luide stem ten hoogste te prijzen. De overwinning dankzij God 20 De volgende morgen stonden zij vroeg op, en vertrokken naar de woestijn van Tekoa. Toen zij vertrokken, bleef Josafat staan en zei: Luister naar mij, Juda, en u, inwoners van Jeruzalem. Vertrouw op de HEERE, uw God, dan zult u standhouden. Vertrouw op Zijn profeten, dan zult u voorspoedig zijn. 21 Hij pleegde overleg met het volk en stelde voor de HEERE zangers aan en mensen die de heilige Majesteit prijzen zouden, terwijl zij voor de gewapende mannen uit trokken en zeiden:

Loof de HEERE, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig! 22 Juist op de tijd dat zij met gejuich en lofzang begonnen, * legde de HEERE hinderlagen tegen de Ammonieten, Moab en de bewoners van het Seïrgebergte die op Juda waren afgekomen, en zij werden verslagen. 23 De Ammonieten en Moab vielen namelijk de bewoners van het Seïrgebergte aan door hen met de ban te slaan en hen weg te vagen. Zodra zij de bewoners van Seïr hadden vernietigd, hielpen zij elkaar in het verderf.

24 Toen Juda bij het uitkijkpunt in de woestijn gekomen was, keerden zij zich naar de troepenmacht. En zie, het waren dode lichamen, ter aarde neergevallen, en niemand was ontkomen. 25 Toen Josafat en zijn volk aankwamen om hun buit te roven, troffen zij een grote hoeveelheid lastdieren, bezittingen, kleding en kostbare voorwerpen bij hen aan, en zij plunderden voor zichzelf zo veel, dat zij het niet meer dragen konden. Drie dagenlang roofden zij de buit, zo groot was die. 26 Op de vierde dag kwamen zij bijeen in Emek-Beracha. Omdat zij daar de HEERE loofden, gaven zij deze plaats de naam Emek-Beracha. * Tot op deze dag heet die zo.

27 Toen keerden alle mannen van Juda en Jeruzalem om, met Josafat aan het hoofd van hen, om met blijdschap naar Jeruzalem terug te keren, want de HEERE had hen verblijd over hun vijanden. 28 Zij kwamen in Jeruzalem aan met luiten, met harpen en met trompetten, en gingen naar het huis van de HEERE. 29 Grote vrees voor God kwam over alle koninkrijken van de landen, toen zij hoorden dat de HEERE tegen de vijanden van Israël gestreden had, 30 en het koninkrijk van Josafat had rust, want zijn God gaf hem rust van rondom.