Zondag 36 HC Franeker 15 maart 2009 Thema: Eerbied voor Gods naam. Het derde gebod en het kruis Welkom in de kerk Zondag 36 HC Franeker 15 maart 2009
Eerbied voor Gods naam. Het derde gebod en het kruis Zondag 36 HC Franeker 15 maart 2009
Vloeken stoer? Vloeken christelijke jongeren niet? Grove taal: stoer Verruwing van de taal
Positief: nieuw leven: Efeze 4 / 5 Laat geen vuile taal over uw lippen komen, maar alleen goede en waar nodig opbouwende woorden, die goeddoen aan wie ze hoort. … Laat alle wrok en drift en boosheid varen, alle geschreeuw en gevloek, en alle kwaadaardigheid. … Ook dubbelzinnige, oppervlakkige en platvloerse taal is ongepast – spreek liever woorden van dank.
Verdieping: eerbied voor Gods naam: derde gebod en het kruis Joh 12,28: ‘Laat nu zien hoe groot uw naam is, Vader.’ (NBV) ‘Vader, verheerlijk uw naam! Toen kwam een stem uit de hemel: Ik heb hem verheerlijkt, en Ik zal hem nogmaals verheerlijken!’ (NBG-51)
1. Jezus sterft als godslasteraar Marcus 14,61b-64: Toen vroeg de hogepriester hem: ‘Bent u de messias, de Zoon van de Gezegende?’ Jezus zei: ‘Dat ben ik, en u zult de Mensenzoon aan de rechterhand van de Machtige zien zitten en hem zien komen op de wolken van de hemel.’ De hogepriester scheurde zijn kleren en zei: ‘Waarvoor hebben we nog getuigen nodig? U hebt de godslastering gehoord; wat is uw oordeel?’ Allen oordeelden dat hij schuldig was en de doodstraf verdiende.
2. Straf bij godslastering: doodstraf Leviticus 24: En de HEER zei tegen Mozes: ‘Breng degene die gevloekt heeft buiten het kamp. Allen die het gehoord hebben, moeten hun hand op zijn hoofd leggen en hij moet door de voltallige gemeenschap gestenigd worden. En tegen de Israëlieten moet je zeggen: “Wie zijn God vervloekt, zal de gevolgen van zijn zonde dragen. Wie de naam van de HEER lastert moet ter dood gebracht worden, die moet door de voltallige gemeenschap worden gestenigd. Of het nu een vreemdeling is of een geboren Israëliet, wie mijn naam lastert moet ter dood gebracht worden.
2. Straf bij godslastering: doodstraf Doodstraf ook bij: Gods naam ontwijden door kinderoffer aan Moloch (Lev 20,3); offers aan andere goden (Ex 22,19) Geesten of schimmen van doden laten spreken (Lev 20,6.27) Toverij (Ex 22,17) Overhalen om andere goden te dienen (Deut 13) Te dicht bij het heiligdom komen (Num 1,51; 3,10)
2. Straf bij godslastering: doodstraf Waarom? Gods heiligheid Gods grootheid, vgl. hoogspanning God is de enige God Bewondering, toewijding, aanbidding God kennen en toch afwijzen: dodelijk Gods naam = God zelf Vgl. reputatie, imago Bijbel: Kom je aan Gods naam, dan kom je aan God zelf
3. Het kruis als megablunder en als wonder Grootste fout die je kunt maken: Gods Zoon een godslasteraar noemen Kruisiging zelf een grote godslastering: spotten met Gods Zoon Zijn wij zelf de godslasteraars – heiligen wij Gods naam? Wonder: Jezus Christus sterft voor ons en verlost ons van onze godslastering
4. Ontzag voor Gods heilige naam Kruis verdiept je ontzag voor Gods naam: Liefdevolle Vader: Hij laat ons niet vallen maar geeft zijn Zoon voor spotters Machtige bevrijder: Jezus wint aan het kruis van ons spottende, vloekende leven Sterke heiligmaker: wij worden door Jezus´Geest zelf geheiligd (aan God gewijd) Nog dieper ontzag voor Gods naam
5. Uw naam worde geheiligd Nu Gods naam groot maken en aanbidden? Bewondering? Ben jij nu een visite-kaartje van God? 1 Petr 2,9: Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht. Matt 5,16: Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.
6. Leven in de naam van Jezus Marcus 9,36-41: Kinderen ontvangen in Jezus’ naam – Jezus zelf ontvangen (9,37) Demonen uitdrijven in Jezus’ naam (9,38) Wonderen doen in Jezus’ naam (9,39) Drinken geven in Jezus’ naam (9,41 – NBG-51)
6. Leven in de naam van Jezus Leef jij in de naam van Jezus? Anderen liefhebben in Jezus’ naam – namens Jezus, alsof ze zelf Jezus waren Gods redding in de naam van Jezus
God aanbidden in de naam van Jezus Filippenzen 2,9-11 [om zijn dood aan het kruis] heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader.