BEGAAFDHEID EN PEDAGOGISCH – DIDACTISCHE AANPAK

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs
Advertisements

Evidence-based leerpotenties in praktijk
Ontwikkelingen in het VO. Passend Onderwijs • Samenwerkingsverbanden in de regio • De huidige organisatie van passend onderwijs is ingewikkeld. Ook is.
Meer(hoog)begaafde leerlingen ‘in kaart’
Het zorgsysteem en de 1-zorgroute
Nieuwe Cito normen Deze basispresentatie wordt u aangeboden door O21 en is bedoeld om scholen te ondersteunen bij het uitleggen van de nieuwe Cito-normen.
Informatieavond 22 april 2013
(Hoog) Begaafdheid In-Zicht
Nieuwe Cito normen Deze basispresentatie wordt u aangeboden door O21 en is bedoeld om scholen te ondersteunen bij het uitleggen van de nieuwe Cito-normen.
Schoolkorfbal Iedereen doet mee!.
‘WERKEN MET EEN ONTWIKKELINGS PERSPECTIEF’
Swv V(S)O Eemland Baarns Lyceum 14 oktober 2013.
Het werk van de Inspectie van het Onderwijs binnen het Praktijkonderwijs Flitsbijeenkomst 10, 17 en 25 september 2012 Paul Prior.
Handelingsgericht werken in het ZBO Workshop VIA Amsterdam.
Wat kunnen wij leren van het Finse onderwijsmodel? Bob van de Ven
CohortOnderzoek OnderwijsLoopbanen
Meerbegaafdheid Studiedag 28 mei 2014.
het welbevinden en gedrag van leerlingen.
Zorgtoewijzing van hulpvraag tot nazorg
Onderzoek gefinancierd door de Vlaamse Regering in het kader van het programma ‘Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek’ Conferentie SSL - Van basisschool.
Leerlingenzorg op basisschool Los Hoes
Groepsverdeling Randvoorwaarden voor de groepsindeling: -de beschikbare formatie (leerkrachten / management, ib, etc) -de aantallen leerlingen.
Nieuwe Cito normen Deze basispresentatie wordt u aangeboden door O21 en is bedoeld om scholen te ondersteunen bij het uitleggen van de nieuwe Cito-normen.
Ontwikkelingsvoorsprong bij kleuters(?)
“Ontwikkeling van hoogbegaafde leerlingen en schoolse kenmerken”
Presentatie resultaten monitor landelijk versus lokaal maart 2014.
Ouderavond verwijzingen vervolgonderwijs.  Welkom  Passend Onderwijs  Verwijzingsprocedure  Mogelijkheden verwijzing - SBO (Speciale Basisschool)
Ouderavond Groepsorganisatie
Hoogbegaafde kinderen vereisen eigen aanpak!
SWV PO 2203 CA AFDELING HOOGEVEEN
PEDAGOGISCH QUOTIËNT EN INTELLIGENTIEQUOTIËNT
Hoogbegaafdheid van leerlingen in het primair onderwijs Ontwikkelingen en samenhangen met kenmerken van thuis, de groep en de school     Uitgegeven.
Verschillen tussen scholen en klassen
Resultaten Oudertevredenheidspeiling BvPO Bureau voor praktijkgericht onderzoek, Groningen
3umH3H0. Studie reis Canada Renate en Henco (14 t/m 22 november 2014)
Voorlichting traject Voortgezet Onderwijs Groep 8
De kwaliteit van het basisonderwijs in het Noorden
Advies en POVO procedure
Opvoedrelaties onder spanning Bijeenkomst 4. Debat passend onderwijs Lees §1.1 Sipman goed door. In de maatschappij lijkt het aantal kinderen met gedragsproblemen.
Conferentie Bijzonder Begaafd.  Opgericht in 1989  Psychologisch Adviesbureau  Assessment Center  Opleiding & Training  Hoogbegaafdheid PONTE organisatie.
‘Plusleerlingen’ Omgaan met intelligente en begaafde leerlingen in de rekenles Robert Timmermans.
Mei 2013 Welkom 19.15u: Inloop met koffie/thee 19.30u: Opening en presentatie 19.45u: Vragenronde 20.00u: Presentatie clusters 21.00u: Tips en tops 21.15u:
Lezen, taalontwikkeling en zwakke lezers en dBos Kenniscirkel dBos 4 juni 2013 Nicolien de Pater.
Ouderavond Schoolontwikkeling Woensdag 12 juni – uur Locatie Voorstraat.
Ouderavond Mandegoud Maandag 11 maart. Doel van de avond Ouders informeren over oordeel Inspectie van het Onderwijs Ouders informeren over Plan van Aanpak.
Informatieoverdracht PO-VO (onderdeel van project Effectief schakelen) Esmee Hornstra, PO-Raad.
DE POSITIEVE EN PEDAGOGISCH SENSITIEVE LEERKRACHT Anouke Bakx & Ellen Rohaan Fontys Hogeschool Kind en Educatie Theoretisch kader In het basisonderwijs.
Monitoring OPO-PCBO Tytsjerksteradiel Schooljaar
Oudertevredenheidsonderzoek:
Bs Petrus en Paulus en bs Edith Stein
De onderwijsachterstand van jongens Omvang, oorzaken, oplossingen
Terugkoppeling herijkingswensen
Het advies voortgezet onderwijs: is de overadvisering over?
Jaap Roeleveld, Geert Driessen & Guuske Ledoux ORD 2011 Maastricht
Een herziene, bestuurlijke visie op passend onderwijs en Plein 013
Gezinsomstandigheden, opvoedingsfactoren en sociale en cognitieve competenties van jonge kinderen   Dr. Geert Driessen   Universiteit van Nijmegen, Postbus.
Welk schoolklimaat bevordert gelijke onderwijskansen
Paper OnderwijsResearchDagen ORD 2008
Over- en onderadvisering bij de overgang naar het voortgezet onderwijs
informatieavond Voortgezet Onderwijs
Workshop basisonderwijs
Welkom op de informatieavond groep 1-2
Presentatie Rode Bosbes
Motiverend leraarschap voor begaafde basisschoolleerlingen: percepties van begaafde leerlingen ORD, Nijmegen, 13 juni 2018.
TWINTIG JAAR TIMSS Ontwikkelingen in leerlingprestaties in de exacte vakken in het basisonderwijs   Martina Meelissen Annemiek Punter Vakgroep.
Uitnodiging Nieuw! Thema-ochtend Vrijdag 2 november Beste ouders,
Doubleren.
Gebruik van OSO 28 februari 2019 Jeanette van Heijst, applicatiebeheerder Magister Het Schoter Margret Mes, beleidsmedewerker onderwijs Salomo.
Doubleren.
Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs (NCO)
Transcript van de presentatie:

BEGAAFDHEID EN PEDAGOGISCH – DIDACTISCHE AANPAK HOOGBEGAAFDHEID VAN LEERLINGEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Ontwikkelingen en samenhangen met kenmerken van thuis, de groep en de school       BEGAAFDHEID EN PEDAGOGISCH – DIDACTISCHE AANPAK SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Aftergut Blima 2 Ba TP AO Academiejaar 2012-2013

Achtergrond en probleemstelling Is er een ontwikkeling in het aandeel (hoog)begaafde leerlingen over de jaren heen? Is er een relatie tussen het (hoog)begaafd zijn en leerling- en gezinsachtergronden en compositiekenmerken van de klas/school? Is er sprake van onderpresteren van de (hoog)begaafden? Kunnen verschillen in de ontwikkeling van (hoog)begaafden wat betreft prestaties en gedrag/houding worden verklaard uit de gehanteerde pedagogisch-didactische aanpak? Dergelijke vragen worden door her PRIMA-cohortonderzoek beantwoord. (Dit is een landelijk, grootschalig onderzoek dat sinds het schooljaar 1994-1995 tweejaarlijks wordt uitgevoerd onder circa 600 basisscholen en 60 000 leerlingen in de groepen 2, 4, 6 en 8.)

Onderzoekopzet Er worden cross-sectionele en longitudinale gegevens gebruikt van 5 leerlingcohorten, in totaal bijna 300 000 leerlingen en hun ouders, leerkrachten, klassen en scholen. Op niveau van de leerlingen : Persoonskenmerken Gezinsstructurele kenmerken Intelligentietestscores Toetsprestaties taal en rekenen Advies voortgezet onderwijs Sociaal-emotionele kenmerken Op niveau van de groep/klas en school Groeps- of klaskenmerken: sociaal-etnische en cognitieve samenstelling Schoolkenmerken: visie, beleid, uitgangspunten

Ontwikkelingen qua begaafdheid De ontwikkeling van begaafdheid op basis van de: Intelligentiescores, is stabiel. Taalprestaties, is vrij stabiel. Rekenprestaties, voor de groepen 2, 6 en 8, is zeer stabiel. Voor groep 4 is er een daling. Uit de resultaten volgt dat er – in statistisch significante zin- geen ontwikkelingen zijn in het percentage als hoogbegaafd gekwalificeerde leerlingen in het basisonderwijs. Er doen zich wel enkele relatieve trends voor.

Samenhangen met leerling-, gezins-, en groepskenmerken Welke relatie bestaat er tussen de indeling naar begaafdheid van leerlingen en een aantal leerling- en gezinsachtergronden en groepskenmerken? Samenhangen tussen begaafdheidsindeling volgens het intelligentieperspectief zij n sterker met de begaafdheidsindeling van rekenen dan met die van taal. (beide tests zijn nonverbaal) Ten aanzien van het geslacht van de leerlingen zijn er geen significante verschillen in relatie tot intelligentie en taal. M.b.t. rekenen zijn er relatieve verschillen. Ten aanzien van ouderlijk opleidingsniveau zijn er verschillen ten aanzien van het hoogst niveau; Bij sociaal-emotionele kenmerken valt op dat (hoog)begaafden een uitgebreider aanbod krijgen, volgens hun leerkrachten een betere werkhouding hebben en minder disciplinaire maatregelen behoeven. Wat betreft sociaal-etnische groepskenmerken is alleen sprake van relevante samenhangen op taalgebied. Al deze samenhangen overziend is er een duidelijke trend naar lineariteit, hoewel er vaak ook een breuk waarneembaar is.

Onderpresteren De vraag: is er sprake van een discrepantie tussen begaafdheid vanuit het intelligentieperspectief en het schoolse presteren in termen van taal- en rekenvaardigheid? Het antwoord: er is een indicatie van onderpresteren of verborgen talent, dwz het lager presteren qua schoolvorderingen dan op basis van de intelligentiescores verwacht zou worden.

Onderpresteren komt vaker voor bij taal dan bij rekenen. Bij rekenen zijn het ongeveer 2 keer zoveel meisjes als jongens die onderpresteren. Het zijn vooral de kinderen van ouders met het laagste opleidingsniveau die onderpresteren, vooral met betrekking tot taal. In hun loopbaan vertraagde kinderen presteren veel vaker onder hun niveau dan gewone of versnelde kinderen.

Ontwikkelingen in begaafdheid en pedagogisch-didactische aanpak De vraag: Kunnen de verschillen in de ontwikkeling van de begaafdheidscategorieën, wat betreft prestaties, gedrag en houding, verklaard worden uit de door de school en leerkrachten gehanteerde pedagogisch-didactische aanpak? De ontwikkeling van begaafdheid en prestaties en gedrags-, houdings, en aanpakkenmerken zijn gerelateerd aan een groot aantal school-en groepskenmerken. Hoogbegaafde leerlingen gaan zich minder welbevinden, minder populair zijn en een minder voldoening gevende relatie met de leerkracht hebben, naarmate de groepsgrootte toeneemt. “ naarmate ze in het verleden niet werden versneld. “ naarmate het gemiddelde rekenniveau toeneemt. Voor het overige leverden vergelijkbare analyses weinig houvast op voor de veronderstelling dat de onderzochte pedagogisch-didactische kenmerken samenhangen met de ontwikkelingsscores van de leerlingen.

Aanbevelingen voor beleid Bovenstaande gegevens verhelderen dat problemen i.v.m. begaafdheidsverschillen en onderpresten zich vanaf het begin van het primair onderwijs kunnen voordoen. Om pedagogische en psychologische redenen is het dan noodzakelijk om aan het begin van het primair onderwijs de beginkenmerken van vierjarige leerlingen te bepalen. Dit dient te gebeuren op de verschillende relevante competentiegebieden, en op betrouwbare en valide wijze. Dit kan bv. via een screeningsprocedure In die procedure worden de niveaus geschat van het functioneren van een kind. Ook het verwachte onderwijsgedrag en onderwijsmotivatie van de leerling worden ingeschat.

Procedure Resultaten worden besproken tussen de leerkrachten en de ouders. De kern van het speel- en leerstofaanbod dienen helder te zijn geordend naar competentiegebied. Speel- en leeractiviteiten kunnen worden ingezet op basis van de resultaten. Ontwikkelingen in de leervorderingen van de leerling dienen in het algemeen te worden bepaald op grond van de eigen vorderingen en niet van het gemiddelde van de gehele groep. In de praktijk werkt het ondersteunend dat er wordt gewerkt via kleine groepen per competentiegebied. Het is ook van belang dat leerlingen via onderlinge taakverdeling in de groep komen tot constructief groepsgedrag binnen en buiten de eigen groep.