Engelen
Johannes 1: 52 En Hij zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u allen: Van nu af zult u de hemel geopend zien en de engelen van God opklimmen en neerdalen op de Zoon des mensen.
Engelen voeren de wil van God uit Psalm 103: 20 Loof de HEERE, u, Zijn engelen, sterke helden, die Zijn woord uitvoeren, gehoorzaam aan het woord dat Hij spreekt. 21 Loof de HEERE, al Zijn legermachten, dienaren van Hem, die Zijn welbehagen doen.
Engelen beschermen en dienen Gods kinderen Ps. 34:8 De engel van de HEERE legert zich rondom hen die Hem vrezen, en redt hen. Ps. 91: 11 Want Hij zal voor u Zijn engelen bevel geven dat zij u bewaren op al uw wegen. 12 Zij zullen u op de handen dragen, zodat u uw voet aan geen steen stoot. Hebr. 1: 14 Zijn zij niet allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen die de zaligheid zullen beërven?
2 Kor. 11:14 En geen wonder, want de satan zelf doet zich voor als een engel van het licht. 1 Joh. 4:1 Geliefden, geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn; want er zijn veel valse profeten in de wereld uitgegaan. 2 Hieraan leert u de Geest van God kennen: elke geest die belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; 3 en elke geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is niet uit God; maar dat is de geest van de antichrist, waarvan u gehoord hebt dat hij komt, en die nu al in de wereld is.