ONGELIJKHEDEN IN NEDERLAND BESCHRIJVINGEN TRENDS VERGELIJKINGEN WOUT ULTEE HOOFDVRAGEN VAN DE SOCIOLOGIE 7 SEPTEMBER 2010 EN OUDERDAG 28 MEI 2011.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
I n k o m e n s v e r d e l i n g Personele inkomens- verdeling
Advertisements

Hoeveel pensioen krijg ik straks?
Eeklo aan het werk: verslag van een inhaalrace Werkloosheidscijfers Eeklo Gregory Cremmerye.
Overzicht Inkomen en armoede bij Belgische ouderen, vergeleken met hun leeftijdsgenoten in buurlanden Niet-monetaire indicatoren van de levensstandaard.
Differentie vergelijkingen differentie vergelijkingen
1. Wat is het Kinderrechtenverdrag?
H1 Basis Rekenvaardigheden
GfK PS Retail NLGfK Supermarktkengetallen juli 2014 GfK Supermarktkengetallen Antwoord op deze vragen vindt u op: bij “GfK Publicaties”
Profielwerkstuk.
Regels economie: Geldbedragen ronden wij af op centen. Bijvoorbeeld €2,99 -> dus twee decimalen. Andere aantallen rond je af op één decimaal. Tenzij anders.
Boxenstelsel.
Onderwerpen Achtergrond en aanleiding vernieuwing statistiek
Vergrijzen en verzilveren Antwerpen, 16 november 2012 Paul Schnabel Sociaal en Cultureel Planbureau Universiteit Utrecht.
Profielwerkstuk maken
Etnocentrische reacties van Nederlanders op allochtonen longitudinale en cross-nationalevergelijkingen.
3 mavo Betekenis van dit percentage bespreken..
In de vaart der volkeren
CURSUS HEDENDAAGSE SOCIOLOGISCHE THEORIEËN OPLEIDING SOCIOLOGIE NIJMEGEN TWEEDE BACHELOR JAAR JANBOELSOCIOLOGIE 3: INKOMENSMOBILITEIT EN INKOMENSONGELIJKHEID.
Technologisch-ideologisch evolutionisme V. Technologisch-ideologisch evolutionisme V: De ideologiehypothese getoetst.
Geld & Geluk Laura Spierdijk.
Fair Share.
en zijn magisch vierkant
Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën
DE SOCIALE KAART VAN POLEN ( VERGELEKEN MET DE SOCIALE KAART VAN NEDERLAND ) BACHELOROPLEIDING SOCIOLOGIE Radboud Universiteit Nijmegen STUDIEJAAR
ONGELIJKHEDEN IN NEDERLAND HOOFDVRAGEN VAN DE SOCIOLOGIE
De Lorenzcurve In deze les wordt uitgelegd hoe de Lorenzcurve werkt.
Demografische druk.
8.1: Eigen schuld, dikke bult? Intro HC Opdracht HW + nakijken.
Risicoparagraaf en externe partijen Analyse van risicoparagrafen van alle 400+ gemeenten op: Grondexploitatie Verbonden partijen en/of gemeenschappelijke.
Hoofdstuk 11 Kwantitatieve gegevens analyseren Methoden en technieken van onderzoek, 5e editie, Mark Saunders, Philip Lewis, Adrian Thornhill, Marije.
Inkomen les 20 Begrippen & opgave 100 t/m Begrippen Collectieve lasten Geheel van belastingen en sociale premies.
Inkomen 22 Begrippen H7.
DE LAMMERS-HYPOTHESE EN DE MAARTEN-POSTMA-HYPOTHESE HEDENDAAGDSE SOCIOLOGISCHE THEORIEËN DOCENT: WOUT ULTEE 8 JANUARI 2009.
GfK PS Retail NLGfK Supermarktkengetallen augustus 2014 GfK Supermarktkengetallen Antwoord op deze vragen vindt u op: bij “GfK Publicaties”
GfK PS Retail NLGfK Supermarktkengetallen augustus 2014 GfK Supermarktkengetallen Antwoord op deze vragen vindt u op: bij “GfK Publicaties”
HAVO 5 Inkomen en groei Hoofdstuk 4: Inkomensverdelingen
VWO 4: Welvaart Hoofdstuk 5: Verdeling & Herverdeling
ARMOF RIJK. gelijk ongelijk Rechtvaardig ? Onrechtvaardig ?
Les voor groep 8 Pak je stoel en kom aan de instructietafel
Eindelijk is het zover !! We gaan emigreren. Wanneer ? De bedoeling is dat we op 16 juli het land verlaten. Waar gaan we wonen ? Op een eiland voor de.
Kees Goudswaard WRR conferentie wonen zorg en pensioenen Den Haag, 28 september 2012 Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Economie Solidariteit tussen.
Statistiekbegrippen en hoe je ze berekent!!
GELIJKNAMIGE BREUKEN les 31.
Internationale welvaartsverschillen
Samenvatting hoofdstuk 1
  Sociaal-economische effectrapportage 2009 presentatie 14 mei 2009 Stadsregio Rotterdam ABF Research Rik Lukey.
Boxplot en steelbladdiagram
De sociaal-economische effectrapportages  Doel SEER: monitoren sociaal-economische ontwikkeling, spreiding kansarme groepen  SEER wordt tot op heden.
H.4 Inkomensverdeling Nederland is een van de landen ter wereld met een tamelijk gelijke inkomensverdeling Het gemiddelde inkomen kwam in 2012 uit op
Rekenen.
§7.4 Is het eerlijk verdeeld?
Gecijferdheid les 1.4 Grootst gemene deler Kleinst gemene veelvoud
Wat voor inkomen heb je & waar blijft je geld?
Mechanismen van tweedeling Over verarming en verrijking in Nederland.
Evaluatieonderzoek VVTO Engels Kees de Bot Sieneke Goorhuis BCN/RUG.
rekenen Basisvaardigheden toegepast rekenen
Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens Nibud 12 november
Inhoud Breuken (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen).
Het land van de lieveheersbeestjes. In een bos hier ver vandaan, leven 100 lieveheersbeestjes. Ze doen allerlei dingen samen. Binnen het land geldt 1.
Inkomstenbelasting en belasting op vermogen. Box 1 Box 2 Box 3 Inkomstenbelasting Schijventarief Vennootschapsbelasting 20% over de eerste € winst.
Grafieken in de natuurkunde Ga verder Dia’s worden stap voor stap automatisch ingevuld Ga verder Pas als rechtsonder verschijnt, klik dan voor de volgende.
Welkom Havo 5..
Wijkscan Bevelanden, Schouwen- Duiveland, Walcheren
De scriptie Sommige studenten schrijven het in 2 tot 3 maanden, anderen doen er een jaar of meer over… Factoren: Motivatie Plan van aanpak Begeleiding.
Welkom Havo 5..
Economische groei Hfst 20 Hfst 26.
“…een ongeëvenaarde hoogstaande samenlevingsvorm, het geestelijk ideaal van Europa”
Economisch bekeken Mavo 4
3 vmbo-KGT Samenvatting Hoofdstuk 10
OMGEVINGSANALYSE 2018 LOP Oudenaarde Basis
Transcript van de presentatie:

ONGELIJKHEDEN IN NEDERLAND BESCHRIJVINGEN TRENDS VERGELIJKINGEN WOUT ULTEE HOOFDVRAGEN VAN DE SOCIOLOGIE 7 SEPTEMBER 2010 EN OUDERDAG 28 MEI 2011

ONGELIJKHEDEN: MET BETREKKING TOT WAT? INKOMEN MAAR HET KAN OOK GAAN OM WELK ANDER SCHAARS GOED DAN OOK ONGELIJKHEDEN: TUSSEN WIE EN WIE? DE MENSEN MET WEINIG VAN EEN SCHAARS GOED (DE ARMSTE 10%, 20%) EN DE MENSEN MET VEEL VAN DAT GOED (DE RIJKSTE 10%, 20%) ALS UITSMIJTER HET INKOMENSAANDEEL VAN DE SUPERRIJKEN (DE RIJKSTE 0,1% VAN DE BEVOLKING)

1. GA UIT VAN ADMINISTRATIEVE GEGEVENS VAN DE BELASTING VOOR ALLE INWONERS (INKOMENSTREKKERS, HUISHOUDENS) VAN EEN LAND 2. ZET ALLE EENHEDEN 3. OP EEN RIJ VAN LAAGSTE NAAR HOOGSTE INKOMEN 4. VERDEEL DE RIJ IN GELIJKE STUKKEN, BIJVOORBEELD TELKENS 10% VAN ALLE GEVALLEN (DECIELEN) OF 20% (QUINTIELEN) 5. TEL ALLE INKOMENS VAN ALLE INWONERS (INKOMENSTREKKERS, HUISHOUDENS) BIJ ELKAAR OP 6. DOE DAT OOK VOOR DE INKOMENS VAN HET ARMSTE, ENZ., RIJKSTE DECIEL (QUINTIEL) 7. EN DEEL HET LAATSTE BEDRAG DOOR HET EERSTE DAN ZIJN WE WAAR WE WILLEN ZIJN: 8. HET INKOMENSAANDEEL VAN HET ARMSTE (ENZ. RIJKSTE) DECIEL (QUINTIEL)

Ik laat U de inkomensongelijkheid in het hedendaagse Nederland zien, de trend in de twintigste eeuw, en ik trek een vergelijking met het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Zweden. Het nevendoel is figuren in kwaliteitskranten begrijpelijker te maken.

Cijfers voor Nederland zijn te vinden op de website van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Die bevat artikelen met cijfers, maar een deel geheten Statline bevat niets anders dan cijfers. Daaruit komende de volgende cijfers. Het gaat hier om 1) inkomens van huishoudens, 2) inkomens na belasting en 3) inkomens die zijn gestandaardiseerd voor huishoudgrootte. Het sterretje betekent dat de cijfers voorlopig zijn. Waarom zijn de cijfers van 2000 nog altijd voorlopig?

We willen langere trends zien. De eenheden zijN alleenstaanden of echtparen, bij de belasting inkomenstrekkers geheten

De rijkste 10% inkomenstrekkers werd in de loop van de 20 e eeuw armer, maar de één na rijkste 10% werd rijker! Geen nivellering van allerrijksten naar allerarmsten!

Dat was voor belasting, nu inkomenstrekkers voor én na belasting. Belasting nivelleert: Rijkste 10% in 1954 voor belasting 34,4%, na belasting 29,9% Armste 10% voor belasting in ,3%, na belasting 2,6%.

Nivellering tot midden jaren tachtig, daarna uit elkaar groeien armste en rijkste 10%. Dat was bij inkomenstrekkers, nu met als eenheden huishoudens, waarbij een huishouden zwaarder mee weegt om grond van het aantal huishoudleden, waarbij ook nog rekening wordt gehouden met de leeftijd (kinderen). Ook bij gestandaardiseerd huishoudinkomen nivellering tot midden jaren tachtig, daarna toename ongelijkheid tot boven niveau van midden jaren zeventig eind, tenminste tot eind jaren negentig. Volgens de gegevens voor het eerste decennium van de 21 e eeuw zet de trend naar grotere verschillen tussen de rijkste 10% en de armste 10% zich door.

De verschillen in ongestandaardiseerd huishoudinkomen na belasting tussen de armste 10% en de rijkste 10% nemen af tot begin jaren tachtig, daarna een stijging De gestandaardiseerde huishoudinkomens gaan tenminste vanaf het begin van de jaren negentig tot en met de laatste jaren meer van elkaar verschillen.

De verschillen in ongestandaardiseerd inkomen na belasting tussen de armste 20% en de rijkste 20% van alle huishoudens nemen toe, tenminste vanaf 1976 tot eind jaren negentig. Als van gestandaardiseerd huishoudinkomen na belasting wordt uitgegaan, is de toename van midden jaren tachtig tot eind jaren negentig minder duidelijk, terwijl in het eerste decennium van de 21 e eeuw de gegevens wiebelen.

In de Verenigde staten namen de inkomensverschillen tussen de rijkste 20% en de armste 20% af tot midden jaren zeventig, daarna zijn ze tot het eind van de jaren negentig gestegen, tenminste als op de ongestandaardiseerde inkomens voor belasting wordt afgegaan. Er is nu een tijdreeks voor gestandaardiseerd inkomen na belasting. Die geeft een toename van de verschillen tussen 1979, het beginjaar van de reeks en 2007, de laatst gepubliceerde gegevens, te zien.

Verenigde Staten: Quintielverdeling gestandaardiseerd huishoudinkomen na belasting

Noten bij de tabel met de inkomensverdeling voor de Verenigde Staten

WAT BETREFT DE VIER LANDEN ZETTE DE TREND NAAR GROTERE INKOMENSVERSCHILLEN HET EERST IN VOOR DE VERENIGDE STATEN (MIDDEN JAREN ZEVENTIG) ALS TWEEDE VOOR HET VERENIGD KONINKRIJK (EIND JAREN ZEVENTIG) DAARNA VOOR ZWEDEN (BEGIN JAREN TACHTIG) EN HET LAATST VOOR NEDERLAND (MIDDEN JAREN TACHTIG)

DE VIER LANDEN VERGELEKEN IN 2007 WAT BETREFT DE QUINTIELVERDELING VOOR GESTANDAARDISEERD HUISHOUDINKOMEN NA BELASTING 1 E Q2 E Q3 E Q4 E Q5 E Q ZWEDEN NEDERLAND VERENIGD KONINKRIJK VERENIGDE STATEN IN NEDERLAND ZIJN DE VERSCHILLEN TUSSEN DE ARMSTE 20% EN DE RIJKSTE 20% HET KLEINSTE VAN ALLE VIER DE LANDEN, ZE ZIJN ZELFS KLEINER DAN IN ZWEDEN

HET NEDERLANDSE CENTRAAL BUREAU VOOR DE STATISTIEK (CBS) MAAKT DE EENVOUDIGE GEGEVENS OVER INKOMENSONGELIJKHEID HET SOCIAAL EN CULTUREEL PLABUREAU (SCP) REKENT UIT WELKE DECIELEN HOEVEEL PROFIJT HEBBEN VAN ALLERLEI OVERHEIDSMAATREGELEN, ZOALS REGELINGEN VOOR BIJZONDERE ZIEKTEKOSTEN EN STUDIEBEURZEN HET CENTRAAL PLANBUREAU (CPB) HEEFT PAS NAAR AANLEIDING VAN HYPOTHESEN OVER DE OORZAKEN VAN DE FINANCIËLE CRISIS UITGEREKEND HOE HET MET DE INKOMENS VAN DE SUPERIJKEN ZIT HET CPB REKENDE MET DE GEGEVENS VAN HET CBS

DE NU TE PRESENTEREN NEDERLANDSE GEGEVENS SLAAN OP HET BRUTO-INKOMEN VAN INDIVIDUEN UIT ARBEID. PERSONEN ZONDER WERK ZIJN BUITEN BESCHOUWING GELATEN. DE GEGEVENS VOOR DE ANDERE LANDEN ZIJN SOMS ANDERS VAN AARD. DE ZWEEDSE DATA SLAAN OP INDIVIDUEN, MAAR DE INKOMENS STAMMEN UIT WELKE BRON DAN OOK, BEHALVE KAPITAALWINSTEN. DE DUITSE DATA SLAAN NIET OP INDIVIDUEN, MAAR INKOMENSTREKKERS (DUS ALLEENSTAANDEN EN PAREN) DE AMERIKAANSE INKOMENS OMVATTEN GEEN OVERDRACHTEN VAN DE OVERHEID EN OOK GEEN KAPITAALWINSTEN