Welkom Voorganger: br. W. Schaaij Preek van: ds. <naam dominee> Organist: br. <naam organist> Beamist: br. D.D. Rouwhorst Opmerkingen kunt u melden bij de leden van het BeamTeam: Derk Rouwhorst, Dennis Smit, Oebele Spriensma en Pieter Wiltjer. De Bijbelteksten in deze presentatie zijn ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004, tenzij anders vermeld. Mededelingen of aankondigingen op de beamer? Voor vrijdag 18.00 uur mailen naar: beamer-haulerwijk@hotmail.com.
Kerstfeest Beste gemeenteleden (jong en oud), Wie wil ons helpen het kerstfeest dit jaar te organiseren? Heb je een leuk idee, of wil je iets doen? Laat het ons weten. (Kerstfeest: 2e kerstdag in de ochtend) Met vriendelijke groeten, namens de Oudercommissie Sieta en Foeke P.S. Wij zijn nog op zoek naar nieuwe leden voor de Oudercomissie.
Gezang 175b Votum en zegengroet On - ze hulp is in de naam van de HE - RE, die he - mel en aar - de ge - maakt heeft. A - men.
Gezang 141: 1-3 1 Dankt, dankt nu allen God met hart en mond en handen, die grote dingen doet hier en in alle landen, die ons van kindsbeen aan, ja, van de moederschoot, zijn vaderlijke hand en trouwe liefde bood.
Gezang 141: 1-3 2 Die eeuwig rijke God moog' ons reeds in dit leven een vrij en vrolijk hart en milde vrede geven. Die uit genade ons behoudt te allen tijd, is hier en overal een helper die bevrijdt.
Gezang 141: 1-3 3 Lof, eer en prijs zij God, die troont in 't licht daarboven. Hem, Vader, Zoon en Geest moet heel de schepping loven. Van Hem, de ene Heer, gaf het verleden blijk, het heden zingt zijn eer, de toekomst is zijn rijk.
Psalm 60: 5 5 Heer, bied ons hulp, geef door uw hand ons redding van de tegenstand. Bewaar ons in de zware strijd, want mensenhulp is ijdelheid. De Heer geeft door zijn grote macht tot kloeke daden ons de kracht. Hij zelf zal ons de zege geven, de vijand wordt door Hem verdreven.
Psalm 54: 3 3 Mijn redder is de trouwe HEER, Hij heeft de dreiging weggenomen. Ik ben mijn vijanden ontkomen, met vreugde zie ik op hen neer.
Lezen Romeinen 9: 6-24 6 God heeft zijn belofte niet gebroken. Want niet alle Israëlieten behoren werkelijk tot Israël, 7 niet alle nakomelingen van Abraham zijn ook werkelijk zijn kinderen. Er staat immers geschreven: ‘Alleen de nakomelingen van Isaak zullen gelden als jouw nageslacht.’ 8 Dat wil zeggen: ze zijn niet door hun natuurlijke afstamming kinderen van God, maar gelden als nageslacht van Abraham op grond van Gods belofte. 9 Als íets een belofte is dan zijn het deze woorden: ‘Over een jaar kom ik terug en dan heeft Sara een zoon.’
Lezen Romeinen 9: 6-24 10 Sterker nog, Rebekka was van onze vader Isaak zwanger van een tweeling, 11-12 en al voor ze geboren waren en nog niets goeds of slechts hadden gedaan, werd haar gezegd: ‘De oudste zal de jongste dienen.’ Gods besluit blijft namelijk van kracht: God kiest een mens niet uit op grond van zijn daden, maar omdat hij hem roept. 13 Zo staat er ook geschreven: ‘Jakob heb ik liefgehad, Esau heb ik gehaat.’
Lezen Romeinen 9: 6-24 14 Moeten we dan zeggen dat God onrechtvaardig is? Natuurlijk niet. 15 Hij zegt immers tegen Mozes: ‘Ik ben barmhartig voor wie ik barmhartig wil zijn, ik schenk genade aan wie ik genade wil schenken.’ 16 Alles hangt dus af van God en zijn barmhartigheid, niet van de wil of de inspanning van de mens. 17 Zo zegt hij volgens de Schrift tegen de farao: ‘Ik heb u alleen maar aangesteld om u mijn macht te tonen en om iedereen op aarde te laten weten wie ik ben.’ 18 Dus God is barmhartig voor wie hij wil en maakt halsstarrig wie hij wil.
Lezen Romeinen 9: 6-24 19 Maar nu zult u vragen: ‘Waarom roept God ons dan nog ter verantwoording? Niemand gaat toch in tegen zijn wil?’ 20 Wie bent u eigenlijk dat u, een mens, iets tegen God zou inbrengen? Vraagt het aardewerk soms aan de pottenbakker: ‘Waarom hebt u me gemaakt zoals ik eruitzie?’ 21 Heeft de pottenbakker niet de vrijheid om van dezelfde klomp klei zowel een kostbare vaas als een alledaagse pot te maken?
Lezen Romeinen 9: 6-24 22 God heeft degenen die het voorwerp van zijn toorn zijn en die hij heeft bestemd voor de ondergang, met veel geduld verdragen omdat hij zijn toorn ook wil tonen en zijn macht kenbaar wil maken. 23 En omdat hij zijn overweldigende majesteit wil tonen, heeft hij degenen die het voorwerp zijn van zijn barmhartigheid ertoe voorbestemd om in zijn majesteit te delen. 24 Hen heeft hij ook geroepen: ons, die niet alleen uit het Joodse volk afkomstig zijn, maar uit alle volken,
Jakob heb ik liefgehad, Esau heb ik gehaat. Rom. 9:13
Moeten we dan zeggen dat God onrechtvaardig is? Rom. 9:14
Jakob heb ik liefgehad, Esau heb ik gehaat Dit roept grote vragen op
Ik ben barmhartig voor wie ik barmhartig wil zijn, ik schenk genade aan wie ik genade wil schenken. Rom. 9:15 // Ex. 33:19
Jakob heb ik liefgehad, Esau heb ik gehaat Dit roept grote vragen op Kijk met het goede perspectief zie Gods grootheid
Maar mijn gezicht zul je niet zien, want geen mens kan mij zien en in leven blijven. Ex. 33:20
Wie bent u eigenlijk dat u, een mens, iets tegen God zou inbrengen Wie bent u eigenlijk dat u, een mens, iets tegen God zou inbrengen? Vraagt het aardewerk soms aan de pottenbakker: waarom heeft u mij gemaakt zoals ik eruit zie? Rom. 9:20
… het zou ons zijn vergaan als Sodom en Gomorra. Rom. 9:29
Jakob heb ik liefgehad, Esau heb ik gehaat Dit roept grote vragen op Kijk met het goede perspectief zie Gods grootheid 29
Jakob heb ik liefgehad, Esau heb ik gehaat Dit roept grote vragen op Kijk met het goede perspectief zie Gods grootheid Geef je vragen de ruimte 30
Juist omdat hij zelf op de proef werd gesteld en het lijden volbracht heeft, kan hij ieder die beproeft wordt bijstaan. Hebr. 2:18
Jakob heb ik liefgehad, Esau heb ik gehaat Dit roept grote vragen op Kijk met het goede perspectief zie Gods grootheid Geef je vragen de ruimte zie God naast je staan 32
Jakob heb ik liefgehad, Esau heb ik gehaat Dit roept grote vragen op Kijk met het goede perspectief zie Gods grootheid Geef je vragen de ruimte zie God naast je staan Laat je troosten door de uitverkiezing zie hoe God je zekerheid geeft 34
Hoofdstuk 1 Artikel 10 De oorzaak van deze genadige uitverkiezing is alleen het welbehagen van God. Dit bestaat niet hierin, dat Hij uit alle mogelijke voorwaarden enige eigenschappen of prestaties van mensen heeft uitgekozen tot een voorwaarde voor het ontvangen van het heil. Integendeel, dit welbehagen
bestaat hierin, dat Hij bepaalde personen uit de hele zondige mensheid tot zijn eigendom aangenomen heeft. Er staat immers geschreven: Want toen de kinderen nog niet geboren waren en goed noch kwaad hadden gedaan... werd tot haar (namelijk Rebekka) gezegd: de oudste zal de jongste dienstbaar zijn, gelijk geschreven staat: Jakob heb Ik liefgehad, maar Ezau heb Ik gehaat (Rom. 9:11-13)
En: Allen die bestemd waren ten eeuwigen leven, kwamen tot geloof (Hand. 13:48).
Hoofdstuk 5 Artikel 10 Deze zekerheid komt dus niet voort uit een of andere speciale openbaring zonder of buiten het Woord, maar uit het geloof in Gods beloften, die Hij in zijn Woord zo overvloedig tot onze troost geopenbaard heeft. Zij komt ook voort uit het getuigenis van de Heilige Geest, die met onze geest
getuigt, dat wij Gods kinderen en erfgenamen zijn, en tenslotte hieruit, dat de gelovigen zich met heilige ernst toeleggen op een goed geweten en goede werken.
En als Gods uitverkorenen in deze wereld de vaste troost dat zij de overwinning zullen behouden, moesten missen en zonder dit onbedrieglijke onderpand van de eeuwige heerlijkheid moesten leven, dan zouden zij de beklagenswaardigste van alle mensen zijn.
Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer. Rom. 8:38-39
Ik ben diepbedroefd en word voortdurend door verdriet gekweld Ik ben diepbedroefd en word voortdurend door verdriet gekweld. Omwille van mijn volksgenoten, de broeders en zusters met wie ik mijn afkomst deel, zou ik bijna bidden zelf vervloekt te worden en van Christus gescheiden te zijn; Rom. 9:2-3
Ik heb u er immers op gewezen dat een mens wordt vrijgesproken door te geloven, en niet door de wet na te leven. Rom. 3:28
God heeft zijn belofte niet gebroken God heeft zijn belofte niet gebroken. Want niet alle Israëlieten behoren werkelijk tot Israël. Rom. 9:6
Dat wil zeggen: ze zijn niet door hun natuurlijke afstamming kinderen van God, maar gelden als nageslacht van Abraham op grond van Gods belofte. Rom. 9:8
En denk niet dat je bij jezelf kunt zeggen: Wij hebben Abraham als vader. Want ik zeg jullie: God kan uit deze stenen kinderen van Abraham verwekken! Matteüs 3:9
Jakob heb ik liefgehad, Esau heb ik gehaat Dit roept grote vragen op Kijk met het goede perspectief zie Gods grootheid Geef je vragen de ruimte zie God naast je staan Laat je troosten door de uitverkiezing zie hoe God je zekerheid geeft want het ligt niet aan wat jij doet 47
God kiest een mens niet uit op grond van zijn daden, maar omdat hij hem roept.
Alles hangt dus af van God en zijn barmhartigheid, niet van de wil of de inspanning van de mens. Rom. 9:16
Ik heb u er immers op gewezen dat een mens wordt vrijgesproken door te geloven, en niet door de wet na te leven. Rom. 3:28
Jakob heb ik liefgehad, Esau heb ik gehaat Dit roept grote vragen op Kijk met het goede perspectief zie Gods grootheid Geef je vragen de ruimte zie God naast je staan Laat je troosten door de uitverkiezing zie hoe God je zekerheid geeft want het ligt niet aan wat jij doet 53
54
Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. Mat. 11:28 55
Je bent uitverkoren.
57
Jakob heb ik liefgehad, Esau heb ik gehaat Dit roept grote vragen op Kijk met het goede perspectief zie Gods grootheid Geef je vragen de ruimte zie God naast je staan Laat je troosten door de uitverkiezing zie hoe God je zekerheid geeft want het ligt niet aan wat jij doet 58
Jakob heb ik liefgehad, Esau heb ik gehaat Dit roept grote vragen op Kijk met het goede perspectief zie Gods grootheid Geef je vragen de ruimte zie God naast je staan Laat je troosten door de uitverkiezing zie hoe God je zekerheid geeft want het ligt niet aan wat jij doet Zie dat geloof en verkiezing samengaan 59
60
61
62
Jakob heb ik liefgehad, Esau heb ik gehaat Dit roept grote vragen op Kijk met het goede perspectief zie Gods grootheid Geef je vragen de ruimte zie God naast je staan Laat je troosten door de uitverkiezing zie hoe God je zekerheid geeft want het ligt niet aan wat jij doet Zie dat geloof en verkiezing samengaan 63
Johannes 3:16. Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
U bent geweest, o Heer, en u zult wezen de zekerheid van allen die u vrezen. wij mogen bouwen op de vaste grond van uw belofte en van uw verbond.
Psalm 90: 1, 2 1 Gij zijt geweest, o Heer, en Gij zult wezen de zekerheid van allen die U vrezen. Geslachten gaan, geslachten zullen komen: wij zijn in uw ontferming opgenomen. Wij mogen bouwen op de vaste grond van uw beloften en van uw verbond.
Psalm 90: 1, 2 2 Nog eer de bergen uit de baaierd stegen, de aarde en de zee gestalte kregen, nog eer uw scheppend woord aan alle leven een wereld om te wonen heeft gegeven, God, zijt Gij God, dezelfde die Gij zijt, van eeuwigheid en tot in eeuwigheid.
Gezang 118: 1-3 1 God is getrouw, zijn plannen falen niet. Hij kiest de zijnen uit, Hij roept die allen. Die 't heden kent, de toekomst overziet, laat van zijn woorden geen ter aarde vallen, en 't werk der eeuwen, dat zijn Geest omspant, volvoert zijn hand.
Gezang 118: 1-3 2 De Heer regeert, zijn koninkrijk staat vast, zijn heerschappij omvat de loop der tijden. Zijn sterke hand, die nooit heeft misgetast, blijft met het heilig zwaard des Geestes strijden. De adem van zijn lippen overmant de tegenstand.
Gezang 118: 1-3 3 De Heilge Geest, die in de waarheid leidt, doet aan zijn kerk Gods heilgeheimen weten. Die nimmer van haar wijkt in eeuwigheid, heeft zijn bestek met wijsheid uitgemeten. Zo bouwt Hij Christus' kerk van land tot land met vaste hand.
Collecte Zending & VSE
Lied 293: 1-4 1 Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand; moedig sla ik dus de ogen naar het onbekende land. Leer mij volgen zonder vragen; Vader, wat Gij doet is goed! Leer mij slechts het heden dragen met een rustig, kalme moed!
Lied 293: 1-4 2 Heer, ik wil uw liefde loven, al begrijpt mijn ziel U niet. Zalig hij, die durft geloven, ook wanneer het oog niet ziet. Schijnen mij uw wegen duister, zie, ik vraag U niet: waarom? Eenmaal zie ik al uw luister, als ik in uw hemel kom!
Lied 293: 1-4 3 Laat mij niet mijn lot beslissen: zo ik mocht ik durfde niet. Ach, hoe zou ik mij vergissen, als Gij mij de keuze liet! Wil mij als een kind behand'len, dat alleen de weg niet vindt: neem mijn hand in uwe handen en geleid mij als een kind.
Lied 293: 1-4 4 Waar de weg mij brengen moge, aan des Vaders trouwe hand, loop ik met gesloten ogen naar het onbekende land.
Gezang 182d Amen A - men, a - men, a - men.