Het wassen van voeten
Voor het feest van het Pascha: 14 nisan (1e maand) = Pascha 15-21 nisan = feest van de ongezuurde broden (matzot)
De Heer Jezus wist dat zijn uur gekomen was…
Welk uur? Dat Hij uit deze wereld zou overgaan naar de Vader
Hij heeft de zijnen die in de wereld zijn, lief; en Hij heeft ze lief tot het einde
Judas Iskariot gaf Hem over
de tegenwerker (diabolos) gaf het Juda(s) in zijn hart om Hem over te geven
vers 1,3 vertellen ons wat in de Heer omging, wat Hij dacht: 1: ‘Jezus wist dat zijn uur gekomen was om uit deze wereld over te gaan tot de Vader’ 3: ‘..stond Hij op, wetende dat de Vader hem alles in handen gegeven had en dat Hij van God uitgekomen was en tot God heenging’
Hij kwam van God uit en Hij ging naar God
Hij kwam van God uit.. Uit het heilige der heiligen - Joh. 1:1 – het woord was bij (naar) God (toe) Door het heilige – Joh.1:9 - licht v.d. wereld: gouden Menorah Bij het koperen wasvat - Joh. 1:29,32,33 doop v.d. Heer in water Bij het koperen brandofferaltaar - Joh. 1:29,36 - Hij is het Lam van God
..en Hij ging naar God Het koperen brandofferaltaar - Joh.12:24,32,33 - Zijn dood aangekondigd Het koperen wasvat - Joh.13:5 Hij wast de voeten van discipelen Het heilige - Joh. 13 tafel v toonbroden - maaltijd Joh. 14-16 gouden Menorah - heilige geest Het heilige der heiligen - Joh.17 het verzoendeksel- het hogepriesterlijk gebed
Hij stond op….. (13:3)
…legde Zijn klederen af… : Hij geeft zich over voor de gemeente en Hij reinigt ons door het woord!
Hij goot water (woord/geest/genade) in het bekken… levend water
Petrus begrijpt het niet, de Heer wast zijn voeten wel, en maakt hem geen verwijt
‘Wat Ik doe, weet je nu niet, maar je zult het na deze dingen verstaan’ (Johannes 13:7)
Hij wast –ongevraagd- de voeten van de discipelen
De voeten wassen – beeld van de dagelijkse reiniging van de gelovige, niet door de gelovige zelf, maar door de Heer! Efeziërs 5:25
laat die gezindheid in jullie zijn die ook in Christus Jezus is
Hij geeft het voorbeeld: jullie ook elkaar (ongevraagd) de voeten wassen:
Joh 13:4 omgord met linnen doek = Kolossenzen 3:12-14 doet dan aan: medelijdend mededogen mildheid bukken en laag zitten = ootmoedige gezindheid (van Christus) in (een geest van): zachtmoedigheid geduld
Johannes 13:5,13 ‘Indien Ik, jullie Heer en Meester, jullie de voeten gewassen heb…zijn ook jullie verschuldigd elkaar de voeten te wassen Kolossenzen 3:13 elkaar ver dragend elkaar wederzijds genade schenkend (ingeval iemand tegen iemand een klacht heeft) en zoals de Heer jullie genade schenkt zo ook jullie
Doet het oude zuurdeeg weg, opdat jullie een jong deeg bent; jullie zijn immers ongezuurd