Milieuzorg Op School Infosessie Groene Vlag 2013 Di 17 februari 2012
Waarom Groene Vlag? * MOS: lid van FEE (Foundation for Environmental Education), organisator van Eco-Schools-programma * Eco-Schools-waardering: Groene Vlag * Bij MOS: Groene Vlag enkel voor Logo 3-scholen die milieuzorgproces blijven verderzetten volgens Logo 3-criteria Filosofie achter Groene Vlag - Stimulans aan de scholen om blijvend verder te werken aan milieuzorg (ook na logo 3) - School stippelt eigen weg verder uit - Binnen een internationale context
Hoe krijg je de Groene Vlag? Eerste voorwaarde: logo-3-school én in orde met milieuwetgeving Stap 1 : tegen 15 december van het eerste schooljaar (15 december 2011): ‘verklaring op eer’: bevestiging voortzetten milieuwerking gedurende twee schooljaren op logo-3-niveau Stap 2 : op een structurele manier verder aan de MOS-thema’s werken volgens de MOS- methode. 2.1 Criteria 2.2 Educatieve en milieuwinst Stap 3 : vóór 15 december van het tweede schooljaar (15 december 2012) - Basisschool: insturen actieplannen van twee schooljaren en de aanvullende documenten - Secundaire school: insturen actieplannen van 2 schooljaren, MOS-spiegel en aanvullende documenten Stap 4: voorjaar 2013: schoolbezoek om de MOS-werking te bekijken, MOS-begeleider maakt dossier op Stap 5: juni 2013: beslissing jury of je school de Groene Vlag verdient.
Stap 1: Verklaring op eer In de ‘verklaring op eer’ verklaart de school: - voortzetten milieuwerking, - gedurende 2 schooljaren, - op logo 3-niveau. sleutelwoorden: volgehouden inspanningen en continuïteit! (acties herhalen, opvolgen, opnieuw in de kijker zetten en nieuwe initiatieven) de jury baseert zich op volgende schooljaren: - de gerealiseerde MOS-werking schooljaar 2011/2012, - én de realisaties en plannen schooljaar 2012/2013.
Stap 2: Bouw MOS verder uit. De vijf MOS-criteria 1. VISIE EN PLANNING Groeit het MOS-verhaal planmatig en met visie? 2. BETROKKENHEID VAN DE LEERLINGEN Welke rol krijgen leerlingen in het MOS-verhaal? 3. VERBREDING VAN HET DRAAGVLAK Wie wordt in de MOS-werking betrokken? 4. COMMUNICATIE Hoe wordt over MOS gecommuniceerd? 5. VERANKERING Hoe doorleefd is de MOS-werking?
Stap 2: Bouw MOS verder uit. De vijf MOS-criteria 1.VISIE EN PLANNING Groeit het MOS-verhaal planmatig en met visie? -Goed onderbouwde visie op milieuzorg -> doelen -> spreiding in tijd (planning) -Integreren in projectwerk, vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen -PDCA: plan-do-check-act(ualize) -MOS -werkgroep komt geregeld samen -MOS als vast item op personeelsvergadering -Volhouden en herhalen van vroegere verwezenlijkingen -Milieubewust aankoopbeleid op school - Duidelijk aantoonbare milieuwinst en educatieve winst: * minstens op drie van de vijf MOS-thema’s: afvalpreventie, energie, water, natuur op school of mobiliteit, * ook aandacht voor thema’s als biodiversiteit, levensstijl, duurzame voeding en klimaatverandering.
Stap 2: Bouw MOS verder uit. De vijf MOS-criteria 2. BETROKKENHEID VAN DE LEERLINGEN Welke rol krijgen leerlingen in het MOS-verhaal? - Participatie en de betrokkenheid van de leerlingen: (meer dan uitsluitend ‘uitvoeren van taken’) * voldoende leerlingen van alle leeftijden zijn betrokken bij keuze, planning én evaluatie van de acties:mee-plannen, mee-beslissen én mee-evalueren * voldoende verantwoordelijkheid bij leerlingen: uitdenken en uitwerken * leerlingen kunnen invloed uitoefenen * eigenaarschap over acties: MOS is van en voor de leerlingen
Stap 2: Bouw MOS verder uit. De vijf MOS-criteria 3. VERBREDING VAN HET DRAAGVLAK Wie wordt in de MOS-werking betrokken? - Voldoende groot draagvlak voor milieuzorg op school: *directie, leerkrachten, onderhouds- en administratief personeel en ouders staan achter het MOS-project, *ook zij zijn betrokken bij keuze, planning en evaluatie van de MOS-acties *MOS is een zaak voor álle (vak-)leerkrachten: ook in Nederlands, wiskunde, LO, techniek, …! - Taakverdeling: niet alle ‘last’ op de schouders van de MOS-verantwoordelijke. Delegeer! - Erkenning en vertrouwen vanuit de directie - Samenwerking met de gemeente/de afvalintercommunale/de buurtbewoners/lokale (natuur)vereniging/…
Stap 2: Bouw MOS verder uit. De vijf MOS-criteria 4. COMMUNICATIE Hoe wordt over MOS gecommuniceerd? - MOS-communicatiestrategie: informatie van de MOS-verantwoordelijke of de MOS-werkgroep regelmatig naar de hele school en externen over de geplande en gerealiseerde MOS-activiteiten. - School: uitdrukkelijk naar buiten als een milieuvriendelijke en duurzame school: * Groene Vlag-school als voorbeeld voor andere scholen op milieuzorggebied, * uitwisseling milieuzorgervaringen uit met andere scholen (in de omgeving, in de provincie, in de regio, in het buitenland). - Ludieke acties, frisse campagnes, grappige slogans, beelden, … - MOS duidelijk op website, SmS, schoolkrant, opendeurdag, … - Communiceer over ‘onzichtbare’ ingrepen: energiemaatregelen, waterverbruik, afvalbeleid, afvalarm schoolfeest, …
Stap 2: Bouw MOS verder uit. De vijf MOS-criteria 5. VERANKERING Hoe doorleefd is de MOS-werking? - MOS-werkgroep of een evenwaardig alternatief om milieuzorg regelmatig op de agenda te zetten - MOS-activiteiten als rode draad door hele schooljaar, de milieuafspraken verankerd in het hele schoolgebeuren, controle op de naleving ervan het herhalen, opvolgen en bestendigen van de MOS-acties (a.d.h.v. ludieke acties) is zeer belangrijk! - MOS als doorlopend proces: nieuwe uitdagingen, impulsen + doorlopende en herhaalde acties - Milieuzorg: duidelijk een prioritaire doelstelling van de school Integratie van milieuzorg in de schoolvisie (schoolreglement, infobrochure, schoolwerkplan, website,…)? - Milieuzorg in alle geledingen van de school: klassen, speelplaats, leraarskamer, activiteiten en uitstappen, schoolomgeving, secretariaat, werkplaats, praktijklokalen, … - Een ECOCODE (een schooleigen en originele verwoording of uitbeelding van de belangrijkste milieudoelstellingen van de school) ten zeerste geapprecieerd door jury
Stap 2: Bouw MOS verder uit. Specifieke criteria voor Groene Vlag-scholen 1.De school neemt een voortrekkersrol op in samenwerkingsverbanden met andere scholen of scholengemeenschappen. 2.De school neemt deel of werkt mee aan fora voor logo-3-scholen en nascholingen of studiedagen voor MOS-scholen. 3.De school heeft een voorbeeldfunctie en treedt bewust naar buiten als een duurzame en milieuvriendelijke school. 4.De school neemt (binnen haar mogelijkheden) deel aan een internationaal netwerk van milieuvriendelijke en duurzame scholen.
Stap 2: Bouw MOS verder uit – BaO Het actieplan - Werk volgens de MOS-methode op een structurele manier verder aan de MOS-thema’s. - Een basisschool toont aan dat de leerlingen zoveel mogelijk betrokken zijn en nog altijd actief deelnemen aan het project. - Hiervoor gebeuren heel wat inspanningen op schoolniveau, in de verschillende klassen en in de schoolomgeving. - Koppelen aan educatieve én milieuwinst → de school stelt voor elk schooljaar een actieplan op.
Stap 2: Bouw MOS verder uit – SO Het planningsdocument - Werk volgens de MOS-methode op een structurele manier verder aan de MOS-thema’s. - Een secundaire school toont aan dat de leerlingen zoveel mogelijk betrokken zijn en nog altijd actief deelnemen aan het project. - Hiervoor gebeuren heel wat inspanningen op individueel niveau, in de verschillende klassen, op schoolniveau en in de schoolomgeving. - Educatieve én milieuwinst → De school maakt voor elk schooljaar een planningsdocument op.
Stap 3: indienen dossier - BaO tegen 15 december 2012 Een dossier basisonderwijs bevat: - Twee actieplannen (uitgevoerd 2011/2012 en planning 2012/2013) - Document met verantwoording opvolging logosuggesties (juryrapport L3) - Documentatie van de werking bv. verslagen van vergaderingen (MOS-werkgroep, personeelsvergaderingen, leerlingenraad, oudercomité,…), brieven naar ouders, schoolkranten met MOS-rubriek, nieuwsbrieven met MOS-nieuws, foto’s van MOS-activiteiten, schoolreglement/infobrochure, enkele bewijsstukken m.b.t. klasactiviteiten,…), - Evaluatieformulier: niet verplicht (MOS-spiegel BaO). - Aantonen in orde te zijn met de milieuwetgeving
Stap 3: indienen dossier - SO tegen 15 december 2012 Een dossier secundair onderwijs bevat: - Twee planningsdocumenten (uitgevoerd en herwerkt 2011/2012 en planning 2012/2013) - Document met verantwoording opvolging logosuggesties (juryrapport L3) - Documentatie van de werking bv. verslagen van vergaderingen (MOS-werkgroep, personeelsvergaderingen, leerlingenraad, oudercomité,…), brieven naar ouders, schoolkranten met MOS-rubriek, nieuwsbrieven met MOS-nieuws, foto’s van MOS-activiteiten, schoolreglement/infobrochure, enkele bewijsstukken m.b.t. klasactiviteiten,…), - Evaluatieformulier: MOS-spiegel - Aantonen in orde te zijn met de milieuwetgeving
Stap 4: Bezoek Voorjaar 2013 een bezoek van de MOS-begeleiding (+ eventueel MOS-coördinatie) om de MOS-werking op school te bekijken. Wat mag je verwachten? - Een controlebezoek (klopt wat je beweert in de documenten ook met de werkelijkheid?) - Een kans om jullie werking te tonen, toe te lichten,… Op basis van dit bezoek en het dossier verdedigen de begeleiders jullie school voor een jury. Zorg dus voor argumenten (zowel in het dossier als tijdens het bezoek) om die jury te overtuigen !
Stap 5: en verder? Juni : Een jury beslist of je school de Groene Vlag verdient. Eind juni: bericht over de uitslag van de jurering. Later krijgt iedere kandidaat GroeneVlag-school een motivering van de jury toegestuurd. GroeneVlag-scholen worden uitgenodigd in Brussel november 2013 om hun vlag in ontvangst te nemen.
Samengevat 15 december 2011: Verklaring op Eer voor Groene Vlag december 2012: indienen dossier voorjaar 2013: controlebezoek juni 2013: jury eind juni 2013: uitslag wordt bekendgemaakt begin schooljaar 2013/2014 : motivering van de jury naar de scholen gestuurd november 2013 : GroeneVlaguitreiking in Brussel 15 december 2013: Verklaring op eer voor Groene Vlag 2015
Vragen? Veel succes…
MOS-begeleiding 050/ Contacteer ons!