2. De tranquillitate animi 17.4-10 (deel 2, blz. 21) Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 Publius Ovidius Naso, Metamorphosen X 1-29 2. De tranquillitate animi 17.4-10 (deel 2, blz. 21)
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 3 De boog kan niet altijd gespannen zijn 70-71 Nec in eadem intentione aequaliter retinenda mens est, sed ad iocos devocanda. persoonsvorm onderwerp lijdend voorwerp andere kleuren voor bijvoorbeeld woorden die bij elkaar horen retinenda/devocanda: welke -nd-vorm? gerundivum met vorm van esse: van verplichting moeten worden
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 3 De boog kan niet altijd gespannen zijn 70-71 Nec in eadem intentione aequaliter retinenda mens est, sed ad iocos devocanda. En de geest moet niet gelijkelijk in dezelfde spanning (vast)gehouden worden, maar worden weggeroepen naar scherts (grappen).
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 71-76 Cum puerulis Socrates ludere non erubescebat et Cato vino laxabat animum curis publicis fatigatum et Scipio triumphale illud ac militare corpus movebat ad numeros, non molliter se infringens, ut nunc mos est etiam incessu ipso ultra muliebrem mollitiam fluentibus, sed ut antiqui illi viri solebant inter lusum ac festa tempora virilem in modum tripudiare, non facturi detrimentum, etiam si ab hostibus suis spectarentur. Cum puerulis Socrates ludere non erubescebat et Cato vino laxabat animum curis publicis fatigatum et Scipio triumphale illud ac militare corpus movebat ad numeros, non molliter se infringens, ut nunc mos est etiam incessu ipso ultra muliebrem mollitiam fluentibus, sed ut antiqui illi viri solebant inter lusum ac festa tempora virilem in modum tripudiare, non facturi detrimentum, etiam si ab hostibus suis spectarentur.
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 Cum puerulis Socrates ludere non erubescebat Socrates schaamde zich niet om met kleine kinderen te spelen Socrates – Griekse filosoof uit de 5e eeuw v. Chr. Zijn manier om achter kennis te komen was de zgn. Socratische gesprekken. Kennis zit immers al in je: hij moest je helpen het naar buiten te halen. Hij vergeleek zichzelf ook vaak met een vroedvrouw, maar ook met een horzel: hij bleef steken en prikken of iemands redenering en gedachten wel klopten..
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 Als je de kennis eenmaal had van hoe de wereld in elkaar zat en wat Het Goede was, volgde je die natuurlijk ook na. Volgens hem had je een ‘godje’ in je, dat je daartoe ook aanzette (soort geweten). Uiteindelijk is Socrates veroordeeld tot het drinken van de gifbeker vanwege: het niet-aanbidden van de goden van de stad het introduceren van nieuwe goden Daarnaast zou hij ook een slechte invloed op de jeugd hebben gehad. Seneca geeft dus wel een heel eigen kijk op Socrates!
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 et Cato vino laxabat animum curis publicis fatigatum en Cato ontspande zijn geest, als die vermoeid was door zorgen voor de staat, met wijn Cato – niet helemaal duidelijk wie wordt bedoeld Cato Maior (de Oude) – bekend om zijn strenge, morele houding en door Ceterum censeo Carthaginem esse delendam Cato Minor (de Jongere) – kleinzoon van; ook een bekend staatsman én een aanhanger van de Stoa Cato Minor pleegt zelfmoord, omdat hij niet wil leven in een wereld, waarin Caesar de macht heeft. Cato pleegde zelfmoord door zich op zijn eigen zwaard te storten. Zijn bedienden vonden hem toen op de grond en verzorgden zijn wonden. Cato wachtte tot ze vertrokken en verwijderde toen de verbanden en trok met zijn vingers de hechtingen uit zijn eigen ingewanden en volbracht zo zijn poging tot zelfmoord.
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 et Scipio triumphale illud ac militare corpus movebat ad numeros, en Scipio liet dat soldatenlichaam van een triomfator bewegen op de muziek, 72 Scipio – Publius Cornelius Scipio: de man die Hannibal versloeg. Maar ook hij ontspande zichzelf wel eens, zegt Seneca. Socrates, Cato, Scipio: trikolon (met climax). triumphale / militare – welke vorm? onz ev van bnw (congr. met corpus) Wandtapijt met de Slag bij Zama, waarin Scipio Hannibal versloeg
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 non molliter se infringens, ut nunc mos est etiam incessu ipso ultra muliebrem mollitiam fluentibus, 73 infringens – ppa; congr. met Scipio ut – hier zonder coni, dus betekenis: …? zoals (/zodra) 74 mos est – welk woord vormt hierbij de dativus- aanvulling (het is de gewoonte voor / bij …)? fluentibus (gesubst. ppa) molliter: adv. (bijwoord) bijwoorden eindigen op -e (longus>longe) -(i)ter (fortis > fortiter)
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 non molliter se infringens, ut nunc mos est etiam incessu ipso ultra muliebrem mollitiam fluentibus, waarbij hij niet op verwijfde manier kronkelde, zoals nu de gewoonte is voor mensen die zelfs alleen al bij het lopen zich heupwiegend voortbewegen [nog] erger dan vrouwelijke weekheid (waarbij ze de vrouwelijke weekheid [nog] overtreffen),
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 sed ut antiqui illi viri solebant inter lusum ac festa tempora virilem in modum tripudiare, non facturi detrimentum, 75 virilem in modum – in het Latijn is de woordvolgorde bijv nw – voorzetsel – znw heel gebruikelijk, bv summa in arbore, hac in nocte 76 facturi: welke vorm? participium futurum: zullende… Het ptc. fut.geeft ook vaak een plan of doel of lotsbestemming aan: van plan om…, gedoemd om …
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 sed ut antiqui illi viri solebant inter lusum ac festa tempora virilem in modum tripudiare, non facturi detrimentum, maar zoals die mannen van vroeger gewend waren om tijdens spel en feestelijke momenten op een mannelijke manier een wapendans op te voeren, waarbij ze geen schade zouden veroorzaken, 74 Sed ut – tussen welke woordgroepen (LA) wordt een tegenstelling gemaakt? (non) molliter sed ut antiqui illi viri = virilem in modum (niet verwijfd, maar mannelijk, zoals tijdens een wapendans) 76 detrimentum – aan wat voor schade denkt Seneca? schade aan hun goede naam/waardigheid door te verwijfd te dansen
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 etiam si ab hostibus suis spectarentur. ook als ze door hun vijanden gezien werden / zouden worden. 76 spectarentur – irrealis (het is niet te verwachten, maar móchten ze door een vijand worden gezien tijdens de wapendans, dan zien ze er toch mannelijk uit)
77 Danda est animis remissio: meliores acrioresque requieti surgent. Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 Publius Ovidius Naso, Metamorphosen X 1-29 77 Danda est animis remissio: meliores acrioresque requieti surgent. 77 danda: welke –nd-vorm? gerundivum met vorm van esse: van verplichting moeten worden meliores / acriores: praedicatief. Welk woord moet dus in je vertaling? als … surgent: welke vorm? futurum mk-stam/i-stam: stam + a/e + uitgang a/e-stam: stam + b(i/u) + uitgang
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 77 Danda est animis remissio: meliores acrioresque requieti surgent. Aan geesten (de geest) moet ontspanning worden gegeven: ze zullen beter en energieker opstaan wanneer ze uitgerust zijn.
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 77-80 Ut fertilibus agris non est imperandum – cito enim illos exhauriet numquam intermissa fecunditas – ita animorum impetus adsiduus labor franget, vires recipient paulum resoluti et remissi; 78 imperandum: gerundivum van verplichting illos: wie/wat wordt bedoeld? Citeer! fertilibus agris exhauriet: welke vorm? exhauri - e - t futurum Let ook op: frang-e-t / recipi-e-nt
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 Ut fertilibus agris non est imperandum – cito enim illos exhauriet numquam intermissa fecunditas – ita animorum impetus adsiduus labor franget, vires recipient paulum resoluti et remissi; Zoals je vruchtbare akkers niet moet forceren – want een nooit onderbroken grote productie zal ze snel uitputten - zo zal voortdurende inspanning de initiatieven van de geesten breken, [maar] ze (de geesten) zullen krachten terugkrijgen als ze een beetje zijn losgelaten en vrijgelaten; 78 ut fertilibus agris … -vergelijking fertilibus agris = animorum impetus (vruchtbare akkers = initiatieven van de geest) Wat is het tertium comparationis? uitputting (= geen opbrengst) door voortdurende inspanning / productie Hoe kun je uitputting voorkomen? ontspanning
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 80-81 nascitur ex adsiduitate laborum animorum hebetatio quaedam et languor. uit het voortduren van inspanningen ontstaat een zekere afstomping en sloomheid van de geesten.
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 81-83 Nec ad hoc tanta hominum cupiditas tenderet, nisi naturalem quandam voluptatem haberet lusus iocusque; 81 hoc: wat wordt bedoeld? ontspanning/spel 82 tenderet/haberet: welke vorm en waarom? coniunctivus irrealis (van het heden) zou … Romeinse spelstenen
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 81-83 Nec ad hoc tanta hominum cupiditas tenderet, nisi naturalem quandam voluptatem haberet lusus iocusque; En niet zou een zo grote begeerte van de mensen daarop gericht zijn, als spel en scherts niet een zeker natuurlijk genot zouden hebben; Wat zegt Seneca hier in gewoon Nederlands? Mensen vinden het van nature fijn om eens te ontspannen / spelen (naturalem voluptatem) en dus willen ze het erg graag (tanta cupiditas). Romeinse spelstenen
83-84 quorum frequens usus omne animis pondus omnemque vim eripiet; Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 Publius Ovidius Naso, Metamorphosen X 1-29 83-84 quorum frequens usus omne animis pondus omnemque vim eripiet; 83 quorum: relatieve aansluiting Vertaling relatieve aansluiting: en maar + aanw. / pers. vnw want Dus: quorum = et/sed/enim eorum 84 eripi-e-t = futurum
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 83-84 quorum frequens usus omne animis pondus omnemque vim eripiet; [maar] een veelvuldig gebruik daarvan zal ieder gewicht en iedere kracht bij de geesten wegnemen; wat wordt bedoeld met quorum? Citeer (LA)! lusus iocusque
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 84-85 nam et somnus refectioni necessarius est, hunc tamen semper si diem noctemque continues, mors erit. 84 hunc: wat wordt bedoeld? Citeer! somnus 85 continu-e-s (<continua-re): welke vorm? coniunctivus praes; potentialis Hypnos en Thanatos halen o.l.v. Hermes een gesneuvelde Griekse strijder op. Ook in de Griekse oudheid meende men al, dat dood en slaap dicht bij elkaar lagen.
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 84-85 nam et somnus refectioni necessarius est, hunc tamen semper si diem noctemque continues, mors erit. want ook slaap is noodzakelijk voor herstel, als je die echter altijd dag en nacht zou laten voortduren, zal dat de dood zijn. Seneca gebruikt hier (weer) een analogieredenering: - af en toe slapen is goed; maar altijd slapen niet Staat voor ……? - af en toe ontspanning van de geest is goed, maar niet altijd Hypnos en Thanatos halen o.l.v. Hermes een gesneuvelde Griekse strijder op. Ook in de Griekse oudheid meende men al, dat dood en slaap dicht bij elkaar lagen.
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 85 Multum interest, remittas aliquid an solvas. Er is een groot verschil (tussen) of je iets een beetje loslaat of helemaal laat schieten. remitt-a-s/solv-a-s: coniunctivus praes afhankelijke vraag
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 86-88 Legum conditores festos instituerunt dies, ut ad hilaritatem homines publice cogerentur, tamquam necessarium laboribus interponentes temperamentum; 86 legum – welke vorm van welk woord? gen mv van lex 86-7 ut … cogerentur: ut + coniunctivus = opdat (finalis) hier! zodat (consecutivus) ut + indicativus = zoals zodra, toen 87 interponentes – ppa. Congrueert met …? conditores
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 86-88 Legum conditores festos instituerunt dies, ut ad hilaritatem homines publice cogerentur, tamquam necessarium laboribus interponentes temperamentum; Wetgevers hebben feestdagen ingesteld, opdat de mensen van staatswege tot vrolijkheid gedwongen werden, als het ware een noodzakelijke matiging plaatsend tussen de inspanningen;
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 88-89 et magni, ut dixi, viri quidam sibi menstruas certis diebus ferias dabant, quidam nullum non diem inter otium et curas dividebant. 88 magni – congr. met viri quidam
Publius Ovidius Naso, Metamorphosen, X, 1-29 88-89 et magni, ut dixi, viri quidam sibi menstruas certis diebus ferias dabant, quidam nullum non diem inter otium et curas dividebant. en, zoals ik gezegd heb, sommige grote mannen gaven zichzelf maandelijkse vrije dagen op vaste dagen, sommigen verdeelden echt iedere dag tussen vrije tijd en zorgen (werk). 89 nullum non – litotes Welke climax zit er ook in deze zin? - de maand indelen in vrij / werken - zelfs elke dag indelen in vrij / werken