HULPVERLENERS OVER ‘A’CTIVERING Peter Raeymaeckers Salman Baig M. 1 BaSwA
Inleiding Focus op OCMW van AntwerpenOCMW De interpretatie marge waarover de hulpverleners beschikken 25 lokale wijkcentra = elk bevoegd voor een afgebakende wijk binnen grootstad 2 Omgevingsfactoren: 1 de organisatiecultuur binnen het sociaal centrum 2 de betekenis van de buurt
Tussentitels Het belang van ‘A’ Het belang van ‘A’ Organisatieculturen Organisatieculturen Activering in ‘A’ Activering in ‘A’ Vooruitgaan in het leven Vooruitgaan in het leven Professioneel onderhandelen Professioneel onderhandelen Een streng activeringsdiscours Een streng activeringsdiscours Formeel en informeel overleg Formeel en informeel overleg De maatzorg voorbij? De maatzorg voorbij? Perceptie van en in de buurt Perceptie van en in de buurt Hechte(nde) netwerken Hechte(nde) netwerken Betere afstemming Betere afstemming Wat hebben we geleerd Wat hebben we geleerd
Het belang van ‘A’ De manier waarop men omgaat met activering - Hun cliënten activeren (Belangrijke doelstelling van OCMW!) ‘Iedereen moet actief kunnen bezig zijn volgens zijn behoeften en mogelijkheden’
Organisatieculturen Verschillen tussen de centra omschreven aan de hand van de typologie van Engbersen Een sterk groepsdimensie = grote handelingsvrijheid
Activering in ‘A’ De professionele activering van de cliënt moet primeren ‘secundaire’ doelstellingen: Vrijwilligerswerk of arbeidszorg Definitie van activering volgens hulpverleners: ‘Activering is elke inspanning die de cliënt levert om zijn of haar situatie te verbeteren. Deze inspanning is afhankelijk van zijn of haar capaciteiten’ Activering is = ‘Vooruit gaan in het leven’
Vooruitgaan in het leven Werkbereidheid = Maatschappelijke integratie Obstakels: Kinderopvang, ziekte, psychische problemen, verslavingsproblematiek,… Aard van de inspanningen varieert sterk, toch een onderscheid maken: Het doorbreken van sociale isolement en het opbouwen aan netwerken en ook het in orde berngen van allerlei paperassen een belangrijke doelstelling.
Professioneel onderhandelen ‘context’ van de cliënt: - beschrijving van alle mogelijke probleemgebieden van de cliënt Recht op hulp!
Een streng activeringsdiscours Stereotiepe onderscheid tussen de ‘allochtone cliënten en de klassieke arme Antwerpenaar’ De eerst opgesomde categorie wordt strenger aangepakt. Volgens een maatschappelijk werker van centrum B, hebben de mensen met allochtone afkomst geen goede voet binnen. In vergelijking met iemand die 10jaar in gevangenis heeft gezeten(autochtoon), krijgt meer weerstand om niet geschrapt te worden dan een allochtoon. “ Sociale werkers merken dat een traject naar professionele activering voor cliënten niet altijd haalbaar is. Ze ontwikkelen daardoor een fatalistische houding”
Formeel en informeel overleg ‘De hoofdmaatschappelijk werker vindt de hoge druk om zoveel mogelijk cliënten tewerk te stellen de oorzaak van het gebrek aan overleg in het centrum’ ‘maatzorgprincipe’ minder belangrijk dan de professionele activering’ De maatzorg voorbij?
Perceptie in de buurt 2 perspectieven: 1) Algemene perceptie van de buurt 2) de manier waarop respondenten omgaan met de netwerken tussen het centrum en de partnerorganisaties uit de wijk. Positieve evaluatie in de individualistische en egalitaire organisatiecultuur. Negatieve evaluatie in de fatalistische organisatiecultuur dit doordat de buurt uit overwegend ‘allochtoon’ publiek bestaat Een belangrijke voorwaarde voor een goede binding is dat de maatschappelijk werkers inspanningen leveren om de relatie met anderen organisaties uit bouwen; Hechte(nde) netwerken
Betere afstemming De manier waarop deze afstemming verloop is afhankelijk van de positie van de centrum. Een groot aantal contextuele elementen eigen aan de organisatie en de buurt beïnvloeden het gedrag van de sociaal werkers in een complex samenspel. Wat hebben we geleerd
Bronvermelding /A_OCMW_logo_base_horizontaal_web.jpg /A_OCMW_logo_base_horizontaal_web.jpg 5lgJ9GmBHeARVBFDhr47w_5qA9rNECeJ7H2grjbz06RiCPdiMY2Cl4JA 5lgJ9GmBHeARVBFDhr47w_5qA9rNECeJ7H2grjbz06RiCPdiMY2Cl4JA