Goed op weg naar het VO schooljaar 2010 - 2011 Presentatie voor ouders/verzorgers van basisschoolverlaters
De grote sprong VO PO BOVO: Een initiatief van de schoolbesturen voor primair en voortgezet onderwijs in de regio Haaglanden. BOVO-procedure: Verzorgt de overgang van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs in Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk.
Grote veranderingen Meer leerkrachten Verhuizen naar een ander lokaal Meer en dagelijks huiswerk Sjouwen met een zware tas Studielessen Huiswerkklas Afstand school – huis Nieuwe klasgenoten Weer de jongste van de school Ander schoolklimaat Andere lestijden Weer de jongste (‘brugpieper’)
Uitstroom naar het VO PO sbo bo so VO PrO vmbo (LWOO) havo vwo vso
Schooltypen Onderbouw vwo PrO havo vmbo 6 jaar 5 jaar 4 jaar (met of zonder LWOO) 3 jaar Welke school je ook kiest, in de eerste leerjaren (de onderbouw) van al deze schoolsoorten leren alle leerlingen grotendeels hetzelfde. Daarna komen er grote verschillen. Het vwo duurt bijvoorbeeld langer dan de andere schoolsoorten en ook het eindniveau van het vwo ligt hoger. Ook kan de manier waarop je les krijgt per schoolsoort verschillen. Nb. havo en vwo onderbouw = 3 jaar Onderbouw 2 jaar 1 jaar
Praktijkonderwijs De leerling wordt voorbereid op het zelfstandig functioneren in de maatschappij en op de arbeidsmarkt. Praktijkschoolleerlingen met meer mogelijkheden kunnen deelnemen aan het voorbereidend AKA-traject (toeleidend naar ROC niveau 1). Vakken: taal, rekenen, informatiekunde, lichamelijke opvoeding. Daarnaast beroepsgerichte vakken gericht op bijv. magazijn- of vorkheftruckwerk, de horeca, de bouw en het grootwinkelbedrijf (per school verschillend). Leerlingen die bij de start in het VO een lage intelligentie hebben en grote problemen ondervinden in het leerproces, worden aangemeld voor het Praktijkonderwijs. Om een leerling toe te kunnen laten op het PrO zal de school voor VO een beschikking moeten aanvragen bij de Regionale Verwijzingscommissie (RVC-VO). De individuele behoefte van elke leerling staat voorop in het praktijkonderwijs, en daardoor zijn de lessen aangepast aan elke individuele leerling – en niet aan een algemeen programma. Het praktijkonderwijs bestaat voor een groot gedeelte uit praktijkvakken en stages. De leerlingen worden begeleid naar een plek op de arbeidsmarkt. Leerlingen met meer mogelijkheden kunnen deelnemen aan het AKA-traject. AKA staat voor Arbeidsmarkt geKwalificeerd Assistent. In het praktijkonderwijs krijgen de leerlingen een voorbereidend AKA-jaar, waarna de leerlingen op het mbo (of in sommige gevallen op de school voor praktijkonderwijs in samenwerking met het mbo) in één jaar hun AKA-diploma kunnen halen. Dit is een diploma op niveau 1 van het mbo. De leerlingen kunnen daarna doorstromen naar de arbeidsmarkt of doorleren op het mbo voor een beroepsgerichte opleiding op niveau 2.
Onderbouw voortgezet onderwijs (vmbo, havo, vwo) Vakken / leergebieden: Nederlands Engels Rekenen en Wiskunde Mens en Natuur Mens en Maatschappij Kunst en Cultuur Bewegen en Sport Het onderwijsaanbod in de onderbouw van het voortgezet onderwijs (VO) bestaat in de eerste twee leerjaren uit het kerndeel en het differentieel deel. Het kerndeel omvat minstens tweederde deel van het onderwijsprogramma. De rest van de tijd is beschikbaar voor het differentiële deel. Het kerndeel is bestemd voor alle leerlingen en bevat 58 globaal geformuleerde kerndoelen. Die kerndoelen beschrijven wat alle leerlingen in de onderbouw moeten leren. Kerndoelen zijn in het voortgezet onderwijs als volgt onderverdeeld: Nederlands Engels Rekenen en Wiskunde Mens en Natuur Mens en Maatschappij Kunst en Cultuur Bewegen en Sport. Met het differentieel deel beschikt iedere school over vrije uren die de school kan gebruiken voor extra lessen binnen het kerndeel. Of voor lessen en activiteiten die buiten het kerndeel vallen, zoals godsdienstles, levensbeschouwelijke vorming of andere onderwerpen waarmee de school zich wil profileren. De ruimte voor eigen keuzes van de school in het differentiële deel is beperkter als leerlingen: op het gymnasium Grieks en Latijn moeten krijgen; op de havo en het vwo verplicht een tweede en derde moderne vreemde taal moeten volgen; in het vmbo, met uitzondering van de basisberoeps gerichte leerweg, een tweede moderne vreemde taal moeten volgen; in Friesland het vak Fries moeten krijgen.
vmbo voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Duur: 4 jaar (2 jaar onderbouw + 2 jaar bovenbouw) Leerwegen Basisberoeps Kaderberoeps Gemengd/ Theoretisch Afkorting BBL KBL GL/TL MBO-niveau 1 & 2 3 & 4 De basisberoepsgerichte leerweg bereidt voor op de basisberoepsopleidingen in het mbo (niveau 2). Deze leerweg kan een leerling kiezen als hij heel praktisch is ingesteld. Soms kan een leerling in deze leerweg een leer-werktraject volgen (leren en werken gecombineerd). Dit traject is tijdens de laatste twee jaar. In de kaderberoepsgerichte leerweg leert een leerling ook door vooral praktisch bezig te zijn. Aan het niveau van de beroepsgerichte vakken worden echter hoge eisen gesteld. Deze leerweg bereidt voor op de vakopleidingen en middenkaderopleidingen in het mbo (niveau 3 en 4). Een leerling kan de gemengde leerweg kiezen als hij weinig moeite heeft met studeren, maar zich ook gericht wil voorbereiden op bepaalde beroepsopleidingen. Deze leerweg bereidt voor op de vakopleidingen en middenkaderopleidingen in het mbo (niveau 3 en 4). Leerlingen die de gemengde leerweg volgen, volgen bijna hetzelfde programma als de leerlingen die de theoretische leerweg volgen. Het verschil is dat zij vanaf het derde schooljaar een theoretisch vak kunnen vervangen door een praktisch vak. Met de gemengde leerweg kan een leerling soms ook doorstromen naar het havo. Havo-scholen kunnen hiervoor zelf regels opstellen. Een leerling kan de theoretische leerweg kiezen als hij niet veel moeite heeft met studeren en nog geen specifieke beroepsopleidingen wil kiezen. De theoretische leerweg bereidt voor op de vakopleidingen en de middenkaderopleidingen (niveau 3 en 4) in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Met de theoretische leerweg kan een leerling soms ook doorstromen naar het havo. Havo-scholen kunnen hiervoor zelf regels opstellen.
vmbo: sectoren Techniek Zorg en Welzijn Economie Landbouw bouwtechniek, metaaltechniek, elektrotechniek, voertuigentechniek, installatietechniek, grafische techniek, bouwbreed, techniekbreed, metalektro en instalektro. Zorg en Welzijn verzorging, uiterlijke verzorging en zorg-en-welzijnbreed Economie administratie, handel en verkoop, mode en commercie, handel en administratie, consumptief-breed Landbouw landbouw en natuurlijke omgeving, landbouw-breed Intersectoraal dienstverlening en commercie, technologie en commercie, technologie en dienstverlening, ICT-route, sport dienstverlening en veiligheid. Elke leerweg kent een keuze uit vier sectoren: Techniek, Zorg en Welzijn, Economie en Landbouw. Leerlingen in het vmbo kiezen op zijn vroegst aan het eind van het tweede leerjaar voor één van de vier sectoren. Binnen deze sectoren bestaan weer beroepsgerichte programma’s, zoals je kunt zien in het schema hierboven. De intersectorale programma’s uit de onderste rij zijn gecombineerde beroepsgerichte programma’s. Het zijn combinaties van de verschillende sectoren uit de bovenste vier rijen. Nb. Niet iedere school biedt alle beroepsgerichte programma’s.
LWOO Leerwegondersteunend onderwijs LWOO is een extra voorziening binnen de leerwegen van het vmbo. LWOO is bedoeld voor: leerlingen die wel een vmbo-diploma kunnen halen, maar die hierbij extra ondersteuning kunnen gebruiken. Om een leerling toe te kunnen laten op het LWOO zal de VO-school een beschikking moeten aanvragen bij de regionale verwijzingscommissie (RVC-VO). LWOO-leerlingen volgen onderwijs in één van de vier leerwegen van het vmbo, maar krijgen daarbij extra ondersteuning. LWOO krijgt op verschillende manieren vorm. Scholen mogen hierin hun eigen keuzes maken. Vormen van extra begeleiding zijn les in kleinere groepen, remedial teaching (RT), concentratietraining, sociale vaardigheidstraining (SOVA), faalangstreductietraining (FRT).
havo hoger algemeen voortgezet onderwijs Duur: Bovenbouwprofielen: Vervolgopleiding: 5 jaar (3 jaar onderbouw + 2 jaar bovenbouw) Natuur en techniek Natuur en gezondheid Economie en maatschappij Cultuur en maatschappij HBO Het havo duurt vijf jaar en is vooral bedoeld als voorbereiding op het hbo (hoger beroepsonderwijs). Met een bewijs dat de eerste drie leerjaren havo met gunstig gevolg zijn doorlopen, kan een leerling doorstromen naar een vakopleiding (niveau 3) of een middenkaderopleiding (niveau 4) van het mbo. Profielen: Elk profiel heeft een gemeenschappelijk deel, dat voor alle profielen gelijk is. Daarnaast is er een profieldeel dat elk van de profielen kenmerkt. Ten slotte is er een vrij deel. Deze vrije ruimte kan de leerling gebruiken om vakken te volgen uit een ander profieldeel. Dat vergroot je mogelijkheden om door te stromen naar het hoger onderwijs.
vwo voorbereidend wetenschappelijk onderwijs Duur: Bovenbouwprofielen: Vervolgopleiding: 6 jaar (3 jaar onderbouw + 3 jaar bovenbouw) Natuur en techniek Natuur en gezondheid Economie en maatschappij Cultuur en maatschappij HBO of universiteit Het vwo duurt zes jaar en is vooral bedoeld als voorbereiding op het wo (wetenschappelijk onderwijs). Met een bewijs dat de eerste drie leerjaren van het vwo met een gunstig gevolg zijn doorlopen, kan een leerling doorstromen naar een vakopleiding (niveau 3) of een middenkaderopleiding (niveau 4) van het mbo. Tot het vwo behoren het atheneum en het gymnasium. Op het gymnasium krijgen alle leerlingen Grieks en Latijn in de onderbouw en Grieks en/of Latijn in de bovenbouw. Op het atheneum wordt soms Latijn gegeven als keuzevak. Profielen: Elk profiel heeft een gemeenschappelijk deel, dat voor alle profielen gelijk is. Daarnaast is er een profieldeel dat elk van de profielen kenmerkt. Ten slotte is er een vrij deel. Deze vrije ruimte kan de leerling gebruiken om vakken te volgen uit een ander profieldeel. Dat vergroot je mogelijkheden om door te stromen naar het hoger onderwijs.
Overige aanbod Kopklas vmbo-t en Kopklas havo/vwo Een extra jaar PO óp de VO-school met veel aandacht voor taal. Doel: Doorstromen naar vmbo-t of havo/vwo Internationale schakelklassen (ISK) Voor leerlingen korter dan 2 jaar in Nederland Onderwijs voor hoogbegaafden VO-scholen met Leonardo-onderwijs Kopklassen: Leerlingen die vmbo-t, havo of vwo kunnen halen, maar door hun taalachterstand een lager basisschooladvies hebben gekregen, kunnen naar een kopklas. De kopklas is een extra jaar basisonderwijs. In dat extra jaar leren ze vooral veel Nederlands en worden ze voorbereid op de brugklas. Na dat jaar gaan ze naar een gewone brugklas. De kinderen krijgen les op middelbare scholen, omdat zij beter passen op een school voor het voortgezet onderwijs. Ze blijven dus niet een jaar langer op de basisschool. Het is belangrijk dat de leerlingen zelf graag naar de kopklas willen en hun best willen doen. De leerlingen mogen niet ouder zijn dan 13 jaar. Er zijn twee kopklassen: één met als doel doorstroming naar vmbo-t en één met als doel doorstroming naar havo/vwo. ISK: Het ISK is een speciale klas voor leerlingen van 12 tot 18 jaar die nog maar kort in Nederland zijn (richtlijn is minder dan 2 jaar) en het Nederlands niet of nauwelijks beheersen. In deze klas volgen ze een cursus Nederlands, zodat ze daarna naar een gewone klas op de middelbare school kunnen. Leerlingen zitten 1 tot 2 jaar in deze schakelklas. In de regio Haaglanden bieden drie VO-scholen ISK aan. Voor meer informatie zie Wegwijzer Voortgezet Onderwijs.
VSO voortgezet speciaal onderwijs Commissie voor Indicatiestelling beslist over plaatsing Vier clusters: cluster 1: voor visueel gehandicapte leerlingen cluster 2: voor auditief en communicatief gehandicapte leerling cluster 3: voor verstandelijk, lichamelijk of meervoudig gehandicapte leerling cluster 4: voor leerling met ernstige gedragsstoornis en/of psychiatrische problematiek Elk cluster heeft een eigen aanmeldingsprocedure Deze wijkt af van BOVO-procedure Andere formulieren Ander tijdpad Neem contact op met de VSO-school voor uitleg De beslissing over het recht op een plaats in het speciaal onderwijs of op het leerlinggebonden budget ligt in handen van de Commissies voor de Indicatiestelling (CvI). Deze commissies zijn onafhankelijk van de speciale scholen, maar zijn wel gekoppeld aan Regionale Expertise Centra (REC’s). De schoolsoorten VSO zijn per regio gebundeld in vier clusters: Cluster 1: visueel gehandicapte leerlingen Scholen voor kinderen die blind of slechtziend zijn Scholen voor meervoudig gehandicapte blinde of slechtziende kinderen Voor cluster 1 scholen geld een afwijkende regeling. Cluster 2: auditief en communicatief gehandicapte kinderen Scholen voor kinderen die doof (DOV) zijn Scholen voor kinderen die slechthorend (sh) zijn Scholen voor meervoudig gehandicapte dove of slechthorende kinderen Scholen voor kinderen met ernstig spraak en/of taalmoeilijkheden (esm) Cluster 3: Scholen voor verstandelijk gehandicapte kinderen, lichamelijk gehandicapte leerlingen (inclusief chronisch zieke kinderen) en meervoudig gehandicapte leerlingen. Scholen voor zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK) Scholen voor langdurig zieke kinderen met somatische problematiek (LZK) Scholen voor kinderen met een lichamelijke handicap (mytylscholen) Scholen moor meervoudig gehandicapte kinderen met een lichamelijke handicap (tyltylscholen) Cluster 4: Scholen voor leerlingen met ernstige gedragsstoornissen en/of psychiatrische problematiek Scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen (ZMOK) Scholen voor langdurig psychiatrisch zieke kinderen (LZK) Scholen verbonden aan een pedologisch instituut (PI-scholen)
Didactische toetsen Toetsen op verschillende leergebieden, zoals: technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en inzichtelijk rekenen. Soorten toetsen: Drempelonderzoek Cito Leerling- en onderwijsvolgsysteem toetsen (Cito LOVS) Cito Eindtoets
Cito Eindtoets De Cito Eindtoets wordt afgenomen in februari. Deze toets bestaat uit vragen op het gebied van: taal studievaardigheden rekenen-wiskunde wereldoriëntatie (op meeste scholen) De Cito Eindtoets wordt dit schooljaar afgenomen van 1 t/m 3 februari 2011. De Cito Eindtoets is in de regio Haaglanden niet verplicht. Basisscholen kunnen er ook voor kiezen om bij de basisschoolverlaters een intelligentieonderzoek af te laten nemen.
Intelligentieonderzoek Scholen in de regio Haaglanden kunnen kiezen voor afname van de Cito Eindtoets of voor afname van een intelligentieonderzoek. Voorbeelden van intelligentieonderzoeken: NIO NDT WISC-III
Basisschooladvies Bestaat uit: Mening van de basisschool over het onderwijsniveau het functioneren door de jaren heen Onafhankelijke toets- en testgegevens
Welke stappen? 1. Bezoeken open dagen VO 2. 1e aanmeldingsperiode Aanmeldingsformulier inleveren bij school van uw keuze. Alle aanmeldingen in deze periode worden gezien als gelijktijdig binnen gekomen. 3. Behandelperiode VO-school beoordeelt of de leerling plaatsbaar is op basis van toelatingscriteria. Ouders ontvangen via de school een folder van BOVO met alle belangrijke data. Deze folder wordt aan de scholen overhandigd tijdens de uitwisselingsmarkten. Open dagen: 3 januari t/m 12 maart 2011 1e aanmeldingsperiode LWOO en PrO : 15 januari t/m 12 maart 2011 1e aanmeldingsperiode vmbo havo en vwo : 29 januari t/m 12 maart 2011 1e behandelperiode LWOO en PrO : 17 januari t/m 17 maart 2011 1e behandelperiode vmbo havo en vwo : 29 januari t/m 17 maart 2011 Alle aanmeldingen gelden als gelijktijdig aangemeld. De VO-school bekijkt a.d.h.v. toelatingscriteria en/of voorrangregels of de leerling plaatsbaar is. Indien een leerling NIET plaatsbaar is, worden ouders en de PO-school zo snel mogelijk op de hoogte gesteld met de motivering voor het afwijzen.
Welke stappen? 4. Bericht van wel/niet plaatsing op vaste datum: Toepassen van eventuele voorrangsregels Plaatsing bij voldoende ruimte Loting bij onvoldoende ruimte Nb. De toelatingscriteria en voorrangsregels worden door de VO- scholen zelf bepaald en kunnen per school verschillen. Kijk voor criteria en voorrangsregels op website van de VO-school. 18 maart 2011: Bericht van plaatsing, op sommige scholen loting.
Welke stappen? 5. 2e aanmeldingsperiode Voor kinderen die na de 1e periode niet zijn aangemeld op een school (bijv. doordat ze uitgeloot zijn). Aanmeldingsformulier inleveren bij school van uw keuze. Aanmelding op volgorde van binnenkomst. Hierbij geldt de volgende uitzondering: 2e aanmeldingsperiode: vanaf maandag 21 maart 2011.
Welke stappen? Uitzondering Bij overaanmelding op de eerste dag van de tweede periode worden deze aanmeldingen behandeld als gelijktijdig binnengekomen. Vervolgens vindt onder deze aanmeldingen een loting plaats om alsnog een volgorde van binnenkomst te bepalen. Het doel hiervan is dat ouders zich niet genoodzaakt voelen om zo vroeg mogelijk bij de VO-school aanwezig te zijn om hun kind aan te melden. Bericht van wel/niet plaatsing voor leerlingen van de tweede periode zodra de VO-school een besluit heeft genomen. De VO-school geeft het bericht van wel/niet plaatsing nadat zij het besluit genomen hebben. 8 april is de uiterlijke datum voor bericht van wel/niet plaatsing naar ouders en PO-school.
Aanmeldingsformulier Uniek BOVO aanmeldingsnummer
Aanmeldingsformulier Met het aanmeldingsformulier kan de leerling op één VO-school worden aangemeld. BOVO-digitaal: Digitaal overdrachtssysteem voor uitwisseling van het onderwijskundig rapport. Uniek BOVO-leerlingnummer: Met dit nummer meldt de VO-school de leerling aan in BOVO-digitaal, waardoor de basisschool direct op de hoogte is van de aanmelding en de VO-school het onderwijskundig rapport kan bekijken.
Rechten ouders De basisschool maakt het onderwijskundig rapport (OKR). Ouders hebben het recht om het OKR in te zien. BOVO adviseert basisscholen ouders een kopie van het OKR en de bijhorende bijlagen te geven. Indien ouders/verzorgers op- of aanmerkingen hebben over: Het OKR De BOVO-procedure De toelatingscriteria en voorrangsregels van VO-scholen De manier waarop scholen met bovenstaande omgaan kunnen zij eerst terecht bij de direct betrokkenen en indien nodig bij het bevoegd gezag van de school (schoolleiding en het bestuur). Nb. Gescheiden ouders die allebei ouderlijk gezag hebben, hebben beiden inzagerecht in het OKR.
Tips voor ouders Bij het kiezen van een VO-school spelen allerlei zaken een rol, zoals: kosten, opvang bij lesuitval, afstand huis – school, mogelijkheden voor extra ondersteuning en begeleiding (bijv. bij dyslexie, huiswerk). Leestips: - BOVO Ouderfolder - Website BOVO Haaglanden Checklist bij schoolkeuze & Handige websites (zie: www.bovohaaglanden.nl > primair onderwijs > ouders) - De Wegwijzer VO (uitgave: gemeente Den Haag) - VO-gids ministerie OCW (zie: www.rijksoverheid.nl)
Einde Veel succes!