CBS De Parel Thema: ‘Van harte’ (collecte is al bij binnenkomst
Kaas Kaars aansteken
Welkoms woord
God kent jou vanaf het begin God kent jou vanaf het begin, helemaal van buiten en van binnenin. Hij kent al je vreugde en al je verdriet, want Hij ziet de dingen die een ander niet ziet.
En weet je wat zo mooi is, bij Jezus voel je je vrij, om helemaal jezelf te zijn, want Hij houdt van jou, ja Hij houdt van jou, ja Hij houdt van jou en mij.
God kent jou vanaf het begin, helemaal van buiten en van binnenin. Hij kent al je vreugde en al je verdriet, want Hij ziet de dingen die een ander niet ziet.
Votum en groet Thema voor Biddag Van Harte
Gewas Arbeid
Hartelijk gefeliciteerd
Psalm 116:1 - God heb ik lief; want die getrouwe HEER Hoort mijne stem, mijn smekingen, mijn klagen; Hij neigt Zijn oor, 'k roep tot Hem, al mijn dagen; Hij schenkt mij hulp, Hij redt mij keer op keer
Geloofsbelijdenis Voorgelezen door Aline en Henrieke
Heer ik kom tot U OTH 183 Heer, ik kom tot U, hoor naar mijn gebed. Vergeef mijn zonden nu en reinig mijn hart. Met Uw liefde, Heer, kom mij tegemoet, nu ik mij tot U keer, en maak alles goed.
Zie mij voor U staan, zondig en onrein. O, Jezus raak mij aan, van U wil ik zijn. Jezus op Uw woord, vestig ik mijn hoop. U leeft en U verhoort, mijn bede tot U.
Gebed
‘k Stel mijn vertrouwen OTH 444 ‘k Stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God. Want in zijn hand, ligt heel mijn levenslot. Hem heb ik lief Zijn vrede woont in mij. ‘k Zie naar Hem op want ik weet hij is nabij.
Bijbellezing 1 Samuel 1: 1-20 Voorgelezen door Jacky en Rita
De gelofte van Hanna 1 1 Er was een man uit Ramathaïm-Zofim, uit het bergland van Efraïm, en zijn naam was Elkana, een zoon van Jeroham, de zoon van Elihu, de zoon van Tochu, de zoon van Zuf, een Efrathiet. 2 En hij had twee vrouwen. De naam van de ene was Hanna en de naam van de andere Peninna. Nu had Peninna kinderen, maar Hanna had geen kinderen. 3 Deze man ging van jaar tot jaar zijn stad uit om zich in Silo voor de HEERE van de legermachten neer te buigen en offers te brengen. Daar waren de twee zonen van Eli, Hofni en Pinehas, priesters van de HEERE. 4 Wanneer de dag kwam dat Elkana een offer bracht, gaf hij delen van het vlees aan Peninna, zijn vrouw, en aan al haar zonen en haar dochters. 5 Maar aan Hanna gaf hij een speciaal deel, want hij had Hanna lief; maar de HEERE had haar baarmoeder toegesloten.
6 Haar tegenpartij treiterde haar telkens weer om haar kwaad te maken, omdat de HEERE haar baarmoeder toegesloten had. 7 En zo ging het jaar op jaar. Zo dikwijls als zij naar het huis van de HEERE ging, treiterde zij haar zo; dan huilde zij en at niet. 8 Elkana, haar man, zei dan tegen haar: Hanna, waarom huil je, waarom eet je niet, en waarom is je hart verdrietig? Ben ik je niet meer waard dan tien zonen? 9 Toen stond Hanna op, nadat men in Silo gegeten en gedronken had. Nu zat Eli, de priester, op een stoel bij een deurpost van de tempel van de HEERE. 10 Bitter van gemoed bad zij tot de HEERE en zij huilde erg.
Psalm 142:1, 2 en 7 1 'k Riep tot den Heer met luider stem; Ik smeekt' en riep vol angst tot Hem. 'k Heb, voor Zijn aangezicht, mijn klacht In mijn benauwdheid voortgebracht.
2 Als mij geen hulp of uitkomst bleek, Wanneer mijn geest in mij bezweek, En overstelpt was door ellend', Hebt Gij, o Heer', mijn pad gekend.
7 Voer mij uit mijn gevangenis, Tot roem Uws Naams, die heerlijk is. Dat mij 't rechtvaardig volk omring' En vrolijk van Uw weldaan zing'.
11 Zij legde een gelofte af; zij zei: HEERE van de legermachten, wanneer U werkelijk de ellende van Uw dienares aanziet, aan mij denkt en Uw dienares niet vergeet, maar aan Uw dienares een mannelijke nakomeling geeft, dan zal ik die voor al de dagen van zijn leven aan de HEERE geven, en er zal geen scheermes op zijn hoofd komen. 12 En het gebeurde, toen zij lang bleef bidden voor het aangezicht van de HEERE, dat Eli op haar mond lette. 13 Want Hanna sprak in haar hart; alleen haar lippen bewogen, maar haar stem werd niet gehoord. Daarom hield Eli haar voor dronken. 14 En Eli zei tegen haar: Hoelang zult u zich nog dronken gedragen? Ontdoe u van uw wijn. 15 Maar Hanna antwoordde en zei: Nee, mijn heer, ik ben een diepbedroefde vrouw; ik heb geen wijn of sterkedrank gedronken, maar ik heb mijn ziel uitgestort voor het aangezicht van de HEERE.
16 Houd uw dienares toch niet voor een verdorven vrouw, want vanwege de veelheid van mijn gedachten en mijn verdriet heb ik tot nu toe gesproken. 17 Toen antwoordde Eli en zei: Ga in vrede, en de God van Israël zal u geven wat u van Hem gebeden hebt. 18 Zij zei: Laat uw dienares genade vinden in uw ogen. Vervolgens ging de vrouw haars weegs. Zij at weer en haar gezicht stond bij haar niet meer als voorheen. 19 Zij stonden 's morgens vroeg op, bogen zich neer voor het aangezicht van de HEERE, keerden terug en kwamen aan bij hun huis in Rama. Elkana kwam bij zijn vrouw Hanna, en de HEERE dacht aan haar. Geboorte van Samuel 20 Het gebeurde na verloop van dagen dat Hanna zwanger werd. Zij baarde een zoon en gaf hem de naam Samuel, want, zei ze, ik heb hem van de HEERE gebeden.
Themalied ‘Van harte’ onderbouw 1.Hanna heeft een groot verdriet, groot verdriet, groot verdriet. want een zoontje heeft zij niet, heeft zij niet.
2. Daarom wordt zij vaak geplaagd, vaak geplaagd, vaak geplaagd. Tot ze dat niet meer verdraagt, niet verdraagt.
3. Al haar eten laat zij staan. laat zij staan, laat zij staan. En ze is toen weggegaan, weggegaan.
3. Zij gaat bidden tot de heer, tot de Heer, tot de Heer. ‘Geef een zoontje tot Uw eer, tot Uw eer.’
5. God hoort heel graag, als je bidt, als je bidt, als je bidt. Waar je in je hart mee zit, hart mee zit.
6. Eli geeft een zegen mee, zegen mee, zegen mee. En hij zeg ook: ‘Ga in vree, ga in vree!’
Preek ‘Van harte’
Elkana Hanna Peninna Silo
Gebed
Niet dronken!!
17 Toen antwoordde Eli en zei: Ga in vrede, en de God van Israël zal u geven wat u van Hem gebeden hebt.
Hanna = Begenadigde Je leven
Themalied ‘Van harte’ Bovenbouw 1. Hanna kijkt triest, door het verdriet in haar leven. Zij heeft geen kind en wordt daarom gesard. Elkana wil haar iets extra’s geven. Bij Hanna groeit haar verdriet in haar hart.
Al mijn verdriet, o Heer, en al mijn blijdschap Heer, Ja alles bid ik van harte tot U. Ook al mijn zorgen, mijn ziekte, of zegen. Dan zeg ik amen, want U weet het nu!
2. Hanna gaat bidden, in plaats van te eten. En al haar zorgen zegt zij aan de Heer. ‘Geef mijn een zoon’, bidt zij en ze laat weten: ‘Want voor Uw dienst geef ik hem later weer.
Al mijn verdriet, o Heer, en al mijn blijdschap Heer, Ja alles bid ik van harte tot U. Ook al mijn zorgen, mijn ziekte, of zegen. Dan zeg ik amen, want U weet het nu!
3. Eli ziet wel dat haar lippen bewegen. Maar hij heeft ook op haar tranen gelet. De hogepriester geeft Hanna zijn zegen: ‘Ga heen in vrede, God hoort uw gebed.’
Al mijn verdriet, o Heer, en al mijn blijdschap Heer, Ja alles bid ik van harte tot U. Ook al mijn zorgen, mijn ziekte, of zegen. Dan zeg ik amen, want U weet het nu!
Dank gebed Justus en Mandy Ds. Van de Kamp Samen zingen wij het Onze Vader
Psalm 139:2 G' omringt mijn gaan en liggen, Gij, O Heer', zijt altoos nevens mij; Uw onbepaalde wetenschap Kent mijnen weg van stap tot stap; Geen woord is nog mijn tong ontgleden, Of Gij, Gij weet alreeds mijn reden.
Wij krijgen de zegen van God