“Allemaal Opvoeders” Korte presentatie over het onderzoek Werkbijeenkomst 13 december 2011 “Allemaal Opvoeders” Korte presentatie over het onderzoek Marije Kesselring, Universiteit Utrecht
Deze presentatie Theorie: voorlopige definitie van de PCS Tussentijdse bevindingen Onderzoek vanaf 1 januari 2012
Programmatheorie Hoofdvraag: Kunnen, en zo ja hoe, de CJG een rol spelen bij het versterken van de PCS? Programmatheorie Biedt houvast in de evaluatie van nieuwe, complexe programma’s Werkzame mechanismen expliciteren Effecten inzichtelijk maken Wat verstaan we precies onder de PCS?
Werkdefinitie Civil society: vrijwillige associaties tussen burgers, buiten de sfeer van de markt en de overheid. Toevoeging van ‘pedagogische’: betrekking hebbend op de opvoeding. De pedagogische civil society wordt gevormd door wat burgers samen ondernemen voor het opgroeien en opvoeden van kinderen. Wat valt op? Deze definitie is neutraal geformuleerd. Positief en stimulerend, maar ook negatief. In ALOP wordt PCS ‘normatief geladen’.
Werkdefinitie Actoren Attitude Acties In een goed functionerende pedagogische civil society bestaat er bij burgers de bereidheid om met elkaar in de eigen sociale netwerken en het publieke domein verantwoordelijkheden rond het opgroeien en opvoeden van kinderen te delen, in de vorm van onderlinge steun, informele sociale controle en intergenerationele contacten. Actoren Attitude Acties
Actoren In een goed functionerende pedagogische civil society bestaat er bij burgers de bereidheid om met elkaar in de eigen sociale netwerken en het publieke domein verantwoordelijkheden rond het opgroeien en opvoeden van kinderen te delen, in de vorm van onderlinge steun, informele sociale controle en intergenerationele contacten. Gezin Familie Vrienden Buurt Club
Attitude In een goed functionerende pedagogische civil society bestaat er bij burgers de bereidheid om met elkaar in de eigen sociale netwerken en het publieke domein verantwoordelijkheden rond het opgroeien en opvoeden van kinderen te delen, in de vorm van onderlinge steun, informele sociale controle en intergenerationele contacten.
Acties In een goed functionerende pedagogische civil society bestaat er bij burgers de bereidheid om met elkaar in de eigen sociale netwerken en het publieke domein verantwoordelijkheden rond het opgroeien en opvoeden van kinderen te delen, in de vorm van onderlinge steun, informele sociale controle en intergenerationele contacten. Onderlinge steun: de mogelijkheid om op elkaar terug te vallen Informele sociale controle: ‘ogen op straat’ Intergenerationele contacten: omgang kinderen en volwassenen
Tussentijdse bevindingen Aantal resultaten uit het onderzoek tot dusver
Opvoedingsverantwoordelijkheid Drie stellingen: Hoe ik mijn kind(eren) opvoed, gaat alleen mij (en mijn partner) aan. Niet alleen professionals, maar ook buurtbewoners kunnen hun steentje bijdragen aan de opvoeding. Ik vind het belangrijk dat anderen zich bezighouden met de opvoeding van mijn kinderen.
Opvoedingsverantwoordelijkheid Drie stellingen: Hoe ik mijn kind(eren) opvoed, gaat alleen mij (en mijn partner) aan → 68,9% Niet alleen professionals, maar ook buurtbewoners kunnen hun steentje bijdragen aan de opvoeding → 78,6% Ik vind het belangrijk dat anderen zich bezighouden met de opvoeding van mijn kinderen → 33,8%
Opvoedingsverantwoordelijkheid Mogelijke verklaringen: Term ‘opvoeding’, mogelijk associatie met morele opvoeding Publieke ruimte vs. privésfeer Algemeen vs. eigen kind Vervolgonderzoek: focusgroepen om kwantitatieve data kwalitatief te duiden
Activiteiten Stel dat in uw buurt activiteiten georganiseerd worden waardoor u in contact kunt komen met andere opvoeders, zou u dan belangstelling hebben voor: Ouderkamer Themabijeenkomst Persoonlijk advies Internet advies Praktische steun Training/cursus Leuke dingen
Activiteiten
Uitspraken professionals “In het begin had ik het idee dat vrijwilligers vooral een goedkope manier waren om zorg te bieden. Er is een wereld open gegaan over hoeveel een vrijwilliger kan betekenen”. “Het is iets van mezelf geworden. Het zit inmiddels in mijn genen”. “In het begin was het me wat onduidelijk, nu wordt het helderder. Versterken van de PCS heeft nog wel tijd nodig om tot bloei te komen, maar zit al meer op mijn netvlies en ik snap nu dat we hier echt mee bezig moeten”. “Ik ben er meer over na gaan denken en me bewuster geworden dat ik me hierop kan richten en hoe ik dat kan doen. Ik ben ook meer gaan beseffen dat het CJG hier een rol in kan spelen”.
Uitspraken professionals “Toen we hiermee begonnen waren de mensen eerst in shock. Ze waren gewend aan het zitten achter een balie en te wachten tot mensen zouden komen. We hebben ze het kantoor uitgejaagd. Naar de mensen toe. Dat gaf een omslag in het denken en een verlichting: Wij als CJG medewerkers zijn niet verantwoordelijk om de problemen van de ouders op te lossen. Er ontstaat een ander krachtenveld en de medewerkers zeggen: Wauw, dit geeft energie om zo te werken. Wat een leuke baan”. “Ik merk een verschuiving in het CJG. Van een ‘BJZ model’ naar een sociaal ecologisch model. Dus van probleemgestuurd, naar kansgericht”. “Er zijn overleggen met de gemeente, maar ook binnen de organisatie is er voor deze manier van werken gekozen”.
Uitspraken professionals “Je kunt de visie bespreken, maar concreet maken is soms wel eens moeilijk”. “Wanneer ben je tevreden, wanneer is het goed? De resultaten van deze manier van werken zijn minder meetbaar”. “Langzaam zakt het wel bij je in, ook de strategieën om het te bereiken. Sinds de gemeente er mee bezig is, merk je dat het in je achterhoofd zit. Het zit nog wel in de beginfase: moet nog bedenken wat het precies zou kunnen betekenen: welke vorm het moet hebben”. “Ik vind het ideaal van het versterken van de PCS erg mooi, maar de praktijk laat soms anders zien. Je moet er voor waken dat hobbels in de praktijk niet demotiverend werken. Je moet er tijd in blijven stoppen (naast je andere taken)”.
Wat zou helpen? Enthousiaste kartrekkers op alle niveaus die de visie uitdragen én in beleid verankeren “Het moet ingebed worden in het CJG. Het moet niet een tijdelijk project zijn, omdat het nu een ‘hot item’ is”. Landelijke ontwikkelingen Transitie jeugdzorg, Wmo, Welzijn Nieuwe stijl “Welzijn Nieuwe Stijl sluit goed op ALOP aan, net als het meer werken met vrijwilligers. Dus meerdere ontwikkelingen leiden ertoe dat organisaties anders gaan werken”.
Onderzoek vanaf 1 januari 2012 Onderzoek 1 januari 2010 tot 1 januari 2014 Eindproduct: proefschrift Terugkoppelingen van tussentijdse resultaten Website www.allemaalopvoeders.nl blijft online Dataverzameling gaat door, betrokkenen worden daarover bericht
Tot slot Bedankt voor de aandacht! Vragen? Marije Kesselring Promovenda Allemaal Opvoeders Universiteit Utrecht 030 253 9754 m.c.kesselring@uu.nl