Employability en Loopbaansucces Gedurende de Levensloop

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
determinanten jeugd & overgewicht
Advertisements

Herstellen doe je zelf:
∩ CCR Amsterdam Center for Career Research Paul Jansen Amsterdam Center for Career Research ( Vrije Universiteit Amsterdam i.s.m.
Workshop Mensen in beweging
1 De invloed van de organisatie op het meldgedrag van managers en medewerkers: een kijkje in de keuken Muel Kaptein Transparency International, April 21,
Hier de titel van de presentatie
Duurzaam inzetbaar gedurende de hele levensloop
Onderzoek naar de effecten van het Thuisadministratie programma
HOGESCHOLEN IN DIALOOG Dag van de kennisuitwisseling 19 januari 2010
The External Control of Organisations A Resource Dependence Perspective (Pfeffer & Salancik) Verthé Tom 2de Ba Politieke Wetenschappen - VUB Sociologie.
Jongeren met visuele beperking: persoonlijk netwerk en welbevinden
Natuurlijke Werkloosheid en de Phillipscurve
Annet H. de Lange Een leven lang gemotiveerd aan het werk?
Het vergelijken van twee populatiegemiddelden: Student’s t-toets
Leiderschap.
Geld & Geluk Laura Spierdijk.
Hoofdstuk 2 De fundamenten van individueel gedrag
Motiveren Leidinggeven Blz. 143.
Het collaboratief spelen van een educatieve game
Inhoud bijeenkomst 1 Doel- en vraagstelling Conceptueel model
Baanbrekers! Bevordering van participatie arbeidsgehandicapten in >
Zes uitgangspunten voor een goed pedagogisch klimaat
Van De Leemkolk, L. (15 oktober 2012). Coming of the ancestors. Geraadpleegd op 24 december 2012, op Ünzüle Saglam.
Het belang van vroegtijdig ingrijpen bij jeugdcriminaliteit
Rewarding seniority Fischer (2008). Journal of Social Psychology, 148(2),
Leeftijdsbewust personeelsbeleid bij Kind en Gezin Hebben en (h)ouden
Professionele ontwikkeling
Determinants of older and younger workers’ job satisfaction and organisational commitment in Belgium and Sweden Claes & van de Ven (2008). Ageing & Society,
Hoofdstuk 10 Prestaties beoordelen en bijsturen
Hoofdstuk 17 De organisatiecultuur bepalen en veranderen
Theo Bachet HEAO BI MIT 1997 BPMIT 2008.
Conflicten en onderhandelingen
Gedrag in organisaties, 10e editie
Hoe geef je organisatie ontwikkeling echt vorm?
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
The relevance of recall and precision in user evaluation Louise T. Su Journal of the American Society of Information Science 1994.
Opleiden van medewerkers
Leeftijd, Mindset en Leiderschap NIP Utrecht 12 februari 2010 Betty Dalhoeven.
Onderzoek gefinancierd door de Vlaamse Regering in het kader van het programma ‘Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek’
Ronnie Slijkhuis Onderzoekersforum CQI The Internet: Valid or Flawed?
© de vries business consultancy, 2008
Diversiteit, sociale cohesie en veiligheid in Amsterdamse buurtcombinaties 2003 en 2008 (work in progress) Floris Vermeulen Universiteit van Amsterdam.
De vangnetpopulatie in de Ziektewet: kenmerken en risicofactoren voor langdurig verzuim Het onderzoek.
Organisatiecultuur in OCMW en gemeente A clash of civilisations?
FLOW WEP Toepassing bij [corporatie].
(Digitale) voorlichting aan ouderen
The ethical decision making of men and women executives in international business situations Valentine & Rittenburg (2007). Journal of Business Ethics,
National culture, leadership and citizenship: Implications for cross-cultural management Testa (2009). Internatioal Journal of Hospitality Management,
Doel onderzoek : ALGEMEEN : De kwaliteit van leven in de verschillende zorggroepen. Is er een verband tussen : veranderingen in fysieke, psychische en.
FLOW WEP Toepassing bij [corporatie].
Cross-national, cross-cultural OB research: advances, gaps, and recommendations Tsui, Nifadkar, & Ou (2007) Journal of Management, 33,
How do organizations allocate rewards? Fischer et al. (2007). Journal of Cross-Cultural Psychology, 38(1), 3-18.
Psychologisch contract
HR practices and workforce prospects Claes (2008). Zeitschrift für Personalpsychologie, 7(4),
Heeft de Geefwet effect op fondsenwerving door culturele instellingen ? Onze eerste assumpties 25/09/2014 Saskia Franssen
Leydi Johana Breuls “In hoeverre speelt de sociale samenstelling van een sportclub een rol in de beslissing van leden om te stoppen?“ 01 Waarom?
Middelengebruik bij jongeren in het speciaal onderwijs en in de residentiële jeugdzorg: de rol van individuele factoren, ouders en vrienden Annelies Kepper.
De Invloed van Populaire leeftijdgenoten op de Bereidheid van Adolescenten om Alcohol te Drinken: Een Experimentele Chat Room Studie Hanneke Teunissen,
Latent class growth analysis als succesvolle methode om subgroepen te identificeren binnen een gewichtsreductie interventie. Bastiaan C. de Vos¹, MD,
Leraareffectiviteit – wat weten we (niet)? Daniel Muijs, University of Southampton.
Waarom zijn migranten minder vaak lid van een vakbond? Maria Kranendonk en Paul de Beer.
PERSONEELSMANAGEMENT PPT 3 Onderdeel : LEIDING GEVEN.
VAN HRM NAAR PERSONEELSZORG 7 JUNI 2016SECTORDAG FNV OVERHEID.
Zelfwaardering en acceptatie door leeftijdsgenoten EEN LONGITUDINAAL ONDERZOEK BIJ BASISSCHOOLKINDEREN - WENDY DONDERS EN KARINE VERSCHUEREN.
De ultieme flexicurity tool? Deeltijd-WW Dimitris Pavlopoulos (VU) Katja Chkalova (CBS en UvA)
Leraareffectiviteit – wat weten we (niet)?
DSM FIT | Worklife center Werkgeluk of Duurzame Inzetbaarheid?
FLOW WEP Toepassing bij [corporatie].
VHV 35 jaar – 35 jaar ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.
Jannes Huisman Senior coach
Transcript van de presentatie:

Employability en Loopbaansucces Gedurende de Levensloop Leeftijd als Moderator in de Relatie tussen Zelf- en Chef-Beoordelingen van Employability en Loopbaansucces Beatrice van der Heijden, Maastricht School of Management, Open Universiteit Nederland, Universiteit Twente

Introductie Employability (of loopbaanpotentieel) wordt gezien als een vereiste voor loopbaansucces (cf. Van der Heijde & Van der Heijden, 2006). Verreikende veranderingen in de beroepsbevolking (vergrijzing en ontgroening) die verder empirisch onderzoek naar ouder worden en loopbanen noodzakelijk maken. Loopbaanmanagement is slechts mogelijk indien we een gedegen begrip hebben van het concept employability.

Doelstellingen van de Studie Het testen van de operationalisatie van employability, en onderzoeken of de factorstructuur voor zelf- versus chef-beoordelingen van employability gelijk is over twee leeftijdsgroepen van werknemers (‘jongeren’ versus ‘veertig-plussers’). Het onderzoeken van de predictieve validiteit van employability in het licht van objectief loopbaansucces, gebruikmakend van twee bronnen van beoordelaars (werknemers en hun direct leidinggevenden).

Doelstellingen van de Studie Het onderzoeken van de vraag of leeftijd van de medewerker de relatie tussen zelf- en chef-beoordelingen van employability, aan de ene kant, en objectief loopbaansucces, aan de andere kant, modereert.

Employability “The continuous fulfilling, acquiring or creating of work through the optimal use of competences” (Van der Heijde & Van der Heijden, 2006).

Vijf Dimensies van Employability Occupational Expertise; Anticipation and Optimization; Personal Flexibility; Corporate Sense; Balance.

Loopbaansucces “The accumulated interaction between a variety of individual, organizational and societal norms, behaviors, and work practices” (Boudreau, Boswell, & Judge, 2001), and refers to real or objective, and perceived or subjective accomplishments of individuals in their work lives.”

Multi-Rater of Multi-Source Ratings Bijvoorbeeld, van leidinggevenden, ‘peers’, ondergeschikten, en klanten, in plaats van het vertrouwen op slechts een enkele beoordelingsbron. De beweegreden is dat verschillende evaluatieperspectieven unieke en waardevolle informatie verschaffen, en hiermee dus incrementele validiteit aan de inschatting van individueel presteren.

Hypotheses We verwachten een equivalente factorstructuur van het employability construct voor de twee groepen beoordelaars (medewerkers en chefs), en we pleiten voor de vergelijkbaarheid van de verschillende groepsscores voor deze beoordelaars. Bovendien, in lijn met eerder onderzoek, verwachten we een overeenkomstige factorstructuur over leeftijdsgroepen van werknemers (Hypothese 1).

Hypotheses Employability hangt positief samen met loopbaansucces (Hypothese 2 voor zelf-, en Hypothese 3 voor chef-beoordelingen van employability).

Hypotheses Leeftijd modereert de relatie tussen chef-beoordelingen van employability en objectief loopbaansucces. Meer specifiek, we verwachten een sterkere relatie tussen chef-beoordelingen van employability en loopbaansuccess voor de jongeren versus de veertig-plussers (Hypothese 4).

Hypotheses Leeftijd modereert de relatie tussen zelf-beoordelingen van employability en objectief loopbaansucces. Meer specifiek, we verwachten een sterkere relatie tussen zelf-beoordelingen van employability en loopbaansucces voor de veertig-plussers versus de jongeren (Hypothese 5).

Verklaringen voor het Modererende Effect van Leeftijd Negatieve stereotiepe opvattingen over oudere werknemers (Boerlijst, Van der Heijden, & Van Assen, 1993; Offerman & Gowing, 1990). Toegenomen ‘P-E fit’ voor oudere werknemers (Watkins & Subich, 1995; Wright & Hamilton, 1978).

Methodologie De employability-maat is door beide partijen ingevuld (medewerkers en hun direct leidinggevenden), zodat we de factorstructuur, afhankelijk van beoordelaarsbron en leeftijdsgroep, kunnen onderzoeken, en voor het testen van onze model-hypotheses.

Methodologie Om de validiteit van onze gegevens te vergroten, hebben we gebruik gemaakt van instructies aangaande cross-checking en anonimiteit (Mabe & West, 1982).

Methodologie N = 303 paren van werknemers en hun chefs die werken bij een groot Nederlands bedrijf waar bouwmaterialen geproduceerd worden (response rate was 91.8%). 83.5% mannelijke en 16.5% vrouwelijke medewerkers. Gemiddelde leeftijd medewerkers 41 jaar (sd = 9.15). Gemiddelde org. tenure medewerkers 10.74 jaar (sd = 9.61).

Methodologie 95.0% mannelijke en 5% vrouwelijke chefs. Gemiddelde leeftijd chefs 43 jaar (sd = 7.96).

Meetinstrumenten Employability: (1) occupational expertise (15 items); (2) anticipation and optimization (8 items); (3) personal flexibility (8 items); (4) corporate sense (7 items); (5) balance (9 items).

Meetinstrumenten Objectief Loopbaansucces (Gattiker & Larwood, 1986) (drie enkelvoudige items): (1) organisatie-specifiek objectief hiërarchisch success; (2) ‘overall’ objectief hiërarchisch succes; (3) bruto inkomen.

Resultaten Alle employability-maten bleken goede interne consistenties te hebben, voor beide beoordelaarsgroepen. De correlaties tussen de employability dimensies zijn hoog voor de chef-beoordelingen, terwijl deze wat lager zijn voor de zelf-beoordelingen.

Results De overeenkomst tussen zelf- en chef-beoordelingen voor dezelfde employability- dimensie varieert van .22 tot .37. Bovendien, alle chef-beoordelingen van employability blijken niet gerelateerd te zijn aan objectief loopbaansucces, hetgeen inderdaad kan duiden op de invloed van mogelijke moderatoren, zoals leeftijd.

Resultaten Echter, ingeval van de zelf-beoordelingen van employability, blijken 6 van de in totaal 15 mogelijke correlaties met de drie uitkomsten van objectief loopbaansucces significant maar tamelijk zwak, hetgeen wederom wijst op de invloed van mogelijke moderatoren.

Controle-factoren Gegeven de uitkomsten van eerder onderzoek, hebben we besloten om sexe, opleidingsniveau, en ‘tenure’ als controle- variabelen in de verdere analyses mee te nemen (zie ook Ng, Eby, Sorensen, & Feldman, 2005).

Multi-Groep Confirmatorische Factor-Analyse (CFA) Het twee-factoren model had een voldoende ‘fit’. Bovendien hadden alle indicatoren een significante lading op de desbetreffende factor zowel voor de jongere als voor de oudere medewerkers. Nog belangrijker, dit model bleek een significant betere ‘fit’ te hebben dan het een-factor (employability) model, hetgeen de hypothese omtrent een overeenkomstige factorstructuur over de twee beoordelaarsgroepen ondersteunt, dat wil zeggen, voor medewerkers en hun direct leidinggevenden.

Resultaten CFA Hypothese 1 wordt bevestigd: De factorstructuur is inderdaad equivalent voor beide leeftijdsgroepen.

Figure 1: A Career Success Enhancing Employability Model Moderated by Age

Resultaten SEM analyses Zelf-beoordelingen van employability waren positief gerelateerd aan ‘overall’ promoties. Deze uitkomst geeft gedeeltelijke steun voor Hypothese 2. Chef-beoordelingen van employability waren significant, echter negatief, gerelateerd aan ‘overall’ promoties. Dit impliceert dat Hypothese 3 moet worden verworpen.

Resultaten Multi-Groep SEM voor de Jongere Medewerkers Zelf-beoordelingen van employability waren significant en positief gerelateerd aan zowel ‘overall’ promoties en bruto inkomen. De chef-beoordelingen waren positief gerelateerd aan bruto inkomen.

Resultaten Multi-Groep SEM voor de Oudere Medewerkers Zelf-beoordelingen van employability waren positief gerelateerd aan ‘overall’ promoties, terwijl chef-beoordelingen negatief gerelateerd waren aan ‘overall’ promoties. Alle andere structurele relaties bleken niet significant te zijn.

Implicaties Multi-Groep SEM Hypothese 4 (relatief sterkere positieve relaties tussen chef-beoordelingen van employability en loopbaansucces voor de jongeren versus de ouderen) wordt gedeeltelijk bevestigd. Hypothese 5 (relatief sterkere relaties tussen zelf-beoordelingen van employability en loopbaansucces voor de veertig-plussers vergeleken met hun jongere collega’s) moet verworpen worden.

Implicaties van de Psychometrische Analyses Onze resultaten bevestigden een twee-factoren model (zelf-beoordelingen en chef-beoordelingen van employability), bestaande uit vijf employability indicatoren.

De Relatie tussen Employability en Objectief Loopbaansucces Voor zelf-beoordelingen van employability wordt de hypothese gedeeltelijk bevestigd. Echter, in het geval van chef-beoordelingen voor employability, vonden we een negatieve relatie met ‘overall’ promoties gevonden, hetgeen tegenstrijdig is aan onze assumpties.

De Relatie tussen Employability en Objectief Loopbaansucces Het kan zijn dat een zogenaamde ‘instrumentele stijl van leiderschap’ een belangrijke rol speelt (Boerlijst, Van der Heijden, & Van Assen, 1993). In het geval een medewerker een hoge mate van loopbaanpotentieel heeft, kan het zijn dat zijn of haar chef mobiliteit naar een andere baan of naar een ander domein juist tegenhoudt.

Implicaties van de Modeltoets We hebben sterk verschillende resultaten gevonden voor de veertig-plussers versus de jongere medewerkers. Wellicht zijn onze resultaten een herbevestiging van onze ideeën aangaande leeftijdsgerelateerde verschillen in attitude door de leidinggevende jegens zijn of haar medewerkers (zie Van der Heijden, 1998).

Verdieping ten aanzien van Leeftijdsstereotypering In traditioneel onderzoek bestudeerde men onafhankelijke effecten van ‘demographics’ op individuele uitkomsten. Hedendaags onderzoek is er steeds meer op gericht om ook compositionele effecten van demografische attributen mee te nemen.

Verdieping ten aanzien van Leeftijdsstereotypering Relational demography (Tsui & O’Reilly III, 1989) refers to “the comparative demographic characteristics of members of dyads or groups who are in a position to engage in regular interactions.”

Verdieping ten aanzien van Leeftijdsstereotypering ‘Relational demography’ blijkt een belangrijke invloed te hebben op beoordelingen zoals over iemands employability. Mogelijke verklaringen: het ‘similarity-attraction’ paradigma en het concept van ‘status-incongruence’.

Verdieping ten aanzien van Leeftijdsstereotypering The similarity-attraction paradigm (Byrne, 1971) states that people will be rated higher the more similar they are to the rater or the more similar the rater believes people are to him or herself.

Verdieping ten aanzien van Leeftijdsstereotypering Status-incongruence refers to the inconsistencies between a person’s relative status ranking on different status dimensions (e.g., organizational position and age).

Verdieping ten aanzien van Leeftijdsstereotypering Eerder onderzoek (Van der Heijden, about to be submitted) wees uit dat chef-beoordelingen over iemands beroepsexpertise afnemen als gevolg van directionele leeftijdsverschillen (status-incongruentie: een situatie waarin een chef jonger is dan zijn/haar medewerker).

Verdieping ten aanzien van Leeftijdsstereotypering Bovendien bleek uit dit onderzoek dat noch leiderschapsstijl, noch een leeftijdsbewust HRM-beleid deze relatie konden modereren. Leeftijdsgerelateerde stereotypering blijkt erg moeilijk te bestrijden.

Beperkingen en Aanbevelingen voor Verder Onderzoek Mogelijkheid van ‘response-set’ consistenties omdat alle data verzameld zijn door middel van vragenlijstonderzoek. Cross-sectionele benadering impliceert de noodzaak tot verder longitudinaal onderzoek om causaliteit te kunnen bestuderen.

Beperkingen en Aanbevelingen voor Verder Onderzoek Generaliseerbaarheid naar andere beroepsgroepen en/of andere landen moet onderzocht worden.

Praktische Implicaties Human Resource beleid moet verankerd zijn in een zogenaamd ‘conservation’ model in plaats van het lange tijd populaire ‘depreciation’ model (Yeats, Folts, & Knapp, 2000). De direct leidinggevende, in het bijzonder, moet verantwoordelijkheid dragen voor het bevorderen van ‘leven-lang leren’ van zijn of haar medewerkers.

Praktische Implicaties Met een leeftijdsbewust HRM beleid, dat gericht is op het bewaken van de employability, hoeft ouder worden geen bedreiging te zijn. Het employability-instrument (Van der Heijde & Van der Heijden, 2006) heeft veel praktische waarde in het licht van het bevorderen van levenslang loopbaansuccess.