Bepaling van het referentieniveau Jos Bosman
Inleiding (1) IL-HR-15-01 (1981) zegt: “een akoestisch onderzoek van het omgevingsgeluid omvat meer dan alleen een zuiver meettechnische handeling. Omgevingsgeluid kan namelijk een zeer complexe samenstelling hebben zodat een meting gepaard moet gaan met een zorgvuldige analyse van de situatie ter plaatse, een analyse die in relatie moet staan tot het eigenlijke doel van de metingen in dat concrete geval. Alleen wanneer naast de meetresultaten ook de uitkomsten van deze analyse bekend zijn, is een zinvolle interpretatie mogelijk.” Gezien de jurisprudentie, die is gemaakt na het verschijnen van de richtlijn IL-HR-15-01, hebben de schrijvers gelijk gekregen. geen jurisprudentie over de inhoudelijke kant van de IL-HR-13-01
Inleiding (2) Inhoud van de presentatie: begrip referentieniveau; voorgrondgeluid; achtergrondgeluid; niet omgevingseigen bronnen. meetvoorschrift L95; representatieve meetplaatsen (google earth); in situ beoordelen of meetplaats representatief is; aantal metingen, meettijd en meteogegevens. dilemma’s in de praktijk; tijdrovend (met name bij gebieden in kaart brengen); nauwkeurigheid; dag/avond/(randen van de) nacht.
Begrip referentieniveau (1) Het referentieniveau van het omgevingsgeluid is de hoogste van de volgende waarden: het gemeten geluidsniveau L95 (het niveau dat 95% van de tijd overschreden wordt door omgevingseigen bronnen); het berekende geluidsniveau door het wegverkeer op zoneringsplichtige wegen minus 10 dB.
Begrip referentieniveau (2) voorgrondgeluid; achtergrondgeluid; niet omgevingseigen bronnen. op voorgrond herkenbare koelinstallaties en ventilatie, verkeerslawaai op de achtergrond en een niet omgevingeigen bronbemaling
Metingen (1) Voordat met meten kan worden gestart: bovenstaande definities op het trommelvlies; plaats en tijd bepaald; apparatuur goed ingesteld en paraat; geduld met een grote G en een waakzaam oor; registratie van gebeurtenissen. Uitmiddeling vaak na 10 tot 15 min. Uitzonderingen bevestigen de regel
Metingen (2) Een gedegen voorbereiding; wat beïnvloedt het referentieniveau? waar moeten wij bij het meten bewust van zijn? meteorologische omstandigheden; omgeving (bebouwing, bodem…); aanwezigheid van geluidsbronnen (voor- en achtergrond); meethoogte en beoordelingshoogte bij vergunningverlening. Hét referentieniveau bestaat niet! oogsten op de achtergrond, beregeningsinstallatie, bronbemaling (rekenvoorbeeld van Hans Go!) plots invallende rust!
Metingen (3) Referentieniveaus voor een heel gebied: eenmalig veel tijd in steken; zeer goed bruikbaar bij vergunningverlening; lange houdbaarheid; een maat voor de stilte in een stiltegebied.
Dilemma’s in de praktijk Tijdrovend: bij het in kaart brengen van gebieden; relatief veel tijd en aandacht voor het inkaart brengen van de situatie bij één bedrijf; nauwkeurigheid: afhankelijk van de omstandigheden in situ; meetonnauwkeurigheid speelt geen rol; dag/avond/(randen van de) nacht en de keuze van tijdstippen binnen deze perioden.
Begrip referentieniveau (3) Kan door het vaststellen van het referentieniveau voorkomen worden dat hinder op gaat treden vanwege een nieuwe activiteit? maat voor het omgevingsgeluid; langtijdgemiddeld beoordelingsniveau; “stand still beginsel” en/of een “aanvaardbare verslechtering”; of eenmalig vastleggen ambitieniveau voor een gebied. In de 5% van de tijd kan de nieuwe activiteit herkenbaar worden!
Stellingen Met een draak van een richtlijn proberen we de ondergrens voor normering vast te stellen; het L95 is fysisch nog niet zo’n gekke grootheid om de kwaliteit van een gebied te karakteriseren; DGMR meer dan het bepalen van een referentieniveau. DGMR meer dan het bepalen van een referentieniveau
De meetcirkel Aanleiding Opstellen onderzoeksvraag Opstellen meetvraag Opstellen meetstrategie Meetonderzoek Beantwoorden meetvraag Opstellen onderzoeksvraag Beantwoorden onderzoeksvraag de cirkel moet wel gesloten zijn en ik sluit mij graag aan bij de meetcirkel van Nico Haselager