Welkom Voorganger: br. I. van Apeldoorn Organisten: br. M. van den Bos br. D.D. Rouwhorst Beamist: br. D.D. Rouwhorst
Votum en zegengroet
Lied 479: 1-4 Uit: Liedboek voor de kerken 1 Aan U behoort, o Heer der heren, de aarde met haar wel en wee, de steile bergen, koele meren, het vaste land, de onzeekre zee. Van U getuigen dag en nacht. Gij hebt ze heerlijk voortgebracht. 2 Gij roept het jonge leven wakker, een tuin bloeit rond het open graf. Er ruisen halmen op de akker waar zich het zaad verloren gaf. En vele korrels vormen saam een kostbaar brood in uwe naam.
Lied 479: 1-4 Uit: Liedboek voor de kerken 3 Gij hebt de bloemen op de velden met koninklijke pracht bekleed. De zorgeloze vogels melden dat Gij uw schepping niet vergeet. ’t Is alles een gelijkenis van meer dan aards geheimenis. 4 Laat dan mijn hart U toebehoren en laat mij door de wereld gaan met open ogen, open oren om al uw tekens te verstaan. Dan is het aardse leven goed, omdat de hemel mij begroet.
Lezen Psalm 2 1 Waartoe leidt het woeden van de volken, het rumoer van de naties? Tot niets. 2 De koningen van de aarde komen in verzet, de wereldmachten spannen samen tegen de HEER en zijn gezalfde: 3 ‘Wij moeten hun juk afwerpen, ons van hun boeien bevrijden.’
Lezen Psalm 2 4 Die in de hemel troont lacht, de Heer spot met hen. 5 Dan spreekt hij tot hen in woede, en zijn toorn verbijstert hen: 6 ‘Ikzelf heb mijn koning gezalfd, op de Sion, mijn heilige berg.’
Lezen Psalm 2 7 Het besluit van de HEER wil ik bekendmaken. Hij sprak tot mij: ‘Jij bent mijn zoon, ik heb je vandaag verwekt. 8 Vraag het mij en ik geef je de volken in bezit, de einden der aarde in eigendom. 9 Jij kunt ze breken met een ijzeren staf, ze stukslaan als een aarden pot.’
Lezen Psalm 2 10 Daarom, koningen, wees verstandig, wees gewaarschuwd, leiders van de aarde. 11 Onderwerp u, toon de HEER uw ontzag, breng hem bevend uw hulde. 12 Bewijs eer aan zijn zoon met een kus, anders ontvlamt zijn woede, en uw weg loopt dood, want bij het geringste ontsteekt hij in toorn. Gelukkig wie schuilen bij hem.
Psalm 2: 1, 2 1 Wat drijft de volken, wat bezielt ze toch? Wat is de waanzin toch die zij beramen? De groten staan gewapend tot de slag, de machtigen der wereld spannen samen. ’t Is tegen het gezag van God den HERE en tegen zijn gezalfde vorst gericht: “Komt”, zeggen zij, “laat ons hun banden scheuren, tot alle macht in onze handen ligt!”
Psalm 2: 1, 2 2 Die in de hemel is gezeten lacht, want Hij is God die eeuwig blijft regeren. Hij spot met hen die spotten met zijn macht. Hij kent zijn tijd, Hij is de Heer der heren. Dan zal Hij spreken uit zijn hoge woning en hen verschrikken in zijn grimmigheid: “Ik wijdde mijn gezalfde tot een koning op Sions berg, de berg der heiligheid.”
Preek
Psalm 2: 3, 4 3 Ik roep op aarde ’t woord des HEREN uit. Hij sprak tot mij: “Zie Ik verwek u heden. Gij zijt mijn zoon naar mijn vrij raadsbesluit. Vraag Mij: Ik zal u met gezag bekleden. Zie, al het volk tot in de verste streken, de ganse aarde geef Ik in uw macht. Gij zult het aarden vat met ijzer breken, ja, het verbrijzlen door uw grote kracht.”
Psalm 2: 3, 4 4 O machtigen, o koningen, weest wijs. Laat u gezeggen, rechters zonder rede. Vreest God den HEER en dient Hem naar zijn eis, verheugt u bevend, zoekt bij Hem uw vrede. Kust toch de zoon, opdat gij niet te gronde gaat op uw weg. Te licht wordt hij getart en kan zijn gramschap tegen u ontbranden. Maar zalig zijn die schuilen aan zijn hart.
Opwekking 276: 1-3 1 Laat heel de wereld het zien, maak de volk’ren weer blij door de klank van zijn stem. Heuvels en dalen breek uit! Kom en juich, zing het luid! Klap je handen voor Hem!
Opwekking 276: 1-3 Refrein: Liefde en recht zal Hij brengen op aard’, een eeuwige heerschappij. In onze hand ligt het tweesnijdend zwaard. ’t Woord van de waarheid maakt vrij. Het maakt vrij.
Opwekking 276: 1-3 2 Laat heel de wereld het zien, maak gevangenen vrij, breng de eenzamen thuis. Heel satans bolwerk stort neer, door ’t gebed tot de Heer, door de kracht van het kruis.
Opwekking 276: 1-3 Refrein: Liefde en recht zal Hij brengen op aard’, een eeuwige heerschappij. In onze hand ligt het tweesnijdend zwaard. ’t Woord van de waarheid maakt vrij. Het maakt vrij.
Opwekking 276: 1-3 3 Laat heel de wereld nu staan vol ontzag voor zijn naam, zing het lied dat Hem eert. Wees niet meer stil, zeg het voort tot de wereld het hoort: Jezus regeert!
Opwekking 276: 1-3 Refrein: Liefde en recht zal Hij brengen op aard’, een eeuwige heerschappij. In onze hand ligt het tweesnijdend zwaard. ’t Woord van de waarheid maakt vrij. Het maakt vrij.
Collecte 1e collecte: Evangelisatie
Gezang 119: 1-5 1 De kerk van alle tijden kent slechts één vaste grond: ’t is Christus, die door lijden zijn volk aan zich verbond. Om haar als bruid te werven, kwam Hij ten hemel af. ’t Was Hij die door zijn sterven aan haar het leven gaf.
Gezang 119: 1-5 2 Uit ieder volk verkoren, toch in haar Heiland één, is zij door Hem herboren, blijft dit haar kracht alleen: één Geest, één vast vertrouwen, één doop, één heilge dis, één Heer, op wie te bouwen haar troost en rijkdom is.
Gezang 119: 1-5 3 God houdt zijn kerk in leven, hoe ook bespot, verdrukt, door dwalingen omgeven, verscheurd, uiteengerukt. Al roepen van de tinnen de wachters nog: Hoe lang? Straks gaat de dag beginnen en ’t klagen wordt gezang.
Gezang 119: 1-5 4 In rampspoed, moeit’ en zorgen, in ’t heetste van de strijd, wacht zij de grote morgen, de vrede voor altijd. Tot eens haar hunkrend’ ogen aanschouwen, blij ontroerd, hoe God haar komt verhogen en tot victorie voert.
Gezang 119: 1-5 5 Nog weet zij zich verbonden in haar drie-eenge Heer met wie zij trouw bevonden, de strijders van weleer. Een wolk van Godsgetuigen omringt ons in de strijd, tot wij met hen ons buigen, gekroond met heerlijkheid.
Amen
We hopen u de volgende dienst weer te zien. Tot ziens We hopen u de volgende dienst weer te zien.