Motiverende gespreksvoering Congres LVB in beeld 15 november 2018 Lisette Schuil & Hiltje Blom-Cnossen
Programma Filmpje Theorie MVG Casus Verandertaal Oefening kernvaardigheden: goud leren zien Hiltje
Vertel… Hiltje
https://youtu.be/-4EDhdAHrOg Filmpje https://youtu.be/-4EDhdAHrOg Hiltje
MGV is Gespreksstijl is aanmoedigend en directief Ambivalentie vergroten Je bent een gids, geen bijrijder of bestuurder. Hiltje Overreden is niet een effectieve methode om mensen te motiveren, dus…. Motivatie om te veranderen wordt bij de ander uitgelokt en niet van buitenaf opgelegd. Dit betekent… De gespreksstijl is aanmoedigend én directief We helpen de cliënt om de ambivalentie op te zoeken en op te lossen, maar de cliënt moet zelf uitdrukking geven aan de redenen om te veranderen! Verder: veranderingsbereidheid is niet een kenmerk van de cliënt, maar het product van de interpersoonlijke interactie. Hierdoor.. Lijkt de relatie tussen hulpverlener en cliënt meer op de die van partners dan tussen volwassene en cliënt. En als laatste… Mogelijkheden om te veranderen zijn eigen aan de persoon, en .. De sociale omgeving kan deze neiging ondersteunen of beperken.
Basishouding of ‘spirit’: Plannen Basistechnieken Oproepen, uitnodigen tot verandertaal Reflectief luisteren Informatie delen Open vragen Samenvatten Bevestigen Focussen, richting bepalen Verbinden, contact maken Basishouding of ‘spirit’: Samenwerken vanuit gelijkwaardigheid Ontlokken: zoeken naar interne drijfveren van de client Onvoorwaardelijke acceptatie, autonomie erkennen en versterken Compassie: het welbevinden van de ander staat voorop Hiltje Spirit: basishouding, moet automatisme worden leer je door te doen. Ontwikkelproces. Zonder de spirit wordt MGV een cynisch trucje (verkopen) 1. samenwerking; MGV wordt gedaan voor en met iemand. Denk om de stabiele omgevingsfactoren bij LVB. Evoceren: verandertaal ontlokken; zoeken naar intrinsieke motivatie. Verbinden: altijd eerst werkrelatie ‘klik’. LVB prikken er snel doorheen; ben je echt en oprecht. Focussen: richting bepalen; welk doel ga je eruit halen Ontlokken: Kern van MGV. Persoonlijke verandering vereist actieve deelname aan het proces van de lange termijn. Persoon argumenten voor verandering laten verwoorden. Verbeterreflex werkt averechts. Plannen: balans slaat door naar veranderen. Hoe veranderen ipv of en waarom. Koppeling tussen verandertaal en verandergedrag. Doorlopend proces; de processen zijn als traptreden; elk proces steunt op de voorgaande trede.
Stadia van gedragsverandering Hiltje Bij voorstadium: Ga in gesprek over doelen, prikkel en geef info Bij overpeinzing: Exploreer en onderzoek ambivalentie en nodig uit tot verandertaal (hoe?) Bij voorbereiding: Versterk en verbintenis om te veranderen en plan strategieen voor verandering, geef advies Bij actie: Identificeren en leren omgaan met nieuwe barrieres Bij gedragsbehoud: voorkom terugval en verzeker de stabiliteit van de verandering Bron: Prochaska en DiClemente
Praktijk Te vaak zit de hulpverlener al in de trein terwijl de cliënt nog op het perron staat… Lisette Wij gaan als hulpverleners vaak te snel, schieten snel in verbeterreflex en gaan voorbij aan proces van client. Ook zie je bij LVB snel overvraging. Client heeft hulpvraag en helpen we bij, maar moeten de context ook meenemen en hierin directief zijn naar client toe. Denk ook om de terugvalpreventie bij LVB’ers, wat is er geregeld om te zorgen dat het zo goed mogelijk blijft gaan? Welke hulpbronnen kan de cliënt aanboren, bespreek dit met elkaar! Teveel autonomie voor LVB: https://www.zorgwelzijn.nl/professional-gaat-te-veel-uit-van-autonomie-bij-lvb/ Wat kan de professional doen als zijn cliënt met lvb zegt dat zijn besluit zijn eigen keuze is? Van Dartel: ‘Nagaan of het ook de keuze is die echt bij de cliënt past. Ga het gesprek aan over dat besluit en betrek daar ook andere betrokkenen bij, andere hulpverleners en het sociale netwerk. De afwegingen om tot het besluit te komen worden dan ter discussie gesteld; moeten we de cliënt niet behoeden voor de risico’s, moeten we hem niet op een ander pad zetten? De professional kan die afwegingen niet in z’n uppie maken.’ Autonomie van de cliënt? Maar het gesprek over de keuzes van de cliënt met lvb wordt vaak niet gevoerd door professionals, volgens Van Dartel. Omdat het gemakkelijk is om uit te gaan van de autonomie van de cliënt. ‘Soms is het een kwestie van gebrek aan tijd, te veel werkdruk. Of de professional heeft zelf wel een idee welke kant hij zijn cliënt op moet duwen, maar de cliënt wordt tegengehouden door zijn omgeving, bijvoorbeeld door zijn drugsvrienden.’ Casus: Cliënt is toe aan volgende stap vanuit huis, zelfstandig wonen met intensieve ambulante begeleiding. Beschadigde jeugd, veel verhuizingen, huiselijk geweld, moeder diverse relaties, onveiligheid thuis. W.b.t. het huiselijk geweld zegt hij zelf dat hij klein was en niks kon doen. Zijn verleden achtervolgt hem en belemmert hem in zijn functioneren (piekeren, hoofdpijn, altijd alert, wantrouwen). Sinds 4 jaar overmatig cannabisgebruik, ‘s weekends meer dan doordeweeks; er is sprake van een verslaving. Hiervan wordt hij rustig en kan hij ontspannen, zijn hoofd staat dan eventjes stil geeft hij aan. Hij wordt hier echter ook passief van, komt tot weinig en glijdt steeds verder af. Middelengebruik, dagbesteding, huishouden en trauma’s worden regelmatig besproken, maar ondanks dat lukt het niet hem te stabiliseren. Hij belandt in een crisis. Hij wil vervolgens alles wel aanpakken om zich beter te voelen. Hij verhuist in goed overleg naar een woonvorm met meer structuur. Hier komt hij tot rust en kan hij zichzelf gaan herpakken. Hij krabbelt langzaam op, maar het is de vraag of hij dit kan blijven vast houden (het gaat nu toch goed met mij, ik heb jullie niet nodig!). Voorwaarden voor verandering zijn: Willen, Kunnen en Gereed zijn. Aan deze voorwaarden voldeed de cliënt niet. Het middelengebruik leverde teveel op (rust en ontspanning). Daarnaast wordt vermoed dat hij overvraagd werd met het zelfstandig wonen, dit leverde meer stress op met als gevolg meer middelengebruik. Door naast het middelengebruik meer te richten op de klachten die er zijn ontstaan door het verleden en de cliënt meer te steunen door een passende woonomgeving te creeeren, wordt de kans op succesvol stoppen of minderen met middelengebruik groter.
Kernvaardigheden 1. Open vragen stellen 2. Reflectief luisteren 3. Bevestigen 4. Samenvatten 5. Informatie delen Lisette Kort herhaling van de kernvaardigheden.
Reflectief luisteren Lisette Dat wat een client vertelt, zou u kunnen zien als een topje van een ijsberg. In een reflectie verwoordt u soms dat topje, maar vaker doet u een beredeneerde gissing naar het onderwater gedeelte. Gisse naar: inhoud; gevoel, betekenis/belang. Bij LVB geven we heel vaak dubbelzijdige reflectie, omdat er zowel (ziekte) winst als verlies is en de cliënt het moeilijk vindt om een bepaalde keuze te maken. Juist bij LVB is het enorm belangrijk dit soort dubbelingen visueel inzichtelijk te maken, bijv. door ze op te schrijven met +en en –en. Voorbeelden: Je loopt moeilijk vanwege pijn in je been Je baalt behoorlijk van pijn De pijn houdt je ‘s nachts uit je slaap waardoor je nu doodop bent Je hebt er alles voor over om van de pijn af te komen Aan de ene kant wil je van de pijn af en tegelijkertijd wil je niet afhankelijk zijn van medicijnen.
Uitnodigen tot verandertaal “Ik weet beste dat mijn labuitslagen niet goed zijn, maar jullie beginnen er steeds over te zeuren…” Wanneer nodig je uit tot verandertaal? “je ziet dus dat je waarden niet goed zijn en toch lukt het niet om dit te veranderen…” “Wat vind je ervan als we eens kijken naar hoe je dit zou kunnen verbeteren?” “Het houdt je bezig, alleen je wilt niet de bemoeienis van ons, je wilt hierin zelf je eigen keuzes maken” Lisette Antwoord c
Uitnodigen tot verandertaal “Ik snoep echt niet meer dan de meeste mensen, je zou mijn vrienden eens moeten zien, die eten echt veel meer dan ik…” Wanneer nodig je uit tot verandertaal? “het is niet eerlijk verdeeld in de wereld…” “je hebt het gevoel dat iedereen denkt dat je te veel eet en dat is gewoon niet zo…” “kan ik je daar nog bij helpen?” Lisette Antwoord b
Oefening: goud leren zien Maak 3-tallen (hulpverlener, cliënt, observant) Cliënt: denk aan een situatie van afgelopen week waarbij je denkt dat je iets beter had kunnen doen of anders. Hulpverlener: doorvragen, samenvatten en reflecties geven. Welke kwaliteiten zie en hoor je? Observant: denkt mee en vult aan als hulpverlener hulp nodig heeft. Lisette 27 mensen: 9 groepjes
De enige ongemotiveerde mens is een dode…! Bedankt en tot ziens! De enige ongemotiveerde mens is een dode…!