Cursus 3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld? Klas 2 KGT Lesweek 3 Mens en Maatschappij Cursus 3.3 Hoe zijn rechten en plichten geregeld? Klas 2 KGT Lesweek 3 Blz. 104 in het handboek.
1700 - 1800 Vorige Les Mensen gingen meer nadenken over hoe een land geregeerd moest worden. Ze gingen wetenschappelijk denken = Verlichting. Absolutisme: alle macht bij één iemand. Lodewijk XVI = Absolute macht, Volk is ontevreden over Lodewijk XVI = één persoon alle macht? Niet de bedoeling! Gevolg: Het volk wilde zelf besluiten gaan nemen over het land. Meer macht bij het volk = meer democratie. De Franse en Bataafse Revolutie zijn ook wel ‘democratische revoluties’ omdat het volk meer mocht gaan beslissen over het land.
Wat ga ik vandaag leren : Cursus 3.3 Opgaven: 1 t/m 6, 8, 9, 10, 12, 13 Klaar? Herhaling :7,13 Uitdaging : 11 Ik weet wat de grondwet, rechtstaat en grondrechten zijn en kan dit in eigen woorden uitleggen. Ik kan in eigen woorden uitleggen wat grondrechten en grondwetten met elkaar te maken hebben. Ik weet wat een parlementaire democratie is en hoe dit werkt. Ik kan in chronologische volgorde vertellen wat er op Prinsjesdag gebeurt. Je leert de volgende begrippen: Grondrecht, grondwet, rechtstaat, minister-president, koninkrijk, parlementaire democratie, regeringsleider en staatssecretaris en kan deze ook in eigen woorden uitleggen.
1800 - 1900 1950 - Nu 1700 - 1800 Grondwet Bataafse Revolutie: de patriotten hadden met behulp van de Fransen, stadhouder Willem V verjaagd. Nederland kreeg zijn eerste grondwet in 1798. Grondwet = rechten en plichten van jij en ik. Nederland werd toen een rechtstaat = een land met wetten waar iedereen zich aan moet houden. Eerst hoefde bijvoorbeeld de koning dit niet. Eerste Grondwet (1798)
1950 - Nu 1800 - 1900 1700 - 1800 1950 - nu 1950 - Nu 1700 - 1800 Koninkrijk Cursus 3.2 : Napoleon had Nederland veroverd. Nederland krijgt een parlement: Eerste en Tweede kamer. In 1813 wordt Napoleon verslagen bij Waterloo. Nederland wordt in 1813 een koninkrijk. De zoon van stadhouder Willem V : Willem I werd de eerste koning. Willem I wordt de eerste echte Nederlandse koning. De koning is vanaf dan het staatshoofd – hoofd van het land. Hij is ook regeringsleider, hij bepaalde daarmee wie er in de regering mocht. Koning Willem I Is het eerlijk dat de koning zoveel te zeggen had over de regering?
1950 - Nu 1800 - 1900 1700 - 1800 1950 - nu 1950 - Nu 1700 - 1800 Koninkrijk In 1848 veranderde er een hoop: de koning had nu niet meer de meeste macht maar het volk. Nieuw: Het land werd vanaf nu bestuurd door de regering met aan het hoofd de minister-president. Hoe? Dit kwam omdat mensen toch vonden dat de koning teveel macht had. In heel Europa verdwenen de koningen. Regels en wetten moesten vanaf dat moment bepaalt gaan worden via de grondwet in plaats van een koning. Johan Thorbecke
Parlementaire Democratie 1950 - Nu 1800 - 1900 1700 - 1800 1950 - nu 1950 - Nu 1700 - 1800 Parlementaire Democratie De koning kreeg minder macht en de – minister-president komt aan het hoofd van de regering te staan. De koning bleef staatshoofd maar had geen macht meer. Het volk kreeg nu de macht, de inwoners kiezen wie er in het parlement (eerste en tweede kamer) komt. Dit noem je een parlementaire democratie. Het volk bepaalt wie er in de regering komt. Premier Schimmelpenninck
1950 - Nu 1800 - 1900 1700 - 1800 1950 - nu 1950 - Nu 1700 - 1800 Rechten en plichten Rechten die in de grondwet staan worden grondrechten genoemd. De grondwet kan uitgebreid worden wanneer dit nodig is. In 1983 werd de grondwet uitgebreid met nieuwe rechten en plichten. Dit deden zei door een brief te schrijven aan de staatsecretaris. Dit is een onderminister (hulpje). Grondwet 1848
Wat is Prinsjesdag? De koning houdt daar voor de regering en heel veel andere belangrijke mensen een toespraak. Hierin vertelt hij de plannen van de regering (ministers, tweede kamer) voor het komende jaar. De minister van financiën is daar ook bij. Hij heeft in een houten koffertje de begroting (miljoenennota) voor het komende jaar. In de begroting (miljoenennota) staat hoeveel geld er het komende jaar uitgegeven wordt door de regering en vooral ook waaraan. De miljoenennota en de begroting zijn dus hetzelfde!!!
Wat staat er in de miljoenennota?
Inkomsten en uitgaven In de miljoenennota staat dus wat de regering binnen krijgt en uitgeeft. Mensen die werken geven een deel van het geld dat ze verdienen aan de regering. Dit noem je belasting. Van dit geld worden onder andere de ziekenhuizen, scholen en de politie betaald. Het is dus belangrijk om te weten waar de regering het geld aan uit geeft omdat iedereen hier aan mee betaald. De mensen in de Tweede Kamer gaan naar de troonrede kijken of dat de miljoenennota wel klopt.
Herhaling Document met daarin de rechten en plichten van het volk = 1950 - nu 1700 - 1800 1800 - 1900 1950 - Nu 1700 - 1800 1950 - Nu Herhaling Document met daarin de rechten en plichten van het volk = Grondwet Rechten die in de grondwet staan = Grondrecht Land met wetten waar iedereen zich aan moet houden = Rechtstaat Het volk mag stemmen en daarmee kiezen wie er in het parlement (eerste en tweede kamer) komt = Parlementaire Democratie
Samengevat Prinsjesdag wordt op de derde dinsdag in september gehouden: De koning geeft dan een troonrede: een toespraak waarin hij verteld wat de plannen van de regering voor het komende jaar zijn. In de miljoenennota staan de plannen van de regering nog een keer uitgebreid. Hierin staat waar het geld precies heen gaat. Dus hoeveel geld er bijvoorbeeld voor het komende jaar naar het onderwijs gaat. In de miljoenennota staan dus de inkomsten en uitgaven van de regering.