5.3 Democratie in Nederland Tijd van burgers en stoommachines 1800-1900.

Presentatie over: "5.3 Democratie in Nederland Tijd van burgers en stoommachines 1800-1900."— Transcript van de presentatie:

1 5.3 Democratie in Nederland Tijd van burgers en stoommachines 1800-1900

2

3 Wat gaan we doen? Het parlementaire stelsel Koning Willem I Belgen in opstand Koning Willem II Grondwet van 1848 Toenemende volksinvloed Uitbreiding kiesrecht

4 Koning Willem I Na de Franse tijd werden België en Nederland samengevoegd Oprichting Koninkrijk der Nederland (1813) Buffer tegen Frankrijk Nederland werd een constitutionele monarchie Grondwet Parlement (Staten- Generaal)

5 Koning Willem I Koning besliste wie er in de Eerste Kamer kwam Deel van de Staten-Generaal waarvan de leden door de Provinciale Staten zijn gekozen Regenten kozen leden Tweede Kamer Deel van Staten-Generaal waarvan de leden door de Nederlandse burgers zijn gekozen Koning was staatshoofd en regeringsleider Staatshoofd: persoon die het hoogste gezag in de staat heeft, maar niet de meeste macht hoeft te hebben Regeringsleider: aanvoerder van de regering Koning bepaalde leden kabinet De ministerploeg, alle ministers

6 Koning Willem I Door Franse invloed had handel in Nederland stil gelegen. Koning Willem I: Verbetering infrastructuur Nederland (aanbouw wegen / spoorwegen) Wilde noordelijke handel en zuidelijke industrie combineren: De Nederlandsche Bank Algemeene Maatschappij voor de Volksvlijt De Nederlandsche Handel-Maatschappij

7 Belgen in opstand Belgen voelden weinig voor de autoritaire Willem I Gevolg: Opstand in België (1830-1839)

8 De grondwet van 1848 1840 Willem I opgevolgd door zoon Willem II Nederland had enorme staatsschulden door Willem I Liberalen eisten sterk (en onafhankelijk) parlement om te voorkomen dat de geschiedenis zich zou herhalen Politiekmaatschappelijke beweging die streeft naar vrijheid Parlement moest de regering controleren volgens de Liberalen! Willem II ging hier niet mee akkoord!

9 De grondwet van 1848 1845 slecht jaar voor Nederlandse agrarische sector: Aardappelziekte Graanoogsten mislukte Gevolg: dood door hongersnood Nederland was niet het enige land met veel problemen. Ook de rest van Europa was onrustig In Frankrijk kwamen de burgers in opstand (feb. 1848) Frankrijk wordt weer een republiek

10 De grondwet van 1848 Willem II wilde zijn positie als koning niet afstaan De liberalen mochten o.l.v. Thorbecke een nieuwe grondwet schrijven Door grondwet van 1848  Nederland een parlementair stelsel

11 De grondwet van 1848 Zonder goedkeuring van het parlement waren wetten niet geldig Parlement krijgt het recht om de regering te controleren Daarom moest de regering het parlement informeren Koning werd onschendbaar De ministers werden verantwoordelijk voor de koning Koning had geen macht meer Tweede Kamer gekozen door de burgers Eerste Kamer gekozen door de Provinciale Staten Bestuur van een provincie Garantie van burgerlijke vrijheden Rechten van de burgers

12 Uitbreiding kiesrecht Nederland kende kiesrecht voor mannen die genoeg belasting betaalden Censuskiesrecht 1887 werd het kiesrecht verdubbeld Socialisten wilde algemeen mannenkiesrecht 1896 kiesrecht uitgebreid tot helft van alle volwassenen Feminsten wilden vrouwenkiesrecht  1917 start Nederlandse democratie zoals wij die nu kennen!