Deze kerkdienst wordt met beeld en geluid uitgezonden op Kerkomroep.nl. Uit privacyoverwegingen worden geen opnamen gemaakt van gemeenteleden zonder overleg vooraf.
Welkom in deze Zendingsdienst Zondag 5 november 2017 - morgendienst Voorgangers: Ds. D. Hoolwerf Reinout van Heijningen
Welkom en mededelingen
Psalm 67 – vers 1 D' algoede God zij ons genadig, En zegen' ons met overvloed; Hij doe Zijn aangezicht gestadig Ons lichten, en Hij zij ons goed; Opdat elk genegen Zich aan Uwe wegen Op deez' aarde wenn'; En de blinde heiden, Nu van God gescheiden, Eens Uw heil erkenn'.
Psalm 67 – vers 2 De volken zullen U belijden, O God, U loven al te zaâm. De landen zullen zich verblijden, En juichen over Uwen naam. Volken zult Gij rechten, Hunne zaak beslechten, In rechtmatigheid; Volken op deez' aarde, Die Uw arm vergaarde, Die Gij veilig leidt.
Stil gebed
Bemoediging en groet
Lied 242 (Weerklank) - vers 1 Samen in de naam van Jezus heffen wij een loflied aan, want de Geest spreekt alle talen en doet ons elkaar verstaan. Samen bidden, samen zoeken naar het plan van onze Heer. Samen zingen en getuigen, samen leven tot zijn eer
Lied 242 (Weerklank) - vers 2 Heel de wereld moet het weten dat God niet veranderd is. En zijn liefde als een lichtstraal doordringt in de duisternis ‘t Werk van God is niet te keren omdat hij er over waakt, en de Geest doorbreekt de grenzen die door mensen zijn gemaakt
Brief van de gemeente van Yang Sisurat (Thailand)
Lied 242 (Weerklank) - vers 3 Prijs de Heer, de weg is open naar de Vader, naar elkaar, Jezus Christus, Triomfator, mijn Verlosser, Middelaar. Vader, met geheven handen breng ik U mijn dank en eer. ‘t Is uw Geest die mij doet zeggen: Jezus Christus is de Heer!
Wetslezing
Psalm 130 - vers 2 Zo Gij in 't recht wilt treden, O HEER, en gadeslaan Onz' ongerechtigheden, Ach, wie zal dan bestaan? Maar neen, daar is vergeving Altijd bij U geweest; Dies wordt Gij, HEER, met beving, Recht kinderlijk gevreesd.
Gebed
Psalm 71 - vers 10 Mijn hart zal steeds op U vertrouwen, Mijn mond vindt tot Uw lof Gedurig ruimer stof. En zal Uw recht en heil ontvouwen; Schoon ik de reeks dier schatten Kan tellen noch bevatten.
Schriftlezing
Psalm 89 - vers 7 Hoe zalig is het volk, dat naar Uw klanken hoort! Zij wand'len, HEER, in 't licht van 't Godd'lijk aanschijn voort; Zij zullen in Uw naam zich al den dag verblijden; Uw goedheid straalt hun toe; Uw macht schraagt hen in 't lijden; Uw onbezweken trouw zal nooit hun val gedogen, Maar Uw gerechtigheid hen naar Uw woord verhogen.
Psalm 89 - vers 8 Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht; Uw vrije gunst alleen wordt d' ere toegebracht; Wij steken 't hoofd omhoog en zullen d' eerkroon dragen, Door U, door U alleen, om 't eeuwig welbehagen; Want God is ons ten schild in 't strijdperk van dit leven, En onze Koning is van Isrels God gegeven.
Kindermoment
Lied 397 (OTH) – vers 1 Dit is m'n hand en dat m'n voet 'k Heb ze allebei nodig Waar moet ik heen als héén het niet doet Niets is er overbodig 'k Heb m'n voeten nodig om te lopen En m'n handen om m'n schoenen vast te knopen Hand voet knie oog oor neus keel Alles is nodig niets teveel Alles is nodig niets teveel
Lied 397 (OTH) – vers 2 M'n hand kan niet zeggen tegen m'n voet Ik heb jou niet nodig Stel je es voor dan ging het niet goed Niets is er overbodig Want al kan ik met m'n handen ballen Zonder m'n voeten zou ik op m'n snufferd vallen Hand voet knie oog oor neus haar Alles is nodig voor elkaar Alles is nodig voor elkaar
Verkondiging
Lied 45 (Op Toonhoogte) Vers 1 (allen) Door de wereld gaat een woord en het drijft de mensen voort: ’Breek uw tent op, ga op reis naar het land dat Ik u wijs.’
Lied 45 (Op Toonhoogte) Refrein (allen) Here God, wij zijn vervreemden door te luist’ren naar uw stem. Breng ons saam’ met uw ontheemden naar het nieuw Jeruzalem. 2 Door de wereld gaat een stoet die de ban brak van het bloed. Die bij wat op aarde leeft nu geen burgerrecht meer heeft. Refrein 3 Menigeen ging zelf op pad daar hij thuis geen vrede had. Eeuwig heimwee spoort hem aan laat ook hem uw woord verstaan. Refrein 4 Door de wereld klinkt een lied tegen angsten en verdriet, tegen onrecht, tegen dwang richten pelgrims hun gezang. Refrein 5 Velen, die de moed begaf blijven staan, of dwalen af. Hunk’rend naar hun oude land. Reisgenoten, grijp hun hand. Refrein 6 Door de wereld gaat een woord en het drijft de mensen voort: ’Breek uw tent op, ga op reis naar het land dat Ik u wijs.’
Lied 45 (Op Toonhoogte) Vers 2 (vrouwen) Door de wereld gaat een stoet die de ban brak van het bloed. Die bij wat op aarde leeft nu geen burgerrecht meer heeft.
Lied 45 (Op Toonhoogte) Refrein (allen) Here God, wij zijn vervreemden door te luist’ren naar uw stem. Breng ons saam’ met uw ontheemden naar het nieuw Jeruzalem. 2 Door de wereld gaat een stoet die de ban brak van het bloed. Die bij wat op aarde leeft nu geen burgerrecht meer heeft. Refrein 3 Menigeen ging zelf op pad daar hij thuis geen vrede had. Eeuwig heimwee spoort hem aan laat ook hem uw woord verstaan. Refrein 4 Door de wereld klinkt een lied tegen angsten en verdriet, tegen onrecht, tegen dwang richten pelgrims hun gezang. Refrein 5 Velen, die de moed begaf blijven staan, of dwalen af. Hunk’rend naar hun oude land. Reisgenoten, grijp hun hand. Refrein 6 Door de wereld gaat een woord en het drijft de mensen voort: ’Breek uw tent op, ga op reis naar het land dat Ik u wijs.’
Lied 45 (Op Toonhoogte) vers 3 (mannen) Menigeen ging zelf op pad daar hij thuis geen vrede had. Eeuwig heimwee spoort hem aan laat ook hem uw woord verstaan.
Lied 45 (Op Toonhoogte) Refrein (allen) Here God, wij zijn vervreemden door te luist’ren naar uw stem. Breng ons saam’ met uw ontheemden naar het nieuw Jeruzalem. 2 Door de wereld gaat een stoet die de ban brak van het bloed. Die bij wat op aarde leeft nu geen burgerrecht meer heeft. Refrein 3 Menigeen ging zelf op pad daar hij thuis geen vrede had. Eeuwig heimwee spoort hem aan laat ook hem uw woord verstaan. Refrein 4 Door de wereld klinkt een lied tegen angsten en verdriet, tegen onrecht, tegen dwang richten pelgrims hun gezang. Refrein 5 Velen, die de moed begaf blijven staan, of dwalen af. Hunk’rend naar hun oude land. Reisgenoten, grijp hun hand. Refrein 6 Door de wereld gaat een woord en het drijft de mensen voort: ’Breek uw tent op, ga op reis naar het land dat Ik u wijs.’
Lied 45 (Op Toonhoogte) Vers 4 (vrouwen) Door de wereld klinkt een lied tegen angsten en verdriet, tegen onrecht, tegen dwang richten pelgrims hun gezang.
Lied 45 (Op Toonhoogte) Refrein (allen) Here God, wij zijn vervreemden door te luist’ren naar uw stem. Breng ons saam’ met uw ontheemden naar het nieuw Jeruzalem. 2 Door de wereld gaat een stoet die de ban brak van het bloed. Die bij wat op aarde leeft nu geen burgerrecht meer heeft. Refrein 3 Menigeen ging zelf op pad daar hij thuis geen vrede had. Eeuwig heimwee spoort hem aan laat ook hem uw woord verstaan. Refrein 4 Door de wereld klinkt een lied tegen angsten en verdriet, tegen onrecht, tegen dwang richten pelgrims hun gezang. Refrein 5 Velen, die de moed begaf blijven staan, of dwalen af. Hunk’rend naar hun oude land. Reisgenoten, grijp hun hand. Refrein 6 Door de wereld gaat een woord en het drijft de mensen voort: ’Breek uw tent op, ga op reis naar het land dat Ik u wijs.’
Lied 45 (Op Toonhoogte) Vers 5 (mannen) Velen, die de moed begaf blijven staan, of dwalen af. Hunk’rend naar hun oude land. Reisgenoten, grijp hun hand.
Lied 45 (Op Toonhoogte) Refrein (allen) Here God, wij zijn vervreemden door te luist’ren naar uw stem. Breng ons saam’ met uw ontheemden naar het nieuw Jeruzalem. 2 Door de wereld gaat een stoet die de ban brak van het bloed. Die bij wat op aarde leeft nu geen burgerrecht meer heeft. Refrein 3 Menigeen ging zelf op pad daar hij thuis geen vrede had. Eeuwig heimwee spoort hem aan laat ook hem uw woord verstaan. Refrein 4 Door de wereld klinkt een lied tegen angsten en verdriet, tegen onrecht, tegen dwang richten pelgrims hun gezang. Refrein 5 Velen, die de moed begaf blijven staan, of dwalen af. Hunk’rend naar hun oude land. Reisgenoten, grijp hun hand. Refrein 6 Door de wereld gaat een woord en het drijft de mensen voort: ’Breek uw tent op, ga op reis naar het land dat Ik u wijs.’
Lied 45 (Op Toonhoogte) Vers 6 (allen) Door de wereld gaat een woord en het drijft de mensen voort: ’Breek uw tent op, ga op reis naar het land dat Ik u wijs.’
Lied 45 (Op Toonhoogte) Refrein (allen) Here God, wij zijn vervreemden door te luist’ren naar uw stem. Breng ons saam’ met uw ontheemden naar het nieuw Jeruzalem. 2 Door de wereld gaat een stoet die de ban brak van het bloed. Die bij wat op aarde leeft nu geen burgerrecht meer heeft. Refrein 3 Menigeen ging zelf op pad daar hij thuis geen vrede had. Eeuwig heimwee spoort hem aan laat ook hem uw woord verstaan. Refrein 4 Door de wereld klinkt een lied tegen angsten en verdriet, tegen onrecht, tegen dwang richten pelgrims hun gezang. Refrein 5 Velen, die de moed begaf blijven staan, of dwalen af. Hunk’rend naar hun oude land. Reisgenoten, grijp hun hand. Refrein 6 Door de wereld gaat een woord en het drijft de mensen voort: ’Breek uw tent op, ga op reis naar het land dat Ik u wijs.’
Zendingswerk Thailand
Thais zegenlied gezongen door Reinout en Arenda Dat 's HEEREN zegen op u daal'; Zijn gunst uit Sion u bestraal'; Hij schiep 't heelal, Zijn naam ter eer; Looft, looft dan aller heren HEER. (Ps 134 vers 3)
Zegenlied voor Reinout en Arenda (gemeente) Zegen hen op de weg die zij nu gaan. Zegen hen op de plek waar zij straks staan. Zegen hen in alles, wat U van hen verlangt. O God, zegen hen alle dagen lang!
Zegenlied voor Reinout en Arenda Vader, maak hen tot een zegen; ga hen niet voorbij. Regen op hen met uw Geest, Heer, Jezus, kom tot hen als de Bron van leven, die ontspringt, diep in hen. Breng een stroom van zegen, waarin U zelf steeds mooier wordt voor hen!
Zegenlied voor Reinout en Arenda (allen) Zegen ons waar we in geloof voor leven. Zegen ons waar we hoop en liefde geven. Zegen om de ander tot zegen te zijn. O God, zegen ons tot in eeuwigheid!
Zegenlied voor Reinout en Arenda Vader, maak ons tot een zegen; hier in de woestijn. Wachtend op uw milde regen, om zelf een bron te zijn. Met een hart vol vrede, zijn wij zegenend nabij. Van uw liefde delend, waarin wij zelf tot bron van zegen zijn.
Dankgebed en voorbede
Collecten 1. Predikantsplaats 2. Stichting De Hoop 2. College van Kerkrentmeesters
Lied 263 (Weerklank) – vers 1 Hoe lieflijk zijn de voeten van de bode die goede boodschap brengt aan 't heidenland, de blijde tijding dat de harde hand van satan door Gods almacht werd verbroken.
Lied 263 (Weerklank) – vers 2 Hoe groot is het geheim dat lange tijden, Ja, eeuwen lang, verborgen is geweest, Maar nu, alom verkondigd door Gods Geest Op heel de aard de mensen wil verblijden.
Lied 263 (Weerklank) – vers 5 Wit om te oogsten zijn voor hen de velden, Maar ach, er zijn zo weinig werkers, Heer. De oogst is groot. Zend er toch meer en meer Die aan de heidenen uw heil vermelden.
Lied 263 (Weerklank) – vers 6 Heer, zend uw Woord tot hen die U niet zoeken, Tot allen die niet vragen naar uw naam. Breng alle schapen tot uw kudde saam, Breng hen bijeen uit ‘s wereld verste hoeken.
Zegen
Na de dienst is er gelegenheid voor ontmoeting onder het genot van een kopje koffie/thee of iets fris U en jij bent van harte welkom!
Deze kerkdienst wordt met beeld en geluid uitgezonden op Kerkomroep.nl. Uit privacyoverwegingen worden geen opnamen gemaakt van gemeenteleden zonder overleg vooraf.
Zondag 5 november 2017 - avonddienst Voorganger: Ds. T.W. van Bennekom Welkom in deze dienst Zondag 5 november 2017 - avonddienst Voorganger: Ds. T.W. van Bennekom
Welkom en mededelingen
Lied 490 (Weerklank) – vers 1 Jezus neemt de zondaars aan roept dit troostwoord toe aan allen, die verdwaald van Hem vandaan in het donker struik'len, vallen. Hij leert hun zijn wegen gaan, Jezus neemt de zondaars aan.
Lied 490 (Weerklank) – vers 2 Hoop op Hem, heft op uw hoofd, want Hij houdt, dat staat geschreven wat Hij aan ons heeft beloofd. Hij zal ons het leven geven, 't paradijs doen binnengaan, Jezus neemt de zondaars aan.
Stil gebed
Bemoediging en groet
Psalm 31 - vers 1 Op U betrouw ik, HEER der heren, Op U, gelijk 't betaamt; Ai, laat mij nooit, beschaamd, Van Uwen troon teruggekeren; Help mij, op mijn gebeden, Door Uw gerechtigheden.
Psalm 31 - vers 2 Och, neig tot mij Uw gunstig' oren, Schiet haastig toe; dat mij Uw naam een rotssteen zij; Een huis, een welgesterkte toren, Die, op een klip verheven, Mij veiligheid kan geven.
Geloofsbelijdenis
Psalm 100 - vers 1 Juich, aarde, juich alom den HEER; Dient God met blijdschap, geeft Hem eer; Komt, nadert voor Zijn aangezicht; Zingt Hem een vrolijk lofgedicht.
Psalm 100 - vers 4 Want goedertieren is de HEER; Zijn goedheid eindigt nimmermeer; Zijn trouw en waarheid houdt haar kracht Tot in het laatste nageslacht.
Gebed
Schriftlezing Micha Markus 11 vers 25 en 26
Psalm 130 - vers 1 Uit diepten van ellenden Roep ik, met mond en hart, Tot U, die heil kunt zenden; O HEER, aanschouw mijn smart; Wil naar mijn smeekstem horen; Merk op mijn jammerklacht; Verleen mij gunstig' oren, Daar 'k in mijn druk versmacht.
Psalm 130 - vers 2 Zo Gij in 't recht wilt treden, O HEER, en gadeslaan Onz' ongerechtigheden, Ach, wie zal dan bestaan? Maar neen, daar is vergeving Altijd bij U geweest; Dies wordt Gij, HEER, met beving, Recht kinderlijk gevreesd.
Verkondiging
Psalm 103– vers 6 Zo hoog Zijn troon moog' boven d' aarde wezen, Zo groot is ook voor allen, die Hem vrezen, De gunst, waarmee Hij hen wil gadeslaan; Zo ver het west verwijderd is van 't oosten, Zo ver heeft Hij, om onze ziel te troosten, Van ons de schuld en zonden weggedaan.
Psalm 103– vers 7 Geen vader sloeg met groter mededogen Op teder kroost ooit zijn ontfermend' ogen, Dan Isrels HEER op ieder, die Hem vreest; Hij weet, wat van Zijn maaksel zij te wachten, Hoe zwak van moed, hoe klein wij zijn van krachten, En dat wij stof, van jongs af, zijn geweest.
Dankgebed en voorbede
Collecten 1. Predikantsplaats 2. Stichting De Hoop 2. College van Kerkrentmeesters
Lied 490 (Weerklank)– vers 4 Komt gij allen, komt tot Hem. Weest niet meer bedroefd, verslagen. Jezus roept u, hoort zijn stem, kindren van zijn welbehagen, allen moogt gij tot Hem gaan, Jezus neemt de zondaars aan.
Lied 490 (Weerklank)– vers 5 Dit vertroost mij, geeft mij moed, zijn mijn zonden als scharlaken, Hij zal door zijn kostbaar bloed wit als sneeuw mijn leven maken. Hij zal mij terzijde staan, Jezus neemt de zondaars aan.
Lied 490 (Weerklank)– vers 6 Hoe 't geweten spreekt in mij, hoe de wet mij aan wil klagen, Die mij oordeelt, spreekt mij vrij, Hij heeft zelf mijn schuld gedragen, en mijn zonden weggedaan, Jezus neemt de zondaar aan.
Zegen