Basistraining Ontwikkelingsgericht coachen voor werkplekbegeleiders xxxxxxxxxxxxxxx 1/27/2018 Basistraining Ontwikkelingsgericht coachen voor werkplekbegeleiders AOS Bijeenkomst 1 Astrid Wijnands Astrid.Wijnands@hu.nl 06-10063181 Nodig voor deze training: Naambordjes Afronding: eindopdracht en rubric Aap en Giraf Formulier lesobservatie Geeltjes Competentieformulier WB’s (al plaatsen op de site) xxxxxxxxxxxxx
Kennismaking Zet je naam op het naambordje en of je WB of SB bent … … en schrijf er achterop: Waarom vind je het leuk leraren in opleiding te begeleiden? Wat verwacht je van deze training?
Programma Thema: Wat doet een goede begeleider? Kennismaking en introductie op de training Bewustwording van eigen begeleidingsstijl Wat is volgens jou een goede werkplek/stagebegeleider? Competentielijst voor werkplek/stagebegeleider Korte lesobservatie
De training Doelen: Basishouding begeleider bewustwording en ontwikkeling: rolopvatting en balans sturen/volgen situationeel kunnen toepassen; Kennis van programma van de student en kunnen werken met de instrumenten (bv. werken met leerwerkplan, rubric, evaluatieformulier); Kunnen observeren van lessen en voeren van coachings- en evaluatiegesprek n.a.v. lesobservatie; Binnen verschillende soorten gesprekken de student stimuleren tot reflectie en geven van feedback (o.a. gebruiken van reflectiecirkel en verschillende gesprekstechnieken).
De training Hoe bereiken we die doelen? Vraaggestuurd / aansluiten op behoeften Praktijkgericht Dus: Interactie en oefening
De training Materiaal Boek: F. Korthagen (2015). Docenten leren reflecteren Extranet Sharepoint
De training Afronding en certificering 100% aanwezigheid en actieve leerhouding en inzet tijdens de bijeenkomsten Eindopdracht (video van een coachend leergesprek) gemaakt, gepresenteerd en geëvalueerd
Stoelkanteloefening
Aap of Giraf
Balans tussen volgen en sturen Coachen is de ander motiveren om eigen kwaliteiten te gebruiken en te verbeteren ten behoeve van een gezamenlijk doel.
Wat is een goede begeleider? Oefening – denken, delen, uitwisselen Hoe leerde je het docentschap zelf? Van welke begeleider leerde je veel? Waarom? Wat betekent dat voor de manier waarop je nu zelf leraren in opleiding begeleid? Schrijf op de ‘geeltjes’ kenmerken van een goede begeleider.
Basisbehoeften Relatie Competentie Autonomie met SB/WB/docent met medelio’s/collega’s met vak/opleiding Competentie Versterken van geloof en plezier in eigen kunnen Versterken van zelfvertrouwen ‘Ik ben goed in…’ Aanspreken op niveau Autonomie Invloed op het leerproces Keuzemogelijkheden Eigenheid inzetten Deci & Ryan, Luc Stevens Als in voldoende mate is voldaan aan de behoefte aan relatie (anderen waarderen mij en willen met mij omgaan’), aan de behoefte aan autonomie (‘ ik kan het zelf, hoewel niet altijd alleen’) en aan de behoefte aan competentie (‘ik geloof en heb plezier in mijn eigen kunnen’) is er welbevinden, motivatie, inzet en zin in leren. Wordt hier door opvoeders (ook leraren!) tekort gedaan, dan ontstaan voorspelbaar taakhoudings- en motivatieproblemen op school.
Basisbehoeften Noteer Waar zit jouw kracht? Wat wil je ontwikkelen? Bespreek je antwoorden in tweetallen
De werkplekbegeleider Competenties van de werkplekbegeleider Interpersoonlijk en (ped)agogisch Opleidings-didactisch Organisatorisch Werken aan de eigen ontwikkeling
De werkplekbegeleider Scoringsformulier (staat op extranet) Zelfanalyse Leervragen Volgende keer meenemen.
Korte lesobservatie Zichtbaar: Onzichtbaar: gedrag van de leraar (feitelijk te beschrijven) gedrag van de leerlingen (feitelijk te beschrijven) het effect van gedrag (gevoelig voor interpretatie) Onzichtbaar: gedachten en gevoelens van de leraar gedachten en gevoelens van de leerlingen redenen om iets wel of niet te doen
Korte lesobservatie Systematische aanpak: feitelijk beschrijven van gedrag bv. aantekeningen m.b.t. het effect van gedrag zoals jij dat hebt ervaren
Korte lesobservatie Oefening: lesobservatie Vul tijdens het bekijken van de lesopname het observatieformulier in. In groepjes vergelijken en bespreken van verschillen, onderscheid daarbij: waarneembaar gedrag het effect daarvan jouw mening daarover Rapporteren: op welke onderdelen hadden jullie heel verschillend gescoord en waarom?
Korte lesobservatie Nabespreken: observeren leidt tot feedback Voorbeeld: Ik zag dat je begon te praten terwijl nog niet iedereen stil was. Welk effect had dat? Sommige leerlingen verstonden mijn instructie niet. Wat gebeurde daardoor? Ik kreeg veel vragen over de opdracht. Wat voor gevoel kreeg je daardoor? Ik vond het niet fijn. Ik raakte het gevoel van controle kwijt. Wat kun je de volgende keer doen? Wachten tot iedereen echt stil is en dan pas met je instructie te beginnen.
Korte lesobservatie Nabespreken: observeren leidt tot feedback Welke insteek voor het gesprek zou willen beginnen? Noteer een openingszin En dan verder? In tweetallen: Welk effect had dat? Wat gebeurde daardoor? Wat voor gevoel kreeg je daardoor? Wat kun je de volgende keer doen?
Vooruitblik Programma volgende bijeenkomsten Het begeleidingsgesprek Observeren en feedbackgesprek Reflectie en reflectiegesprekken Presentatie video-opname (afronding training)
Afsluiting Lees de achterkant van je naambordje; denk je dat je verwachting zal gaan uitkomen?
Volgende keer 30 november Vul zelfanalyseformulier WB in Formuleer twee leervragen Bezoek het extranet Sharepoint Neem volgende keer mee: Ingevulde competentielijst Je leervragen Het leerwerkplan of de plaatsbepaling van een van de studenten die jij begeleidt Volgende bijeenkomsten: 30-11 / 21-12 / 1-2 / 5e bijeenkomst nog in te plannen.