Openbaarheid van bestuur en hulpverleningszones Prof. dr Openbaarheid van bestuur en hulpverleningszones Prof. dr. Frankie Schram Professor KU Leuven Instituut voor de Overheid, faculteit Sociale Wetenschappen Professor bestuursrecht aan de Antwerp Management School Lid en secretaris van de Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Lid en secretaris van de Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie Plaatsvervangend lid van de Vlaamse Toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer Contactgegevens: frankie.schram@kuleuven.be
Deel I: Begrippenkader en grondslagen
Begrippenkader Openbaarheid = de verplichting die op de overheid rust om aan het publiek informatie/een document te verstrekken Uit eigen beweging = actieve openbaarheid Op verzoek = passieve openbaarheid een rechtstoestand waarin informatie of een document zich bevindt Openbaarmaking kan worden uitgesteld Geheimhouding is dus wezenlijk een tijdelijke toestand, want na verloop van een bepaalde tijd zijn de uitzonderingsgronden niet langer inroepbaar
Begrippenkader Openbaarheidswetgeving = Bevat bepalingen m.b.t. actieve en passieve openbaarheid Biedt ook de mogelijkheid om andere rechten van toegang uit te oefenen dan de publieke toegang Bv. persoonlijk recht van toegang Hieraan verbonden een recht op correctie en aanvulling van bestuursdocumenten voor zover de informatie op de aanvrager betrekking heeft Bv. belangentoegang Maar telkens binnen het kader van een systeem van publieke toegang
Uitbouw van de openbaarheidsregelgeving Verdrag van de Raad van Europa inzake het recht van toegang tot officiële documenten Dubbele grondslag Intern Belgische oorsprong Internationale oorsprong Europese richtlijnen Verdrag van Aarhus Art. 32 G.W. Openbaarheid van bestuur Toegang tot milieu-informatie Art. 23, 4° G.W. Omzettingswetgeving Zelfstandig recht Procedureel recht
Openbaarheid van bestuur als fundamenteel recht Art. 32 G.W.: "Ieder heeft het recht elk bestuursdocument te raadplegen en er een afschrift van te krijgen, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door de wet, het decreet of de regel bedoeld in artikel 134”
Interpretatie art. 32 G.W. Inhoud van het grondwettelijke recht op toegang tot bestuursdocumenten = recht van inzage en kopie op aanvraag: een recht waaruit POSITIEVE verplichtingen voortvloeien voor de overheid! Een subjectief recht Een recht met directe werking Een recht waarop uitzonderingen mogelijk zijn Een grondrecht met een bevoegdheidsverdelende regel Universaliteit recht van toegang op verzoek
Bevoegdheidsverdelende regel bepalen van de modaliteiten: elke wetgever legt voor de administratieve overheden waarvoor hij bevoegd is, de regels vast. het bepalen van de uitzonderingsgronden: elke wetgever legt op grond van zijn materiële bevoegdheden uitzonderingen op die gelden voor alle administratieve overheden. Verder kan elke wetgever het recht van toegang beperken van bestuursdocumenten die zich bij de overheden bevinden die onder zijn bevoegdheid vallen.
Openbaarheidsregelgeving Federale openbaarheidswetgeving Wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur Wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten (enkel voor de niet overgedragen bevoegdheden in het Vlaamse Gewest – volledig van toepassing in het Brussels Hoofdstedelijk en het Waalse Gewest Wet van 5 augustus 2006 betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie Vlaamse openbaarheidswetgeving Decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur
Deel II: Openbaarheidswetgeving en hulpverleningszones
Toepassingsgebied openbaarheidswetgeving Dubbele structuur Volledige van toepassing voor de beoogde besturen Enkel van toepassing voor wat betreft de beperkingen op het recht van toegang op alle besturen Wat zijn hulpverleningszones? Lijken sterk op intercommunales Zijn opgericht door de federale wetgever Zijn geen federale instellingen
Personeel toepassingsgebied federale wetgeving In welke mate vallen de hulpverleningszones onder de bestaande openbaarheidswetgeving? Wet van 11 april 1994 “Deze wet is van toepassing : a) op de federale administratieve overheden; b) op de administratieve overheden andere dan de federale administratieve overheden doch slechts in de mate dat deze wet op gronden die tot de federale bevoegdheid behoren, de openbaarheid van bestuursdocumenten verbiedt of beperkt.” Wet van 12 november 1997 “Deze wet is van toepassing op de provinciale en gemeentelijke administratieve overheden.” Maar slechts voor zover de organieke bevoegdheden niet aan de gewesten zijn overgedragen, bv. brandweer
Personeel toepassingsgebied federale wetgeving In welke mate vallen de hulpverleningszones onder de bestaande openbaarheidswetgeving? Wet van 5 augustus 2006: “§ 1. Deze wet is van toepassing op milieu-instanties bedoeld in artikel 3, 1°, a) en b), waarvan de organisatie en de werking worden geregeld door de federale overheid, evenals op milieu-instanties vermeld in artikel 3, 1°, c), die onder hun toezicht staan. § 2. Deze wet is eveneens van toepassing op de milieu-instanties andere dan deze vermeld in § 1, maar slechts in de mate dat deze wet op gronden die tot federale bevoegdheden behoren, de toegang tot milieu-informatie verbiedt of beperkt.”
Personeel toepassingsgebied federale wetgeving Milieu-instantie: wet van 5 augustus 2006 een rechtspersoon of een orgaan opgericht bij of krachtens de Grondwet, een wet, een decreet of een regel bedoeld in artikel 134 van de Grondwet; een natuurlijke of rechtspersoon die openbare bestuursfuncties uitoefent, met inbegrip van specifieke taken, activiteiten of diensten met betrekking tot leefmilieu; een natuurlijke of rechtspersoon die onder toezicht van een orgaan of persoon als bedoeld onder a) of b) belast is met openbare verantwoordelijkheden of functies of openbare diensten met betrekking tot het milieu verleent. Organen en instellingen met een gerechtelijke bevoegdheid vallen niet onder deze definitie, tenzij ze optreden in een andere functie dan de rechterlijke. De wetgevende vergaderingen en de daaraan verbonden instellingen vallen buiten deze definitie, behalve wanneer zij optreden in een administratieve functie.
Personeel toepassingsgebied Vlaams decreet Decreet volledig van toepassing Decreet enkel van toepassing voor beperkingen Opsomming van organieke bestuursinstanties in art. 4, § 1, 1° - 9° Restcategorie: art. 4, § 1, 10°: Niet opgesomde organieke bestuursinstanties Niet opgesomde milieu-instanties Functionele bestuursinstanties Alle andere instanties (Alle andere instanties in zoverre dit decreet op gronden die tot de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest behoren, de openbaarheid van bestuursdocumenten verbiedt of beperkt.)
Welke openbaarheidswetgeving van toepassing? Bestuursdocumenten die geen milieu-informatie bevatten: Procedureregels: geen wetgeving, maar directe werking van artikel 32 Gw. Uitzonderingsgronden: Federale aangelegenheden: beperkingsgronden in de wet van 11 april 1994 Artikel : Artikel 6, § 1 + 2 Vlaamse aangelegenheden: beperkingsgronden in het decreet van 26 maart 2004 (art. 13 en art. 14)
Welke openbaarheidswetgeving van toepassing? Bestuursdocumenten die milieu-informatie bevatten: Procedureregels: wet van 5 augustus 2006 Uitzonderingsgronden: Federale aangelegenheden: beperkingsgronden in de wet van 5 augustus 2006 Vlaamse aangelegenheden: beperkingsgronden in het decreet van 26 maart 2004 (art. 15)
Deel III: Voorwerp
Bestuursdocument Het begrip bestuursdocument Definitie: Artikel 32 Gw.: niet gedefinieerd, maar wel definitie in de Toelichting: alle informatie, in welke vorm ook waarover een administratieve overheid beschikt Federale wetgeving: “alle informatie, in welke vorm ook waarover een administratieve overheid beschikt” Vlaams decreet: “de drager, in welke vorm ook, van informatie waarover een instantie beschikt” Ook documenten die een personeelslid in zijn bezit heeft Ook bestuursdocumenten die zich in een archief bevinden
Bestuursdocument Toepassing Klachtenbundel Adviezen Foto’s Informatie uit een database Documenten ter voorbereiding van een inspectie Inspectie-instrumenten risico-analyses Alle informatie Ongeacht de drager Ongeacht de vorm Ongeacht de aard Ongeacht de inhoud Ongeacht de herkomst Ongeacht de toestand waarin zich de informatie bevindt
Bestuursdocument Vallen niet onder het begrip bestuursdocument Documenten die niet in het bezit zijn van een administratieve overheid/bestuursinstantie Informatie die niet is gematerialiseerd op een drager Nog niet tot stand gebrachte documenten Documenten die ondertussen zijn verdwenen Geen verplichting voor een bestuur om een bepaald document op te vragen bij een derde, tenzij dit document ter beschikking moet worden gehouden van de administratieve overheid/bestuursinstantie
Bestuursdocument Niet of toch wel? Stukken die deel uitmaken van het dossier dat organen van de rechterlijke macht samenstellen in het kader van het opsporen en vervolgen van daders van strafbare feiten Tenzij deze stukken met toelating van de procureur-generaal werden toegevoegd aan het administratief dossier
Milieu-informatie Milieu-informatie
Milieu-informatie Milieu-informatie in de wet van 5 augustus 2006 Milieu-informatie in het decreet van 26 maart 2004 = “elke informatie, ongeacht de drager en in welke materiele vorm ook, waarover een milieu-instantie beschikt, betreffende: de toestand van elementen van het milieu, zoals de atmosfeer, de lucht, de bodem, het land, het water, het landschap, de natuurgebieden, met inbegrip van vochtige biotopen, kust- en zeegebieden, de biologische diversiteit en haar componenten met inbegrip van de genetisch gemodificeerde organismen en de interactie tussen deze elementen; de toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens met inbegrip van de verontreiniging van de voedselketen, de levensomstandigheden van personen, voorzover zij worden of kunnen worden aangetast door de onder a) bedoelde elementen van het milieu of, via deze elementen, door een van de factoren zoals bedoeld onder d) of door de maatregelen en activiteiten zoals bedoeld onder e) ; = “informatie betreffende a) het milieu; b) maatregelen en activiteiten die aanleiding geven of kunnen geven tot druk op het milieu, alsook de analyses en evaluaties ervan die relevant zijn voor de maatregelen en activiteiten, bedoeld in e); c) de druk die de maatregelen en activiteiten, bedoeld in b), veroorzaken op het milieu via de factoren van milieuverstoring zoals verontreinigingsfactoren; d) de natuur, de cultureel waardevolle gebieden en bouwwerken, de gezondheid, de veiligheid en de levensomstandigheden van de mens en de effecten daarop, telkens voorzover ze worden of kunnen worden aangetast door de toestand van het milieu, de maatregelen en activiteiten, bedoeld in b), of de verstoringsfactoren, bedoeld in c); “ongeacht de drager en in welke materiële vorm ook”
Milieu-informatie milieu-informatie in de wet van 5 augustus 2006 Milieu-informatie in het decreet van 26 maart 2004 c) de toestand van waardevolle cultuurgebieden en bouwwerken, voorzover zij worden of kunnen worden aangetast door de onder a) bedoelde elementen van het milieu of, via deze elementen, door een van de factoren zoals bedoeld onder d) of door de maatregelen en activiteiten zoals bedoeld onder e) ; d) factoren, zoals stoffen, energie, geluid, straling of afval, met inbegrip van radioactief afval, emissies, lozingen en ander vrijkomen in het milieu van stoffen die de toestand van elementen van het milieu zoals bedoeld onder a) of de toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens zoals bedoeld onder b) aantasten of waarschijnlijk aantasten; e) maatregelen en activiteiten die uitwerking hebben of kunnen hebben op het onder a), b), c) of d) bedoelde elementen; Milieu = “de atmosfeer, de bodem, het water, de flora, de fauna en overige organismen andere dan de mens, de ecosystemen, de landschappen en het klimaat” (art. 1.1.2, § 1, 1° DABM) Verontreinigingsfactoren = “vaste stoffen, vloeistoffen, gassen, micro-organismen, energievormen zoals warmte, stralingen, licht, geluid en andere trillingen”
Milieu-informatie milieu-informatie in de wet van 5 augustus 2006 f) maatregelen en activiteiten die tot doel hebben de toestand van elementen van het milieu zoals bedoeld onder a), de toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens zoals bedoeld onder b) of de waardevolle cultuurgebieden en bouwwerken zoals bedoeld onder c) in stand te houden, te beschermen, te herstellen, te ontwikkelen, en druk erop te voorkomen, in te perken of te compenseren; g) kosten-baten - en andere economische analyses en veronderstellingen die worden gebruikt in het kader van de onder e) en f) bedoelde maatregelen en activiteiten; h) verslagen over de toepassing van de milieuwetgeving; “waarover een milieu-instantie beschikt” milieu-informatie die door een milieu-instantie wordt beheerd milieu-informatie die voor een milieu-instantie wordt beheerd informatie die ter beschikking moet worden gehouden van een milieu-instantie gegevens en databases die niet langer door een specifieke milieu-instantie fysiek worden bijgehouden, maar die er wel toegang toe heeft om zich van haar taken te kunnen kwijten milieu-informatie van een milieu-instantie die in een archiefbewaarplaats is gedeponeerd
Deel IV: Praktische modaliteiten
De vorm waarin het recht wordt gekregen Inzage ter plaatse Recht op uitleg (vloeit voor niet-milieu-info voort uit een goede dienstverlening) Recht er een afschrift van te verkrijgen Keuze ligt bij de aanvrager, maar nuancering is nodig Enkel een recht tot bestaande documenten Intellectuele rechten Geen mogelijkheid om documenten uit te lenen Voor milieu-informatie: aanvrager kan ook vorm en formaat kiezen
De wijze van uitoefening van het recht Niet-milieu-informatie: geen regeling – interpretatie in het licht van artikel 32 Gw. Milieu-informatie Aanvraag Vorm: schriftelijk Inhoud: Geen belang Identiteit Vorm waaronder men zijn recht van toegang wil uitoefenen Bestuursdocument of de aangelegenheid waarop het bestuursdocument betrekking heeft
Behandeling verzoek om toegang tot milieu-informatie Registratieverplichting Doorverwijzingsverplichting De ontvangstmelding + toekenning van een controlerecht in het register Eerste onderzoek: formele uitzonderingsgronden Tweede onderzoek: inhoudelijke uitzonderingsgronden Verplichte relatieve uitzonderingsgronden: algemeen belang test In principe geen volledige uitsluiting Beoordeling in concreto Gedeeltelijke openbaarmaking Beslissende instantie: leidinggevende ambtenaar + mogelijkheid tot delegatie Beslissingstermijn: 30 dagen vanaf ontvangst De uitvoering van de beslissing tot openbaarmaking: binnen de dertig dagen
Beroepsmogelijkheden Administratief beroep = een beroep bij het bestuur = georganiseerd administratief beroep = gaat het jurisdictioneel beroep vooraf Organisatie Niet-milieu-informatie: niets voorzien Milieu-informatie: Federale beroepscommisise voor de toegang tot milieu-informatie termijn: binnen de zestig dagen Termijn beslissing: binnen de 30 dagen, maar verlengbaar met 15 dagen
Beroepsmogelijkheden Jurisdictioneel beroep = een beroep bij een rechter De administratieve rechter = Raad van State De jurisdictionele rechter
Procedureregeling Mogelijkheid om een vergoeding te vragen? Niet voor niet-milieu-informatie Milieu-informatie: K.B. van 17 augustus 2007 tot vaststelling van het bedrag van de vergoeding verschuldigd voor het ontvangen van een afschrift van een bestuursdocument of een document met milieu-informatie Uitgangspunt: eerste 50 pagina’s gratis Berekening voor elke aanvraag per bestuursdocument Digitale kopies: gratis Afwijkend: kostprijs + vergoeding portkosten (voorafgaandelijk)
Beroepsmogelijkheden vermelden Juridische grondslag: Art. 8 van de wet van 5 augustus 2006: Elk document waarmee een beslissing of een administratieve rechtshandeling met individuele strekking uitgaande van een milieu-instantie bedoeld in artikel 4, § 1, ter kennis wordt gebracht van een bestuurde, vermeldt de eventuele beroepsmogelijkheden, de bevoegde instanties waarbij het beroep moet worden ingesteld en de geldende vormen en termijnen. Bij ontstentenis neemt de verjaringstermijn voor het indienen van het beroep geen aanvang. Art. 19 R.v.St.-Wet: "De verjaringstermijnen voor de beroepen bedoeld bij artikel 14, § 1, nemen alleen een aanvang op voorwaarde dat de betekening door de administratieve overheid van de akte of van de beslissing met individuele strekking het bestaan van die beroepen alsmede de in acht te nemen vormvoorschriften en termijnen vermeldt. Indien aan die verplichting niet wordt voldaan dan nemen de verjaringstermijnen een aanvang vier maanden nadat aan de betrokkene de akte of de beslissing met individuele strekking ter kennis werd gesteld.”
Deel V: Beperkingen op het recht van toegang
Uitzonderingsgronden: soorten Formele >< inhoudelijke Verplichte >< facultatieve Relatieve >< absolute Uitzonderingsgronden die voor alle overheden gelden >< uitzonderingsgronden die slechts gelden voor diegene waarop de tekst volledig van toepassing is Uitzonderingsgronden die gelden voor milieu-informatie ><uitzonderingsgronden die gelden voor niet-milieu-informatie
Uitzonderingsgronden: soorten Absolute uitzonderingsgrond Relatieve uitzonderingsgrond Art. 6, § 2 W 11 april 1994: “Een federale of niet-federale administratieve overheid wijst de vraag om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument, die met toepassing van deze wet is gedaan, af, wanneer de openbaarmaking van het bestuursdocument afbreuk doet aan de persoonlijke levenssfeer, tenzij de betrokken persoon met de inzage, de uitleg of de mededeling in afschrift heeft ingestemd.” Art. 6, § 1 W 11 april 1994: “Een federale of niet-federale administratieve overheid wijst de vraag om inzage, uitleg of mededeling in afschrift van een bestuursdocument af, wanneer zij heeft vastgesteld dat het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen de bescherming van het uit de aard van de zaak vertrouwelijk karakter van de ondernemings- en fabricagegegevens die aan de overheid zijn meegedeeld.”
Federale uitzonderingsgronden Verplichte relatieve uitzonderingsgronden Artikel 6, § 1 W 11 april 1994 Artikel 27, § 1 W 5 augustus 2006 Verplichte absolute uitzonderingsgronden Art. 6, § 2 W 11 april 1994
Federale uitzonderingsgronden Wet van 11 april 1994 Wet van 5 augustus 2006 Art. 6, § 1, 2° de fundamentele rechten en vrijheden van de bestuurden; Art. 6, § 2, 1° aan de persoonlijke levenssfeer, tenzij de betrokken persoon met de inzage, de uitleg of de mededeling in afschrift heeft ingestemd; Art. 6, § 1, 4° de openbare orde, de veiligheid of de verdediging van het land; Art. 6, § 1, 1° de veiligheid van de bevolking; 1° de fundamentele rechten en vrijheden van de bestuurden en in het bijzonder de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, tenzij de betrokken persoon met de openbaarmaking instemt; 2° de openbare orde, de openbare veiligheid, hierin inbegrepen de fysieke beveiliging van radioactieve stoffen, of de verdediging van het land;
Federale uitzonderingsgronden Wet van 11 april 1994 Wet van 5 augustus 2006 3° de federale internationale betrekkingen van België; 5° de opsporing of vervolging van strafbare feiten; 3° het vertrouwelijk karakter van de federale internationale betrekkingen van België en van de betrekkingen van België met de supranationale instellingen en van betrekkingen van de federale overheid met de gemeenschappen en gewesten; 4° de opsporing of vervolging van sanctioneerbare feiten; 5° de rechtspleging in een burgerlijk of administratief rechtsgeding en de mogelijkheid voor eenieder om een eerlijk proces te verkrijgen;
Federale uitzonderingsgronden Wet van 11 april 1994 Wet van 5 augustus 2006 Art. 6, § 2, 3° aan het geheim van de beraadslagingen van de federale Regering en van de verantwoordelijke overheden die afhangen van de federale uitvoerende macht, of waarbij een federale overheid betrokken is Art. 6, § 1, 6° een federaal economisch of financieel belang, de munt of het openbaar krediet; Art. 6, § 1, 7° het uit de aard van de zaak vertrouwelijk karakter van de ondernemings- en fabricagegegevens die aan de overheid zijn meegedeeld; 6° het geheim van de beraadslagingen van de federale regering en van de verantwoordelijke overheden die ervan afhangen; 7° het vertrouwelijk karakter van commerciële en industriële informatie, wanneer deze informatie wordt beschermd om een gelegitimeerd economisch belang te vrijwaren, tenzij degene van wie de informatie afkomstig is met de openbaarmaking instemt;
Federale uitzonderingsgronden Wet van 11 april 1994 Wet van 5 augustus 2006 8° de geheimhouding van de identiteit van de persoon die het document of de inlichting vertrouwelijk aan de administratieve overheid heeft meegedeeld ter aangifte van een strafbaar of strafbaar geacht feit. Art. 6, § 2, 2° aan een bij wet ingestelde geheimhoudingsverplichting;
Federale uitzonderingsgronden Wet van 11 april 1994 Wet van 5 augustus 2006 Art. 6, § 3, 2° een advies of een mening betreft die uit vrije wil en vertrouwelijk aan de overheid is meegedeeld; 8° wanneer de aanvraag betrekking heeft op een advies of een mening die een derde vrijwillig en vertrouwelijk aan een milieu-instantie heeft meegedeeld en waarvan hij uitdrukkelijk heeft gevraagd het als vertrouwelijk te behandelen tenzij hij met de openbaarmaking instemt; 9° de bescherming van het milieu waarop de informatie betrekking heeft.
Federale uitzonderingsgronden Voor milieu-informatie gelden ook formele uitzonderingsgronden (art. 32) Kunnen afwijzen: milieu-informatie die onvoltooid is of die niet af is en waarvan de openbaarmaking aanleiding kan geven tot misvatting. In elk afzonderlijk geval dient het algemeen belang dat is gediend met openbaarmaking te worden afgewogen tegen het specifieke belang dat is gediend met de weigering om openbaar te maken Moeten afwijzen: 1° de aanvraag kennelijk onredelijk is; 2° de aanvraag kennelijk te algemeen geformuleerd blijft, na een verzoek van de milieu-instantie tot herformulering van de aanvraag
Inhoudelijke uitzonderingsgronden in het openbaarheidsdecreet Absolute/ relatieve uitzonderingsgronden Inhoudelijk Niet-milieu-informatie Milieu-informatie Relatieve Art. 14 Art. 15 Absolute Art. 13
Inhoudelijke uitzonderingen D 26 maart 2004 Niet-milieu-informatie: absolute 1° als de openbaarmaking afbreuk doet aan een geheimhoudingsverplichting, vastgesteld in een aangelegenheid waarvoor de gemeenschap of het gewest bevoegd is; 2° als de openbaarmaking afbreuk doet aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, tenzij de betrokken persoon met de openbaarmaking instemt; 3° als de openbaarmaking afbreuk doet aan het geheim van de beraadslagingen van de Vlaamse regering en van de verantwoordelijke overheden die ervan afhangen, aan het geheim van de beraadslagingen van de organen van het Vlaams Parlement evenals aan het bij wet of decreet bepaalde geheim van de beraadslagingen van de organen van de instanties, genoemd in artikel 4, § 1, 3° tot 10°;
Inhoudelijke uitzonderingen D 26 maart 2004 Niet-milieu-informatie: absolute 4° als het om bestuursdocumenten gaat die uitsluitend ten behoeve van de strafvordering of de vordering van een administratieve sanctie werden opgesteld; 5° als het om bestuursdocumenten gaat die uitsluitend ten behoeve van de mogelijke toepassing van tuchtmaatregelen worden opgesteld, zolang de mogelijkheid om een tuchtmaatregel te nemen blijft bestaan; 6° als het om bestuursdocumenten gaat die informatie bevatten die door een derde werd verstrekt zonder dat hij daartoe verplicht werd en die hij uitdrukkelijk als vertrouwelijk heeft bestempeld, tenzij die persoon met de openbaarmaking instemt.
Inhoudelijke uitzonderingen D 26 maart 2004 Niet-milieu-informatie: relatieve 1° een economisch, financieel of commercieel belang van een in artikel 4, § 1, genoemde instantie; 2° het vertrouwelijk karakter van de internationale betrekkingen van het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap en van de betrekkingen van het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap met de supranationale instellingen, met de federale overheid en met andere gemeenschappen en gewesten; 3° het vertrouwelijk karakter van commerciële en industriële informatie, wanneer deze informatie beschermd wordt om een gelegitimeerd economisch belang te vrijwaren, tenzij degene van wie de informatie afkomstig is met de openbaarheid instemt;
Inhoudelijke uitzonderingen D 26 maart 2004 Niet-milieu-informatie: relatieve 4° de rechtspleging in een burgerlijk of administratief rechtsgeding en de mogelijkheid een eerlijk proces te verkrijgen; 5° de vertrouwelijkheid van het handelen van een instantie voorzover die vertrouwelijkheid noodzakelijk is voor de uitoefening van de administratieve handhaving, de uitvoering van een interne audit of de politieke besluitvorming; 6° de openbare orde en de veiligheid.
Inhoudelijke uitzonderingen D 26 maart 2004 milieu-informatie: algemeen 1° de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, tenzij de betrokken persoon met de openbaarmaking instemt; 2° het geheim van de beraadslagingen van de Vlaamse regering en van de verantwoordelijke overheden die ervan afhangen, het geheim van de beraadslagingen van de organen van het Vlaams Parlement, evenals het bij wet of decreet bepaalde geheim van de beraadslagingen van de organen van de instanties, genoemd in artikel 4, § 1, 3° tot 10°; 3° het vertrouwelijk karakter van bestuursdocumenten die uitsluitend ten behoeve van de strafvordering of de vordering van een administratieve sanctie werden opgesteld; 4° het vertrouwelijk karakter van bestuursdocumenten die uitsluitend ten behoeve van de mogelijke toepassing van tuchtmaatregelen werden opgesteld, zolang de mogelijkheid om een tuchtmaatregel te nemen blijft bestaan;
Inhoudelijke uitzonderingen D 26 maart 2004 milieu-informatie: algemeen 5° de bescherming van de informatie die door een derde werd verstrekt zonder dat hij daartoe verplicht werd en die hij uitdrukkelijk als vertrouwelijk heeft bestempeld, tenzij die persoon met de openbaarmaking instemt; 6° het vertrouwelijk karakter van de internationale betrekkingen van het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap en van de betrekkingen van het Vlaamse Gewest of de Vlaamse Gemeenschap met de supranationale instellingen, met de federale overheid en met andere gemeenschappen en gewesten; 7° het vertrouwelijk karakter van commerciële en industriële informatie, wanneer deze informatie beschermd wordt om een gelegitimeerd economisch belang te vrijwaren, tenzij degene van wie de informatie afkomstig is, met de openbaarheid instemt;
Inhoudelijke uitzonderingen D 26 maart 2004 milieu-informatie: algemeen 8° de rechtspleging in een burgerlijk of administratief rechtsgeding en de mogelijkheid een eerlijk proces te verkrijgen; 9° de vertrouwelijkheid van het handelen van een milieu-instantie, voorzover die vertrouwelijkheid noodzakelijk is voor de uitoefening van de administratieve handhaving, de uitvoering van een interne audit of de politieke besluitvorming; 10° de openbare orde en veiligheid; 11° de bescherming van het milieu waarop de informatie betrekking heeft.
Inhoudelijke uitzonderingen D 26 maart 2004 Milieu-informatie Algemeen Speciale situatie voor emissies: Emissie = “elke inbreng door de mens van verontreinigingsfactoren in de atmosfeer, de bodem of het water” (art. 1.1.2, § 1, 3° DABM) Voorzover de verzochte informatie betrekking heeft op emissies in het milieu, zijn de in § 1,1°, 2°, 5°, 7°, 9° en 1l°, genoemde uitzonderingsgronden niet van toepassing. Voor de in § 1, 3°, 4°, 6°, 8° en 10°, genoemde uitzonderingsgronden wordt in aanmerking genomen of de verzochte informatie betrekking heeft op emissies in het milieu. Seveso-informatie Voor informatie, bedoeld in het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn, zijn de in § 1, 9° en 11°, genoemde uitzonderingen niet van toepassing Kunnen dus niet worden ingeroepen: de vertrouwelijkheid van het handelen van een milieu-instantie, voor zover deze vertrouwelijkheid noodzakelijk is voor de uitoefening van de administratieve handhaving, de uitvoering van een interne audit of de politieke besluitvorming) de bescherming van het milieu waarop de informatie betrekking heeft
Interpretatieregels uitzonderingsgronden Limitatief karakter? “De in artikelen 13 tot 15 bepaalde uitzonderingen gelden onverminderd de andere bij de wet, het decreet of de ordonnantie bepaalde uitzonderingen op de gronden die te maken hebben met de uitoefening van de bevoegdheden van de federale overheid, de gemeenschap of het gewest.” Motivering in concreto Restrictieve interpretatie Gedeeltelijke openbaarmaking
Formele motiveringsverplichting In de akte Juridische en feitelijke overwegingen Afdoende Uitzonderingen zijn mogelijk: Uitwendige veiligheid van de Staat Verstoring openbare orde Afbreuk doen aan de eerbied voor het privé-leven Afbreuk doen aan de bepalingen inzake de zwijgplicht
Intellectuele rechten Inzagerecht en recht op uitleg: geen toelating nodig Kopie: De intellectuele rechten zijn integraal van toepassing. Maar niet: Wanneer het intellectueel recht berust bij de overheid of één of meer ambtenaren Er mag geen sprake zijn van misbruik van recht
Deel V: Actieve openbaarheidsverplichtingen
Actieve openbaarheidsverplichtingen Enkel voor wat betreft milieu-informatie Vermeldingen briefwisseling Verplichting tot vermelding beroepsmogelijkheden Voorstelling organisatie Publiceren van beschikbare milieu-informatie
Deel VI: Toekomst?
Toekomst? Opdracht minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Vereenvoudiging van het bestaande systeem Een vereenvoudiging van het bestaande systeem: onderscheid milieu-informatie en niet-milieu-informatie doen verdwijnen Niet langer verzoek tot heroverweging in de administratieve procedure 1 Commissie in de administratieve beroepsprocedure Het opvullen van leemten in het huidige systeem Instellingen die nog niet onder een regeling vallen binnenbrengen binnen het bestaande systeem Uitbreiding naar administratieve handelingen van niet-administratieve overheden Verhouding verwerking persoonsgegevens en openbaarheid van bestuur Adequate regeling tussen openbaarheid van bestuur en het beroepsgeheim Duidelijke regeling voor geclassificeerde documenten Versterken van het bestaande systeem Commissie krijgt beslissingsgevoegdheid Uitbreiding toepassingsgebied op grond van duidelijk omschreven toepassingsgebied Stok achter de deur voor wie niet meewerkt met de Commissie Adviesbevoegdheid voor de Commissie bij wetsontwerpen en wetsvoorstellen
Toekomst? Opdracht minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Het werkbaarder maken van het bestaande systeem Mogelijkheid tot verlening van de termijnen in het kader van het administratief beroep Monistisch systeem voor jurisdictionele beroepen Meer werken met digitale besluitvormingsprocessen Neerleggen van documenten bij de Commissie binnen een opgelegde termijn en op digitale wijze Verruimen van het bestaande systeem Uitbouw van de actieve openbaarheid van bestuur Versterken van het bestaande systeem Commissie krijgt beslissingsgevoegdheid Uitbreiding toepassingsgebied op grond van duidelijk omschreven toepassingsgebied Stok achter de deur voor wie niet meewerkt met de Commissie Adviesbevoegdheid voor de Commissie bij wetsontwerpen en wetsvoorstellen
Instituut voor de Overheid Meer info KU Leuven Instituut voor de Overheid Anneke Heylen & Inge Vermeulen Parkstraat 45 postbus 03609 B-3000 Leuven 0032 16 32 32 70 io@kuleuven.be www.instituutvoordeoverheid.be frankie.schram@kuleuven.be