Toelichtingsnota: VOCL in het grond- water en geen bron op het KP Bart VANDENBOSSCHE Afdeling Milieupolitie en Bodem Departement Identificatie van verontreinigde.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Risico- & crisiscommunicatie in de Wet Veiligheidsregio’s
Advertisements

Meerdere werknemers in een beperkte ruimte
De rol van RI&E/ARBO begeleide duik (3* duiker)
Bodemkwaliteit Van Heurnstraat / Van Alphenstraat.
Uitvoering Natuurregelgeving door provincies
Risico-onderzoek Nouradine El Baz Afdeling Milieupolitie en bodem Methodologie voor verspreidingsrisico.
Rechtshandelingen van de Unie
Chemie I Contact Dit document is samengesteld door onderwijsbureau Bijles en Training. Wij zijn DE expert op het gebied van bijlessen en trainingen in.
Bepaling van de biotische index
Bodemkwaliteit Oranje Nassaustraat / Oosteinde.
Risico’s en gevaren van techniek
Entiteit-Relatie Model
Bestedende beheerder Een eerste stap naar budgethouderschap.
Vraag en aanbod H1. Vraag van de consument Over het algemeen geldt dat consumenten minder gaan kopen van een product als de prijs hoger wordt. Er bestaat.
Is er nog hoop voor geïnterneerden?
DEELBAARHEID Een stof kan in kleinere deeltjes gesplitst worden.
Hoofdstuk 13 Directe werking van richtlijnen. (2/13) In hoofdstuk 4 hebben we gezien dat: De in een richtlijn opgenomen normen door de lidstaten moeten.
Hoofdstuk 4 Europese wetgeving.
Inhoud van een ontheffingsaanvraag. Kenmerken van het project Kenmerken van de omgeving versus Effecten van het project Toetsen aan welke criteria.
De ontheffingsnota: een praktijkvoorbeeld Ir. Barbara Vael afdeling Water 24 mei 2005.
Taskforce Mobiliteitsmanagement:
Bodemregelgeving en risico’s Victor Dries. Opbouw –Preventie –Preventie faalt –Het verleden –Saneringsplicht –Informatie-opbouw –Risico-evaluatie –Ernstige.
Evaluatie Standaardstoffenpakket Rijkswateren Frank Lamé Deltares.
Leeftijdsonderscheid in het pensioenakkoord ? Inleiding op de bijeenkomst van de Vereniging voor Pensioenrecht 6 december 2011.
Time for change?! Congres CNV Publieke zaak Utrecht, 25 juni 2010 Dr. mr. Steven F.H. Jellinghaus.
Powerpoint template Gemeente Maasdriel.
Dematerialisatie, toegang tot info en versturen van digitale rapporten Marie VERKAEREN Afdeling Milieupolitie en Bodems Departement Identificatie van verontreinigde.
Databank Ondergrond Vlaanderen Situering van een beleidsdomeinoverschrijdend project Van Damme Marleen DOV-coördinator Afdeling Land en Bodembescherming,
Cees de Heer Jan Kliest RIVM Moerdijk vanuit het perspectief
Informatieavond Bewoners
Doelstelling informatie formulier Geheugensteun Mogelijkheid om naderhand vragen schriftelijk beantwoord te krijgen Verzamelen van gegevens over wat er.
Wet- en regelgeving inzake stoken in Nederland
Acceptatiemanagement conform B-Accept Winand van Drenth
Gezonde werknemers in Vervuilde grond Sectoraanpak Grond- Weg- en Waterbouw Leoniek van der Vliet, Programmaleider GWW.
Doorwerking van MER in ruimtelijke besluiten in NL
Nieuw toetsprogramma BRIS werkt samen met deskundigen aan een nieuw toetsprogramma voor het toetsen van een bouwvergunning of een veilig gebouw.
Bernadette Vermeer, arts Medisch Milieukundige Monique Scholtes, adviseur Milieu& Gezondheid Toelichting risicobeoordeling bodemverontreiniging Gilze Rijen,
Hfdst 18 Staandehouden Blz
Bernadette Vermeer, arts Medisch Milieukundige Toelichting risicobeoordeling bodemverontreiniging Gilze Rijen, mei 2013.
Uitgevoerd bodemonderzoek
Grondverzet Thomas De Vriese, Grondwijzer vzw. Inhoud  Rechten en plichten van de diverse actoren  Intepretatie van een bodemonderzoek: kwaliteit en.
NATIONALE POLITIE MINISTERIE VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE.
De Bouwrecht Dag Academie voor de Rechtspraktijk 25 september 2014
Laatste ontwikkelingen BRL SIKB 2100 Aanpak knelpunten in BRL en protocol Arthur de Groof VOTB Mereveld, Utrecht, 21 april 2015.
Wat is er gebeurd 26 november 2013 Erik Waeijen. Wat is er gebeurd.
Francée Aarts Arts Medische Milieukunde GGD Rivierenland, Tiel.
ISV3 en sanering A- lijst woningen Stand van zaken en voorgenomen aanpak Maastricht, 10 maart 2010.
Getuigschrift basiskennis bedrijfsbeheer Voor hogescholen en universiteiten.
Incident Graetheide 26 november Inhoud Samenstelling Nafta Bodemopbouw en grondwater Uitvoering onderzoek – Voorbereiding – Bodem en grondwater.
Bemestingsplan Hoe werkt dat?. voorbeeld Op een serie van feesten heb je bonnen voor Nasi, Pils en Kroketten. Na het vorige feestje had je nog 6 nasibonnen,
Taak Bouwpathologie Jonas Ravijts 2 MAK
Gegarandeerde Aflevering. p. 2  Referte : unieke identificatie van berichten, vragen en antwoorden Vraag / Antwoord : De afzender dient voor elke vraag.
Subtitel Bewonersavond Doorn, 20 juni 2016, Adri Nipshagen Resultaten (model)onderzoek fasegebied 3 t.p.v. Huis Doorn.
Inhoud van een ontheffingsaanvraag
Infosessie projectoproep
Dematerialisatie, toegang tot info en versturen van digitale rapporten
Grondwaterkwaliteit in de Omgevingswet
Veranderopgave handhaving
Project Handvatten Omgevingsplan
Voeding Kenmerken van voeding.
Programma’s onder de Omgevingswet ruimte voor ontwikkeling, waarborg voor kwaliteit Nicole Hardon 12 juni 2018.
SOM en Vlaams Welzijnsverbond
Bestek aanpassingen mei 2018
Zouten 6.4.
Decentrale regels: Wat is de omgevingsverordening?
Wat is de waterschapsverordening?
LEER BRIDGE MET BERRY WESTRA DEEL 3
<naam van kolonie>
Sanne van Beek en Willisa Kragt
Aardrijkskunde 7.6 Relaties 7.5 Weer 7.4 Klimaat
Transcript van de presentatie:

Toelichtingsnota: VOCL in het grond- water en geen bron op het KP Bart VANDENBOSSCHE Afdeling Milieupolitie en Bodem Departement Identificatie van verontreinigde bodems

● Vaststelling van een verontreiniging met gechloreerde solventen in het grondwater tijdens de uitvoering van het VBO en geen bron op het perceel Artikel 69, §4 van de Ordonnantie stelt: " Als een vermoeden bestaat dat de verontreiniging van een perceel het gevolg is van de verspreiding van verontreiniging vanaf een ander perceel, kan het Instituut de uitvoering verplicht stellen van een gedetailleerd onderzoek op het perceel dat duidelijk geïdentificeerd is als het perceel dat de kern van de verontreiniging bevat." Vermoeden van verontreiniging: gemotiveerd door de conclusies van een VBO waaruit een verhoging blijkt door vergelijking met de resultaten van een al goedgekeurd bodemonderzoek / de conclusies van een GO waaruit blijkt dat de verontreiniging de grenzen van het desbetreffende KP overschrijdt.

een GO opsturen met minstens de volgende elementen:  de stromingsrichting van het grondwater (altijd op basis van geotechnische kaarten, per nivellering als site voldoende groot is,...)  Verticale afperking niet nodig, MAAR als er elementen zijn (bv. conc > 10 % oplosbaarheid), die wijzen op een mogelijke zinklaag -> bijkomend onderzoek noodzakelijk  minstens de historiek van het perceel stroomopwaarts om de aanwezigheid na te gaan van een eventuele bron (geen bron? -> contact opnemen met BIM-agent om na te gaan of er andere onderzoeken gekend zijn met solventverontreinigingen stroomopwaarts van het perceel)

Bron op het stroomopwaarts gelegen perceel:  Boren ter hoogte van deze bron  Als het resultaat bevestigt dat het om de bron gaat: op basis van art. 69 §4 dient er door het BIM op basis van het GO van het stroomafwaarts gelegen perceel een GO aan het bronperceel gevraagd te worden  De deskundige spreekt zich uit over het type en de leeftijd van de verontreiniging om de persoon te identificeren die belast zal worden met de uitvoering van het onderzoek, conform artikel 69 §4

Geen bron op het stroomopwaarts gelegen perceel:  minstens één peilbuis op het stroomopwaarts gelegen perceel plaatsen  Bij concentraties van dezelfde grootorde of hoger kan de deskundige besluiten dat het om een weesverontreiniging gaat (het type moet uiterlijk in het GO bepaald worden)  Uitvoering van een RO op het stroomafwaarts gelegen perceel Opmerking: type van verontreiniging kan later veranderen

4 vragen in verband met de bepaling van het verspreidingsrisico  Bestaat er een risico, rekening houdend met de hydrogeologische kenmerken van het terrein, dat de verontreinigende stoffen die in het grondwater of in de bodem zitten binnen de 15 jaar één van de receptoren kunnen bereiken?  De deskundige kan bovenstaande vraag met 'neen' beantwoorden, als de volgende voorwaarden tegelijkertijd vervuld zijn: ›verontreiniging alleen aanwezig in het grondwater; ›de concentraties van de verontreinigende stoffen op de verschillende getroffen percelen zijn van dezelfde grootorde; ›er werd geen kern waargenomen.  Mogelijke conclusie: “Onvoldoende elementen om een conclusie te formuleren”

4 vragen in verband met de bepaling van het verspreidingsrisico  Is de verontreinigende stof in zodanige hoeveelheden aanwezig dat ze leidt tot de vorming van puur product in vrije fase waaronder een drijflaag/zinklaag?  deze vraag altijd beantwoorden  Moet een uitbreiding van het volume van het verontreinigde water gevreesd worden in die mate dat aanzienlijk meer middelen moeten worden ingezet voor sanering of risicobeheer?  deze vraag hoeft niet beantwoord te worden (het volume is niet bekend)  Is de verontreinigende stof aanwezig in die hoeveelheden en in die vorm dat een verticaal transport (in het bijzonder via uitloging) kan worden aangetroffen in de onverzadigde zone?  het antwoord op deze vraag zal altijd 'neen' zijn, aangezien het om solventen in de verzadigde zone gaat.

8 EINDE Bedankt voor uw aandacht. Zijn er nog vragen of opmerkingen?