Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP Ruimtelijke nabijheid en duurzaam verplaatsingsgedrag in Vlaanderen dr. ir. Kobe Boussauw

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Zelf waarde maken in de wijk Jan Brouwer Ede, 18 mei 2011.
Advertisements

Beleid vervroegd doorschuiven jeugd naar dames en heren 1 Oktober 2012.
Samenvatting: Stedelijke gebieden
Leefbaarheid & wonen en voorzieningen Anders organiseren in West Brabant.
Reistijdbetrouwbaarheid
Europa en duurzame mobiliteit commentaar op COM(2006)314 Prof. Stef Proost Center for Economic Studies KULeuven.
Expertmeeting 3 Kansen en initiatieven tussen regionale en locale economie.
Geografisch InformatieSysteem (GIS)
Ruimte voor wonen 1 Stephaan Barbery dienst ruimtelijke planning 26 november 2009.
GrondGebruiks modellering, Toepassing Land Use Scanner in Suriname.
GOBIKE Geïntegreerde vervoer & service verlener. TREND Blijvende groei behoefte mobiliteit Duurzame mobiliteit Effectiever gebruik vervoermiddelen.
Modellering ruimtelijke gevolgen van infrastructuur op GrondGebruik met de LandUseScanner.
OV en Ruimte Effecten van beter OV,ruimtelijk beleid en flankerend beleid. Is het geheel meer dan de som der delen? Hans Hilbers, PBL.
Par 3.1: Van stad naar stedelijke zone
Demografie, human capital, en de vraag naar woningen
Standaardisatie prestaties VVT
WERKPLAATS KANSRIJK PLATTELAND SAMEN AAN HET WERK VOOR EEN DUURZAAM EN KANSRIJK PLATTELAND.
Is de thuiszorg onderontwikkeld in Vlaanderen en België? Studienamiddag VFDT en HIVA – 31 oktober 2008 De uitbouw van een dynamisch woonzorgbeleid in Vlaanderen.
Jong geleerd, fout gedaan?
Gegevensverwerving en verwerking
Inferentie voor regressie
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)
Voorspellende analyse
Logistische regressie
Woon-werkdynamiek in de Randstad W oningbouw in de Noordvleugel als voorwaarde voor economische groei Frank van Oort, Thomas de Graaff, Gusta Renes & Mark.
Strategische doelen van het hbo en de arbeidsmarkt Kees Zandvliet SEOR Erasmus School of Economics Presentatie voor de themabijeenkomst ‘Nieuw licht op.
1 woensdag 2 november 2011 Meetmethode landbouwverkeer Resultaten N358 – Fryslân dr.ir. Geertje Hegeman – DHV ir. Harm Dijkstra – Provincie Fryslân.
Powerpoint template Gemeente Maasdriel.
WERKPLAATS KANSRIJK PLATTELAND SAMEN AAN HET WERK VOOR EEN DUURZAAM EN KANSRIJK PLATTELAND.
De alternatieven voor warmte in de gebouwde omgeving, een globale beschouwing Teus van Eck Rotterdam 12 september 2006.
SOCIAAL HUREN IN VLAANDEREN Sien Winters. INLEIDING 1994: iedereen heeft recht op behoorlijke huisvesting 1997: recht opgenomen in Vlaamse Wooncode Sociale.
Beleidsnota Mobiliteit Toelichting aan de pers 30 november 2004 Kathleen Van Brempt Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke.
Herstructurering Sociaal Domein
Netwerkanalyse Zuidvleugel
Spelen met een bak getallen
Hervorming Streekbeleid – Resoc/Serr-werking
Regio West-Brabant Paul Vermeulen Programmamanager Ruimtelijke Ontwikkeling, Wonen en Leefbaarheid “Ontkoppelen behoud en bereikbaarheid voorzieningen”
Hoofdstuk 4 Bevolkingsontwikkelingen in de wijk.
PLATOS Colloquium 2016 William van Genugten Rens van Overdijk Het optimaliseren van fietsgedrag in verkeersmodellen.
Heike Delfmann / Lectoraat Veranderend Ondernemerschap NHL 1.
Werkpakket 1: Polycentrisme Polycentrisme als leidend concept voor analyse en toekomstig ruimtelijk beleid dr. Veronique Van Acker (promotor: prof. dr.
Meer bereiken door ruimtelijk inrichten Barry Zondag 9 maart 2016.
Mobiliteitsvisie Oss Podiumbijeenkomst 4 februari 2010 Ellen Neelen.
Studiedagen ‘Wonen in Vlaanderen’ 1 Wonen in Vlaanderen Een nieuw beleid voor de private huurmarkt? 20 april 2007De Schelp, Vlaams Parlement Studiedagen.
Werkt voor u De woningcorporatie standaard voor functieopbouw, functiewaardering, mobiliteit en ontwikkeling. Doet u mee? Resultaatgebieden binnen woningcorporaties.
Detailhandelsvisie Teylingen. Opbouw avond Introductie - belangrijkste conclusies laten zien - belangrijkste actiepunten laten zien Uitwerken - belangrijkste.
Steunpunt Ruimte – Workshop 4, 14 november 2013 Korte afstanden en centrale plaatsen: Toepassing op de lagere scholen in het referentiegebied Kobe Boussauw,
Mobiliteit en Transport LEF-sessie 1 8 maart 2013 Slimmer en ander mobiliteitsgedrag Inleiding Bert van Wee, TUDelft/TRAIL.
` Thema avond gemeenteraad Neder-Betuwe Bestemmingsplan Waalwaard en mogelijke verplaatsing De Beijer BV Patricia van Eijndthoven 29 maart 2011.
Centrumvisie Zeeland Presentatie 29 september 2010.
Seminar asset management provincie Noord-Holland Grip op beheer en MEER Asset management in de gemeente Houten 4 maart 2015.
Kaderstellende discussie Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan Commissie EMG,19 maart 2004.
WP 1 – Deelstudie 1: Intrastedelijk polycentrisme en dagelijkse verplaatsingen dr. Kobe Boussauw Universiteit Gent Vakgroep Geografie en Afdeling Mobiliteit.
Nabijheid, bereikbaarheid en duurzaamheid in polycentrische stedelijke systemen Kobe Boussauw, Joren Sansen, Michiel van Meeteren & Ward Ronse promotoren:
1 ° i n f o a v o n d _ w o o n u i t b r e i d i n g s g e b i e d G e l l i k _ 20/
Auteur: Anneke de Jong, Marja Legius en Lieven De Maesschalck Datum: 30 maart 2016 Onderzoekend vermogen.
Maatschappelijke kosten en baten (MKBA) van re-integratie van mensen met grote afstand tot de arbeidsmarkt Prof Dr Alex Burdorf ism Dr Merel Schuring Afdeling.
Annelore Van der Eecken, Robin Kemper, Ilse Derluyn & Lieve Bradt
Gezondheid & de Omgevingswet
Ontwikkelingen Peuterspeelzaal
Nationaal Parkeercongres 2017
Disclosure belangen NHG spreker
Personenverkeer werkgever
GRS Wetteren – deelstudie mobiliteit
het aanbod van parkeren bij hoog | stedelijk wonen
Woonaanbod in de dorpskern van Reningelst.
Met NS vliegensvlug door West-Europa De trein als alternatief voor vliegen op afstanden tot 700 km 22 november 2018 Kaj Mook – Hoofd Business Development.
Voorspellende analyse
Duurzame mobiliteit in landelijk gebied
Waarom een VAN PARIJS NAAR NHN
Transcript van de presentatie:

Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP Ruimtelijke nabijheid en duurzaam verplaatsingsgedrag in Vlaanderen dr. ir. Kobe Boussauw

Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP 1. Inleiding Vraagstelling: Hoe kan het inzicht in de wisselwerking tussen personenmobiliteit en ruimtelijke ontwikkelingen vergroot worden, rekening houdend met een context van klimaatbeleid en peak-oil? Onderzoeksvraag: Tot op welke hoogte is de wederzijdse ruimtelijke nabijheid tussen potentiële bestemmingen bepalend voor de dagelijks afgelegde afstanden in Vlaanderen, en wat betekent dit in de context van peak-oil en klimaatwijziging?

Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP Korte voorstelling van de gebruikte concepten: Ruimtelijke nabijheid versus bereikbaarheid: nabijheid: geassocieerd met fysieke afstand bereikbaarheid: eerder geassocieerd met reistijd (tijdsafstand) Aspecten van duurzaam verplaatsingsgedrag: het reduceren van de vraag naar mobiliteit door substitutie modale verschuiving, weg van de privé-auto op fossiele brandstof afstandsreductie door ruimtelijke ordening het verhogen van de efficiëntie door technologische innovatie Relatie tussen ruimtelijke nabijheid en duurzame mobiliteit: voornamelijk te vinden in afstandsreductie (maar ook modal shift) visueel voorgesteld in volgende slides

Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP 2. Eenvoudig voorbeeld

Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP De realiteit is echter veel complexer. Enkele voorbeelden: - stadsregio’s - sprawl - samengroeiende stedelijke gebieden -lange-afstands- pendel - vrijetijds- en luchtverkeer

Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP 3. Redenen om dit verband te bestuderen - opwarming van de aarde - peak-oil (olieschaarste)

Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP 4. Theoretisch kader

Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP 5. Voorbeelden van indicatoren voor ruimtelijke nabijheid arbeidsbalans minimale pendelafstand (op basis van woonplaats) minimale pendelafstand (op basis van werkplaats) gewogen nabijheid tot quasi-dagelijks bezochte faciliteiten (bv. scholen, crèches, supermarkten, huisartsen, restaurants, sportcentra,... )

Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP arbeidsbalans

Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP minimale pendelafstand (op basis van woonplaats)

Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP minimale pendelafstand (op basis van werkplaats)

Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP gewogen nabijheid tot quasi-dagelijks bezochte faciliteiten (kortst mogelijk gemiddeld wekelijks traject per gezin, voor een selectie van faciliteiten)

Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP 6. Voorbeelden van afgeleide indicatoren voor duurzaamheid van de ruimtelijke structuur in functie van mobiliteit pendelenergieprestatie (~dagelijkse pendelafstand vanuit de woonlocatie) gemodelleerde verwachte mobiliteitsproductie per (nieuwe) inwoner voor alle quasi-dagelijkse verplaatsingen samen

Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP Dagelijks energieverbruik per inwoner (pendelaar) in het woon-werkverkeer (kWh)

Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP

Ruimtelijke distributie van de verwachte gegenereerde dagelijkse mobiliteit (pkm) op basis van kenmerken van ruimtelijke nabijheid

Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP De laatste kaart is gebaseerd op een statistisch model (lineaire regressie) en schat de mobiliteitsproductie per inwoner op basis van kenmerken van ruimtelijke nabijheid: Afhankelijke variabele: dagelijks afgelegde afstand (op basis van woonlocatie) Onafhankelijke variabelen: bevolkingsdichtheid, ruimtelijke diversiteit en nabijheid van diensten Controlevariabelen: leeftijd, geslacht, opleidingsniveau en inkomen

Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP 7. Algemene conclusies en beleidsaanbevelingen Het veronderstelde verband tussen indicatoren voor ruimtelijke nabijheid en afgelegde afstand is statistisch significant, maar eerder zwak. Ruimtelijke uitdijing is slechts deels verantwoordelijk voor de groei van de mobiliteit. Pogingen om mobiliteitspatronen te doen krimpen op basis van ruimtelijk beleid zijn gedoemd om tot teleurstellende resultaten te leiden, tenzij in combinatie met andere maatregelen. Compacte ontwikkeling kan de effecten van niet-ruimtelijk mobiliteitsbeleid wel faciliteren. Uitgaande van voortdurend stijgende olieprijzen zal het belang van ruimtelijke nabijheid toenemen (ook in statistische resultaten) Compacte ontwikkeling en versterking van agglomeratie-effecten is wellicht de beste strategie om bovenmatige dagelijkse mobiliteit te ontmoedigen en ons voor te bereiden op het einde van de goedkope olie

Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP 8. Mogelijke vertaling naar ruimtelijk beleid Bijkomende woningen zoveel mogelijk in of onmiddellijk aansluitend bij de agglomeraties (> inwoners), in hoge dichtheid (>> 25 won./ha -> inw./ha) en op basis van een goede ruimtelijke mix (jobs en voorzieningen in centra en subcentra en fijne korrel) Binnen de agglomeraties moet een uitgebalanceerde ruimtelijke distributie van voorzieningen worden nagestreefd in centra en subcentra Kleinstedelijke gebieden moeten een volwaardig aanbod aan jobs en voorzieningen aanbieden aan de inwoners van het omliggende buitengebied, zodat de noodzaak voor verplaatsingen naar de agglomeraties beperkt wordt. Bijkomende woningen zijn in principe echter niet gewenst in de kleinstedelijke gebieden en het buitengebied, aangezien deze bijkomend lange-afstandsverkeer genereren. Voorbeeld van toepassing voor Vlaanderen: volgende slide

Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP Mogelijk ruimtelijk ontwikkelingsperspectief op basis van maximale bereikbaarheid in combinatie met een minimale hoeveelheid verkeer

Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP 9. Ten slotte: cartografische overzicht van indicatoren van ruimtelijke nabijheid per provincie

Kobe Boussauw – 17/02/2012 – ARP 9. Ten slotte: Geschiktheidsklasse voor bijkomende woningen