Hoofdstuk 7 De arbeidsduur 1Arbeidsrecht – Hoofdstuk 7 De Arbeidsduur
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 2 Vooraf Arbeidsduur is in de arbeidswet bijzonder complex geregeld Opgebouwd rond een reeks basisprincipes: – Begrenzing van het aantal uren dat een individuele werknemer mag werken – Maximumgrenzen en regels over pauzes en rusttijden – Verbod op Nachtarbeid Zondagsarbeid Arbeid op feestdagen – Bijzondere regels voor sommige categorieën van werknemers Jeugdige werknemers Zwangere vrouwen
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 3 Toepassingsgebied Algemeen principe – Zeer ruim toepassingsgbied voor de arbeidswet – Iedereen die arbeid verricht in een band van ondergeschiktheid, en iedereen die mensen tewerkstelt in een ondergeschikt verband Uitsluitingen – Overheid – Huisarbeiders – Familieondernemingen – Artsen, veeartsen, tandartsen, specialisten en de studenten-stagiairs voor deze beroepen
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 4 Toepassingsgebied – Varend personeel in de visserij – Handelsvertegenwoordigers – Dienstboden – Varend personeel in de luchtvaart – Bij KB aangewezen leidinggevend of vertrouwenspersoneel
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 5 Begrip arbeidsduur Algemeen (art. 19 arbeidswet) – Arbeidsduur = de tijd dat het personeel ter beschikking staat van de werkgever – Kan uitgebreid worden bij wet, KB of cao Vb. Deeltijdse leerplicht, vervoersector Wacht- en reservediensten – Discussies in rechtspraak – Criterium dat nogal eens gebruikt wordt: in welke mate wordt de vrijheid van de werknemer ingeperkt?
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 6 Begrip arbeidsduur Verplaatsingstijd – Staat de werknemer nog ter beschikking van de werkgever of niet? Verplaatsingen woon-werkverkeer: niet Verplaatsingen tussen twee arbeidsplaatsen: wel Discussiepunt: eerste verplaatsing van thuis naar klant?
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 7 Minimumgrenzen arbeidsduur Minimale grenzen per werkperiode: 3-urenregel – Artikel 21 arbeidswet: elke werkperiode moet minstens 3 uur duren – Afwijkingen mogelijk Algemene afwijkingen voor bepaalde categorieën bij KB Specifieke afwijkingen via cao (sector – onderneming) – Sanctie bij overtreding: geen loonwaarborg Minimale grenzen per week: 1/3-regel – Artikel 11bis arbeidswet: wekelijkse arbeidsduur voor deeltijdse werknemer moet minstens 1/3 van de voltijdse wekelijkse arbeidsduur zijn
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 8 Minimumgrenzen arbeidsduur – Afwijkingen mogelijk Algemene afwijkingen voor bepaalde categorieën bij KB Specifieke afwijkingen via cao (sector – onderneming) Arbeidscontracten van minder dan één week – Sanctie bij overtreding: loonwaarborg tot 1/3-grens Minimumlimiet bij nachtarbeid – Nachtarbeid = arbeidsregeling die gewoonlijk prestaties voorziet tussen 20 uur en 6 uur – Principieel verbod op nachtarbeid, maar zeer veel uitzonderingen op dit verbod
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 9 Minimumgrenzen arbeidsduur – Dagelijks werkrooster van werknemer die gewoonlijk nachtprestaties levert moet per dag evenveel uren bevatten als de voltijdse werknemers, met een minimum van 6 uren – Afwijkingen mogelijk via cao
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 10 Pauzes en rusttijden Pauzetijden tijdens een werkdag – Algemeen Men mag zonder onderbreking nooit langer dan 6 uur werken Vanaf 6 uur werken moet er een pauze van minstens 15 minuten zijn Vastleggen van de duurtijd van pauzes – Via een cao in de sector of onderneming – Via KB indien de werkgever niet onder toepassingsgebied cao-wet valt – Suppletoire regeling in arbeidswet: » Minstens 15 minuten nadat er 6 uur ononderbroken gewerkt werd – Uitzonderingen Bij voorgekomen of dreigend ongeval
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 11 Pauzes en rusttijden Jeugdige werknemers – Vanaf 4 uur en 30 minuten ononderbroken arbeid hebben zij recht op een pauze van minstens 30 minuten – Is de arbeidstijd 6 uur, dan hebben zij recht op minstens 60 minuten pauze, waarvan minstens 30 minuten ineens moeten genomen worden – Bij KB mag hiervan worden afgeweken Kinderarbeid – Kinderen tot en met 6 jaar: 30 minuten pauze na 2 uur arbeid – Kinderen van 7 tot en met 11 jaar: 30 minuten pauze na 3 uur arbeid – Kinderen van 12 tot einde voltijdse leerplicht: 30 minuten pauze na 4 uur arbeid
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 12 Pauzes en rusttijden – Borstvoedingspauzes (zie hoofdstuk 5) – Pauzes ingevolg de temperatuur (art. 148decies ARAB) Rusttijd per etmaal – Meerderjarige werknemers hebben per periode van 24 uur recht op een verplichte rustpauze van minstens 11 opeenvolgende uren tussen het einde en het begin van een werkdag – Minderjarige werknemers Minstens 12 uur voor jeugdige werknemers Minstens 14 uur voor kinderen
Pauzes en rusttijden Rusttijd per week – Per periode van 7 dagen moet de rustperiode tussen twee werkdagen gevoegd worden bij de zondagsrust (of de inhaalrust voor werken op zondag) – Rustpauze per week is dus = 35 uren Uitzonderingen – Werken als gevolg van een dreigend of voorgekomen ongeval in de onderneming of bij derden – Dringende arbeid aan machines en materieel in de onderneming of bij derden Arbeidsrecht – Hoofdstuk 7 De Arbeidsduur 13
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 14 Pauzes en rusttijden – Onvoorziene werken – Activiteit is onderverdeeld in verschillende werkperioden – Bv. in de horeca, in ziekenhuizen … – Ploegenwisseling Opgelet: het is verboden om in twee opeenvolgende ploegen tewerkgesteld te worden – Andere gevallen bepaald in een algemeen verbindend verklaarde cao
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 15 Maximumgrenzen van de arbeidstijd Grenzen per dag – In principe: arbeidsdag niet langer dan 8 uur per dag Dag = astronomische dag die begint op 0 u en eindigt op 24 u Deze 8 uren moeten tussen 6 u en 20 u gepresteerd worden (wegens het principieel verbod op nachtarbeid) In bijzondere gevallen wordt deze daglimiet echter opgetrokken Grenzen per week – In principe: wekelijkse arbeidsduur niet langer dan 40 uur per week Week = reeks van 7 opeenvolgende dagen die aanvangt op maandag
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 16 Maximumgrenzen van de arbeidstijd – Van de 40- naar de 38-urenweek vanaf 1 januari 2003 Tot 31 december 2002 (stimulans via patronale RSZ- vermindering) konden de ondernemingen kiezen op welke wijze deze arbeidsduurvermindering werd doorgevoerd – Effectieve vermindering van de wekelijkse arbeidsduur naar 38 uur met behoud van loon (uurloon moet dan verhoogd worden, bv. met 40/38) – Ofwel een vermindering tot een gemiddelde van 38 uur via ADV- dagen » Per uur boven de 38 uur per week: 6 ADV-dagen » Indien de ADV-dagen betaald worden, moet het uurloon niet aangepast worden » Indien de ADV-dagen niet betaald worden, moet het uurloon wél aangepast worden – In een onderneming kunnen voor verschillende personeelsgroepen verschillende systemen toegepast worden
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 17 Maximumgrenzen van de arbeidstijd In ondernemingen waar vóór 1 januari 2003 niets gebeurde, geldt een verplichte wekelijkse arbeidsduur van 38 uur zonder mogelijkheid om langer te werken met ADV-dagen Gevolgen voor deeltijdse werknemers – Indien geen wijziging van de arbeidsduur: verhoging van hun loon – Indien enkel behoud van loon: verlaging van de arbeidsduur Vermindering van de arbeidsduur bij sectorale cao – Conventionele limiet neemt dan de plaats in van de wettelijke limiet Is van belang voor de toepassing van de regels inzake overloon en inhaalrust
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 18 Maximumgrenzen van de arbeidstijd Structurele afwijkingen op de maximumgrenzen – Afwijking tot 9 uur per dag Indien de arbeidsregeling per week een halve, een hele of meer dan een hele inactiviteitsdag naast de zondag bevat Echter niet mogelijk voor jeugdige werknemers – Afwijking wegens verre verplaatsingen Daggrens wordt op 10 uur gebracht als de werknemer niet dagelijks naar huis kan terugkeren – Bedoeld wordt: als de werknemer met het openbaar vervoer méér dan 14 uur per dag van huis zou zijn
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 19 Maximumgrenzen van de arbeidstijd – Ploegenarbeid Daggrens kan op 11 uur per dag en 50 uur per week gebracht worden – Geen recht op overloon als men de arbeidsroosters vastgelegd in het arbeidsreglement volgt – Gemiddelde arbeidsduur moet wel binnen een referteperiode nageleefd worden via inhaalrust – Indien in de loop van een trimester meer dan 65 meeruren bereikt worden, moet er onmiddellijk inhaalrust gegeven worden Ook ‘s nachts mag er gewerkt worden – Voor jeugdige werknemers die ‘s nachts niet mogen werken, worden de grenzen van “nacht” gebracht op 22 uur en 6 uur, of 23 uur en 7 uur bij ploegenarbeid
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 20 Maximumgrenzen van de arbeidstijd Werknemers die in opeenvolgende ploegen werken, kunnen op zondag werken als er één keer per week een periode van onderbreking van 24 opeenvolgende uren is, waarvan er minstens 18 op de zondag vallen Begrip en voorwaarden om van “ploegenarbeid” te kunnen spreken – Er moeten minstens 2 ploegen zijn die ongeveer identiek zijn samengesteld en elkaar opvolgen of slechts beperkt overlappen in de loop van een arbeidsdag op dezelfde arbeidsplaats – De ploegen moeten soortgelijke arbeid verrichten – Een ploeg bestaat uit minstens 2 werknemers Vergoeding voor ploegenarbeid – Geen recht op overloon als men de arbeidsroosters vastgelegd in het arbeidsreglement volgt
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 21 Maximumgrenzen van de arbeidstijd – Enkel extra vergoeding als dit voorzien wordt in een cao van de sector of de onderneming of de individuele arbeidsovereenkomst – Continuarbeid Om technische redenen moet het werk continu, 7 dagen op 7, doorgaan via elkaar opvolgende ploegen Daggrens kan dan op 12 uur gebracht worden, de weekgrens op 50 uur – Gemiddelde arbeidsduur moet binnen een referteperiode gerespecteerd worden via inhaalrust – Indien meer dan 65 meeruren in een trimester, moet er onmiddellijk inhaalrust gegeven worden Werk mag ook ‘s nachts en op zon- en feestdagen voortgezet worden – Jeugdige werknemers: zie ploegenarbeid
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 22 Maximumgrenzen van de arbeidstijd – Werk in sectoren waar de normale grenzen niet kunnen worden toegepast Afwijkingen moeten in een koninklijk besluit worden vastgelegd – Vb.: voedingsnijverheid, vervoer, tuinbouw, ziekenhuizen, opvoeding… 11 uur per dag, 50 uur per week – Voorbereidend werk of nawerk (aan machines of materieel) dat verricht moet worden buiten de normale productietijd Afwijkingen moeten in een koninklijk besluit worden vastgelegd – Vb.: petroleumhandel en -nijverheid, scheikundige nijverheid 11 uur per dag, 50 uur per week – Gemiddelde arbeidsduur moet binnen een referteperiode gerespecteerd worden via inhaalrust – Indien meer dan 65 meeruren in een trimester, moet er onmiddellijk inhaalrust gegeven worden
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 23 Maximumgrenzen van de arbeidstijd Bijkomende uren tijdens de zomer of bij intense activiteit in het bouwbedrijf (PC 124) – Gedurende 130 dagen per jaar mag er 1 uur per dag extra gewerkt worden (= 26 weken van 45 uur per week en 9 uur per dag) zonder overurentoeslag – Meeruren worden ofwel gerecupereerd ofwel betaald met toeslag van 20%, naar keuze van de werknemer
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 24 Overwerk Overwerk = onvoorziene afwijkingen van de maximumgrenzen Werken van vervoer, laden en lossen – Arbeidsduur kan naar 11 uur per dag en 50 uur per week gebracht worden – Deze werken mogen ook ‘s nachts worden uitgevoerd – Rekening houden met EG-verordeningen inzake rij- en rusttijden
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 25 Overwerk Werk waarvan niet precies bepaald kan worden hoe lang het duurt om het uit te voeren – Vanwege de aard van het werk – Of waarbij de verwerkte stoffen zeer snel kunnen ontaarden – Daggrens kan op 11 uur gebracht worden en de weekgrens op 50 uur Buitengewone vermeerdering van het werk – Voorafgaande toestemming (van de syndicale delegatie) en informatie (aan de Inspectie der sociale wetten) – Daggrens kan op 11 uur gebracht worden en de weekgrens op 50 uur
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 26 Overwerk Arbeid om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval – Géén dag- of weekgrens – Ook ‘s nachts en op zon- en feestdagen toegelaten – Door eigen werknemers, of voor rekening van derden Dringende werken aan machines of materieel voor rekening van derden – Géén dag- of weekgrens – Ook ‘s nachts en op zon- en feestdagen toegelaten
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 27 Overwerk Arbeid die door een onvoorziene noodzakelijkheid wordt vereist – Voorafgaande toestemming van de syndicale delegatie én van de Inspectie der sociale wetten – Daggrens kan op 11 uur gebracht worden en de weekgrens op 50 uur – Ook ‘s nachts en op zon- en feestdagen toegelaten Balans- en inventariswerken – Daggrens 11 uur en weekgrens 50 uur voor maximum 7 dagen per werknemer en per kalenderjaar – Ook ‘s nachts toegelaten
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 28 Inhaalrust en overloon Inhaalrust – In de meeste gevallen van toegelaten overschrijding van de dag- en weekgrens moet de overschrijding gepaard gaan met inhaalrust De normale wekelijkse arbeidsduur moet nageleefd worden binnen een referteperiode van 1 trimester – Deze referteperiode kan bij cao verlengd worden tot één jaar Inhaalrust moet reëel zijn en mag niet samenvallen met dagen waarop de werknemer om een andere reden toch niet gewerkt zou hebben Inhaalrust plannen in onderling overleg tussen WG en WN WN moet de nodige informatie ontvangen via de verplichte vermelding op het loonbriefje
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 29 Inhaalrust en overloon Loon voor overuren – Overurentoeslag (overloon) is verschuldigd voor uren gepresteerd boven de normale daggrens van 9 uur of de normale weekgrens van 40 uur – Indien de weekgrens door een cao verlaagd werd naar effectief 38 uur of lager (dus zonder ADV), geldt deze conventionele weekgrens als grens voor de berekening van het overloon – Als de weekgrens naar 38 uur gebracht werd op 1 januari 2003 zonder cao, blijft de grens van 40 uur per week gelden De meeruren tussen 38 en 40 geven dan geen recht op overloon
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 30 Inhaalrust en overloon Bedrag van het overloon – 50% van het “gewone” loon – 100% voor overuren gepresteerd op zon- of feestdagen – Voor werknemers die per maand betaald worden Uurloon = (maandloon x 12/52)/gemiddelde arbeidsduur per week Berekening van het aantal overuren – Wekelijkse arbeidsduur: week begint op maandag – Als er overuren zijn op basis van de daggrens én op basis van de weekgrens, moet de meest voordelige berekening worden toegepast
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 31 Inhaalrust en overloon Toepassing van de overuren bij de toegelaten overschrijdingen – Normale berekeningswijze voor overloon geldt in principe ook voor de toegelaten overschrijdingen, behalve bij Verwijdering van de woonplaats Ploegenarbeid Continuarbeid Werken waar de normale limieten niet kunnen worden toegepast In deze gevallen is er geen recht op overloon als de afwijkende roosters (binnen de toegelaten afwijkingen) gerespecteerd worden
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 32 Inhaalrust en overloon Uitbetaling van overloon – In 2 etappes Overurentoeslag (50% of 100%) te betalen met de betaalperiode waarin de overuren gepresteerd werden Gewoon loon met de betaalperiode waarin de inhaalrust werd genomen – Als het onmogelijk is om de inhaalrust nog toe te kennen » Wegens schorsing van meer dan 6 maanden: uitbetalen op het einde van die 6 maanden » Wegens einde van de overeenkomst: uitbetalen ten laatste op de eerste betaaldag volgend op het einde van de overeenkomst
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 33 Inhaalrust en overloon Omzetten van overloon in bijkomende inhaalrust – Overloontoeslag kan omgezet worden in bijkomende betaalde inhaalrust – Moet gebeuren via een cao in de sector of onderneming – Elk uur overwerk geeft dan aanleiding tot Ten minste 1/2 uur rust als de overurentoeslag 50% is Ten minste 1 uur rust als de overurentoeslag 100% is – Omzetting kan gebeuren voor alle soorten overwerk, Zelfs overwerk dat normaal niet moet worden gecompenseerd (bij voorgekomen of dreigende ongevallen)
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 34 Inhaalrust en overloon Verbod van arbeid buiten de arbeidstijden – In beginsel is het verboden om arbeid te doen of te laten verrichten buiten de arbeidstijd die in het arbeidsreglement werd vastgelegd – Dit verbod is niet van toepassing: Op werken aan inventarissen en balansen In scheepsherstellings- en -onderhoudsbedrijven Op werken van vervoer, laden en lossen Op arbeid om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 35 Inhaalrust en overloon Dringende arbeid aan machines of materieel of arbeid die door een onvoorziene noodzakelijkheid wordt vereist – Voor zover de uitvoering ervan buiten de arbeidsuren noodzakelijk is om een ernstige belemmering van de werking van het bedrijf te voorkomen Wanneer de nodige tijd voor het uitvoeren van het werk niet met zekerheid kan worden vastgesteld of wanneer de aangewende stoffen vatbaar zijn voor snelle ontaarding Buitengewone vermeerdering van het werk Arbeid die door een onvoorziene omstandigheid wordt vereist
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 36 Deeltijdse arbeid Arbeidsregeling en werkrooster – Arbeidsregeling: hoeveel uur per week moet er gewerkt worden? Moet verplicht worden vermeld in deeltijdse arbeidsovereenkomst – Mogelijkheden inzake arbeidsregeling Vaste arbeidsregeling over 1 week: elke week hetzelfde aantal uren – Uurrooster kan vast of variabel zijn Vaste arbeidsregeling over meerdere weken: arbeidsregeling wordt in een cyclus van meer dan een week herhaald – Uurrooster kan vast of variabel zijn
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 37 Deeltijdse arbeid Variabele arbeidsregeling: binnen een referteperiode van maximaal 13 weken wordt de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur gerespecteerd – Uurrooster is dan ook variabel – Het werkrooster Op welke dagen moet er gedurende welke uren gewerkt worden? Kan vast of variabel zijn – Alle mogelijke werkroosters die in het variabel regime kunnen aangeboden worden, moeten verplicht worden vermeld in het arbeidsreglement
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 38 Organisatiemogelijkheden voor deeltijdse arbeid
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 39 Deeltijdse arbeid Omvang van de deeltijdse prestaties – 1/3-regel – 3-urenregel – Afwijkingen op beide regels mogelijk bij KB (algemene afwijkingen) of bij cao (sectorale afwijkingen) Toezicht op de prestaties van deeltijdse werknemers – Afschrift van de deeltijdse overeenkomst moet bewaard worden op de plaats waar de deeltijdse arbeid verricht wordt – Bij deeltijdse arbeid in een cyclus moet te allen tijde het begin van de cyclus kunnen worden vastgesteld
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 40 Deeltijdse arbeid – Bij variabele werkroosters Moet het van toepassing zijnde werkrooster minstens vijf dagen op voorhand ter kennis worden gebracht aan de werknemer – Via aanplakking of een andere overeengekomen wijze En moet, met het oog op controle, voor aanvang van elke werkdag het voor die dag van toepassing zijnde werkrooster worden aangeplakt op de plaats waar het arbeidsreglement kan worden ingekeken Alle afwijkingen op de voorziene roosters moeten in een document worden bijgehouden
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 41 Bijkomende uren bij deeltijdse arbeid Begrip bijkomende uren – Naargelang de rechtsbron zijn er verschillende definities Bijkomende uren en overuren – In principe: geen overuren, tenzij ze de normale daggrens van 9 uur en de normale weekgrens van 40 uur (of lager) overschrijden – KB van 25 juni 1990: bepaalde meeruren worden als overuren beschouwd en geven recht op overloon KB is een suppletoire regeling: bij cao kan een andere berekeningswijze worden afgesproken
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 42 Bijkomende uren bij deeltijdse arbeid Bijkomende uren in een vaste wekelijkse arbeidsduur – Alle meeruren die buiten het voorziene werkrooster gepresteerd worden, zijn bijkomende uren Overloon – Overloon is verschuldigd vanaf het dertiende bijkomende uur per maand De eerste 12 bijkomende uren geven dus geen recht op overloon – Toeslag 50% voor bijkomende uren op gewone werkdagen 100% voor bijkomende uren op een zon- of feestdag
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 43 Bijkomende uren bij deeltijdse arbeid Bijkomende uren in een variabele wekelijkse arbeidsduur – Alle meeruren die buiten het voorziene werkrooster gepresteerd worden, zijn bijkomende uren – Uren die binnen het aangeplakte uurrooster gepresteerd worden, maar op weekbasis boven de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur, zijn ook bijkomende uren Overloon – Meerurenkrediet van 3 uur per week van de cyclus, met een maximum van 39 uren (3 u x 13 weken) – Toeslag van 50% of 100%
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 44 Bijkomende uren bij deeltijdse arbeid Uitzondering inzake overloon – Geen overloon is verschuldigd als er bijkomende uren worden verricht omwille van Omwisselen van werkrooster na schriftelijk akkoord van de betrokken werknemers Verschuiving van werkroosters op schriftelijk verzoek van de werknemers Registratie van bijkomende uren – In een daarvoor speciaal voorzien sociaal document
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 45 Grote flexibiliteit Nieuwe arbeidsregelingen – Cao nr. 42 van 2 juni 1987 – Afwijkingen op de arbeidswet via cao mogelijk inzake Verbod op nachtarbeid Verbod op zondagsarbeid Verbod om op feestdagen te werken Maximumgrenzen van de arbeidsduur
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 46 Kleine flexibiliteit Via cao of wijziging arbeidsreglement kan een systeem van piek- en dalroosters in een onderneming ingevoerd worden – 2 uur onder (dalrooster) of boven (piekrooster) de normale daggrens met maximum van 9 uur per dag – 5 uur onder (dalrooster) of boven (piekrooster) de normale weekgrens met een maximum van 45 uur per week – Gemiddelde weekgrens moet maximaal op jaarbasis gerespecteerd worden
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 47 Zondagsrust Algemeen principe: principieel verbod op zondagsarbeid – Verbod op zondagsarbeid wordt geacht van openbare orde te zijn – Arbeidswet voorziet zelf al een hele reeks werknemers die wel op zondag mogen werken Afwijkingen op het algemene principe – Bij KB zijn er heel wat afwijkingen Algemene afwijkingen: elke zondag Gedeeltelijke afwijkingen: slechts een beperkt aantal zondagen Al dan niet met toestemming werknemer
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 48 Zondagsrust Inhaalrust voor arbeid op zondag – Wie op zondag werkt, heeft recht op inhaalrust in de loop van de volgende zes dagen Uitzondering: werknemers die ploegenarbeid verrichten – Onbetaalde inhaalrust (gewone zondag wordt ook niet betaald) – 1 volle dag als er meer dan 4 uur gewerkt werd – 1 halve dag als er niet meer dan 4 uur gewerkt werd Halve dag inhaalrust moet voor of na 13 uur genomen worden en er mag die dag niet langer dan vijf uur gewerkt worden
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 49 Nachtarbeid Principieel verbod om ‘s nachts te werken – Nacht = van 20 uur tot 6 uur – Hele reeks afwijkingen toegelaten Invoeren van nachtarbeid – Slechts mogelijk in een van de uitzonderingssituaties – Werkrooster moet aangepast worden – Jeugdige werknemers mogen in principe niet ‘s nachts werken Uitzonderlijke situaties mits aangifte aan de bevoegde inspectie Bij KB voor bepaalde sectoren, maar nooit tussen 24 uur en 4 uur
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 50 Kinderarbeid Principieel verbod op werkzaamheid van kinderen – Kinderen: minderjarigen beneden 15 jaar, of die nog voltijds leerplichtig zijn – Verbod gaat ruimer dan effectieve arbeid: werkzaamheid is ook elke aanwezigheid van het kind op de plaats waar het tewerkgesteld wordt Vergoeding of loon – Geblokkeerde spaarrekening waartoe enkel het kind toegang heeft als het meerderjarig wordt Zware strafsancties bij overtredingen
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 51 Jeugdige werknemers Begrip – Minderjarigen die niet langer voltijds leerplichtig zijn Arbeidsduur – rust en pauzes Principieel verbod op arbeid op zondag, feestdagen en ‘s nachts Verbod om bepaalde arbeid te laten verrichten door jeugdige werknemers
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 52 Moederschapsbescherming Zwangerschapsonderzoeken – Zie hoofdstuk 5 Moederschapsverlof – Zie hoofdstuk 5 Verbod van nachtarbeid Maatregelen bij werkzaamheden met een specifiek risico van blootstelling aan agentia, procedés of arbeidsomstandigheden Verbod op overwerk
Arbeidsrecht - Hoofdstuk 7 Arbeidsduur 53 Moederschapsbescherming Recht op borstvoedingspauzes – Zie hoofdstuk 5 Onderzoek bij werkhervatting na bevalling