Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Inspectiebezoek
2
Doel van de middag: Inzicht geven in de wijze waarop de inspectie in
haar toezicht omgaat met nieuwe inzichten over begeleiding en zorg
3
wettelijke grondslag Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling. -> kwaliteitstoezicht, aspecten Begeleiding en Zorg D.m.v. Samenwerkingsverbanden, PCL, indicatiecommissies, handelingsplan bij LGF -> vooral nalevingstoezicht
4
plaats en rol in het toezicht
2 aspecten; Begeleiding en zorg, 4 indicatoren (7.2, 8.1, 8.2, 8.4) 2 normindicatoren (7.1 en 8.3) + uitbreidingsindicator: zorg buiten de school per indicator: • criteria • beslisregels Doel criteria en beslisregels: eenduidigheid in de beoordeling rechtsgelijkheid tussen scholen Belangrijk: toezicht is maatwerk, situationele beoordeling
5
Indicatoren Begeleiding
7.1* De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. kernbegrippen: • landelijk genormeerd leerlingvolgsysteem voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde • afgestemd op de kenmerken van de leerlingenpopulatie • in groep 1 en 2: gestructureerd observatie-instrument voor taal en rekenen en wiskunde • afname toetsen tenminste één keer in de loop van de kleuterperiode en ten minste één keer per jaar in de leerjaren 3 tot en met 8 (alle leerlingen)
6
7.2* De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
kernbegrippen: • leerlingen volgen met de beschikbare middelen (Nederlandse taal, rekenen en wiskunde, sociale competenties) • resultaten op groepsniveau op overzichtelijke wijze administreren • (fouten)analyses van de resultaten maken • conclusies uit de analyses trekken voor de afstemming van het onderwijs
7
Indicatoren Zorg (1) 8.1* De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. kernbegrippen: • na intake binnen drie maanden zorgbehoefte vaststellen • criteria voor uitval (leerachterstanden te groot en/of de stagnerende ontwikkeling)
8
8.2* Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. kernbegrippen: • bij uitval nadere analyse van gegevens uit het leerlingvolgsysteem, zo nodig aanvullend diagnostisch onderzoek • analyse is basis voor concrete en passende extra zorg
9
Indicatoren Zorg (2) 8.3* De school voert de zorg planmatig uit. kernbegrippen: • extra zorg gepland voor alle leerlingen die dat nodig hebben • tussen de signalering en het begin van de extra zorg zit weinig tijd • de school toont consequente uitvoering van de zorg aan • handelingsplanning bevat: concrete doelen, concrete activiteiten, periode, tijdstip en wijze van evaluatie
10
8.4* De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
kernbegrippen: • nagaan of de doelen van de extra zorg gerealiseerd zijn • na evaluatie beredeneerde keuzes voor vervolg
11
Toezicht en nieuwe zorgstructuren
Belangrijke noties: • geen vorm vereisten • analyse van opbrengsten/ontwikkeling essentieel • vierslag in zorg centraal (meten, analyse, planmatige zorg, evaluatie) Huidige praktijk groepsplan: • in meeste scholen nog in ontwikkeling • veelal onderwijsplanning • soms met didactisch groepsoverzicht • soms alleen preventieve doelen, soms preventieve èn curatieve doelen • soms alleen basisvaardigheden, soms ook SEO en/of zaakvakken • verschillende frequenties van evaluatie/bijstelling • individuele benadering valt soms ten onrechte weg
12
Opbrengstgericht werken
Het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van de prestaties bij alle leerlingen.
13
Kenmerken opbrengstgericht werken
30% basisscholen voldoet aan alle kenmerken van OGW. • Duidelijke doelen voor alle leerlingen • Helder wat een groep moet leren • Analyseren van fouten en problemen • Afstemmen onderwijs: expliciet gericht op bereiken doelen • Goede leerlingenzorg: snel ingrijpen • Jaarlijks (of vaker) prestaties school evalueren • Snel verbeteren als prestaties tegenvallen
14
Aanpak op alle niveaus / elke dag
Schoolniveau • Kwaliteitszorg is van belang. Er heerst een opbrengstgerichte cultuur en personeel spreekt elkaar aan op het realiseren van hoge opbrengsten. Groepsniveau • De leerkracht geeft opbrengstgericht werken vorm door de manier waarop lessen worden gepresenteerd en georganiseerd. Invulling onderwijsleerproces voor alle leerlingen. Leerling niveau • Extra zorg aan het individuele kind speelt een belangrijke rol. Verder van belang: een goed toets instrumentarium en actieve betrokkenheid van de leerling. Bestuur • Heeft een eigen rol bij een opbrengstgerichte cultuur.
15
Hoe kijkt de inspectie naar opbrengstgericht werken?
Vijf indicatoren in het waarderingskader verwijzen naar elementen van opbrengstgericht werken: • Leraren volgen en analyseren vorderingen van leerlingen systematisch • De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van leerling prestaties • De school gaat de effecten van de zorg na • De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten • De school evalueert regelmatig het onderwijsproces
16
Werkwijze inspectie Jaarlijkse risicoanalyse (primaire detectie) op basis van opbrengsten (en jaarstukken en signalen). • Expert-analyse door inspecteur en analist: welke scholen zijn zorgelijk? • Zorgelijk? Dan volgt een gesprek met het bevoegd gezag. • Beslissing over kwaliteitsonderzoek (KO), zie beslisregels. • Conclusie KO zwak of zeer zwak geïntensiveerd toezicht. • Geen KO, dan vierjaarlijks bezoek of thema-onderzoek of onderzoek ihkv onderwijsverslag (arrangement blijft ongewijzigd).
17
Hoe meten we eindresultaten?
Welke toetsen? • Cito eindtoets, Schooleindonderzoek, Drempelonderzoek 678 (niet Drempeltest), leerlingvolgsysteem (RW en BL); • betrouwbaar en valide (Cotan criteria) en meten schoolvorderingen; • school kan principiële keuze maken (wel aangeven bij inspectie voordat toetsen zijn afgenomen!). (vanaf 2013 verplichte landelijke eindtoets) Welke leerlingen doen mee? • alle leerlingen doen mee aan de toetsen (alleen lln. naar praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs evt. niet), eventueel Cito Niveautoets of Drempelonderzoek 678. • Beoordeling: minimaal één van de drie laatste jaren op of boven de ondergrens, als dit voor één groep geldt en de groep is kleiner dan 10 lln dan ook groep 7 (lvs). Als groep 7 voldoende dan eindresultaten voldoende, anders wordt de groep 8 van 4 jaar terug erbij genomen. (Ondergrens is echt ondergrens, dus geen gemiddelde en moet niet het doel van een school zijn)
18
Hoe meten we tussenresultaten?
• Welke toetsen? - Cito leerlingvolgsysteem (vanaf nu de nieuwe toetsen); - Kapinga toetsen; - betrouwbaar en valide (Cotan criteria). • Welke leerlingen doen mee? - alle leerlingen doen mee aan de toetsen (eventueel toetsen op lager of hoger niveau). • Beoordeling - TL3, TL4, RW4, (TL5, RW5, BL5), RW6, BL6; (RW7, BL7) - meer dan de helft voldoende; - groep 5 erbij als in groep 3, 4 of 6 minder dan 10 lln. (evt. groep 7)
19
Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften
Leerlingen die maximaal eindniveau groep 7 (zullen) halen, bijvoorbeeld leerlingen met: • een indicatie voor speciaal (basis)onderwijs; • leerlinggebonden financiering (rugzakje); • een verwachte uitstroom naar praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs; • In uitzonderingsgevallen: cognitieve of sociaal-emotionele belemmeringen (indicatie lwoo). Onderbouwing specifieke onderwijsbehoeften: • psychologisch en/of didactisch onderzoek (IQ-test niet vereist); • ontwikkelingsperspectief; • tussendoelen en leerstofaanbod. Beoordeling: de opbrengsten voor deze leerlingen (alleen lln uit groep 8) zijn voldoende als de school aantoont dat gestelde doelen (mits voldoende ambitieus!) zijn gehaald.
20
Wat is een OPP? Kenmerken OPP: Middel en geen doel Gericht op opbrengsten Ambitieus In de tijd geformuleerd Meetbaar/toetsbaar Vergelijkbaar (intern/extern) Beïnvloedbaar; niet statisch
21
Beoordeling rendement leerlingen met individuele leerlijn.
* Zij beschikken over een OPP dat realistisch is en onderbouwd Geformuleerd in meetbare (eind)doelen, (vaardigheidsscores, dle’s) en onderbouwd vanuit leerrendement tot dusver, bevindingen uit raadpleging externe deskundigen, belemmerende en bevorderende factoren en IQ indien bekend. * Tussendoelen zijn afgeleid van het einddoel per vakgebied, afgeleid van OPP, gekoppeld aan een beredeneerd en gepland aanbod en aan toetsmomenten. * Het rendement moet bepaald kunnen worden met minimaal twee tussentijdse evaluaties
22
Opbrengstindicatoren: sociale competenties
* Alleen te beoordelen als de volgende instrumenten gebruikt worden: - Scol - Viseon - Schoolvragenlijst + SAQI (digitale versie SVL) (Bij overige instrumenten dus altijd: Niet te beoordelen). * Dit wil niet zeggen dat overige instrumenten kwalitatief onder de maat zijn! * De inspectie heeft helaas niet voor alle instrumenten normen. * Het gaat er om dat scholen alle leerlingen op dit gebied volgen! * Beoordeling: alleen op de laatste 3 periodes van groep 8.
23
UIT DE BELEIDSAGENDA 2012 MINISTERIE OC&W
gemiddelde score CITO-eindtoets omhoog van 535,4 in 2010 naar het niveau van 537 in 2015 de grensscore voor de beste 20% van de leerlingen stijgt naar 545 in 2015 (2010: 543/544) in po van 30% naar 60% in 2015 en naar 90% in 2018 in 2016 voldoen alle leraren in po en vo aan de bekwaamheidseisen op de onderdelen ‘afstemmen op verschillen en opbrengstgericht werken’
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.