Levensbeschouwelijk leren
Levensbeschouwelijke ontwikkeling Wat is ontwikkeling? Gevormd worden Aanpassing Worden wie je al bent (zelfontplooiing) Ontwikkeling veronderstelt groei: waardeoordeel Drie dimensies: Sociaal-emotioneel Ontwikkeling van het “zelf” Moreel Verantwoordelijkheid Spiritueel
Vragen over ontwikkeling Aangeleerd of aangeboren? Nature of nurture Actief of passief? Wat is het doel? Doorgaande lijn of discontinuïteit
Stromingen in de psychologie Leertheorie Behaviorisme Biologisch verklaringsmodel Gehechtheidstheorie Imitatiegedrag Cognitief ontwikkelingsmodel Sociaal constructivisme
7 basale vermogens Waarnemen Vragen Voorstellen Vertellen Dialogiseren Waarderen Handelen
7 levensbeschouwelijke competenties Ontvankelijkheid Inlevingsvermogen Participatie Voorstellingsvermogen Uitdrukkingsvaardigheid Zelfvertrouwen Beoordelingsvermogen Verwondering Verbondenheid Vertrouwen Verbeelding Ordenen Communicatie Omgaan met traditie
Dialoog Dialoog met: Voorwaarden: Jezelf De ander De traditie Andere tradities Voorwaarden: Veiligheid Vrijheid Respect
Omgaan met tradities 3 opvattingen: 3 vormen van onderwijs: Exclusiviteit Inclusiviteit Pluraliteit 3 vormen van onderwijs: Teach in religion Teach about religion Teach from religion
Ontwikkelingsfasen Ontwikkeling is geen continu proces Voor latere ontwikkelingsstadia zijn de vorige stadia een voorwaarde Het geheel is meer dan de som der delen Leren is inpassen in een al gevormd kader Soms moet dat hele begripskader omgevormd worden: nieuwe fase
Jean Piaget stadia van cognitieve ontwikkeling Sensori-motorisch Preoperationeel Egocentrisme Animisme Finalisme Artificialisme Concreet operationeel Formeel operationeel
Erik Eriksson 8 stadia van sociaal-emotionele ontwikkeling, vorming van identiteit Bij elk stadium een Conflict, tegenstelling Ontwikkelingstaak (ontwikkelen van een ego-kwaliteit) Gevaar van stagnatie
Erik Eriksson: schema Jaar Conflict 1 Vertrouwen – wantrouwen Veiligheid 2,3 Autonomie – afhankelijkheid Willen 4,5 Initiatief – passiviteit Mogen 6-12 Constructiviteit – inferioriteit Kunnen 12-19 Identiteit – rolverwarring 19-35 Intimiteit – isolement 35-55 Generativiteit – stagnatie 55- Ego-integriteit – wanhoop
Lawrence Kohlberg: morele ontwikkeling Preconventioneel (tot 12 jaar) Gehoorzaamheid en straf Eigenbelang Conventioneel (12-18) Conformisme Sociale orde, autoriteit Postconventioneel (18+) Sociaal contract Universele waarden
James Fowler: Stages of Faith “Geloof (faith) - meer dan religie of gelovig zijn (belief) - is de meest fundamentele categorie in het menselijke streven naar een verhouding tot het transcendente” “Faith”: holistische oriëntatie, betreft de verbondenheid met het universele De religieuze ontwikkelingsstadia vind je overal min of meer gelijk, ongeacht de religieuze context
James Fowler 0-3 Ongedifferentieerd 3-7 Intuitief-projectief 7-12 Mythisch-letterlijk 12-35 Synthetisch-conventioneel Geindividualiseerd-reflectief Geintegreerd Universaliserend
Kieran Egan Mythische fase 4/5- 9/10 Romantische fase 8/9-14/15 Filosofische fase 14/15-19/20 Ironische fase 19/20-
Piaget Erikson Kohlberg Fowler Egan 1 Sensori- motorisch Oraal-sensorisch vertrouwen - wantrouwen Preconventioneel straf, gehoorzaamheid eigenbelang Ongedifferentieerd 2 3 Pre-operationeel Anaal - urethaal – musculair autonomie - twijfel en schaamte Intuitief-projectief 4 5 Locomotorisch initiatief – schuld Mythische fase 6 7 8 9 Concreet Operationeel Latentie vlijt - minderwaardigheid Mythisch-letterlijk 10 11 12 Romantische fase 13 14 Formeel operationeel Adolescentie identiteit - rolverwarring Conventioneel conformiteit autoriteit Synthetisch-conventioneell 15 18 Filosofische fase 19 35 Vroege volwassenheid intimiteit - isolatie Postconventioneel sociale contracten universele principes 55 Middenvolwassenheid generativiteit - stagnatie Geindividualiseerd-reflectief Ironische fase 55+ Late volwassenheid integriteit - wanhoop Geintegreerd Universaliserend