De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Ontwikkelingspsychologie

Verwante presentaties


Presentatie over: "Ontwikkelingspsychologie"— Transcript van de presentatie:

1 Ontwikkelingspsychologie
Hoorcollege: Baby Peuter Kleuter

2 Programma Intro(2) Baby Peuter Kleuter

3 Belangrijke begrippen H2
Piaget – ontw van denken, schema’s assimilatie, accommodatie, equilibratie, fasen met leeftijd en beschrijving Vygotsky – taal interactie met omgeving (linguistisch determinisme, zone van naaste ontwikkeling, scaffolding) Infoverwerking – mens=computer, geleidelijk, aandacht, geheugen

4 Belangrijke begrippen H2
Freud – fasen met beschrijving en leefijd, psychoseksuele ontwikkeling, fixatie, regressie, afweermechanismen Mahler - van afhankelijkheid naar onafhankelijkheid, objectconstantie Erikson -sociale dimensie interactie, bij elke fase van Freud een conflict, leertheorie – conditionering, observational learning

5 Ontwikkelingstheorieen: Extra uitgelicht
Piaget Cognitieve ontwikkeling Freud Psychoseksuele ontwikkelingstadia Erikson Psychosociale ontwikkeling - Levensfasen

6 Piaget Cognitieve ontwikkeling
Jean Piaget (1896 – 1980) Sensomotorische periode jaar Preoperationele periode jaar Concreet-operationele periode 7-11 jaar Formeel-operationele periode >11 jaar Stadiamodel Piaget formuleerde vier verschillende stadia in de ontwikkeling van het kind. Hieronder een kort overzicht van de fases. Een 'normale' ontwikkeling bestaat niet. De leeftijden geven dan ook slechts een indicatie van wanneer bepaalde ontwikkelingen plaatsvinden. Sensomotorische fase, 0-2 jaar: Ontwikkeling van het functioneren op lichaamsniveau, tasten, voelen, proeven. Ontwikkelen van de motoriek Ontwikkelen van het geheugen Objectpermanentie is nog niet ontwikkeld. Voor het kind bestaan objecten niet die zich niet in zijn gezichtveld bevinden. Preoperationele fase, 2-6 jaar: Ontwikkeling van het spreken, het strottenhoofd daalt. Verfijning van de motoriek. Ontwikkeling van het ik, egocentrisme. Het kind leert dat een eigen persoon is. Animanisme. Levenloze objecten wordt een ziel toegekend. Concreet operationele fase, 6-11 jaar: Ontwikkeling tot het kunnen vergelijken van lengte en hoeveelheid Ontwikkeling tot het kunnen ordenen, tellen en rekenen. Ontwikkeling van het figuratieve denken Formeel operationele fase, 11 jaar en ouder: Ontwikkeling van het ruimtelijk denken Ontwikkeling van het abstract denken Leren logisch te denken en consequenties te trekken

7 Piaget: De basis Een mens ontwikkelt een denkvermogen door Nature EN Nurture Wij zijn constant bezig om alle informatie te verwerken in denkschema’s Adaptatie: aanpassen aan de omgeving Assimilatie: informatie interpreteren met bestaande denkschema’s Accommodatie: Oude denkschema’s aanpassen, of nieuwe denkschema’s aanmaken als nieuwe informatie niet meer past in oude schema’s

8 De senso-motorische fase (0-2 jaar)
In deze periode ligt de nadruk van het cognitief functioneren vrnl. op de motorische reacties op sensorische input Mentale representaties Objectpermanentie Test: verstoppen van een speeltje

9 De pre-operationele fase (tot ongeveer 7 jaar)
De naam pré-operationeel wordt gebruikt omdat het kind nog geen echte 'denkhandelingen’ (operaties) kan verrichten. Het denken van het kind in deze fase noemt Piaget egocentrisch. Het mist het vermogen zich in de situatie van iets of iemand te verplaatsen. Test: 3 bergen test, False belief test, of Sally-Ann test

10 False-belief test en Sally-Ann test
Play-do

11 De concreet operationele fase (tot ongeveer 11-12 jaar)
In deze fase verwerft het kind verschillende nieuwe datastructuren, maar deze blijven beperkt tot concreet materiaal en zijn nog niet gericht op abstracte zaken. Vandaar ook de naam van deze fase. Conservatie principe is verworven Test: conservatietaak Reversibiliteit Piaget heeft verschillende belangrijke experimenten gedaan. Het preoperationele kind beheerst deze concepten nog niet. In de concreet-operationele periode leert het kind hiermee omgaan.

12 De formeel operationele fase (vanaf ongeveer 11-12 jaar)
                                                                                       De formeel operationele fase (vanaf ongeveer jaar) Kinderen kunnen logisch en abstract denken Brengt systematiek aan in zijn denken Deductief redeneren

13 Freud Psychoseksuele ontwikkelingstadia
Orale fase 0 – 1,5 jaar Anale fase 1,5 – 2,5/3 jaar Fallische Fase /7 jaar Latentiefase jaar Genitale fase > 11 jaar Goed door lopen fasen anders kans op fixatie/ regressie (Verhulst: 23) Orale: kind zuigt, knabbelt, bijt. Duim zuigen. Anale: kind ziet dat het met ontlasting reactie kan ontlokken. Zinnelijk worden. Fallische: belangstelling voor eigen geslachtsdeel. Latentie: driftimpulsen worden omgezet, emotionele rust. Genitale: ontwikkeling van intieme relatie met anderen van andere geslacht. Fixatie; kind blijft steken in een fase en kan het conflict onvoldoende oplossen. Bv. Orale fixatie (eten) Regressie: kind heeft een of meerdere fase goed doorlopen maar kan door bv. Spanning terugvallen in eerdere fase.

14 Erikson Psychosociale ontwikkeling - Levensfasen
Basaal vertrouwen vs Basaal wantrouwen - (hechting) Autonomie vs schaamte en twijfel - (eten, aankleden, zindelijkheid) Verhulst: 27 Ontwikkeling van de interacties tussen kind en sociale omgeving. Er worden verschillende stadia’s doorlopen en de oplossing van de conflicten in het ene stadia zorgen voor de basis van de conflicten in het andere stadia. * Basaal vertrouwen: in voorstpelbaarheid in voedsel, veiligheid, warmte, stimulering. Tekort:wantrouwen (bij verwaarloosde kinderen)

15 Levensfasen Initiatief vs schuldgevoel Vlijt vs minderwaardigheid
(gretigheid) Vlijt vs minderwaardigheid (schooljaren) Identiteit vs rolverwarring (adolescentie) Kinderen worden in toenemende mate autonoom, hebben plezier in ververwen van kennis en vaardigheden. Kinderen verwerven erkenning dmv schoolwerkjes, hobbys, spelen etc. Adolescentie belangrijke identiteitsvorming.

16 Per leeftijdsfase Zintuiglijke/biologische/motorische ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling Emotionele en sociale ontwikkeling Problemen

17 Baby

18 Biologische ontwikkeling
Slaap – actieve REM en regelmatige Nonrem slaap. 16 uur per dag, kortere slaapcyclus, om de 3-4 uur wakker Huilen – pijn/honger/schrik. Wel niet oppakken?? Reflexen - na 3-4 maanden verdwijnen deze reflexen

19 Motorische ontwikkeling
Tabel 6.1 Grove motoriek 5 mnd – omdraaien 8 mnd – zelf zitten 9 mnd – kruipen 13 mnd – zelf lopen Tabel 6.2 Fijne motoriek en cognitie 1 mnd – reactie stem 4 mnd – reikt en grijpt voorwerpen 11 mnd – duwt speelgoedauto 12 mnd – pakt klein voorwerp uit fles Bron: Bayley Scales of Infant Development-II NL versie

20 Zintuigelijke ontwikkeling
Horen - stem en hoge tonen Zien – contrasten, wkn diepte en perspectief Ruiken/proeven – zoet! Tast - best ontwikkeld, overleving Perceptie – bewegende gezichten Horen: voorkeur interessante geluiden (vooral stem), hoge tonen beter dan lage tonen Zien: vooral contrast Ruiken/proeven: onderscheid tussen geuren, vooral zoete voorkeur Tast: goed ontwikkelt, overleving: zuig en hoestreflex Perceptie (film?)

21 Cognitieve ontwikkeling
Aangeboren vermogen taalverwerving – Noam Chomsky Taalontwikkeling in fasen: Prelinguaal vocaliseren - huilen en geluidjes Brabbelen – 4mnd toonhoogte en sterkte, 6 mnd lettergrepen Sociaal brabbelen – 8 mnd Spraak – mnd Taal: aangeboren eigenschap (al voorkeur voor menselijke stem) en taalomgeving nodig om taal te ontwikkelen (genie)

22 Emotionele en sociale ontwikkeling
Wederkerigheid – moeder en kind reciprociteit, sensitiviteit en responsiviteit Winnicot ‘Good enough mother’ - niet perfect maar wel optimaal Glimlach – 5 mnd eerste glimlach, daarvoor herkenning voorwerpen/mensen Stranger anxiety – +/- 7maanden Aangeboren: Voorkeur voor menselijk gezicht en menselijke stem Wederkerigheid: ouder en kind leren al vroeg elkaars taal te verstaan Na 5 maanden moeder herkennen Vanaf 7 maanden angst voor vreemden

23 Emotionele en sociale ontwikkeling Stanger Anxiety
Rutter & Garmezy Meer angst als: Verzorger afwezig is Omgeving onbekend is Baby slechte ervaring met vreemden heeft gehad Er weinig controle is op de situatie

24 Hechting Harlow – onderzoek hechting
Bowlby – Hechting resultaat kwaliteit verzorging Ainsworth – Veilig gehecht (Basis) Angstig-vermijdend (Afstand) Angstig-afwerend-afhankelijk (Contact) Gedesorganiseerd (Desorientatie)

25 Peutertijd 1-2.5 jaar

26 Biologische ontwikkeling
Motoriek – zelf lopen en traplopen Zindelijkheidsontwikkeling - zindelijkheid ontlasting sneller dan urine, dag eerder dan nacht, meisjes eerder dan jongens, 4-5 jr zindelijk

27 Cognitieve ontwikkeling
Taalontwikkeling: 5 elementen Fonologie - klanken Semantiek – betekenis Morfologie – elementen vervoegingen Syntax – grammatica en zinsopbouw Pragmatiek – gebruik van taal in context Oetsiekoetsie

28 Emotionele en sociale ontwikkeling
Koppigheidsfase - terrible two’s - NEE Socialisering – psychoanalytische visie, leertheoretische visie en evolutionaire visie Autonomie - eigenheid

29 Kleutertijd 2,5 - 5 jaar

30 Cognitieve ontwikkeling
Pre-operationele periode Geheugen – herkennen goed, reproductie minder goed Aandacht – concentratie steeds beter, systematisch selecteren nog niet goed Sociale cognitie – Theory of Mind (ToM)

31 Emotionele en sociale ontwikkeling
Autonomie en zelfcontrole Sekserollen: Kohlberg: Kerngeslachtsidentiteit – 3jr Geslachtsstabiliteit – 4-5jr Geslachtsconstantheid – 6-7jr

32 Emotionele en sociale ontwikkeling
Emoties: jaloezie, trots, schaamte geweten Agressieontwikkeling - instrumentele agressie – doel - vijandige agressie - schade - relationele agressie - kwetsen Genetisch: hartslag, testosteron Ook model-leren (Bandura).

33 Video baby’s in verschillende culturen zelfbeheersing


Download ppt "Ontwikkelingspsychologie"

Verwante presentaties


Ads door Google