Levenslooppsychologie Hoorcollege 1

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Kinderen van depressieve moeders: het integratieve model van Goodman en Gotlib Cassie Claeys 1BaTP.
Advertisements

Ilse Dewitte Praktijklector KULeuven
Ontwikkelingstheorien: Een kijk vanuit de levensloop van hun bedenkers
Spelend leren, leren spelen Een training in sociale vaardigheden
Opvoeden in de puberteit
Ouderen en relaties, hechten en onthechten
Workshop Relationele en seksuele vorming
Jean Piaget Programma’s hebben een grote effectiviteit als die in het basisonderwijs rekening houden met de ontwikkelingsfasen van Piaget (hattie, 2010)
Zes uitgangspunten voor een goed pedagogisch klimaat
Autisme en het verwerken van sociale informatie.
Thema 2 Deel 1 Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek
Rekenproblemen en Dyscalculie
Psychotherapie en armoede
Methodische vaardigheden
Het begint bij het jonge kind
Dossier Empowerment.
Model-leren.
Kind in ontwikkeling A Gedrag vs. Gedachten Dagindeling:
Sociale ontwikkeling 2 Sociale cognitie en gedrag sekserollen
Kind in ontwikkeling deel A Thema 3 Adolescent
Week 7 Twee weken over de sociale ontwikkeling : de ontwikkeling van het individu in relatie tot de sociale omgeving Interactie met anderen, mensen reageren.
Opvoeding en pedagogiek
Ontwikkelingspsychologie
Kind in ontwikkeling B Gedrag vs. Gedachten Dagindeling:
Ontwikkeling van het jonge kind
+ Kind in ontwikkeling deel A Thema 2 Jonge Kind.
Kind in ontwikkeling deel A
Kind in ontwikkeling: het jonge kind
Kind in ontwikkeling deel A
Ontwikkeling van het jonge kind
Les 5 Twee weken over de sociale ontwikkeling : de ontwikkeling van het individu in relatie tot de sociale omgeving Interactie met anderen, mensen reageren.
Opvoeding en ontwikkeling van het jonge kind
Ontwikkeling van het jonge kind
Groepsdynamica.
Ontwikkeling van het kind (0-12 jaar)
Kind in ontwikkeling deel A
Ontwikkeling van het jonge kind
Kind in ontwikkeling deel A
Kind in ontwikkeling deel A
+ Kind in ontwikkeling deel A Thema 1 Baby. + Welkom! Programma Expertgroep aan zet, hoe? Praktijkopdracht Inleiding in de module/studiehandleiding Opdrachten.
ONTWIKKELING VAN HET JONGE KIND College 1 Inleiding module.
opvoeden en pedagogiek
Kind in ontwikkeling deel A
Week 3: Systeemtheorie versus biologische psychologie
Reguleren van motivatie: Do It Yourself! 28 oktober Deventer.
 Schoolleeftijd 3  6-12 jaar 4  Geheugen – KTG/werkgeheugen, snelheid  Aandacht - selectief  IQ – Binet-Spearman-Gardner  Executieve functies.
Kind in ontwikkeling deel A Thema 3 Adolescent
Inleiding in de (ped)agogiek werkcollege 3 Jennifer de Vries-Aydogdu Med.hro.nl/vrije
Stromingen in de psychologie Hoorcollege 1
Levenslooppsychologie Hoorcollege 8
Levenslooppsychologie Hoorcollege 3
Oefententamen Twee groepen Iedereen geeft antwoord; A, B, C of D
Stromingen in de psychologie Hoorcollege 5
Levenslooppsychologie werkcollege 2 Jennifer de Vries-Aydogdu Med.hro.nl/vrije
Levenslooppsychologie werkcollege 3 Jennifer de Vries-Aydogdu Med.hro.nl/vrije
Stromingen in de psychologie Hoorcollege 3
Levenslooppsychologie Hoorcollege 7
Kind in ontwikkeling deel A Thema 3 Adolescent
Levenslooppsychologie Werkcollege 1 Jennifer de Vries-Aydogdu med.hro.nl/vrije.
+ Oefententamen Vraag 1: Plasticiteit is: A: Een specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de grootste gevolgen heeft B: De mate.
Problemen in de interactie en communicatie bij kinderen met een aan autisme verwante stoornis. M. Serra & R.B. Minderaa.
Taal- en Interactievaardigheden in de Kinderopvang
Ontwikkelingspsychologie 16september
Ontwikkelingspsychologie voor het Onderwijs Inleiding
Zo gaan Roos en Tom met elkaar om
ontwikkelingspsychologie
ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie
Transcript van de presentatie:

Levenslooppsychologie Hoorcollege 1 Jennifer de Vries-Aydogdu Med.hr.nl/vrije vrije@hr.nl

Vandaag Uitleg module Inleiding levenslooppsychologie De babytijd

Literatuur

Studiebelasting 4 EC = 112 uur 14 uur hoorcollege 14 uur werkcollege 2 uur tentamen maken 82 uur zelfstudie

Weetjes Hoorcollege’s Werkcollege’s (verdieping, oefenen etc) GEEN POA (fout in studiehandleiding)

Toetsing Schriftelijk tentamen - 40 mc vragen 27 goed is 5.5

Wat mag wel en wat mag niet??? Regels Wat mag wel en wat mag niet??? Wel Niet

Levenslooppsychologie Wat is dat???

Levenslooppsychologie De wetenschappelijke studie naar de patronen van groei, verandering, en stabiliteit die zich voordoen bij toenemende leeftijd

Wat bestuderen we?

Wat bestuderen we? lichamelijk/fysiek cognitief sociaal persoonlijkheid 11

Leeftijdsgroepen Prenatale periode (conceptie tot geboorte) Baby- en peutertijd (0-3 jaar) Kleutertijd (3-6 jaar) Basisschooltijd (6-12 jaar) Adolescentie (12-20 jaar) Jongvolwassenheid (20-40 jaar) Middelbare leeftijd (40-60 jaar) Ouderdom (60-overlijden)

Ontwikkelen in een sociale wereld Ieder mens behoort tot een specifieke cohort: groep mensen die rond dezelfde tijd zijn geboren Normatieve gebeurtenissen: gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep op dezelfde manier voltrekken

Belangrijke vraagstukken 1. continue versus discontinue verandering Voltrekt de ontwikkeling zich op een continue of op een discontinue manier?? Continue verandering: geleidelijke ontwikkeling Discontinue verandering: in stappen/stadia

Belangrijke vraagstukken: 2: kritieke en gevoelige perioden Kritieke perioden, plasticiteit en gevoelige perioden Kritieke periode: specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een gebeurtenis de grootste gevolgen heeft Plasticiteit: de mate waarin een ontwikkelingsgedrag of fysieke structuur kan worden gewijzigd Gevoelige periode: een afgebakende periode, waarin een organisme extra gevoelig is voor omgevingsinvloeden

Belangrijke vraagstukken: 3 Belangrijke vraagstukken: 3. levensloopmodel of focus op specifieke perioden Op welk deel van de levensloop moeten ontwikkelingspsychologen zich richten? Vroeger: richten op babytijd en adolescentie Nu: gehele levensloop is belangrijk (er is groei en verandering in elke fase!)

Belangrijke vraagstukken: 4. nature versus nurture Wordt het gedrag van mensen bepaald door nature of door nurture? Nature: eigenschappen, vermogens en capaciteiten die men van ouders erft Nurture: omgevingsinvloeden die ons gedrag bepalen

5 belangrijke visies op ontwikkeling Psychodynamisch perspectief Behavioristisch perspectief Cognitief perspectief Contextueel perspectief Evolutionair perspectief

Het psychodynamisch perspectief Psychoanalyse van Freud - id, ego en superego - orale, anale, fallische, latentie en genitale fase (tot adolescentie!) Erikson - 8 stadia van psychosociale ontwikkeling (tot de dood) - in elk stadium is er een crisis/conflict

Erikson

Behavioristisch perspectief Klassiek conditioneren (Watson & Pavlov) Operant conditioneren (Skinner) Sociaal cognitieve leertheorie (Bandura) 21

Cognitief perspectief Cognitieve ontwikkelingstheorie (Piaget) - Adaptatie, assimilatie & accommodatie - 4 cognitieve fases Informatieverwerkingstherorie - Wijze van informatie opnemen, gebruiken en opslaan Cognitieve neurowetenschap - Hersenprocessen 22

Contextueel perspectief Bio-ecologisch model (Bronfenbrenner) Sociaal culturele theorie van Vygotsky 23

Evolutionair perspectief Gedrag is resultaat van genetische erfenis Darwin: natuurlijk selectieproces, genen beïnvloeden persoonlijkheid en sociale gedragspatronen Lorenz: ontwikkeling wordt beïnvloed door biologische en evolutionaire factoren 24

De babytijd (0-3 jaar)

De babytijd (geboorte tot 3 jaar) A. Cognitieve ontwikkeling Piaget Informatieverwerkingstheorie B. Sociale ontwikkeling Emoties TOM Hechting C. Persoonlijkheidsontwikkeling Temperament Gender

Cognitieve ontwikkeling: Piaget Actie = kennis Schema = ‘programma’ (functioneringspatronen) waarmee je kennis kan plaatsen. Deze veranderen als kinderen zich ontwikkelen. Assimilatie = je past de feiten aan aan het bestaande schema Accommodatie = je past je schema aan, omdat je nieuwe feiten hebt

Stadia Piaget Actie = kennis en objectpermanentie Taal en doen alsof Verduurzaming en onomkeerbaarheid Logisch en abstract denken

Sensomotorische periode Substadium 1: eenvoudige reflexen (0-1 maand) Substadium 2: eerste gewoonten en primaire circulaire reacties (1-4 maanden) Substadium 3: secundaire circulaire reacties (4-8 maanden) Substadium 4: coördinatie van secundaire circulaire reacties (8-12 maanden) https://www.youtube.com/watch?v=NjBh9ld_yIo Substadium 5: tertiaire circulaire reacties (12-18 maanden) Substadium 6: het begin van het denken (18-24 maanden)

Informatieverwerkingstheorie Drie basisaspecten: Codering: opgenomen informatie opslaan in bruikbare vorm Opslag: onderhoud materiaal dat in geheugen is opgeslagen Retrieval: proces om materiaal in geheugenopslag lokaliseren, naar bewustzijn te brengen en gebruiken Automatisatie: mate waarin een activiteit aandacht vereist

Vraag? Hebben baby’s geheugen? Zo ja, wat is je vroegste herinnering?

Geheugen Baby’s kunnen oude en nieuwe stimuli van elkaar onderscheiden (herinnering) + = De geheugencapaciteit van baby’s verbetert Naarmate ze ouder worden Als ze gestimuleerd worden Als ze hints krijgen Hoe vaker herinneren, hoe beter Taal speelt een rol!

Sociale ontwikkeling Wat is nodig voor sociaal gedrag? Je moet zelf sociaal gedrag kunnen voelen en tonen - Hebben baby’s al emoties? Je moet sociaal gedrag van andere kunnen begrijpen - TOM - Hechting Je moet weten wie jezelf bent - Psychosociale ontwikkeling van Erikson - Temperament - Geslacht

Emoties bij baby’s Baby’s kunnen emoties uitdrukken en ervaren Differentiële emotietheorie: emotionele uitingen weerspiegelen emoties en reguleren ze

Video http://www.youtube.com/watch?v=apzXGEbZht0&NR=1

Emoties bij baby’s https://www.youtube.com/watch?v=h_UHkFUzHQA Vreemdenangst: terughoudendheid bij het ontmoeten van vreemden (vanaf 6 mnd) Scheidingsangst: angst door afwezigheid vaste verzorger (vanaf 7/8 mnd) Social referencing: zoeken naar info over gevoelens van anderen om onduidelijke situaties te interpreteren (vanaf 8/9 mnd) https://www.youtube.com/watch?v=h_UHkFUzHQA

Ik-besef bij baby’s Zelfbesef begint te groeien rond 12 maanden, dat men los is van de rest van de wereld Spiegel en rouge test: rond 17-24 maanden http://www.youtube.com/watch?v=M2I0kwSua44&feature=related Besef van eigen capaciteiten: rond 23-25 maanden

Theory of mind Kennis en opvattingen van kinderen over de mentale wereld van jezelf en anderen Empathie vanaf 2 jaar In tweede levensjaar: misleiding (in spel en jokken) http://www.youtube.com/watch?v=ETFjzvtvOnk&feature=related http://www.youtube.com/watch?v=I0zTg65aaCY

Hechting De positieve emotionele band tussen een kind en een specifiek individu (vaak de opvoeder)

Hechting Bowlby: hechting is gebaseerd op de behoefte van kinderen aan veiligheid en zekerheid Ainsworth: vreemde situatie procedure

Verschillen tussen baby’s

Persoonlijkheidsontwikkeling Erikson Vertrouwen versus wantrouwen stadium (0-18 mnd) - afhankelijk van reactie van verzorgers op behoeften kind Autonomie versus schaamte en twijfel stadium (18 mnd-3 jaar) - afhankelijk van stimulatie door ouder

Temperament Temperament = patronen van arousal en emotionaliteit die de consistente en duurzame eigenschappen van een individu vormen O.a.: - activiteitniveau - prikkelbaarheid

Temperamentclusters 3 categorieën: Gemakkelijke baby’s: positieve instelling, lichaamsfuncties werken goed, passen zich aan, milde emoties, 40% Moeilijke baby’s: negatieve buien, passen zich langzaam aan aan nieuwe situaties, geneigd om zich terug te trekken, 10% Langzame starters: inactief en kalm, negatieve stemming, passen langzaam aan, geneigd om zich terug te trekken, 15% Gevolgen voor later: afhankelijk van goodness of fit 45

Gender Gender = het besef een man of een vrouw te zijn Genderverschillen zijn (gedeeltelijk) aangeboren Mensen reageren verschillend op jongens en meisjes, waardoor verschillend gedrag wordt bekrachtigd Mannenelijke babys zijn actiever Kiezen ander speelgoed Ouders bbehandelen jongens en meisjes anders Meer fysiek bij jongens vader-jongens moeder – meisjes Moeder meer traditionele spelletjes bij meisjes 46

Tot volgende week!