Levenslooppsychologie werkcollege 5 Jennifer de Vries-Aydogdu Med.hro.nl/vrije vrije@hr.nl
Vandaag Oefenvragen Opdrachten
Oefenvragen
Vraag 1 Wat is volgens het boek geen voordeel van vroege rijping bij jongens? Zijn beter in sport Zijn populairder Hebben een positiever zelfbeeld Betere schoolresultaten
Vraag 2 Marie is tot over haar oren verliefd op Joost. Ze denkt de hele dag aan hem en kan zich gewoon niet voorstellen dat er ooit iemand anders zo erg verliefd is geweest. Er is hier sprake van: Imaginair publiek Persoonlijke fabels Egocentrisme Puberaal gedrag
Vraag 3 Adolescenten creëren soms een zogenaamd ‘imaginair publiek’. Welke typische eigenschap van de adolescent ligt hier aan ten grondslag? a. Het kunnen hanteren van metacognitie. b. Het creëren van persoonlijke fabels c. Het hebben van een bepaalde vorm van egocentrisme. d. Het feit dat de geheugencapaciteit zo wordt vergroot tijdens de adolescentie
Vraag 4 Als je niet spiekt tijdens een tentamen, omdat je weet dat je geschorst zal worden als je betrapt wordt, is er sprake van redenatie op het volgende niveau: Preconventionele moraal Conventionele moraal Postconventionele moraal Maatschappelijk moraal
Vraag 5 Zijn de volgende stellingen (hoofdstuk 16) waar of niet waar????
A Een van de redenen waarom identiteitsvraagstukken zo belangrijk worden in de adolescentie is omdat de intellectuele vermogens van adolescenten volwassener worden
B Een beter beeld van jezelf (zelfbeeld) in de adolescentie betekent dat je ook tevredener bent met jezelf (eigenwaarde)
C In de vroege adolescentie is de eigenwaarde van meisjes meestal lager dan die van jongens
D Vanwege de (maatschappelijke) druk die adolescenten in het stadium van identiteit versus identiteitsverwarring ervaren kiezen sommigen voor een psychosociaal moratorium
E Koning Willem-Alexander heeft waarschijnlijk de volgende identiteitsstatus: identity foreclosure
F Adolescente meisjes hebben vaker last van depressieve gevoelens dan adolescente jongens
G Net zoals tijdens de peuter- en kleutertijd gaan adolescenten vooral om met leeftijdsgenoten van dezelfde sekse
H Jeugdcriminaliteit komt meer voor bij adolescente jongens dan bij adolescente meisjes
I Naarmate adolescenten meer zelfvertrouwen krijgen, conformeren ze zich steeds minder aan leeftijdsgenoten en ouders
Opdracht 1 : Piaget Vul het schema in over de theorie van Piaget
Opdracht 2 Wie ben jij? Schrijf op: Omschrijf jezelf in 5 woorden/zinnen Hoe denk je dat anderen jou omschrijven? Omschrijf een klasgenoot Vergelijk en koppel aan de theorie!
Kenmerken zelfbeeld adolescent Maakt onderscheid tussen hoe hij/zij zichzelf ziet en hoe anderen hem/haar zien Betrekt de perceptie van anderen ook bij het zelfbeeld Heeft een bredere visie op zichzelf Kan meer aspecten van zijn/haar ik tegelijk zien Snapt en accepteert dat hij/zij in verschillende situaties verschillend gedrag laat zien en verschillende emoties kan hebben Beschrijft het zelfbeeld vanuit psychologisch perspectief (eigenschappen zijn abstracter) bijv a.d.h.v. een ideologie
Marcia’s theorie van identiteitsontwikkeling Identiteit kan worden onderverdeeld in 4 identiteitscategorieën. De identiteitsstatus is afhankelijk van de vraag of er 2 eigenschappen, crisis en binding, aan- of afwezig zijn. Identity achievement Identity foreclosure Moratorium Identity diffusion MAMA-cyclus
Marcia Identity Achievement Identity foreclosure Moratorium Identity diffusion Marcia 1. Daniek gaat na zijn VMBO4 opleiding in het schildersbedrijf van zijn vader werken, zijn vader wil dat zijn eerste zoon de zaak overneemt. 2. De ouders van Elise zijn in haar puberteit gescheiden; Elise heeft in deze jaren veel voor haar zusjes gezorgd, is weinig uit geweest en heeft geprobeerd geen last te zijn voor haar ouders. Nu ze op kamers zit vraagt ze zich af wie ze eigenlijk is. 3. Rob heeft na zijn eindexamen zijn rugzak gepakt en is de wereld gaan verkennen. Van duikinstructeur tot kapper, hij wist overal wel een baantje te ritselen. Nu Rob besloten heeft weer terug te gaan naar Nederland, voelt hij zich wat verloren. 4. Evelien is zelfverzekerd en weet wie ze is en waar haar krachten liggen. Ze is veerkrachtig en kan omgaan met tegenslagen. Ze zit op haar plek op de SPH opleiding.
Opdracht 3 Interview (Marcia) In hoeverre heb jij een MAMA-cyclus doorlopen? Ben je in te delen in één van de categorieën van Marcia? Leg uit. Hoe maak je keuzes? Heb je in de puberteit diverse rollen aangenomen? Vertel. Wat is de invloed van ouders op je studiekeuze? Hoe tevreden ben je met de identiteit die je nu hebt?
Opdracht 5 Kohlberg Sandra is een alleenstaande moeder van 2 jonge kinderen. Ze wonen in een klein appartement. Haar ex is er vandoor gegaan en ondersteunt haar financieel helemaal niet. Ze is net haar baan verloren, dus leeft van een uitkering. Nu, aan het einde van de maand, heeft ze nog 10 euro over om de hele week van te eten. Ze loopt naar de supermarkt en ziet vlak voor de deur een portemonnee met € 100,- erin. Precies wat ze nodig heeft om haar kinderen te eten te kunnen geven. Er zit wel een identiteitsbewijs in de portemonnee met naam en adres van de eigenaar.
Vervolg casus Wat zou jij doen? Hoe handelt Sandra in de volgende stadia? - preconventioneel - conventioneel - postconventioneel Preconventioneel: Houdt je vast aan onveranderlijke regels die gebaseerd zijn op belonen en straffen Dus: ze gaat de portemonnee inleveren, stel je wordt gefilmd en gepakt het is wel een vorm stelen... Conventioneel: terugbrengen want dat hoort, je bent een verantwoordelijke burger, mensen zullen je veroordelen Postconventioneel: handelen volgens morele principes, overstijgen regels van de samenleving wel meenemen, je kunt je kinderen tenminste te eten geven \ niet meenemen, je zult jezelf veroordelen, schuldig voelen
Filmpje http://www.youtube.com/watch?v=DpiUjB_adKo http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1415893 Geld test Afval test, vanaf 10.55