Sociale ontwikkeling 2 Sociale cognitie en gedrag sekserollen Les 6 Sociale ontwikkeling 2 Sociale cognitie en gedrag sekserollen
Hoofdstuk 11 Cognitie en gedrag, denken en doen hangen nauw samen Sociaal gedrag: pro-sociaal en agressie Sociaal moet strikt neutraal opgevat worden en betekend ‘betrekking hebbend op andere personen’, niet verwarren met de positieve betekenis van ‘sociaal’ in het gewone spraakgebruik. Dit heet prosociaal gedrag. De tegenhanger hiervan is agressie (elke vorm van gedrag wat een ander rechtstreeks nadeel bezorgd (of tracht te bezorgen) Piaget: egocentrisme
Sociale cognitie Het waarnemen en interpreteren van de gevoelens, gedachten en intenties van anderen Emoties Gedachten Flavell : niveaus van perspectief nemen http://www.ontwikkelingspsychologie.noordhoff.nl/sites/7482/7482-webpage2-4-0.htm
Waarnemen en interpreteren van emoties Dankszij Flavell, die ‘het toenemend vermogen van perspectief-nemen’ (afname egocentrisme) als uitgangspunt voor zijn theorie nam, steeds meer belangstelling voor het denken van kinderen in relatie tot de sociale werkelijkheid. Waarnemen en interpreteren van emoties Uiten emoties (gelaatsuitdrukking, stem, gebaren, lichaamshouding) Na 6 weken: glimlachen, in eerste halfjaar: boosheid, verdriet en angst, tweede helft eerste levensjaar: schaamte en verlegenheid. Waarnemen emoties Uiten iets anders dan waarnemen, pas bij drie maanden wordt enig verschil ontdekt tussen lachend en boos kijkend gezicht, bij 6 maanden wordt emotie geïmiteerd, na eerste levensjaar wordt herkende emoties gebruikt om eigen gedrag af te stemmen. Jonge kinderen laten zich vaak leiden door de emoties van een ander (kind valt, kijkt eerst zijn moeder aan, als moeder erg geschrokken reageert zal kind vermoedelijk heftiger huilen). Kinderen van 6-7 jaar kunnen zich al goed verplaatsen in de gevoelens van een ander (perspectief-nemen). Oudere kinderen doen dit vaker en spontaner (vaker). Houden ook van anderen voor de gek houden door emoties te verbergen.
agressie Zijn de verklaringen vanuit cognitief perspectief voldoende om agressief gedrag te verklaren? Ethologie en sociale leertheorie Intentie van het gedrag Agressie is een complex begrip
Ontwikkeling agressie Verbaal of fysiek Instrumenteel of vijandig : peuters? Waardoor neemt instrumentele agressie af? Toenemende onderhandelingsvaardigheden, taal Afkeuring door omgeving Verbale agressie: dreigementen en beledigingen, scheldwoorden. Fysieke agressie: fysieke vormen van agressie, gericht op een anderen of op andermans eigendommen. Instrumentele agressie : slachtoffer moedwillig schade toebrengen om doel te bereiken, voetballers die tegenstander omver duwen, peuter die speelgoed van een ander afpakt zonder enig schuldbesef. Vijandige agressie : primair op slachtoffer zelf gericht, de ander ‘pijn doen’ is doel agressie. Agressief gedrag nog niet bij baby’s (exploratiegedrag), begint rond tweede levensjaar, piek op vierjarige leeftijd, bij peuters grotendeels instrumentele (fysieke) agressie. daarna afname hoeveelheid agressie en toename verbale agressie. Reden afname instrumentele agressie kan toenemend onderhandelingsvermogen zijn en toenemende afkeur en bestraffing van ouders en leerkrachten.
Agressie aangeboren? Verschil jongens – meisjes Impulsief gedrag: ego- controle invloed van de omgeving ( gezin, leeftijdgenoten, televisie)
Pro sociaal gedrag Peuters- sociaal gedrag- zelfopoffering Samen spelen, samen delen Ethologisch: empathie Cognitief: moreel redeneren, perspectief nemen Sociale leertheorie: omgeving- reinforcement, imitatie, communicatie Sociaal onhandig
Hoofdstuk 12: sekserollen https://www.youtube.com/watch?v=V8wwZjVD1bw Nature-nurture Discussie over rol van de vader Sekse- sekserollen Sekse verschil-sekserolverschil
ontwikkeling Peuter/kleuter let vooral op uiterlijke kenmerken Kijken naar de toestand en niet het proces van bijv verkleden( Piaget: centrisme)
verklaringsmodellen 1. Biologische benadering 2. Sociale leertheorie - bekrachtiging http://www.bol.com/nl/b/speelgoed/speelgoed-van-het-jaar/12541548/index.html?lastId=10626 - imitatie 3. Cognitief verklaringsmodel ( vb autorijdende vader)