NEN 1010:2015 1 september 2015 Stellingen Stellingen
Stelling 1 Stelling 1a: Ik wacht wel tot de nieuwe NEN 1010 is aangewezen in het Bouwbesluit (waarschijnlijk 1 juli 2016), want dan is het pas verplicht om hem toe te passen. Stelling 1b: Ik mag de nieuwe NEN 1010 nog niet toepassen, hij is immers nog niet aangewezen in het Bouwbesluit. Stellingen
Reactie op stelling 1a en b: Op dit moment is de 2007-versie van NEN 1010 aangewezen in het Bouwbesluit. Dat betekent dat bouwvergunningen worden verstrekt op basis van NEN 1010:2007 en dat het toepassen van deze editie van de norm een voldoende veilige elektrische installatie oplevert. Zodra NEN 1010:2015 is aangewezen in het Bouwbesluit, zal de verstrekking van de bouwvergunning gebaseerd zijn op de 2015-versie van NEN 1010. De 2015-versie van de norm beschrijft de nieuwste inzichten met betrekking tot veilige elektrische installaties. Het bevoegd gezag (gemeenten) zal vaak gelijkwaardigheid van deze nieuwe versie (in plaats van de 2007-versie) accepteren. Opdrachtgevers kunnen daarom nu al vragen naar een installatie conform NEN 1010:2015. Ook kunnen verzekeraars, gemeenten en andere partijen eisen en voorwaarden stellen gebaseerd op de nieuwste NEN 1010. Stellingen
Stelling 2: Er staan bepalingen in NEN 1010 die niet worden aangewezen in het Bouwbesluit. Daar hoef ik dus ook niet aan te voldoen. Stellingen
Reactie op stelling 2 Voor het verkrijgen van een bouwvergunning, moet je voldoen aan het Bouwbesluit. Hierin staan allerlei eisen opgenomen, waaronder een groot aantal delen uit NEN 1010. Verder: zijn er onderwerpen die het Bouwbesluit zelf in voldoende detail regelt (en waarbij een verwijzing naar NEN 1010 niet nodig is); staan er eisen in NEN 1010 die niets met een bouwwerk te maken hebben (deze zijn dus niet gerelateerd aan het Bouwbesluit of bouwvergunning). Deze eisen zijn dan ook niet van toepassing bij een installatie in een bouwwerk. Als het toepassen van NEN 1010 wordt vereist in een ander kader dan het Bouwbesluit, dan zijn alle bepalingen van NEN 1010 van kracht (ook de stukken die niet aangewezen worden door het Bouwbesluit). Stellingen
Stelling 3: Ik hoef de nieuwe NEN 1010 alleen te gebruiken bij volledige nieuwbouw. Bij uitbreidingen of wijzigingen gebruik ik de NEN 1010 die van kracht was toen het pand werd gebouwd. Stellingen
Reactie op stelling 3: Volgens het Bouwbesluit (prestatievoorschrift) moeten elektrische installaties in bestaande bouwwerken voldoen aan het rechtens verkregen niveau, met als ondergrens het niveau van de bestaande bouw met een bodemniveau van NEN 1010:1962. Dit geldt voor bestaande installaties bij verbouw (uitbreidingen of transformatie van het bouwwerk). Vanuit veiligheidsoogpunt is het echter raadzaam om de meest actuele inzichten in elektrische veiligheid te gebruiken, zoals vastgelegd in de meest recente editie van NEN 1010. Bij algehele vernieuwing van de installatie moet deze voldoen aan de nieuwbouw-eis Onderwerpen waar het prestatievoorschrift niet in voorzien (b.v. onderwerpen bij verbouw die niet behandeld worden in de NEN 1010 die hoort bij het rechtens verkregen niveau) moeten voldoen aan het functionele voorschrift dat de installatie veilig moet zijn. Dit kan het best ingevuld worden door gebruik te maken van de meest recente editie van NEN 1010. Stellingen
Stelling 4: Als ontwerper en installateur moet ik altijd aansluiten op de nieuwste inzichten die bekend zijn op het gebied van veiligheid, dus ik moet altijd de nieuwste NEN 1010 gebruiken. Stellingen
Reactie op stelling 4: De meest recente NEN 1010 geeft de nieuwste inzichten weer op het gebied van veiligheid. De ontwerper en installateur zullen vanuit hun vakmanschap moeten inschatten en beoordelen welke risico’s er kunnen ontstaan. De nieuwste NEN 1010 geeft hiervoor de beste oplossingen. Vanwege de aanwijzing in het bouwbesluit per 1 juli 2016 is er een ruime gewenningsperiode om met de nieuwe editie van NEN 1010 te leren omgaan. Stellingen
Stelling 5: NEN 1010 is een Nederlandse norm met hoge eisen. Toezicht houden op de naleving van deze eisen door “buitenlandse installatiepraktijken” zou de concurrentie een stuk eerlijker maken. Stellingen
Reactie op stelling 5: Ook “buitenlandse installatiepraktijken” kennen deze hoge eisen, immers in alle Europese landen wordt dezelfde internationale/ Europese normenreeks HD-IEC 60364 als uitgangspunt genomen voor de installatievoorschriften. Wel kennen de meeste Europese landen (van oudsher) verschillen in wat de meest gebruikelijke methode is, en dit wordt soms ook in detail voorgeschreven. In ieder EU-land zal altijd de nationale implementatie van de HD-IEC 60364 normenreeks moeten worden toegepast (in Nederland is dit NEN 1010). De toegepaste voorschriften in andere landen zijn niet per definitie slechter, onveiliger of goedkoper. Wat betreft het toezicht op naleving van deze eisen ... Naast de overheid hebben ook de opdrachtgevers hier een rol te vervullen. Vanaf 2018 zal deze toetsing zelfs geheel door de marktpartijen moeten worden ingevuld. Stellingen
Stelling 6: Nu er een nieuwe NEN 1010 is, moet ik mijn NEN 1010-certificaat vernieuwen. Stellingen
”Ik heb een NEN 1010-certificaat nodig om elektrische laagspanningsinstallaties te mogen aanleggen.” Vingers? Ja/nee? “Ik heb een NEN 1010-certificaat nodig om elektrische laagspanningsinstallaties te mogen inspecteren.” Vingers? Ja/nee? “NEN 1010-inspecties mogen alleen worden uitgevoerd door NEN 1010-gecertificeerde bedrijven.” Vingers? Ja/nee? Stellingen
Reactie op stelling 6: Er is geen wettelijke verplichting die zegt dat je een certificaat moet hebben om te mogen installeren of inspecteren. Certificaten zijn niet verplicht: niet voor personen en niet voor bedrijven. Het kunnen tonen van een certificaat kan echter wel helpen om klanten te overtuigen van de deskundigheid van betreffende bedrijf/persoon. De overheid laat kwaliteitsborging en –regulering aan de markt over. De markt heeft dit ook opgepakt en heeft eigen certificaten en keurmerken ontwikkeld. De voorwaarden waaronder deze certificaten worden afgegeven, worden ook door de markt zelf bepaald. Het BRL 6000 (-1/-2/-3) certificaat wordt erkend door de overheid (woningwet). Dit betekent voor het bevoegd gezag (gemeenten) het vermoeden dat betreffende bedrijven handelen conform de geldende regelgeving (o.a NEN 1010) Naast het wel of niet hebben van een certificaat is werkelijke kennis van NEN 1010 natuurlijk echt noodzakelijk Stellingen
Stelling 7: De overheid moet burgers beschermen tegen ondeskundige installateurs en daarmee tegen onveilige installaties. Stellingen
Reactie op stelling 7: De overheid laat kwaliteitsborging en –regulering aan de markt over en stelt geen wettelijke eisen aan deskundigheid van installateurs en installatiebedrijven. Er wordt door de overheid dus ook geen toezicht gehouden op de kwaliteit van de installateur. Via de woningwet (art. 100) is bevoegd gezag (gemeente) wel verantwoordelijk voor toezicht op de aangelegde installatie. Als er schade ontstaat (letsel/financiëel) en er zijn aanwijzingen van gerelateerd ondeskundig handelen of nalatigheid van installateurs/installatiebedrijven dan kunnen deze wel strafrechtelijk worden vervolgd! Stellingen
Stelling 8: Het wordt steeds lastiger om een offerte te maken omdat de norm niet aangeeft wat ik moet leveren. Stellingen
Reactie op stelling 8: Je zou kunnen zeggen dat door het schrappen van een aantal Nederlandse bepalingen uit NEN 1010, het toepassen van de nieuwe norm makkelijker wordt. Er staan immers minder regeltjes in waar je aan moet voldoen. De installateur krijgt hierdoor wel de mogelijkheid om beter in te spelen op de wens van de klant. Hij zal er wel voor moeten zorgen dat deze wensen voldoende duidelijk zijn, de verantwoordelijkheid neemt daardoor ook toe!! Stellingen